2023_DCAN_00596 - Districtsgroenplan Antwerpen - Visienota. Advies - Goedkeuring

Op 30 oktober 2009 (jaarnummer 15377) keurde het college de opmaak van groenplannen goed. De opdracht omvat de opmaak van elf groenplannen, waaronder één stadsbreed groenplan en tien specifieke groenplannen op niveau van de districten (negen districten en de haven apart). Het stadsbrede groenplan focust op de districtoverschrijdende sleutelkwesties en groenelementen. De specifieke groenplannen behandelen de groenelementen die tussen de groene hoofdstructuur gesitueerd zijn.

Op 17 februari 2017 (jaarnummer 1325) keurde het college het stadsbreed groenplan 'Levendig Landschap' definitief goed. De voltooiing van het stadsbreed groenplan is het startpunt voor de uitwerking van de specifieke groenplannen op districtsniveau. Als eerste district was district Deurne aan de beurt.

Op 21 mei 2021 (jaarnummer 4127) keurde het college het districtsgroenplan Deurne ‘Dartelend Deurne’ definitief goed voor de elementen die tot de bovenlokale bevoegdheid behoren.

Op 30 juli 2021 (jaarnummer 6283) keurde het college de procesnota voor het districtsgroenplan Antwerpen goed.

Op 9 juni 2023 (jaarnummer 4009) keurde het college de analysenota voor het districtsgroenplan Antwerpen goed. 

De procesnota omvat een inventarisatie van het huidige groenareaal van het district, omschrijft welke thema's voor dit groenplan belangrijk zijn en geeft een overzicht van groengerelateerde projecten die reeds in het district lopen of opgestart gaan worden.

De analysenota omvat 23 deeldocumenten: één inleidende nota op niveau van het ganse district en 22 deelnota’s die inzoomen op de wijken van district Antwerpen.

In de analysenota wordt het geïnventariseerde groenareaal aan de hand van de vier thema’s (gebruik, natuur, water en hitte) bestudeerd in functie van het detecteren van knelpunten en potenties. In de inleidende nota worden de vier onderzoeksthema’s toegelicht op maat van district Antwerpen en wordt een onderzoekkader vastgelegd. Dit wordt vervolgens toegepast op de 22 wijken en resulteert per wijk in een onderzoeksopgave voor verder ontwerpend onderzoek.

In de voorliggende visienota is per thema (gebruik, natuur, water en hitte) een thematisch scenario uitgewerkt op niveau van het hele district. Op basis van ontwerpend onderzoek is een conceptuele groenstructuur uitgetekend die aangeeft welke locaties voor het betreffende thema een groenpotentie hebben. De vier thematische scenario’s zijn vervolgens met elkaar afgetoetst. Daarbij zijn een gereduceerd aantal locaties, die de meeste groenpotentie voor alle thema’s samen hebben, in beeld gebracht. Dit leidt tot een vereenvoudigde synthesekaart met een voorstel van gewenste groenstructuur voor district Antwerpen.  

Na goedkeuring van de visienota volgt nog één stap in het planproces: het definitief groenplan. De gewenste groenstructuur wordt verder verfijnd in ontwerpvoorstellen, richtlijnen en tools die op niveau van de wijken uitgewerkt worden. Voor elke wijk worden één of meerdere fiches opgemaakt waarin de huidige groensituatie, een inspiratiebeeld (detail gewenste groenstructuur), mogelijke vergroeningsopties en referentieprojecten opgenomen zijn.

Er worden tijdens dit planproces drie communicatie- en drie participatiemomenten voorzien. De eerste twee participatiemomenten vonden al plaats in de analyse- en visiefase. Ook tijdens de opmaak van het definitief groenplan worden participatiemomenten voorzien.

De data aangeduid in het vet en cursief zijn ramingen.