Het Stedelijk Onderwijs bouwt mee aan de stad van morgen door het realiseren van voldoende, gezonde, duurzame en inspirerende leer- en werkomgevingen voor haar lerenden en medewerkers. Duurzame en inspirerende schoolgebouwen verhogen het welbevinden, wat bijdraagt tot betere leerprestaties. Aantrekkelijke schoolomgevingen en -gebouwen faciliteren het leerproces. Zo zorgen we ervoor dat schoolteams zich kunnen concentreren op hun kerntaak.
Op 29 november 2019 werd de beleidsvisie patrimonium goedgekeurd op de raad van bestuur. Vanuit de leidende principes en strategische keuzes in deze visie werden concrete acties opgemaakt. Eén daarvan is het masterplan Onderwijspatrimonium.
Het Masterplan Onderwijspatrimonium van het Stedelijk Onderwijs is een concreet programma van vastgoedprojecten (nieuwbouw en renovaties) die bijdragen tot het realiseren van 4 ambities:
Op 29 november 2019 keurde de raad van bestuur het masterplan onderwijspatrimonium voor de periode 2020-2025 goed.
Op 26 november 2021 keurde de raad van bestuur de review 2021 van het masterplan goed.
De aanhoudende stijging van de energie- en loonkosten hebben tot gevolg dat het Stedelijk Onderwijs voor de periode 2022-2025 minder stadsdotatie zal ontvangen. Bijkomend zijn index/prijsherziening aanzienlijk gestegen ten gevolge van de huidige conjunctuur waardoor deze bijgesteld dient te worden in het masterplan. Een volgende review van het masterplan drong zich bijgevolg op.
niet van toepassing
De raad van bestuur is bevoegd.
1. Verminderde stadsdotatie
Door de stijging van energie- en loonkosten zal het Stedelijk Onderwijs voor de periode 2022-2025 18.386.501,68 € minder stadsdotatie ontvangen (wijziging van AMJP5 naar AMJP 6).
2. Stijging index/prijsherziening
De huidige conjunctuur resulteert in het stijgen van index/prijsherziening waardoor het masterplan hier op dient bijgesteld te worden. Bovendien werd een nieuwe methodiek voor inschatting van index/prijsherziening uitgewerkt en op de projecten toegepast.
Methodiek index/Prijsherziening:
We maken onderscheid tussen ‘projecten in studiefase’ en ‘projecten in uitvoering’ waarbij we verschillende index- / prijsherzieningsvoeten onderscheiden.
Bepalen van de maandelijkse indexvoet en prijsherzieningsvoet:
Om de effectieve voeten te bepalen baseren we ons op een externe prognosestudie (geïnitieerd door AG Vespa), waarbij het externe bureau 3 scenario’s benoemd: scenario ‘laag’, ‘gemiddeld’ en ‘hoog’.
Momenteel hebben we te maken met een hoge prijsherzieningsvoet, de prognosestudie geeft aan dat de voet in de toekomst terug gaat dalen.
Voor de projecten in studiefase stelt de afdeling Vastgoed daarom voor om de voet van het scenario ‘laag’ toe te passen, omdat deze projecten nog een lange doorlooptijd hebben te gaan en er niet onnodig te veel budget gereserveerd wordt.
Voor de projecten in uitvoering wordt voorgesteld om de voet van het scenario ‘hoog’ toe te passen, gezien deze projecten reeds in uitvoering zijn waardoor de huidige hoge prijsherzieningsvoet van toepassing is.
Dit resulteert in volgende, maandelijkse indexvoeten :
In de toekomst moeten we de voeten flexibel kunnen aanpassen om ze zo realistisch mogelijk te zetten. Daarvoor passen we volgende strategie toe :
a) In normale omstandigheden (‘normale’ conjunctuur): jaarlijkse evaluatie en aanpassing:
b) In abnormale omstandigheden (‘abnormale’ conjunctuur bvb. bij oorlog / crisis, zoals de huidige situatie): aanpassing op basis van een nieuw aan te vragen externe prognosestudie.
Voor de projecten in gedelegeerd bouwheerschap (AG Vespa / Fluvius) wordt de index/prijsherziening bepaald door respectievelijk AG Vespa en Fluvius vanaf het moment dat deze worden overgedragen, gezien het inschatten van een accurate projectkost de verantwoordelijkheid is van de gedelegeerd bouwheer.
Voor de projecten met Fluvius is de impact minimaal gezien deze een korte doorlooptijd hebben.
Voor de AG Vespa projecten is de budgettaire impact groter: AG Vespa heeft de projectkosten dan ook aangepast volgens eigen methodiek.
De aanpassing in budget en financiering ten gevolge van de verminderde stadsdotatie en de stijging van index en prijsherziening, heeft een budgettaire impact op het masterplan 2020-2025.
3. De oplossing voor deze budgettaire impact werd gevonden in:
a) Het uitzetten van haalbare / realistische doorlooptijden waaruit de budgettaire spreiding volgt. De aanpassing van de spreiding van de individuele projecten ten gevolge van vertragingen door onvoorziene omstandigheden werd daarbij verwerkt.
b) Bijkomend werd de spreidingsstrategie zeer kritisch bekeken en aangepast. Hieruit volgt een zo realistisch mogelijke spreiding op basis van huidige kennis en ervaring.
c) AG Stedelijk Onderwijs schatte de spreiding van de AG Vespa projecten deze keer zelf in. Uit het verleden blijkt immers dat de spreiding die AG Vespa doorgeeft voor de Vespa-projecten vaak te ambitieus is.
Door bovenstaande 3 acties wordt budget doorgeschoven in de tijd, maar dienen geen projecten bewust naar achter geschoven te worden om de impact van de verhoogde index/prijsherziening en de verminderde stadsdotatie op te vangen.
Het gevolg van het doorschuiven van het budget in de tijd, is dat de budgettaire impact op volgende legislatuur vergroot:
Impact 2026-2031 | |
Goedgekeurde projecten (projectvoorstel goedgekeurd) | 171.187.670,02€ |
waarvan reeds gegund (uitvoering) | 13.330.838,44€ |
In functie van risicobeheersing zal bij elk projectvoorstel en elke gunning strikt worden opgevolgd of het daarbij horende financieel engagement noodzakelijk is of uitgesteld kan worden, dit om de budgettaire impact op volgende legislatuur onder controle te houden, in afwachting tot de stadsdotatie voor 2026-2031 gekend is.
4. Impact op scholen
Als we de opleveringsdata van de projecten in de review 2021 vergelijken met de data van oplevering in review 2023, dan dient opgemerkt dat in ongeveer 21% van de projecten de oplevering is verschoven naar een volgend schooljaar. Voor 14% van de projecten is de oplevering meer dan een schooljaar opgeschoven. Indien de vertraging grote impact heeft op de werking van de school, dan worden steeds noodscenario’s uitgewerkt door patrimonium om deze impact te verlagen.
Voor 65% van de projecten is de oplevering sneller, tijdig of in hetzelfde schooljaar voorzien.
5. De review 2023 bestaat uit volgende projectenlijsten:
Lijst 1: goedgekeurd projecten (projectvoorstel goedgekeurd)
Lijst 2: nieuwe projecten (tov review 2021)
Lijst 3: geschrapte projecten (tov review 2021)
Lijst 4: strategische projecten
Lijst 5: goedgekeurde projecten (projectvoorstel reeds goedgekeurd) met budgettaire impact op 2026-2031
Lijst 6: goedgekeurde ambitienota’s
Lijst 7: DBFM projecten: (a) uitgevoerde / (b) goedgekeurde, nog niet in uitvoering / (c) ingediende / (d) in aanmerking komende projecten voor DBFM
6. Met de review 2023 zijn ook de doelwaarden van de indicatoren voor de periode 2020-2025 gewijzigd.
Indicatoren | Doelwaarden MP 20-25 Review 2021 (alles 100%) | Doelwaarden MP 20-25 Review 2023 (alles 100%) | Reeds gerealiseerd in 2020 - 2021 - 2022 |
Aantal opgeleverde projecten | 209 | 225 | 105 |
Aantal gecreëerde plaatsen basisonderwijs | 1911 | 680 | 584 |
Aantal gecreëerde plaatsen secundair onderwijs | 455 | 539 | 145 |
Aantal gecreëerde plaatsen buitengewoon onderwijs | 32 | 218 | 32 |
Theoretische energiebesparing in kWh | 6 278 852,77 | 6.699.036 | 3.172.639 |
Theoretische CO2 besparing in ton/kWh | 1 194,04 | 1362,92 | 626 |
Aantal vergroende speelplaatsen | 21 | 23 | 6 |
Aantal extra locaties klaar voor breed gebruik | 18 | 19 | 9 |
% gerealiseerde projecten per jaar Jaarlijks target – 2020 = 80% | 80% | 80% | / |
% financiële realisatiegraad investeringsuitgaven Jaarlijks target – 2020 = 80% | 80% | 80% | / |
% financiële realisatiegraad investeringsdotatie Jaarlijks target – 2020 = 90% | 90% | 90% | / |
De doelwaarden over de periode 2020-2025 zijn gewijzigd omwille van nieuwe projecten, geschrapte projecten, projecten die doorschuiven in de tijd waardoor de oplevering in volgende legislatuur valt.
We stellen vast dat alle doelwaarden gestegen zijn, met uitzondering van het aantal gecreëerde plaatsen basisonderwijs. Dit is het gevolg van bewuste beleidsbeslissingen door aanpassing van de recente HIVA cijfers, waardoor verschillende programma’s van projecten zijn bijgesteld:
niet van toepassing
Bij de opmaak van de review werd input verzameld van medewerkers patrimonium en werden beleidsbeslissingen vanuit aanbod verwerkt.
Het masterplan wordt gefinancierd via investeringen enerzijds en via alternatieve financieringen (DBFM Scholen van morgen, project specifieke DBFM, huursubsidies) anderzijds.
Op de raad van bestuur van 14 februari 2020 werd goedkeuring gegeven omtrent delegaties omtrent handtekeningsbevoegdheden binnen bouwprojecten. In dit besluit werden volgende principes goedgekeurd:
1. Projecten in eigen beheer
Voor deze projecten geldt dat de projectkost, goedgekeurd in het projectvoorstel, gedurende de doorlooptijd van het verdere projectverloop, mag stijgen ten gevolge van de index/prijsherziening zonder bijkomende goedkeuring van het bevoegd beslissingsorgaan. Dit betekent dat voor de projectkosten van de projecten in eigen beheer, die in deze review stijgen ten gevolge van de verhoogde index/prijsherziening er geen extra goedkeuring nodig is.
2. Projecten waarbij het bouwheerschap gedelegeerd wordt naar AG Vespa
Voor deze projecten geldt dat indien de goedgekeurde projectkost stijgt door om het eender welke reden (ook dus indien deze stijgt enkel en alleen door index/prijsherziening) deze nieuwe projectkosten opnieuw dienen goedgekeurd te worden door het bevoegd beslissingsorgaan. Dit betekent dat voor de projectkosten van de Vespa projecten (vanaf projectvoorstel), die in deze review stijgen ten gevolge van de verhoogde index/prijsherziening er extra goedkeuring nodig is.
Het betreft volgende projecten:
MPID | Project | Laatst goedgekeurde projectkost | Nieuw goed te keuren projectkost (wijziging tgv index/prijsherziening) |
60 | Sint-Rochusstraat | 14.602.475,00
| 14.839.126,50 |
100 | Notelaerstraat | 19.368.478,33
| 21.325.157
|
148 | Onderwijzerstraat | 15.063.645,18
| 17.657.991,03
|
397 | Lakborslei | 19.044.166,34
| 22.579.383
|
435 | Quebeqstraat | 5.053.689,39
| 6.824.687,43
|
629 | Verschansingstraat (fase 3 Kasteelstraat) | 6.500.232,41
| 7.281.095
|
719 | Boomsesteenweg | 42.699.566,15
| 40.833.000* |
743 | Dullingen paviljoen | 2.944.093,39
| 3.130.000
|
840 | Van Peenestraat | 14.044.522,37
| 14.866.527,45 |
943 | Gallifortlei | 30.853.029,15
| 34.295.029
|
1047 | Stuivenberg | 9.573.646,97
| 10.325.699,65
|
1145 | Santiagostraat | 17.484.787,76
| 18.729.610
|
TOTAAL | 197.232.332,44 | 212.687.666,54 |
* In de laatst goedgekeurde projectkost van het project Boomsesteenweg was de index/prijsherziening, ingeschat door Stedelijk Onderwijs, hoger dan de prognose van index/prijsherziening door AG Vespa. Hierdoor is de projectkost gedaald in plaats van gestegen.
De raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen neemt kennis van de aangepaste lijst met projecten die de raad van bestuur goedkeurde op 26 november 2021 en waarvan de individuele projectvoorstellen eveneens reeds werden goedgekeurd (zie bijlage 1).
De raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen neemt kennis van de lijst met nieuwe projecten (zie bijlage 2).
De raad van bestuur neemt kennis van de lijst met projecten die de raad van bestuur goedkeurde op 26 november 2021 maar die ondertussen omwille van verschillende redenen geschrapt werden (zie bijlage 3).
De raad van bestuur neemt kennis van de lijst met strategische projecten. Deze lijst bevat projecten die extra capaciteit genereren en die het Stedelijk Onderwijs ambieert om uit te voeren, echter is het budget hiervoor nog niet beschikbaar (zie bijlage 4).
De raad van bestuur neemt kennis van de lijst met projecten die een budgettaire impact hebben op de volgende bestuursperiode 2026-2031. Deze projecten zitten in de fase vanaf projectvoorstel (zie bijlage 5).
De raad van bestuur neemt kennis van de lijst met projecten waarvoor reeds een ambitienota werd goedgekeurd (zie bijlage 6).
De raad van bestuur neemt kennis van de lijst met DBFM projecten: de reeds uitgevoerde projecten, de goedgekeurde projecten die nog niet in uitvoering zijn, de ingediende projecten en de in aanmerking komende projecten voor komende oproepen (zie bijlage 7).
De raad van bestuur keurt de nieuwe projectkosten goed voor de AG Vespa projecten, die gewijzigd zijn ten gevolge van de gewijzigde index- en prijsherzieningsvoet:
60 | Sint-Rochusstraat | 14.839.127 |
100 | Notelaerstraat | 21.325.517
|
148 | Onderwijzerstraat | 17.657.991
|
397 | Lakborslei | 22.579.383 |
435 | Quebeqstraat | 6.824.687
|
629 | Verschansingstraat (fase 3 Kasteelstraat) | 7.281.095
|
719 | Boomsesteenweg | 40.833.000
|
743 | Dullingen paviljoen | 3.130.000
|
840 | Van Peenestraat | 14.866.527
|
943 | Gallifortlei | 34.295.029
|
1047 | Stuivenberg | 10.325.700 |
1145 | Santiagostraat | 18.729.610
|
Taak | Verantwoordelijke | Timing |
realisatie projecten | afdeling Vastgoed | 2020-2025 |
De raad van bestuur regelt de financiële gevolgen als volgt
Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | |
Masterplan - gebouwen | 278.524.968 | budgetplaats: B912000000 | |
euro | budgetpositie: 2210 en 2230 | ||
functiegebied: 2LWS020504PROG41 | |||
budgetperiode: 20-25 | |||
Masterplan - meubilair | 5.447.268 | budgetplaats: B912000000 | |
euro | budgetpositie: 2400 | ||
functiegebied: 2LWS020504PROG41 | |||
budgetperiode: 20-25 | |||
Masterplan - alternatieve financiering (eigen aandeel) | 5.926.707 | budgetplaats: B912000000 | |
euro | budgetpositie: diverse | ||
functiegebied: 2LWS020504PROG41 | |||
budgetperiode: 20-25 |