Terug
Gepubliceerd op 23/01/2023

2023_CBS_00235 - Omgevingsvergunning - OMV_2022141540. Transcontinentaalweg 12. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/01/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2023_CBS_00235 - Omgevingsvergunning - OMV_2022141540. Transcontinentaalweg 12. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00235 - Omgevingsvergunning - OMV_2022141540. Transcontinentaalweg 12. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022141540

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV ARBOCHIM EUROPE (2022141540) met als adres Transcontinentaalweg 12 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Transcontinentaalweg 12 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie A nr. 514/L 

waarvan:

 

-          20180409-0099

afdeling 15 sectie A nr. 514/L (Arbochim Europe NV)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

CLP omzetting

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

27/07/2012: vergunning (20123733) voor het plaatsen van een stikstoftank en checkpoint voor vrachtwagens;

10/06/2011: vergunning (20111753) voor het plaatsen van kantoorunits;

01/09/2006: vergunning (2006100295) voor het bouwen van een bedrijfsloods; 

29/05/2002: vergunning (20004121) voor het monteren van een borstelmachine voor vrachtwagens; 

27/07/2000: vergunning (20001144) voor het plaatsen van een flotatietank; 

14/10/1999: vergunning (1999296) voor een nieuwe WKK-installatie; 

14/10/1999: vergunning (1998144) voor het bouwen van een wasplaats voor IBC-containers;

07/05/1998: vergunning (19973662) voor het hernieuwen van benzinestation; 

23/07/1996: vergunning (19953155) voor de uitbreiding van een reinigingsbaan + verbouwingen; 

27/05/1993: vergunning (2006100103) voor het plaatsen van een porta cabine; 

25/02/1993: vergunning (1993181) voor het uitbreiden van een containerherstellingswerkplaats;

13/02/1992: vergunning (199292) voor een dubbele boogloods en verharding;

10/12/1990: vergunning (19908501) voor een biologisch waterzuiveringsstation; 

03/07/1989: vergunning (19891895) voor het uitbreiden van een kantoorgebouw; 

13/04/1987: vergunning (19877952) voor een waterzuiveringsstation; 

13/04/1987: vergunning (19871492) voor kantoorruimte, tankreinigingsinstallatie en werkplaats. 

 Voorgeschiedenis milieu

Op 28 mei 2010 verleende het college een milieuvergunning aan Arbochim voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit voor het mengen en verpakken van reinigingsproducten, voor een termijn verstrijkend op 28 mei 2030. Het college nam op 1 juli 2011 kennis van de overdracht van de vergunning aan Arbochim Europe.

 Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft in hoofdzaak een omzetting conform de CLP-verordening 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Arbochim
 

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

Omzetting CLP

17.3.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

Omzetting CLP

17.3.4.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

Omzetting CLP

17.3.5.1°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: giftige vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 10 kg tot en met 2 ton;

Omzetting CLP

17.3.6.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

Omzetting CLP

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

Omzetting CLP

17.3.8.2°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 2 ton tot en met 200 ton.

Omzetting CLP


CLP-tabel

 

In bijlage.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

29 november 2022

9 december 2022

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften: 

-           Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 

-           Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noorderlaan; 

-           Gebied voor spoorinfrastructuur voor de sporen ten westen van het goed;

-           Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor het gebied tussen de Noorderlaan en de Bospolder; 

-           overdrukken Leidingstraten en Hoogspanningsleiding.

Op circa 270 meter ten noordoosten van het goed zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met als bestemming – voor de Bospolder – Natuurgebied (N).

 Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. 

De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 Arbochim Europe is gespecialiseerd in het verdelen van industriële reinigings-, onderhouds- en poetsmiddelen. Men biedt ook reinigingsproducten op maat van de klant aan, waarbij verschillende producten en grondstoffen gemengd worden om een product te bekomen, specifiek aangepast aan de noden van de klant. 

In het magazijngebouw worden verschillende reinigingsproducten opgeslagen, in verplaatsbare recipiënten. De rubrieken voor de opslag van gevaarlijke producten zijn niet meer actueel aangezien de laatste vergunning werd verleend voor de inwerkingtreding van de CLP-verordening. Met deze aanvraag wenst de exploitant de juiste rubricering voor de opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten in de vergunning te laten opnemen. De vergunde hoeveelheden wijzigen hierbij niet.
Er is voldoende opvangcapaciteit voorzien. Er kan voldaan worden aan de afstandsregels van VLAREM II. 

In de huidige vergunning werd rubriek 7 (productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën) opgenomen. Aangezien men op de site louter bestaande producten mengt, wenst de exploitant deze rubriek uit de vergunning te laten schrappen. De vergunde rubriek 17.3.6.1.b is eveneens niet langer van toepassing en wenst men ook uit de vergunning te laten schrappen.
Het huishoudelijk afvalwater (30 m³/jaar) is afkomstig van de sanitaire voorzieningen en wordt opgevangen in een put die periodiek door een externe firma wordt geledigd. Er wordt geen bedrijfsafvalwater geproduceerd op de site.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

Omzetting CLP

17.3.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

Omzetting CLP

17.3.4.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

Omzetting CLP

17.3.5.1°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: giftige vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 10 kg tot en met 2 ton;

Omzetting CLP

17.3.6.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

Omzetting CLP

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

Omzetting CLP

17.3.8.2°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 2 ton tot en met 200 ton.

Omzetting CLP

 

Gecoördineerde rubriek(en)


Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

10.000 liter

17.3.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

314,4 kg

17.3.4.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

51 ton

17.3.5.1°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: giftige vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 10 kg tot en met 2 ton;

1.000 kg

17.3.6.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

30,314 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

12 ton

17.3.8.2°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 2 ton tot en met 200 ton.

20 ton

34.2.1°a)

reinigingsmiddelen (zepen, detergenten of soortgelijke producten) en poetsmiddelen: inrichtingen voor het bereiden en verpakken van reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

5 kW

34.3

opslagplaatsen voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een capaciteit van meer dan 10 ton.

30 ton

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 november 2022

Volledig en ontvankelijk

29 november 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 februari 2023

Verslag GOA

9 januari 2023

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

10.000 liter

17.3.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

314,4 kg

17.3.4.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

51 ton

17.3.5.1°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: giftige vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 10 kg tot en met 2 ton;

1.000 kg

17.3.6.2°a)

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering, gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton;

30,314 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

12 ton

17.3.8.2°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 2 ton tot en met 200 ton.

20 ton

34.2.1°a)

reinigingsmiddelen (zepen, detergenten of soortgelijke producten) en poetsmiddelen: inrichtingen voor het bereiden en verpakken van reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

5 kW

34.3

opslagplaatsen voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een capaciteit van meer dan 10 ton.

30 ton

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 20 januari 2023 en eindigt op 28 mei 2030.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.