Terug
Gepubliceerd op 09/01/2023

2022_CBS_09672 - Omgevingsvergunning - OMV_2022118648. Griffier Schobbenslaan 6 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/12/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09672 - Omgevingsvergunning - OMV_2022118648. Griffier Schobbenslaan 6 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) - Goedkeuring 2022_CBS_09672 - Omgevingsvergunning - OMV_2022118648. Griffier Schobbenslaan 6 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer: 

OMV_2022118648 

Gegevens van de aanvrager: 

mevrouw Marcelina Maria de la salut met als adres Griffier Schobbenslaan 6 te 2140 Antwerpen 

Gegevens van de exploitant: 

mevrouw Marcelina Maria de la salut met als adres Griffier Schobbenslaan 6 te 2140 Antwerpen 

Ligging van het project: 

Griffier Schobbenslaan 6 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) 

Kadastrale percelen: 

afdeling 24 sectie A nr. 260R2 

Vergunningsplichten: 

Stedenbouwkundige handelingen 

Voorwerp van de aanvraag: 

heropbouwen van een eengezinswoning 

? 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis 

  • 20/07/2022: weigering (OMV_2022036988) voor het heropbouwen van een eengezinswoning; 

  • 16/03/2022: proces-verbaal (11002_2022_15767) voor het opnieuw bouwen van een eengezinswoning na een woningbrand: het pand werd gesloopt met uitzondering van de voorgevel, linker zijgevel vooraan en de vloerplaat. Op de vloerplaat werd een nieuwe ruwbouw opgericht in 2 bouwlagen; 

  • 29/03/2019: vaststelling (302649) als bouwkundig erfgoed “Tuinwijk Weerstandlaan”; 

  • 01/01/1961: toelating (179#6011) voor een verbouwing; 

  • 01/02/1921: toelating (1399#6686) voor het bouwen van 76 huizen. 


 Vergunde toestand  

  • functie: eengezinswoning; 

  • bouwvolume:  

  • besloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een schuin dak; 

  • bouwdiepte tot circa 12,60 m; 

  • kroonlijsthoogte van circa 6,40?m; 

  • nokhoogte aan de kant van de linkerbuur van circa 7,40?m en kroonlijsthoogte aan de rechterbuur van circa 9?m; 

  • gevelafwerking:  

  • bruine gevelsteen; 

  • wit pvc buitenschrijnwerk;  

  • rode dakpannen. 

  • inrichting: 

  • achter de woning een stadstuintje van circa 36?m² en een tuinberging van circa 11,50?m²; 

  • voortuin aangelegd als tuin, enkel de toegang naar de voordeur en een padje voor de woning is verhard. 

Bestaande toestand 

 - eengezinswoning in opbouw zie PV 11002_2022_15767. 

 

Nieuwe toestand 

  • functie: eengezinswoning; 

  • bouwvolume:  

  • besloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een schuin dak; 

  • bouwdiepte tot circa 14,10 m aan de linkerbuur en circa 11,90?m aan de rechterbuur; 

  • kroonlijsthoogte van circa 6,40?m; 

  • nokhoogte aan de kant van de linkerbuur van circa 7,40?m en kroonlijsthoogte aan de rechterbuur van circa 9?m; 

  • gevelafwerking:  

  • bruine gevelsteen; 

  • wit pvc buitenschrijnwerk; 

  • rolluikkasten in wit pvc; 

  • rode dakpannen; 

  • achtergevel bepleisterd in een lichtgrijze kleur. 

 

Inhoud van de aanvraag 

  • slopen van de woning na een brand, met uitzondering van de voorgevel, linker zijgevel vooraan en de vloerplaat; 

  • nieuwbouwen van een eengezinswoning; 

  • wijzigen van de scheidingsmuren. 

Argumentatie

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt: 

Adviezen 

? 

Externe adviezen 

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies ontvangen 

Advies 

Onroerend Erfgoed 

 

25 oktober 2022 

 

25 oktober 2022 

 

Geen advies 

 

 

Interne adviezen 

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies 

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg 

 

25 oktober 2022 

 

24 november 2022 

?

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen  

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3?oktober?1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem. 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel?5 van het Koninklijk Besluit van 28?december?1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria: 

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten; 

- de eigen aard van het betrokken gebied; 

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein. 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.) 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen 

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5?juli?2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). 
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater) 

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. 

 

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5?juni?2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid). 
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid) 

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Algemene bouwverordeningen 

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer. 
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen) 

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28?april?2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9?oktober?2014. 
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’) 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt: 

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:  

Voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. In casu werd het pand in de Tuinwijk Weerstandlaan zonder vergunning grotendeels afgebroken na een brand. Het buitenschrijnwerk houdt niet volledig rekening met deze erfgoedwaarde. 

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:  

Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of voor elke nieuwe ruimte bij volume-    uitbreiding, dienen ruimten een minimale vrije hoogte te hebben. De slaapkamers         op de verdieping hebben geen hoogte van 2,60?meter. 

  

Sectorale regelgeving 

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid. 

  • Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

  • Watertoets: overeenkomstig artikel?1.3.1.1 van het decreet van 18?juli?2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. 

  • Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

  • Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020. 
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”) 

  • De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.  
    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)) 

Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming. 

? 

Omgevingstoets  

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid 

Voorliggende aanvraag omvat het opnieuw oprichten van een eengezinswoning na het afbranden van de bestaande woning. De nieuwe functie is gelijk aan de vroeger bestaande functie, namelijk een eengezinswoning en is daarmee inpasbaar in de omgeving. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid 

Het nieuwe volume dat opgericht wordt ter vervanging van de afgebrande woning, omvat twee bouwlagen tot een bouwdiepte van 9,80 m onder een schuin dak. Aan de achterzijde wordt er aan de linkerzijde op het gelijkvloers een uitbouw voorgesteld tot een totale bouwdiepte van 14,10 m. Het gelijkvloers omvat een woon- en eetkamer en een toilet. In de uitbouw, met een breedte van 2,99 m, wordt een keuken ingericht. Op de eerste verdieping worden drie slaapkamers en een badkamer voorzien.  

De kroonlijst sluit aan bij deze van de aanpalenden. Het nieuwe dak sluit aan bij zowel de rechter als de linker aanpalende zoals ook in de oorspronkelijke toestand gebeurde. Ter hoogte van de achtergevel wordt de bestaande kroonlijsthoogte van de aanpalenden aangehouden. De kroonlijsthoogte van de uitbouw aan de tuinzijde bedraagt 3,65 m. 

De omgeving van het pand, de Tuinwijk Weerstandlaan waarvan het pand deel uitmaakt, wordt gekenmerkt door volumes van twee bouwlagen onder een zadeldak. Bij vele van deze woningen zijn er tevens uitbouwen aanwezig aan de tuinzijdes. Het hier voorgestelde volume onder de kroonlijst kan ruimtelijk aanvaard worden.  

De Tuinwijk kenmerkt zich door gesloten bebouwing, waarbij de volumes telkens in groepen van drie woningen een terugsprong maken van +/- 5 m ten opzichte van de volgende drie aaneengesloten woningen. Kenmerkend daarbij is dat, ondanks het verspringen van de volumes van de woningen, de daken van alle woningen wel op elkaar aansluiten. Dit kenmerk wordt herhaald in de aanvraag, waardoor de voorgestelde dakvorm verenigbaar is met de omgeving. 

 

Cultuurhistorische aspecten 

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.   

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. 

Conform artikel 5 §2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. 

Het pand in de aanvraag is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed als onderdeel van de Tuinwijk Weerstandlaan. Om die reden is een advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg vereist. Het advies luidt als volgt:  

“Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed als onderdeel van de Tuinwijk Weerstandlaan. Deze tuinwijk, bestaande uit een honderdtal woningen, werd gebouwd tijdens de eerste helft van de jaren 1920 naar ontwerp van architecten Vincent Cols en Jules De Roeck, in opdracht van de samenwerkende maatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen (heden De Ideale Woning). De tuinwijk kwam in twee bouwfasen tot stand, namelijk 76 en 25 woningen, respectievelijk volgens plannen van 1921 en 1924. 

De wijk is exemplarisch binnen de tuinwijkontwerpen van architecten Cols-De Roeck. Ondanks aanpassingen van schrijnwerk en voortuinstroken, zijn de architecturale eenheid van het ensemble en de stedenbouwkundige aanleg herkenbaar bewaard. Zeker de woningen van de eerste bouwfase vertonen een hoge architecturale kwaliteit. Aanwezige erfgoedelementen zijn de inplanting (variatie ten opzichte van de rooilijn en diagonaal ingeplante hoekhuizen), de groenaanleg en overgang tussen de publieke en private ruimte, en eveneens de architecturale eenheid op het vlak van schaal, stijl en materialiteit (kleinschalige, bakstenen koppelwoningen in regionalistische stijl), doch in combinatie met variatie in de volumewerking en detaillering van het metselwerk. De woningen zijn opgevat als kleinschalige eengezinswoningen en voormalige winkelhuizen in regionalistische baksteenarchitectuur met invloeden van de cottagestijl. 

Het pand Griffier Schobbenslaan 6 werd opgebouwd in de eerste bouwfase als winkelhuis en was op het gelijkvloers in de voor- en zijgevel voorzien van een open winkelraam (zonder onderverdelingen). De planindeling van de winkelhuizen bestond volgens de bouwplannen uit een winkelruimte aan de straatzijde, aan de achterzijde de woonkamer en wasplaats, en op de bovenverdieping vier slaapkamers. 

De sloop van het gebouw (behoudens voor- en zijgevel en gelijkvloerse vloerplaat) druist op een zeer harde wijze in tegen de voorschriften die uitgaan van behoud van waardevolle erfgoedelementen. Vanuit oogpunt monumentenzorg kan daarom geenszins een gunstig advies worden verleend voor sloop.  
Jammer genoeg werden de werken (na een woningbrand) reeds aangevat zonder vergunning en werd het gebouw grotendeels gesloopt. Een eerdere vergunningsaanvraag tot heropbouw toonde een afwijkende dakvorm ten opzichte van de oorspronkelijke toestand, net als afwijkend buitenschrijnwerk. 

Aangezien uitsluitend de buitenschil werd bewaard, zullen we bij heropbouw zeer sterk inzetten op de uitwerking van de gevels, het schrijnwerk en de bedaking. 

Voorliggende aanvraag omvat de heropbouw van het pand, waarbij rekening werd gehouden met de expliciete voorwaarden die werden opgelegd door de stedelijke dienst Monumentenzorg: 

  • nieuwe uitstekende kroonlijst in hout, geprofileerd naar oorspronkelijk model; 

  • schrijnwerk in hout (raamverdeling en profilering naar oorspronkelijk model – cfr. oorspronkelijke bouwplannen – typedetails voorafgaand aan de bestelling en uitvoering voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg). Gezien de functie geen winkelhuis, doch een woning zal betreffen, kan een onderverdeling worden gemaakt in de ramen van het gelijkvloers eveneens geïnspireerd op de oorspronkelijke ramen van de bebouwing in de wijk (4 vleugels met onderverdeling in glasscheidende houten roeden); 

  • inkomdeur in hout – geïnspireerd op oorspronkelijke bouwplannen; 

  • hernemen van de oorspronkelijke dakvorm en af te werken met rode dakpannen. Nokhoogte van de buur dient aangehouden te worden; 

  • hernemen van hoogte van de oorspronkelijke vloerniveaus en oorspronkelijke bouwdiepte achtergevel. 

Het schrijnwerk van de ramen op het gelijkvloers werd reeds vervangen bij aanpassing van de voormalige winkelfunctie naar een woonfunctie. De raamtypologie waarvoor toen werd geopteerd bevat vaste onderpanelen en opendraaiende bovenvleugels. Deze raamverdeling doet afbreuk aan de authenticiteit, daar deze niet geïnspireerd is op de historische raamtypologie van de jaren ’20. Als voorwaarde bij de vergunning wordt daarom opgelegd om de ramen te voorzien van opendraaiende vleugels met vaste bovenlichten. Typedetails van het schrijnwerk zijn voorafgaand aan de bestelling en plaatsing ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. In functie van herstel van de authenticiteit van de voorgevel, worden de rolluikkasten uitgesloten van vergunning. 

Voorwaarden bij heropbouw zijn: 

  • De gelijkvloerse ramen te voorzien van opendraaiende vleugels met vaste bovenlichten (en geen vaste onderlichten). Typedetails van het schrijnwerk zijn voorafgaand aan de bestelling en plaatsing ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg; 

  • Geen vergunning wordt verleend voor de plaatsing van rolluikkasten aan de voorgevel.”  

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg kan bijgetreden worden gezien de erfgoedwaarde van de Tuinwijk. 

 

Visueel-vormelijke elementen 

De voorgevel en de gedeeltelijk vrijstaande linker zijgevel zijn de oorspronkelijke gevels van de woning. Hierin wordt nieuw houten schrijnwerk voorzien. De nieuwe achtergevel en de gevels van de uitbouw aan de tuinzijde worden afgewerkt met een lichtgrijze bepleistering. Hier wordt crèmekleurige PVC schrijnwerk voorzien. 

Volgens het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg blijkt dat de voorgestelde schrijnwerkverdeling in de voorgevel afbreuk doet aan de authenticiteit van de gevel. De voorwaarde zoals opgelegd in het advies Monumentenzorg om de ramen te voorzien van opendraaiende vleugels met vaste bovenlichten wordt hier bijgetreden.  

De voorgestelde afwerking van de achtergevel en de uitbouw aan de tuinzijde kan wel toegestaan worden. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen 

Uit nazicht van de plannen blijkt dat de hoogte van de slaapkamers op de eerste verdieping slechts 2,50 m bedraagt terwijl artikel 21 van de bouwcode een minimale hoogte oplegt van 2,60 m voor verblijfsruimten. De hier voorziene hoogte van 2,50 m is een rechtstreeks gevolg van de erfgoedstatus van het pand en de geleding van de bestaande gevel die niet gewijzigd mag worden. Omwille van die redenen kan afgeweken worden van de bouwcode. Een bijkomende motivering voor deze afwijking is de ruime hoogte van 3,13 m voor de ruimtes op het gelijkvloers. Hierdoor zal de woning beschikken over voldoende leef- en woonkwaliteit. 

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte) 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. 

 

Voor woonproject met maximaal 5 wooneenheden dient 1 autoparkeerplaats per woning voorzien te worden. Voor deze eengezinswoning is de werkelijke parkeerbehoefte 1. 

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. 

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. 

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. 

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. 

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0. 

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. 

 

 

Advies aan het college  

?Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

? 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden  

  1. De gelijkvloerse ramen moeten voorzien worden van opendraaiende vleugels met vaste bovenlichten (en geen vaste onderlichten). Typedetails van het schrijnwerk zijn voorafgaand aan de bestelling en plaatsing ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. 

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 

  1. De opbouwrolluiken in de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning. 

Fasering

?Procedurestap 

Datum 

Indiening aanvraag 

6 september 2022 

 

Volledig en ontvankelijk 

25 oktober 2022 

 

Start openbaar onderzoek 

geen 

 

Einde openbaar onderzoek 

geen 

 

Gemeenteraad voor wegenwerken 

geen 

Uiterste beslissingsdatum 

24 december 2022 

Verslag GOA 

9 december 2022 

naam GOA 

Katrine Leemans 

Onderzoek

Bevraging aanpalenden 

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. 

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

 

Schriftelijke bezwaarschriften 

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften 

Petitielijsten 

Digitale bezwaarschriften 

0 

0 

0 

0 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden: 

Algemene voorwaarden 

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken. 

Stedenbouwkundige voorwaarden 

1. De gelijkvloerse ramen moeten voorzien worden van opendraaiende vleugels met vaste bovenlichten (en geen vaste onderlichten). Typedetails van het schrijnwerk zijn voorafgaand aan de bestelling en plaatsing ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. 

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 

3. De opbouwrolluiken in de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning. 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren. 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.