Terug
Gepubliceerd op 28/11/2022

2022_CBS_09315 - Omgevingsvergunning - OMV_2022112579. Tweelingenstraat 92. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/11/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09315 - Omgevingsvergunning - OMV_2022112579. Tweelingenstraat 92. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_09315 - Omgevingsvergunning - OMV_2022112579. Tweelingenstraat 92. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022112579

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Anja Vereecken met als adres Tweelingenstraat 92 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Tweelingenstraat 92 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 6 sectie F nr. 1285C7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden. 

 

Geacht vergunde toestand

 

-          functie: meergezinswoning; 

-          bouwvolume:

  • hoofdvolume 3 bouwlagen met plat dak;
  • achterbouw 1 en 2 bouwlagen met plat dak;
  • bouwdiepte: circa 17,3 m aan de linkerzijde van het perceel en circa 12,9 m aan de rechterzijde van het perceel;

-          gevelafwerking:

  • sierpleister wit;
  • 2 raamopeningen met bovenlicht op zowel de gelijkvloerse als de eerste verdieping.

 

Bestaande toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 2 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • interne trap tussen de gelijkvloerse en eerste verdieping;
  • bouwdiepte: circa 16,6 m aan de rechterzijde van het perceel;

-          gevelafwerking:

  • sierpleister grijs;
  • 1 raamopening met bovenlicht op zowel de gelijkvloerse als de eerste verdieping;
  • wit schrijnwerk in pvc.

 

Nieuwe toestand

 

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte: circa 17,3 m over de breedte van het perceel;
  • opgehoogde scheimuur;
  • verminderd volume op de eerste verdieping met een oppervlakte van circa 2,2 m²;

-          gevelafwerking:

  • sierpleister wit;
  • 1 raamopening op zowel de gelijkvloerse als de eerste verdieping;
  • zwart schrijnwerk;
  • sierlijst tussen eerste en tweede verdieping;
  • achterbouw bekleed met vezelcementpanelen in zwart-antraciet.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          slopen van de achterbouw en uitbreiden van het volume;

-          ophogen van de scheimuur;

-          verminderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 1;

-          slopen van het kleine volume achteraan op de eerste verdieping;

-          wijzigen van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

7 oktober 2022

24 oktober 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

De perceelsbrede uitbouw met een bouwdiepte van circa 17,3 m is qua vorm en plaatsing niet in harmonie met de omgeving;

  • Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

De perceelsbrede uitbouw houdt geen rekening met de daglichttoetreding op het perceel van de aanpaler.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De dakopstand van de uitbouw bedraagt aan het hoogst aangrenzende dakvlak slechts circa 0,1 m terwijl deze minimum 0,3 m moet bedragen.
 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van een meergezinswoning met twee woongelegenheden tot een eengezinswoning. De woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende functie van eengezinswoningen in de straat.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De woning met twee woongelegenheden maakt deel uit van een reeks van drie woningen van drie bouwlagen met dezelfde bouwdiepte voor het hoofdvolume gaande van 12,90 m op het gelijkvloers en afnemend naar 8,69 m op de bovenste daklaag. Een dergelijke bouwdiepte verzekert een goede daglichttoetreding in alle ruimtes van het pand.

De achterliggende entresolvolumes hebben een gelijkaardige bouwdiepte met voor dit pand een maximale bouwdiepte van 17,30 m.

Entresols en tussenliggende koertjes wisselen elkaar af.

 

Met de aanvraag wordt de studio op de bovenste verdieping verwijderd en wordt het pand terug tot een eengezinswoning omgevormd. Het omvormen tot een eengezinswoning wordt gunstig geadviseerd in een buurt die gekenmerkt wordt door hoofdzakelijk eengezinswoningen.

 

Het hoofdvolume zelf blijft, op het slopen van de beperkte volumes van de badkamerannex en het balkon op de verdieping achteraan na, ongewijzigd.

 

De onvergunde veranda aan de achtergevel wordt gesloopt en een nieuwe aanbouw met keuken en eetruimte wordt voorzien. De aanvraag houdt voor het nieuwe volume de vergunde bouwdiepte van de entresol perceelsbreed aan waardoor de bouwdiepte van het perceel met een breedte van 5 m nu op 17,30 m komt te liggen.

Niet alleen is een dergelijke bouwdiepte over de volle perceelsbreedte niet kenmerkend in de omgeving volgens artikel 6 van de bouwcode, maar ook ongewoon diep voor een dergelijke perceelsbreedte. Op deze manier wordt de daglichttoetreding in de achterliggende ruimtes van het eigen pand beperkt. Ook de bezonning op de koer en de daglichttoetreding in de op de koer aanpalende leefruimtes van het buurpand worden door de uitbreiding beperkt wat in strijd is met artikel 10 van de bouwcode.

Gezien de gecreëerde hinder van de aanbouw op de eigen woonruimtes en op het buurperceel, wordt de nieuwe aanbouw bijgevolg van de vergunning uitgesloten.

 

Ondanks het verminderen van de wooneenheden blijven de twee bestaande verticale circulatieassen behouden waardoor er zowel op het gelijkvloers als op de eerste verdieping telkens een oppervlakte van 6,8 m² verloren gaat om de spiltrap te behouden. Het verdient een aanbeveling om de bestaande gelijkvloerse ruimtes te optimaliseren.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

In de voorgevel wordt het pleisterwerk gerenoveerd en het bestaande witte PVC schrijnwerk vervangen door zwart aluminium buitenschrijnwerk. Het gelijkvloers raam wordt tevens uitgelijnd op de bovenliggende ramen waardoor de gevel evenwichtiger wordt. Deze werken zijn visueel inpasbaar.

De achtergevel wordt na-geïsoleerd en grijs gepleisterd. Een nieuwe raamopening ter hoogte van het afgebroken terras wordt net als in de voorgevel in zwart aluminium buitenschrijnwerk uitgevoerd.

Zo ook de grote raampartij van de nieuwe aanbouw. De aanbouw zelf wordt bekleed in zink. Echter komt omwille van voornoemde redenen, de aanbouw niet voor vergunning in aanmerking.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

Vermits de werken gesitueerd zijn in een zone met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand bovendien is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

 

“Men wenst het pand om te vormen naar een eengezinswoning en de bestaande veranda om te vormen samen met het entresolvolume tot een kwalitatieve uitbouw. Het betreft hier enkel de gelijkvloerse verdieping die wordt aangepast en een perceelsbrede uitbouw krijgt. De bestaande voorgevel wordt gerenoveerd en wit geschilderd. De voorgestelde werken hebben geen impact op de reeds beperkte erfgoedwaarde van het pand. Door de voorgestelde gevelwijzigingen zal het pand zich beter inpassen in het straatbeeld, wat op zich een verbetering zal betekenen.”

 

Vanuit oogpunt Monumentenzorg wordt het gunstig advies voor de voorgevelwijziging bijgetreden. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Door het nieuwe volume van de aanbouw dient ook de scheimuur met de linkerbuur van circa 1,40 m over een lengte van 4,40 m verder opgetrokken te worden. De scheimuur wordt zo 3,35 m hoog terwijl de koer van het buurpand 2,60 m breed is. Het werd reeds aangehaald dat de aanbouw hierdoor een ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel genereert. De aanbouw wordt dan ook uit de vergunning uitgesloten.

 

Omdat er onvoldoende dakopstand voorzien wordt conform artikel 34 van de bouwcode, worden voorwaarden opgelegd om het risico op brandoverslag te vermijden. 

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag een vermindering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het plat dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1).

3. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot de nieuwe aanbouw aan de achtergevel worden van de vergunning uitgesloten.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 september 2022

Volledig en ontvankelijk

7 oktober 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

6 december 2022

Verslag GOA

18 november 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het plat dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1).

3. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot de nieuwe aanbouw aan de achtergevel worden van de vergunning uitgesloten.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.