Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022114945 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Havva Tanriverdi met als adres Orchideeenstraat 9 bus 2 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Jan Van Canlaan ZN te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie C nr. 134W2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
03/06/2022: bijstelling omgevingsvergunning (OMV_2022025555) voor de bouwmogelijkheden op lot 1;
11/12/2020: vergunning (OMV_2020103397) voor het verkavelen van een perceel in 1 lot voor woningbouw;
10/07/2020: stedenbouwkundig attest (20206) voor het bouwen van een woning.
Vergunde / Geacht vergunde toestand
geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.
Bestaande toestand
braakliggend terrein.
Nieuwe toestand
eengezinswoning met 4 slaapkamers en een netto vloeroppervlakte van circa 247 m² (exclusief bijgebouw);
bouwvolume:
pand in gesloten bebouwing met 3 bouwlagen onder plat dak;
kroonlijsthoogte circa 9 m;
variërende bouwdiepte per verdieping met een maximum van 15,5 m ter hoogte van de benedenverdieping (rechterzijde perceel);
gevelafwerking:
gevel in lichte baksteen;
detaillering dakboord in antracietkleurig plaatmateriaal;
plinten en dorpels in blauwe hardsteen;
antracietkleurig buitenschrijnwerk;
sectionaalpoort in antracietkleurig aluminium;
afsluiting Nello en Patracheplein met draad (1,9 m hoogte);
inrichting:
bijgebouw (achterzijde perceel) met een voetafdruk van circa 30 m² en een kroonlijsthoogte van circa 3 m.
Inhoud van de aanvraag
bouwen van een eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.
Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling met referentie OMV_2022025555, goedgekeurd op 03/06/2022, meer bepaald in lot 1.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling op volgend punt:
Vrijstaande handelingen in tuinzones, Constructies:
Achteraan de tuin wordt een bijgebouw voorzien tot tegen de perceelgrenzen en met een totale diepte van 3,6 m. De zone voor bijgebouwen werd echter vastgelegd met een maximale diepte van 3,5 m.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
artikel 12 Levendige plint:
De woning wordt op de benedenverdieping zijde Jan Van Canlaan niet voorzien van een levendige functie grenzend aan de straatzijde;
artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
De scheidingsmuren worden niet voorzien van een minimale opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
De aansluiting van de DWA en RWA op het openbaar rioolstelsel werd niet opgetekend conform de voorwaarden van dit artikel.
Sectorale regelgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van volgende artikels van de bouwcode en verkavelingsvoorschrift:
Verkavelingsvoorschriften:
Achteraan de tuin wordt een bijgebouw voorzien tot tegen de perceelgrenzen met een diepte van 3,60 meter. Conform de verkavelingsvoorschriften is een bouwdiepte toegelaten van 3,50 meter. Er is geen aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Bouwcode:
Levendige plint (art.12):
De woning wordt op de benedenverdieping niet voorzien van een levendige plint. De omgeving wordt gekenmerkt door beletage woningen, welke ook niet beschikken over een levendige plint. De gevel sluit aan bij de context en past bijgevolg in het straatbeeld, hierdoor kan een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Stabiliteit en scheidingsmuren (art. 34):
Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.
Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel (art. 41):
Er is geen aanleiding om af te wijken van artikel 41 van de bouwcode. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het woongebied en de verkavelingsvoorschriften. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet het bouwen van een eengezinswoning. De bouwvolumes van de aanvraag voldoet aan de bepalingen van de verkavelingsvoorschriften. De aanvraag is bijgevolg ruimtelijke inpasbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialisatie in lichte baksteen met aluminium buitenschrijnwerk is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw. Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt vastgesteld dat de pas van de garage en daardoor ook de inrit van de garage te hoog liggen ten opzichte van het niveau van de straat. Hierdoor kan geen kwalitatieve aansluiting of een kwalitatief voetpad gerealiseerd worden. Daarom zal in voorwaarde worden opgenomen dat de pas van garage aangepast moet worden aan het niveau van de rijweg en dus maximum 5 cm hoger mag liggen dan de pas van het nog aan te leggen voetpad.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Het goed is gelegen in de wijk Moretusburg of Hertogvelden, waar er mogelijk verontreiniging is door zware metalen. Gelieve dan ook rekening te houden met de gebruiksadviezen, die u hier terugvindt: https://www.antwerpen.be/info/59df6f39a67793bec02c7830/meer-gezondheid-minder-zware-metalen-tips”
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bouwdiepte van de tuinberging moet beperkt blijven tot 3,50 meter.
3. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. Er moet voldaan worden aan artikel 41 van de bouwcode.
5. De pas van garage mag maximum 5 cm hoger liggen dan de pas van het nog aan te leggen voetpad. Voor de exacte bepaling van dit niveau dient de aanvrager contact op te nemen met de stad, zoals vermeld in de algemene voorwaarden bij deze vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27/08/2022 |
Volledig en ontvankelijk | 23/09/2022 |
Start openbaar onderzoek | 04/10/2022 |
Einde openbaar onderzoek | 04/11/2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 06/01/2023 (oorspronkelijke datum voor noodbesluit) |
Verslag GOA | 04/01/2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
04/10/2022 | 04/11/2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij:
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bouwdiepte van de tuinberging moet beperkt blijven tot 3,50 meter.
3. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. Er moet voldaan worden aan artikel 41 van de bouwcode.
5. De pas van garage mag maximum 5 cm hoger liggen dan de pas van het nog aan te leggen voetpad. Voor de exacte bepaling van dit niveau dient de aanvrager contact op te nemen met de stad, zoals vermeld in de algemene voorwaarden bij deze vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.