Terug
Gepubliceerd op 23/01/2023

2023_CBS_00242 - Omgevingsvergunning - OMV_2022072137. Rosier 9. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/01/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2023_CBS_00242 - Omgevingsvergunning - OMV_2022072137. Rosier 9. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00242 - Omgevingsvergunning - OMV_2022072137. Rosier 9. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022072137

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Catherine Klockaerts met als adres Azalealaan 14 te 3550 Heusden-Zolder en de heer Reinoud Cartuyvels met als adres Azalealaan 14 te 3550 Heusden-Zolder

Ligging van het project:

Rosier 9 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 4 sectie D nr. 1779B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning na het slopen van een bestaande eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

 Relevante voorgeschiedenis 

  • 18/06/1984: vergunning (19841389) voor het verbouwen van een voorgevel;
  • 7/8/1964: vergunning (19641311) voor het verbouwen van een woning.

Vergunde toestand 

  • functie: eengezinswoning;
  • bouwvolume: 3 bouwlagen met hellend dak.

Bestaande toestand

  • functie: eengezinswoning;
  • bouwvolume: 
    • 3 bouwlagen met hellend dak;  
    • gelijkvloerse en eerste verdieping zijn volledig bebouwd;
    • tweede verdieping is ook volledig bebouwd uitgezonderd links achteraan;
    • derde verdieping heeft een bouwdiepte van circa 8 m diep;
    • kroonlijsthoogte van circa 12 m;
  • gevelafwerking: 
    • grijze gevelbepleistering;
    • schrijnwerk in hout wit;
    • toegangsdeur en poort naar inpandige garage in bruin hout.

Nieuwe toestand

  • functie: eengezinswoning; 
  • bouwvolume: 
    • 4 bouwlagen en 1 teruggetrokken dakverdieping met plat dak;  
    • totale bouwdiepte van circa 15,5 m;
    • kroonlijsthoogte van circa 12,5 m;  
    • buitenruimte van 6,6 m²;
  • gevelafwerking: 
    • lichtgrijze betonelementen;
    • teruggetrokken dakverdieping in lichtgrijze gevelpleister;
    • schrijnwerk in hout.

Inhoud van de aanvraag 

  • slopen van een eengezinswoning;
  • bouwen van een eengezinswoning;
  • wijzigen van de scheimuren.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:


Adviezen

Externe adviezen 

Geen 

Interne adviezen

Geen


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP BINNENSTAD, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Zone voor Wonen.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
 https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via
 https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten: 

  • Artikel 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen: De vorm en de helling van de daken moet in harmonie zijn met het referentiebeeld zoals beschreven in punt 2.1.2. Indien teruggetrokken daken mogelijk zijn volgens de harmonieregel, dient de teruggetrokken bovenste bouwlaag minstens 3 m achter het voorgevel- en achtergevelvlak te liggen. De teruggetrokken bovenste bouwlaag ligt op minder dan 3 m achter het voorgevelvlak.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
     (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
     De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
     (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
     De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
     (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
      De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • Artikel 12 Levendige plint: Conform Artikel 25 “Toegankelijkheid van de functie” is een fietsenberging langs de straatzijde bij woningen met een gevelbreedte van minder dan 5 m toegelaten indien kan aangetoond worden dat er nog voldoende contact tussen de woning en de straat is.
    • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: Zowel enkelvoudige als ontkoppelde scheidingsmuren zijn toegelaten onder volgende voorwaarden:
      • nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van Rf 2 uur;
      • aflopen, schouwkanalen, verluchtingsbuizen en andere leidingen mogen niet ingewerkt worden in de scheidingsmuur;
      • het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden;

                            De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden.

Sectorale regelgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
     (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
     Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.


Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De bestaande verouderde eengezinswoning wordt afgebroken en vervangen door een nieuwbouw eengezinswoning die meer tegemoetkomt aan de hedendaagse comforteisen. Het is positief dat jonge gezinnen op deze manier weer worden aangemoedigd om in de binnenstad te komen wonen.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De bestaande woning neemt het volledige perceel in beslag. Bij de nieuwe woning wordt achteraan een open ruimte gecreëerd van +/-6,50 m². Dit komt overeen met 15% van de perceelsoppervlakte.

De nieuwe woning bestaat uit vier bouwlagen met een teruggetrokken vijfde bouwlaag. De kroonlijst blijft iets lager dan de aanpalende kroonlijst van de rechterbuur. De totale bouwdiepte van het hoofdgebouw is 12,58 m, wat overeenkomt met de bestaande bouwdiepte. De teruggetrokken vijfde bouwlaag valt volledig binnen het gabarit van de buur. 

In afwijking op artikel 2.1.9 van RUP Binnenstad ligt de bovenste verdieping 2,25 m achter de voorgevel waar dit artikel minimum 3 m oplegt. Aangezien de bovenste verdieping nauwelijks zichtbaar is vanaf de straat en niet storend in het straatbeeld is deze afwijking toelaatbaar.

Cultuurhistorische aspecten

De stedelijke dienst Monumentenzorg gaf een gunstig advies over het slopen van de woning. De oude kelders blijven bewaard.

Visueel-vormelijke elementen

De gevel wordt afgewerkt in lichtgrijs zichtbeton met natuurkleurig houten schrijnwerk. De gevel is opgebouwd in een sobere hedendaagse architectuur met stedelijke proporties, die zich op een discrete manier in het straatbeeld inpast.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het verouderde pand wordt vervangen door een comfortabele eengezinswoning die voldoende ruim en licht is.

Het gelijkvloers wordt in een open plan voorzien, zodat aan de bepalingen van de bouwcode (onder meer artikel 12 en 25 levendige plint en toegankelijkheid en artikel 29 fietsstalplaatsen) wordt voldaan. Naast een polyvalent gebruik als hobbyruimte, atelier, en/of speelruimte..., blijft er voldoende ruimte om fietsen te stallen zonder het gelijkvloers op te delen in kleine hokjes. Dit maakt van de inkomzone een uitnodigende en levendige plaats met een zekere openheid naar de straat toe.

Overeenkomstig artikel 34 van de bouwcode worden volgende voorwaarden opgelegd:

Nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van Rf 2 uur. Aflopen, schouwkanalen, verluchtingsbuizen en andere leidingen mogen niet ingewerkt worden in de scheidingsmuur. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor een eengezinswoning is de parkeernorm 1 per woning.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. 

  

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

  

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 


 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Overeenkomstig artikel 34 van de bouwcode worden volgende voorwaarden opgelegd: Nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van Rf 2 uur. Aflopen, schouwkanalen, verluchtingsbuizen en andere leidingen mogen niet ingewerkt worden in de scheidingsmuur. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8/9/2022

Volledig en ontvankelijk

20/9/2022

Start openbaar onderzoek

29/9/2022

Einde openbaar onderzoek

31/10/2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

4/03/2023 

Verslag GOA

11/01/2023

naam GOA

Katrine Leemans

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29/9/2022

31/10/2022

0

0

0

0


Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijks geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt.

Gelieve ook rekening te houden met het feit dat de stad Antwerpen nog niet in de mogelijkheid is om onmiddellijk een nieuw openbaar onderzoek op te starten.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Overeenkomstig artikel 34 van de bouwcode worden volgende voorwaarden opgelegd: Nieuwe scheidingsmuren hebben minstens een brandweerstand van Rf 2 uur. Aflopen, schouwkanalen, verluchtingsbuizen en andere leidingen mogen niet ingewerkt worden in de scheidingsmuur. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.