Terug
Gepubliceerd op 16/01/2023

2023_CBS_00113 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070764. Harmoniestraat 126. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/01/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_00113 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070764. Harmoniestraat 126. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00113 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070764. Harmoniestraat 126. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer: 

OMV_2022070764 

Gegevens van de aanvrager: 

BV MILLAU met als adres Madrasstraat 70 bus 001 te 2000 Antwerpen 

Ligging van het project: 

Harmoniestraat 126 te 2018 Antwerpen 

Kadastrale percelen: 

afdeling 10 sectie K nrs. 1574Y3 en 1574X3 

Vergunningsplichten: 

Stedenbouwkundige handelingen 

Voorwerp van de aanvraag: 

uitbreiden van een woning en heraanleggen van de buitenruimte 


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen  

Relevante voorgeschiedenis  

  • 08/06/1951: toelating (18#28182) voor een kelder verbouwen tot garage, voorhofafsluiting plaatsen; digitalisatie aangevraagd; 

  • 05/05/1933: toelating (1933#43879) voor binnenveranderingen; 

  • 15/04/1903: toelating (572#866) voor het bouwen van een huis en vier villa's; 

  • 15/12/1899: toelating (1899#1927) voor een stal met koetshuis; 

  • 21/08/1896: toelating (1896#1203) voor een hekwerk voor het huis; 

  • 04/09/1891: toelating (1891#1095) voor vergroten van gebouw binnen; 

  • 19/09/1890: toelating (1890#1204) voor het vergroten van gebouw binnen; 

  • 01/07/1889: toelating (1889#973) diamantslijperij binnen. 

Vergunde toestand  

  • functie:  

  • wonen – eengezinswoning; 

  • bouwvolume:  

  • halfopen bebouwing van 2 bouwlagen met complex zadeldak;   

  • kroonlijsthoogte tot op circa 9 m, nokhoogte tot op circa 15 m; 

  • bouwdiepte tot op circa 16,5 m; 

  • gevelafwerking:  

  • voorgevel in rode baksteen in kruisverband met groen geglazuurde baksteenlagen op een breukstenen sokkel en met speklagen, balkons, waterlijsten, lateien, lekdrempels en kraagstenen in witte natuursteen; 

  • dienstingang met houten luifel aan de zijgevel; 

  • inrichting:  

  • vrijstaande garage van circa 4 m op 7 m tegen de rechterperceelgrens; 

  • bestrating tuinpad in mozaïekpatroon. 

Bestaande toestand 

  • In overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van: 

  • bouwvolume: 

  • aangebouwd keukenvolume tot 16,5 m bouwdiepte; 

  • uitgebreid garagevolume tegen de rechterperceelgrens; 

  • gevelafwerking: 

  • buitenschrijnwerk in donkergroen hout; 

  • lichtgeel geschilderde achtergevel en garage; 

  • inrichting: 

  • gewijzigde voortuinverharding en -afsluiting; 

  • verharding in de achtertuin; 

  • tuinberging/serre achteraan het perceel tegen de rechterperceelgrens. 

Nieuwe toestand 

  • functie:  

  • wonen – eengezinswoning; 

  • bouwvolume:  

  • hoofdbouw met gelijkvloerse bouwdiepte tot 21,2 m, 19,2 m op de linkerperceelgrens en circa 16 m bouwdiepte op de eerste verdieping; 

  • vrijstaand paviljoen van circa 9 m op 10 m met groendak achteraan op het perceel, bouwhoogte 3,2 m; 

  • gevelafwerking:  

  • nieuwe achterbouw en tuinpaviljoen in beige genuanceerde natuursteen met zwart stalen buitenschrijnwerk en een houten poort; 

  • achtergevel en zijgevel van de bestaande achterbouw overschilderd in wit-grijze structuurverf; 

  • regulariseren van de bestaande schilderwerken op het houten buitenschrijnwerk; 

  • wit-grijze cementering op buitenisolatie tegen de wachtgevel; 

  • tuinpoort naast de woning in licht vergrijzend hout; 

  • inrichting:  

  • regulariseren van de bestaande voortuinafsluiting en -verharding; 

  • zwembad en verhardingen in de zij- en achtertuin; 

  • vervolledigen tuinmuren; 

  • nieuwe septische put in de voortuin en nieuwe hemelwater- en infiltratieput in de achtertuin. 

 Inhoud van de aanvraag 

  • slopen van bijgebouwen en achterbouw; 

  • uitbreiden van het bouwvolume en oprichten van een tuinpaviljoen; 

  • aanleggen van verhardingen en een zwembad in de voor- en achtertuin;  

  • wijzigen van de gevels; 

  • wijzigen van de scheimuren;  

  • doorvoeren van interne constructieve werken. 

Argumentatie

 Adviezen 

Externe adviezen 

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies ontvangen 

Advies 

Aquafin 

8 november 2022 

8 december 2022 

Voorwaardelijk gunstig 

 

Interne adviezen  

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies 

Monumentenzorg 

8 november 2022 

8 december 2022 


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen  

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestplan – woongebied + aanvullende voorschriften gp 14 ; art 1, ° 1 punt 2 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. 

Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.) 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen 

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). 
     (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater) 
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. 
     

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid). 
     (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid) 
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 
     

Algemene bouwverordeningen 

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer. 
     (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer) 
    De aanvraag is in overeenstemming met de verordening voetgangersverkeer. 
     

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014. 
     (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’) 
     De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en): 

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed en artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik: 
    de algemene wenselijkheid van behoud is van toepassing, echter werd de achtergevel volledig overschilderd, inlcusief de natuurstenen elementen en geglazuurde baksteen;  

  • artikel 17 Behoud en heraanplanting en artikel 18 Groenbescherming bij de uitvoering van werken:  
    bij de uitvoering van de werken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om het bestaande groen in de achtertuin maximaal te beschermen tegen eventuele beschadigingen; 

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:  
    de tuinmuren worden niet overal verlaagd tot de maximumhoogte van 2,6 m (bovenzijde deksteen); 

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:  
    de leefruimte op het gelijkvloers krijgt geen rechtstreekse luchttoevoer; 

  • artikel 27 Open ruimte:  
    de zij- en achtertuin zijn voor meer dan 1/3e van de oppervlakte voorzien van verharding of constructies; 

  • artikel 38 Groendaken:  
    de blinde wachtgevel aan de linkerzijde is niet voorzien van gevelbegroening; 

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:  
    het is niet duidelijk of de nieuwe verhardingen aan 1 à 2% afhellend naar het omliggende groen zijn aangelegd opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren; 

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: 
    de tussenafstand van de afvoerleidingen rwa en dwa is niet minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m; 

  • artikel 43 Septische putten: 
    het toilet in het tuinpaviljoen is niet aangesloten op de nieuwe septische put. De nieuwe septische put is niet groot genoeg.

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.  

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.  

  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
     (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”) 
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.  

  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.  
    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
    Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

     

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid 

De bestaande woonfunctie (eengezinswoning) blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de Harmoniestraat. 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid 

De villa maakt deel uit van een geheel van drie cottagevilla’s, opgenomen op de inventaris als bouwkundig erfgoed. De latere uitbreidingen aan de achtergevel en het vrijstaande garagevolume worden gesloopt. De hoofdbouw wordt voorzien van een nieuwe achterbouw tot circa 21,2 m bouwdiepte (19,2 m op de linkerperceelgrens) en achteraan op het perceel wordt een vrijstaand tuinpaviljoen opgericht onder een groendak van circa 10 m op 9 m. Na de uitbreidingen is er voldoende kwalitatieve buitenruimte over. De nieuwe bouwdieptes zijn in harmonie met de onmiddellijke omgeving. 

Visueel-vormelijke elementen – cultuurhistorische aspecten 

De dienst Monumentenzorg verschaft een voorwaardelijk gunstig advies: 

“Men wenst de eengezinswoning te verbouwen. De bestaande achterbouw (latere toevoeging) wordt gesloopt. De nieuwe achterbouw sluit qua hoogte aan op het bestaande volume door afstemming van de hoogte op de speklagen in de zijgevel. Er wordt voorgesteld de geschilderde achtergevel in een grijswitte kleur te overschilderen.  

Het oorspronkelijke schrijnwerk in de voormalige achtergevel blijft behouden tussen de zithoek en de nieuwe eetruimte. Het schrijnwerk in hout blijft behouden. 

Vanuit erfgoedoogpunt is er geen principieel bezwaar tegen het voorzien van de uitbouw. Het volume is afgestemd op de architectuur van het oorspronkelijk gebouw en door zijn sobere uitvoering geen storende toevoeging. 

Onze voorkeur gaat uit naar het verwijderen van de verflagen op de achtergevel in plaats van een bijkomende laag toe te voegen. Op die manier lees je het oorspronkelijke volume duidelijker in combinatie met het nieuwe volume. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden via proefstalen te onderzoeken of de verflagen verwijderd kunnen worden. Het resultaat moet teruggekoppeld worden met de stedelijke dienst Monumentenzorg.” 

Dit advies wordt bijgetreden. De nieuwe achterbouw en het tuinpaviljoen in een beige genuanceerde natuursteen met zwart stalen buitenschrijnwerk en het groen schilderen van het bestaande houten buitenschrijnwerk is aanvaardbaar. Het schilderwerk op de achter- en zijgevel van de hoofdbouw is strijdig met artikel 5 en 11 van de bouwcode en moet dan ook, in overleg met Monumentenzorg, verwijderd worden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen 

De aanvraag wijkt af van artikel 17 en 18 van de bouwcode; bij de uitvoering van de werken dienen de nodige maatregelen te worden getroffen om het bestaande groen in de achtertuin maximaal te beschermen tegen eventuele beschadigingen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode; de tuinmuren worden niet overal verlaagd tot de maximumhoogte van 2,6 m (bovenzijde deksteen). Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. 
De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode; de leefruimte op het gelijkvloers krijgt geen rechtstreekse luchttoevoer. De lichtinval gebeurt enkel via andere ruimtes. Indien echter het oorspronkelijke buitenschrijnwerk in de (historische) achtergevel behouden blijft (tussen leef- en eetruimte) kan hierop een afwijking worden toegestaan. 
De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode; de zij- en achtertuin zijn voor meer dan 1/3e van de oppervlakte voorzien van verharding of constructies. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de totale oppervlakte van verharding en constructies niet meer dan 153 m² mag bedragen.
De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode; de blinde wachtgevel aan de linkerzijde is niet voorzien van gevelbegroening. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt af van artikel 39 van de bouwcode; het is niet duidelijk of de nieuwe verhardingen aan 1 à 2% afhellend naar het omliggende groen zijn aangelegd opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren. Gezien de hemelwaterverordening wel met dit in het achterhoofd is opgesteld, is dit een belangrijke voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt af van artikel 41 van de bouwcode; de tussenafstand van de afvoerleidingen rwa en dwa is niet minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt af van artikel 43 van de bouwcode; het toilet in het tuinpaviljoen is niet aangesloten op de nieuwe septische put en de nieuwe septische put is niet groot genoeg. Als voorwaarden voor vergunning wordt opgelegd dat alle toiletten op een septische put moeten worden aangesloten en dat deze een inhoud van minstens 2.600 liter dient te hebben (voor 8 gebruikersequivalenten). Dit gezien het tuinpaviljoen met apart sanitair als een extra slaapvertrek te begrijpen is. 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. 
 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte) 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven. 

  

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden   

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021; 

  1. de voorwaarden van Aquafin/water-link zijn integraal na te leven; 

  1. het schilderwerk op de achter- en zijgevel van de hoofdbouw te verwijderen, tenzij proefstalen aantonen dat dit met het oog op het behoud van de erfgoedwaarde van de gevel niet mogelijk is. Deze actie en afweging dient te gebeuren in overleg met de dienst Monumentenzorg; 

  1. bij de uitvoering van de werken zijn de nodige maatregelen te treffen om het bestaande groen in de achtertuin maximaal te beschermen tegen eventuele beschadigingen conform artikel 17 en 18 van de bouwcode; 

  1. de tuinmuren overal te verlagen tot het maximum van 2,6 m boven het aangrenzende maaiveld conform artikel 19 van de bouwcode; 

  1. de totale oppervlakte van verharding en constructies in de zij- en achtertuin mag niet meer dan 153 m² bedragen conform artikel 27 van de bouwcode; 

  1. de blinde wachtgevel aan de linkerzijde is te voorzien van gevelbegroening conform artikel 38 van de bouwcode; 

  1. de nieuwe verhardingen zijn aan 1 à 2% afhellend naar het omliggende groen aan te leggen opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode; 

  1. de tussenafstand van de afvoerleidingen rwa en dwa dient minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m te zijn conform artikel 41 van de bouwcode; 

  1. alle toiletten zijn op een septische put aan te sluiten met een inhoud van minstens 2.600 liter conform artikel 43 van de bouwcode. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

?Procedurestap 

Datum 

Indiening aanvraag 

9 september 2022 

Volledig en ontvankelijk 

8 november 2022 

Start openbaar onderzoek 

geen 

Einde openbaar onderzoek 

geen 

Gemeenteraad voor wegenwerken 

geen 

Uiterste beslissingsdatum 

7 januari 2023 (zonder extra dagen nooddecreet) 

Verslag GOA 

29 december 2022 

naam GOA 

Katrijn Apostel 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden: 

Algemene voorwaarden 

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken. 

Stedenbouwkundige voorwaarden 

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021; 

2. de voorwaarden van Aquafin/water-link zijn integraal na te leven; 

3. het schilderwerk op de achter- en zijgevel van de hoofdbouw te verwijderen, tenzij proefstalen aantonen dat dit met het oog op het behoud van de erfgoedwaarde van de gevel niet mogelijk is. Deze actie en afweging dient te gebeuren in overleg met de dienst Monumentenzorg; 

4. bij de uitvoering van de werken zijn de nodige maatregelen te treffen om het bestaande groen in de achtertuin maximaal te beschermen tegen eventuele beschadigingen conform artikel 17 en 18 van de bouwcode; 

5. de tuinmuren overal te verlagen tot het maximum van 2,6 m boven het aangrenzende maaiveld conform artikel 19 van de bouwcode; 

6. de totale oppervlakte van verharding en constructies in de zij- en achtertuin mag niet meer dan 153 m² bedragen conform artikel 27 van de bouwcode; 

7. de blinde wachtgevel aan de linkerzijde is te voorzien van gevelbegroening conform artikel 38 van de bouwcode; 

8. de nieuwe verhardingen zijn aan 1 à 2% afhellend naar het omliggende groen aan te leggen opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode; 

9. de tussenafstand van de afvoerleidingen rwa en dwa dient minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m te zijn conform artikel 41 van de bouwcode; 

10. alle toiletten zijn op een septische put aan te sluiten met een inhoud van minstens 2.600 liter conform artikel 43 van de bouwcode. 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren. 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.