Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021162615 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Karel van Lier met als adres kruisbaanvelden 51 te 2170 Merksem (belgie) |
Ligging van het project: | Bredabaan 811 2170 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 41 sectie B nrs. 0 en 261Y |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | functiewijziging van handel naar horeca |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis.
Huidige toestand
- pand bestaande uit drie bouwlagen onder plat dak;
- gelijkvloers ingedeeld als handelszaak;
- bovenliggende bouwlagen 2 appartementen.
Gewenste toestand
- functiewijziging naar horecazaak (dareca);
- ruimte wordt voorzien voor een maximale bezetting van 49 personen;
- geen wijzigingen aan de overige delen van het pand.
Inhoud van de aanvraag
- herindelen van het gelijkvloers naar restaurant.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 17 november 2021 | 9 december 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 16 november 2021 | 24 november 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 november 2021 | 25 november 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
§2. De toegangen of deuropeningen moeten een vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd wordt.
De deur van het sanitair heeft een vrije doorgang van 0,75m.
Vóór en achter elke toegang of deur waarop dit besluit van toepassing is, met uitsluiting van toegangen tot of deuren naar gesloten trappenhallen, moet voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. Dit is niet voorzien aan de deur sanitair.
Na de afwerking dient er een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm te zijn. Aan de deur van het sanitair is dit niet voorzien.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. Afvalverzameling wordt voorzien in de voortuin.
§2 De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden.
§4 Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. In de voortuinstrook wordt een constructie geplaatst voor de afvalverzameling.
Er moeten fietsstal- en fietsparkeerplaatsen voorzien worden bij functies anders dan wonen: indien het een nieuwbouw, een herbouw, een functiewijziging of een volume-uitbreiding ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft. Er worden 2 plaatsen voorzien in de voortuin.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van bepalingen van de bouwcode en van de verordening toegankelijkheid:
De aanleg van de voortuinstrook is strijdig met volgende artikels van de bouwcode:
Afvalverzameling (art.26):
- De aanvraag voorziet een afvalzone in de voortuinstrook. Een voortuinstrook moet als kwalitatieve ruimte worden aangelegd. Naar beeldkwaliteit en leefbaarheid van een omgeving is niet de bedoeling dat een voortuin functioneert als afvalberging. In voorwaarde zal dan ook worden opgenomen dat de afvalberging inpandig moet voorzien worden conform artikel 26 van de bouwcode.
Open ruimte (art.27):
- Ook werd de voortuinstrook volledig hard aangelegd. Dit is strijdig met artikel 27.4. Enkel strikt noodzakelijke verharding is toegelaten in de voortuinstrook onder strikt noodzakelijk harding wordt een pad van 1,5 meter verstaan en oprit naar een garage van 3 meter breed. Aangezien in dit geval geen autostalplaats voorzien wordt, kan beargumenteerd worden dat het voorzien van een verharde stallingsplaats in de voortuin bij een reca-pand aanvaardbaar is. De stedelijk dienst mobiliteit geeft volgend advies omtrent de fietsvoorziening:
“Voor het personeel moet er 1 fietsstalplaats voorzien worden (0,60/100m²). In de voortuinstrook wordt ruimte voorzien voor 3 fietsparkeerplaatsen. Een fietsstalplaats voor het personeel moet overdekt en afsluitbaar zijn.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt deels gevolgd. De planschikking laat niet toe om een fietsenstalling kwalitatieve inpandig, of in de achtertuinzone te voorzien. Ook is het niet wenselijk om in voortuinstroken bergplaatsen te voorzien. Daarom wordt in voorwaarden opgenomen om alle verharding in de voortuin te beperken tot een strikt noodzakelijk pad naar de voordeur en een zone van 4,5 m² voor de plaatsing van een fietsenrek.
Daarnaast worden er vastgesteld dat het publiek toegankelijk sanitair wijkt af van artikels 22, 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid. Er geen aanleiding om af te wijken van de geldende voorschriften. In de voorwaarden wordt opgenomen dat er voldaan moet worden aan de geldende verordening. Dit zou kunnen door de deur van het sanitair te verplaatsen en in de verbruiksruimte te laten uitkomen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst business en innovatie:
“Gunstig advies voor het wijzigen van de functie handel naar reca op de gelijkvloerse verdieping van een pand gelegen in de grootschalige retailcluster woongebied "Bredabaan Winkelstap”. De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat behoud van vergunde commerciële ruimten (handel/reca/diensten) steeds mogelijk is en dat optimalisatie ervan gunstig wordt geadviseerd. Omtrent functiewijziging van handel naar reca zijn er geen uitspraken opgenomen.”
Het verleende gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. De aanvraag is functioneel inpasbaar in deze omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een functiewijziging zonder van handel naar reca. Het bestaande bouwvolume blijft ongewijzigd. Mits het opvolgen van de gestelde voorwaarde is het voorstel is ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet geen visuele wijzigen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van handel naar horeca. De handelsfunctie op het gelijkvloers wordt ingericht als horeca. Het gaat om een beperkte oppervlakte (113m²) waardoor er geen parkeerbehoefte bepaald wordt. De werkelijke parkeerbehoefte is 0”
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvalberging moet inpandig voorzien worden conform artikel 26 van de bouwcode;
3. alle verharding in de voortuin moet worden beperkt tot een strikt noodzakelijk pad naar de voordeur met een maximale breedte van 1,5 m en een zone van 4,5 m² voor de plaatsing van een fietsenrek. De overige voortuinstrook moet worden aangelegd met groen in volle grond;
4. het publiek toegankelijk sanitair moet voldoen aan de volledige verordening toegankelijkheid (met in bijzonder artikels 22, 24 en 25);
Uitsluitingen
5. er wordt geen vergunning verleend voor een afvalberging in de voortuinstrook.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 16 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 januari 2022 |
Verslag GOA | 21 december 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de afvalberging moet inpandig voorzien worden conform artikel 26 van de bouwcode;
3. alle verharding in de voortuin moet worden beperkt tot een strikt noodzakelijk pad naar de voordeur met een maximale breedte van 1,5 m en een zone van 4,5 m² voor de plaatsing van een fietsenrek. De overige voortuinstrook moet worden aangelegd met groen in volle grond;
4. het publiek toegankelijk sanitair moet voldoen aan de volledige verordening toegankelijkheid (met in bijzonder artikels 22, 24 en 25);
Uitsluitingen
5. er wordt geen vergunning verleend voor een afvalberging in de voortuinstrook.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.