Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022073314 |
Gegevens van de aanvrager: | Berheersmaatschappij Antwerpen Mobiel met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | Berheersmaatschappij Antwerpen Mobiel met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Fietsverbinding tussn LAaglandlaan en Laarsebaan te 2170 (Merksem) Antwerpen |
Kadastrale percelen: | Afdeling 41 sectie B nrs. 1B en 11A |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Aanleggen van een fietsverbinding tussen de F14 en de Laaglandlaan |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;
Geacht vergunde toestand
buurtweg tussen de volkstuintjes en sportvelden ten zuiden en de landbouwvelden aan de noordzijde;
loopt van west (pijpenkop van de Laarsebaan) naar oost (Laaglandlaan);
een onverharde weg;
beek naast de weg.
Bestaande toestand
Conform vergund geachte toestand.
Nieuwe toestand
fietsverbindingsweg tussen de pijpenkop (Laarsebaan) en het bovenlokaal fietsnetwerk (Laaglandlaan);
dubbel fietspad van 3 m breed in roodbruine asfalt met een betonnen boordstenen;
lengte fietspad circa 685 m;
ontdubbeling fietspad over circa 30 m ter hoogte van laatste weidetoegang;
tot deze ontdubbeling zijn landbouwvoertuigen via de Laaglandlaan toegelaten;
fundering van circa 0,50 m berekend op zwaardere belasting landbouwvoertuigen;
berm van 0,50 m aan weerszijden;
ontharding pijpenkop met aanplanting van 4 hoogstammige bomen.
Inhoud van de aanvraag
aanleggen van een fietsverbinding tussen Laaglandlaan en pijpenkop Laarsebaan;
ontharden van de pijpenkop op de Laarsebaan.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 13 juli 2022 | 1 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 13 juli 2022 | 15 juli 2022 | Geen advies |
Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)/ Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Antwerpen | 13 juli 2022 | 30 augustus 2022 | Gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 13 juli 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 13 juli 2022 | 29 juli 2022 | Geen bezwaar |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 13 juli 2022 | 1 september 2022 | Gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij | 13 juli 2022 | 26 juli 2022 | Geen advies |
Water-link | 13 juli 2022 | 15 juli 2022 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Maatschappelijke Veiligheid/ Sociale Interventie/ Projecten | 13 juli 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 13 juli 2022 | 1 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 13 juli 2022 | 14 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding | 13 juli 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 13 juli 2022 | 8 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 13 juli 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 13 juli 2022 |
|
?
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
?
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestplan - woongebied
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3?oktober?1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel?5 van het Koninklijk Besluit van 28?december?1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen)
Gewestplan – woongebied + aanvullende voorschriften gp 14; art 1, ° 1 punt 1
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3?oktober?1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel?14 van het Koninklijk Besluit van 28?december?1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Gewestplan – woongebied + aanvullende voorschriften gp 14; art 1, ° 1 punt 2
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3?oktober?1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300?m van een woongebied of op ten minste 100?m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100?m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel?35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Gewestplan - woongebied + aanvullende voorschriften gp 14: art 1, º1 punt 3 (bruinomrand, stedelijke agglomeratie)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Kwade Velden, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8?januari?2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor recreatie-art. 6.1, zone voor buffer-art. 7.3, zone voor openbare wegenis-art. 4.1 en zone voor landbouw en volkstuintjes-art. 7.4.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
Art 4.2 zone voor voet- en fietsweg: het fietspad wordt aangelegd in een bitumineuze verharding. Dit is in tegenstrijd met het BPA dat stelt dat de wegen in onverharde of halfverharde natuurlijke materialen moeten zijn;
Art 7.3 Zone voor buffer: het fietspad wordt aangelegd in een bitumineuze verharding. Dit is in tegenstrijd met het BPA dat stelt dat de wegen in natuurlijke zachte of halfverharde natuurlijke materialen moeten zijn.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5?juli?2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5?juni?2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag
Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28?april?2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9?oktober?2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode. de aanvraag wijkt af op volgende punten:
Artikel 18 Groenbescherming bij de uitvoering van werken
Het is onduidelijk of alle mogelijke voorzorgen genomen worden om de opgaande beplanting te beschermen.
Sectorale regelgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel?1.3.1.1 van het decreet van 18?juli?2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
?
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De afwijking kunnen gunstig worden geadviseerd om basis van art 4.4.7.§2 van de VCRO;
“§ 2. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.”
Het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat:
“Artikel 3. (04/09/2021- ...) § 1. De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op:
1° de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker;”
Het tracé van het fietspad volgt overal het bestaande pad, er zijn geen wijzigingen in grondgebruik ten opzichte van de bestaande toestand. Er worden ook geen beplantingen verwijderd. De bufferfunctie die de zone aan de noordzijde van het huidige pad heeft, blijft behouden.
Gezien het fietspad plaatselijk binnen de 30 m vrije zone - maar buiten de 10 m zone - van de autosnelweg ligt, wordt er binnen de behandeling van de omgevingsvergunningaanvraag een afwijking gevraagd op art 2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen.
Als onderhoudsvoertuigen het pad vandaag occasioneel gebruiken om de 30 m zone van de snelweg te bereiken, blijft dat in de toekomst ook mogelijk.
Deze motivering – aangeleverd door de opdrachtgever – kan worden bijgetreden.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag kadert in het project Oosterweel. Tijdens de werken aan Oosterweel ontstaat er hinder voor het autoverkeer tussen Antwerpen en de noordelijke districten/gemeenten (Ekeren, Kapellen, Brasschaat …).
Door middel van alternatieve verplaatsingsmogelijkheden – zoals de fiets en het openbaar vervoer - aan te bieden wordt deze hinder mogelijk beperkt.
Om de vlotte fietsverbinding te realiseren, worden de bestaande paden zoveel mogelijk ingeschakeld en verder geoptimaliseerd, zowel in afmetingen als in materialen.
De aanleg van dit fietspad past in deze visie en kan dus gunstig worden beoordeeld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het ontwerp omvat het heraanleggen van een onverhard pad dat de verbinding maakt tussen de pijpekop, op het einde van de Laarsebaan, en de Laaglandlaan.
Het pad wordt omgevormd tot een overzichtelijk fietspad – over een lengte van circa 685 m – die de verkeersveiligheid voor de fietsers optimaliseert.
Ter hoogte van de laatste weidetoegang wordt het fietspad ontdubbeld om het verder gebruik voor landbouwvoertuigen te stoppen.
Aan de pijpenkop van de Laarsebaan wordt onthard en worden 4 hoogstammige bomen aangepland.
Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Voor het aanleggen van de straat wordt gekozen in roodbruine asfalt met een betonnen boordstenen die in overeenstemming zijn met het beeld van een fietspad. De geplande werken hebben een gunstig effect op de beeldkwaliteit van het fietspad.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de dienst onroerend erfgoed. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:
“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (ca. 17.000 m²) en een ingreep boven 1.000 m² (ca. 4.826 m²). De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door All-Archeo en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 10/02/2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/21356). Tijdens de geplande afgraafwerken kunnen echter nog archeologische sporen of vondsten aangetroffen worden, deze dienen onder de vondstmeldingsplicht gemeld te worden. De dienst archeologie kan de waarde van deze vondsten steeds komen inschatten.”
De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.
Bodemreliëf
Er is een beperkt grondverzet voor de aanleg van de vlakke bermen aan weerszijden van het fietspad en de aanwerking naar de taluds van de bestaande grachten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voor dit dossier werd voor de verlichting een dossier opgestart bij Fluvius onder SWPR13166.
Op de as worden 23 lichtpalen 4 meter hoog voorzien. De aanvraag biedt dus voldoende veiligheid over het hele traject.
In verband met het deels dubbelgebruik door fietsers en landbouwvoertuigen heeft de dienst mobiliteit geen advies gegeven. Aangezien dit dubbel gebruik maar een klein gedeelte is van het traject, kan dit gunstig worden geadviseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
?
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be )
2. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
De bouwheer is verplicht om eventuele restanten of vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
3. Bij het uitvoeren van werken dienen alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen.
?Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 13 juli 2022 |
Start 1ste openbaar onderzoek | 26 juli 2022 |
Einde 1ste openbaar onderzoek | 24 augustus 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 20 september 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 29 september 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 28 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | 28 november 2022 |
Uiterste beslissingsdatum | 25 december 2022 |
Verslag GOA | 13 december 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De affiche werd niet aangeplakt uiterlijk op de dag voor de begindatum van het openbaar onderzoek en tot en met de laatste dag daarvan conform de bepalingen van artikel 20 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
26 juli 2022 | 24 augustus 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
29 september 2022 | 28 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be )
2. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
De bouwheer is verplicht om eventuele restanten of vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
3. Bij het uitvoeren van werken dienen alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.