Terug
Gepubliceerd op 28/11/2022

2022_CBS_09385 - Investeren in Antwerpen - Ruimtelijke economie - Instrumentarium - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/11/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09385 - Investeren in Antwerpen - Ruimtelijke economie - Instrumentarium - Goedkeuring 2022_CBS_09385 - Investeren in Antwerpen - Ruimtelijke economie - Instrumentarium - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

De beleidsnota ruimtelijke economie werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 januari 2021 (jaarnummer 29). De beleidsnota vermeldt reeds een aantal mogelijke instrumenten, maar zoals in het gemeenteraadsbesluit is opgenomen vereist dit nog verdere uitwerking.

In navolging van dit besluit werd een studieopdracht uitgeschreven aan Sweco, aangevuld met DLA Piper en Stadim. Deze studieopdracht onderzocht de mogelijkheden om de beleidsnota ruimtelijke economie uitvoerbaar te maken in instrumenten aan de hand van acht onderzoeksvragen.

Argumentatie

De voorliggende studie onderzoekt op welke manier er uitvoering kan gegeven worden aan de beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in de beleidsnota ruimtelijke economie. Hiertoe omvat de studie een lijst van mogelijke instrumenten, dewelke elk apart in meer detail worden besproken. Als conclusie van het onderzoek werden er drie mogelijke scenario's opgemaakt, waarin het studieconsortium een coherent geheel aan instrumenten naar voren schuift. Deze scenario's zijn:
  1.    Quick win: nadruk op flexibiliteit van de ingezette instrumenten en het gecreëerde juridisch kader;
  2.    Rechtszeker scenario: het voorkeursscenario van het studieconsortium;
  3.    Variant rechtszeker scenario zonder gebruik van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUPs).
Elk scenario omvat vier deelfacetten: oriënteren, reguleren, faciliteren en verbinden, en stimuleren en investeren. Het verschil tussen de drie scenario’s zit hoofdzakelijk in het luik reguleren op lange termijn, met name in de vraag of:
  • het regulerend kader slechts beperkt wordt ingevuld, gelimiteerd tot een bouwblokkenvisie, het opheffen van hindernissen, de herziening van de bouwcode wordt beperkt tot verruimen van de afwerkmogelijkheden en de beleidsnota ruimtelijke economie wordt enkel gehanteerd als beleidsmatig gewenste ontwikkeling (scenario 1);
  • de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen dienen omgezet te worden naar bindende instrumenten, inclusief een  thematisch RUP of gebiedsgerichte RUP’s (scenario 2);
  • de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen dienen omgezet te worden naar bindende instrumenten, maar enkel via de andere verordenende instrumenten – niet via een (thematisch) RUP (scenario 3).

De aanbevelingen omvatten taken die reeds opgenomen worden door de stadsdiensten, taken die aanvullend kunnen opgenomen worden en taken die een bijkomende inzet vergen. Een significant deel van het voorkeursscenario kan opgenomen worden binnen de huidige werking van de administratie en vormt het vertrekpunt voor de weerhouden instrumenten.

Een belangrijke conclusie van het studieconsortium is onder meer dat de beleidsnota ruimtelijke economie kan worden gehanteerd als een beleidsmatig gewenste ontwikkeling bij individuele omgevingsvergunningsaanvragen. Daarnaast adviseert het studieconsortium om de conclusies van de beleidsnota ruimtelijke economie mee te nemen in de lopende trajecten aangaande de opmaak van het strategisch ruimteplan Antwerpen en de herziening van de bouwcode.

Daarnaast onderschrijft het studieconsortium in elk scenario het belang van een proactieve aanpak wat betreft verweving, met onder meer het op korte termijn uitwerken van een potentiescan en een checklist verweving. Ook het faciliteren van verweving in concrete dossiers sluit daarbij aan.

De administraties Stadsontwikkeling en Ondernemen & Stadsmarketing zijn van oordeel dat het mogelijk is deze bijkomende proactieve inzet op verweving op te nemen, met een evaluatie na een jaar.

De aanbevelingen inzake potentiescan kunnen meegenomen worden in de transformatieleidraad in opmaak, met name om verweving van bedrijvigheid vanuit een vraaggestuurde visie op te nemen in de transformatieleidraad.

Het opmaken van een thematisch RUP zou hierin nog een stap verder kunnen gaan, maar dit zou ook een aantal nadelen inzake flexibiliteit en haalbaarheid met zich meebrengen. Vandaar dat er wordt geopteerd om niet te werken met een bijkomend overkoepelend thematisch RUP, maar wel om de conclusies van de beleidsnota ruimtelijke economie, zowel wat betreft verweving van bedrijvigheid in het stadsweefsel als de nood aan het behoud van het contingent paars, mee te nemen in zowel nieuwe RUP’s als RUP’s in herziening. Ook daarbuiten worden deze conclusies als uitgangspunt meegenomen, zoals aangaande verweving van bedrijvigheid in het stadsweefsel en aangaande afbouw zonevreemde detailhandel in paarse zones. Het identificeren van zoekzones paars - ter compensatie bij uitzonderlijk verlies van ruimte voor bedrijvigheid op bepaalde sites - wordt mee opgenomen bij de opmaak van het strategisch ruimteplan Antwerpen (SRA).

De aanbevolen ruimtelijk-economische contextanalyse evenals de werking rond matchmaking sluit nauw aan bij de huidige werking van Ondernemen & Stadsmarketing/Business en innovatie/ Investdesk en kunnen daar verder opgenomen worden. Team Investdesk speelt namelijk reeds een initiërende rol in vestigingsdossiers totdat deze overgaan naar de vastgoedmarkt.

De studie onderstreept het belang van stedenbouwkundige verordeningen in het uitvoeren van de beleidsvisie. De herziening van de bouwcode sluit hierbij aan en biedt de mogelijkheid om de beleidskeuzes uit de beleidsnota ruimtelijke economie mee te nemen, met respect voor de vereenvoudigingsvraag.

Het studieconsortium beveelt ook aan om verder werk te maken van de monitoring van ruimtevragen en -aanbod. Dit komt in wezen neer op het bijhouden van een ruimtelijke boekhouding, waarvoor een groot deel van de puzzelstukken reeds gelegd zijn. Een dergelijke monitoring is belangrijk voor de toekomstige evaluatie van voorliggende maatregelen.

Beleidsdoelstellingen

6 - Lerende en werkende stad
2LWS04 - Economie en industrie
2LWS0402 - Investeren
2LWS040205 - Ruimtelijke economie

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van de studie "Voorbereidend onderzoek: Instrumenten voor ruimtelijke economie".

Artikel 2

Het college keurt goed om de beleidsnota ruimtelijke economie zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 januari 2021 (jaarnummer 29) te hanteren als beleidsmatig gewenste ontwikkeling bij individuele omgevingsvergunningsaanvragen, conform de conclusies van de studie "Voorbereidend onderzoek: Instrumenten voor ruimtelijke economie".

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Artikel 4

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

 

 

SW en OS/Business en Innovatie

om invulling te geven aan de versterkte werking verweving; 

om doorlopend de conclusies van de beleidsnota ruimtelijke economie te implementeren bij de opmaak en herwerking van gebiedsgerichte RUP’s; 

om de aanbevelingen inzake potentiescan en verweving op te nemen in de transformatieleidraad in opmaak;

om de beleidskeuzes van de beleidsnota ruimtelijke economie - inclusief de zoekzones paars - mee te nemen bij de opmaak van het strategisch ruimteplan Antwerpen (SRA) en de aanpassing en vereenvoudiging van de bouwcode; 

en om de nodige stappen te zetten tot een effectieve toepassing van de beleidsnota ruimtelijke economie als beleidsmatig gewenste ontwikkeling.

 

OS/Business en Innovatie

om doorlopend werk te maken van matchmaking gericht op verweving en om een checklist verweving op te maken; 

om een systeem van monitoring van ruimtevragen en -aanbod uit te werken; 

en om een ruimtelijk-economische contextanalyse uit te voeren.



Bijlagen

  • Voorbereidend_onderzoek_Instrumenten_voor_ruimtelijke_economie.pdf