Terug
Gepubliceerd op 23/01/2023

2023_CBS_00032 - Omgevingsvergunning - OMV_2022108893. Noorderlaan 75. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/01/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2023_CBS_00032 - Omgevingsvergunning - OMV_2022108893. Noorderlaan 75. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00032 - Omgevingsvergunning - OMV_2022108893. Noorderlaan 75. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

 

Projectnummer: 

OMV_2022108893 

Gegevens van de aanvrager: 

zie exploitant 

Gegevens van de exploitant: 

Ziegler nv (0403480507) met als adres te Vilvoordsesteenweg 11 te 1120 Brussel en 

Carga nv (0404758630) met als adres Moerstraat 15 te  

2040 Antwerpen 

Ligging van het project: 

Noorderlaan 75 te 2030 Antwerpen 

Kadastrale percelen: 

afdeling 7 sectie G nr. 1569 C2 

waarvan: 

 

- 20220718-0061 

afdeling 7 sectie G nr. 1569 C2 (Ziegeler – Carga – Noorderlaan - 2022) 

Vergunningsplichten: 

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten 

Voorwerp van de aanvraag: 

de exploitatie van een overslagmagazijn 

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten 

 

Voorgeschiedenis 

Op 23 april 2021 werd aan Belcar een vergunning verleend voor het verbouwen van de voormalige GM-site en gemengde bedrijvigheid te ontplooien (OMV_2021001637). In het gebouwencomplex wordt de exploitatie van een verkoopruimte voor auto’s met aansluitend een was-, carrosserie- en onderhoudswerkplaats voorzien. Deze ingedeelde inrichtingen ressorteren onder meldingsplichtige activiteiten. 

 

Inhoud van de aanvraag 

De aanvraag betreft de exploitatie van een overslagmagazijn. 

 

Aangevraagde rubriek(en) 

 

Rubriek 

Omschrijving 

Gevraagd voor 

3.6.1 

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijbehorende slibproductie, voor de behandeling van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; 

900 m³/jaar 

4.5 

opslagplaatsen voor meer dan 10 ton bedekkingsmiddelen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48; 

11 ton 

5.3.2° 

opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 2 ton; 

50 ton 

12.3.2° 

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10?kW; 

124,6 kW 

13.3 

opslagplaatsen voor farmaceutische stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

50 ton 

15.1.1° 

al dan niet overdekte ruimte waarin de volgende voertuigen gestald worden: 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen zoals gedefinieerd in artikel 3, 73°, van de spoorcodex van 30 augustus 2013 zijn; 

24 voertuigen 

16.3.2°a) 

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 5 kW tot en met 200 kW; 

26,6 kW 

17.4 

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30?kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; 

5.000 liter 

19.6.1°c) 

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 400?m³ in een lokaal als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; 

600 m³ 

21.3 

opslagplaatsen voor kleurstoffen en pigmenten met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

150 ton 

22.2 

opslagplaatsen voor cosmetische stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

50 ton 

23.3.1°c) 

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; 

7.500 ton 

26.2 

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, van meer dan 10?ton; 

50 ton 

33.4.1°c) 

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; 

500 ton 

34.3 

opslagplaatsen voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in 17 en 48; 

20 ton 

40.2 

opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48; 

2.000 ton 

41.5 

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton 

100 ton 

44.3 

opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48; 

100 ton 

50. 

opslagplaatsen van strooizout, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, van meer dan 20?ton. 

25 ton 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. 

  

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt: 


Adviezen 

 

Externe adviezen 

 

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies ontvangen 

Advies 

Agentschap Zorg en Gezondheid 

9 september 2022 

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag 

 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA 

9 september 2022 

2 november 2022 

Voorwaardelijk gunstig 

 

Interne adviezen 

 

Adviesinstantie 

Datum advies gevraagd 

Datum advies 

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie 

9 september 2022 

8 oktober 2022 

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw 

9 september 2022 

8 oktober 2022 

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen 

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk 

uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 

2009. 

 

Het eigendom is gelegen binnen de contour van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Contactzone Noorderlaan, goedgekeurd op 14 december 2020. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor gemengde functies. 

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.) 


De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

 

Omgevingstoets 

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

 

Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een overslagmagazijn. De inrichting is gelegen in gelegen in gebied voor gemengde functies en stedenbouwkundig verenigbaar. Vanuit stedenbouwkundig standpunt is er geen bezwaar. Het gebouw is vergund als bedrijfsgebouw voor gemengde bedrijvigheid conform de bestemmingsvoorschriften van artikel 1 Zone voor gemengde functie van het RUP Contactzone Noorderlaan.  

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu 

 

Voor het voormalige industrieel gebouw van GM, gelegen aan Noorderlaan 75 wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor de exploitatie van een overslagmagazijn. 

 

Milieutechnisch omvat de aanvraag enerzijds de vaste ingedeelde inrichtingen gebonden aan de exploitatie van het magazijn (laadstations, warmtepompen, afvalwater, enzovoort) en anderzijds de opslag van recurrente goederen. De aard van deze goederen is uiteenlopend gaande van tabakswaren, kunststoffen, papier en lijmen tot pesticiden, bedekkingsmiddelen en farmaceutische stoffen. De lijst van goederen en handelingen is in principe niet limitatief. 

 

Volgens de aanvrager: “De inrichting betreft een transitmagazijn met bijbehorend kantoorgedeelte, er worden enkel goederen in opdracht van klanten opgeslagen. In principe gaat het over een overslagmagazijn met gelijkaardige handelingen zoals in een magazijn, gelegen in zeehavengebied en vergund onder de rubriek 48.1.2, door de ligging van het magazijn is deze rubriek echter niet aan de orde.” 

 

De klant verwijst naar doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden. Los van de symbolische melding of vergunningsplicht, geldt voor kortstondige opslag in zeehavengebieden de bepalingen van het havenreglement en in voorkomend geval de voorschriften van de IMDG-code. Het doortrekken van zeehaven-gebonden activiteiten naar stedelijke gebieden is niet evident omwille van de talrijke sectorale voorwaarden waaraan voldaan moet worden om hinder en schade aan het leefmilieu te beperken. Zo dienen de stoffen genoemd te worden en op vaste locaties aangeduid te worden zodat aftoetsing aan de sectorale bepalingen kan gebeuren. 

 

Hierover schrijft de aanvrager het volgende: 

Een exacte aanduiding op plan van de juiste ligging van de gestapelde stoffen en het aantonen van de toepassing van de afstandsregels is niet mogelijk op het ogenblik van de aanvraag, en dit om volgende reden:  

  • Het is dan niet mogelijk de juiste locatie met engagement op te geven, in een havenopslagplaats worden de goederen inderdaad gestapeld in functie van hun aankomst, verblijfsduur, vertrek en de op dat ogenblik beschikbare plaats en dit rekening houdend met de van kracht zijnde afstandsregels. Indien blijkt dat aan de gestelde afstandsregels niet voldaan kan worden, dan worden de eerder gestapelde partijen verplaatst tot aan de afstandsregels voldaan wordt.  

  • Verder dienen opslagplaatsen optimaal geëxploiteerd te worden, de hoge investeringskost en de hoge arbeidskost (gespecialiseerde magazijnarbeiders en bedienden) laten niet toe een specifiek gedeelte van een magazijn, dat voor één bepaalde stof vergund zou zijn, ongebruikt te laten.  

  • Verder is het duidelijk dat de cumul van de aangevraagde hoeveelheden van de verschillende stoffen niet gestapeld kan worden. De verscheidenheid van de aangevraagde stoffen is noodzakelijk om flexibel te kunnen inspelen op het sterk wisselend aanbod. Uiteraard wordt een door een cliënt aangeboden stof slechts opgeslagen mits de opslag vergund is en mits de risico’s van de opslag gedekt zijn (afstandsregels, compatibiliteit met andere stoffen, blussysteem, enzovoort). 

  • Bij de opslag wordt rekening gehouden met de bepalingen van Vlarem I en II, o.a. worden de afstandsregels voor zover ze van toepassing zijn in acht genomen. 

 

Er dient opgemerkt te worden dat de aangevraagde overslag niet-gevaarlijke goederen beslaat. Nochtans is het leeuwenaandeel van bijvoorbeeld producten bestemd voor plantenbescherming en plagenbestrijding gekenmerkt als gevaarlijk. Het aquatische milieu is bijzonder kwetsbaar voor pesticiden en gewasbescherming. De hantering van pesticiden, met inbegrip van het opslaan, kunnen zeer makkelijk aanleiding geven tot ongewenste blootstelling van personen en van het milieu. Voor gevaarlijke stoffen van deze categorie stoffen (organofosfaat, -chloor, -urethaan) dient er rekening gehouden worden enerzijds met de Seveso-indelingsgrens en anderzijds de dubbele rubricering in het kader van het Vlarem. Er wordt voorgesteld om de opslag van pesticiden te beperken tot niet-gevaarlijke stoffen (zoals aangevraagd) en op te nemen als bijzondere voorwaarde, zodat er rekening mee gehouden wordt in het beheer van het stocksysteem. 

 

Verder gelden er voor pesticiden, PP en PE korrels maar ook de opslag van pigmenten en kleurstoffen afstandsregels ten opzichte van woon-, park- en recreatiegebieden. De exploitatie van bedrijfsgebouwen en opslagruimten op minder dan 50 m van woon-, park- en recreatiegebieden voor de genoemde groepsstoffen is verboden. De afstand tot het woongebied (aan overzijde van het gebouwencomplex) bedraagt circa 60 m én is bijgevolg conform de bepalingen van art 5.4.1.1. van Vlarem II. 

 

Tenslotte geeft de aanvrager aan dat de sectorale voorwaarden verbonden aan de aangevraagde rubrieken nagekomen zullen worden: 

  • er is een stocksysteem, waarin alle opgeslagen stoffen/voorwerpen terug te vinden zijn;  

  • er is geen bulkopslag, alle goederen zijn verpakt, als er staalnames worden uitgevoerd wordt de verpakking terug gesloten, mogelijk gemorste stoffen worden verzameld en afgevoerd naar een erkende verwerker; 

  • het magazijn wordt niet verwarmd, er zijn geen luchtverhitters of stookinstallaties en geen gasleidingen in het magazijn;  

  • in het magazijn en alle lokalen geldt een rookverbod en worden geen werken verricht die het gebruik vereisen van een toestel met open vuur of dat vonken kan verwekken, tenzij voor onderhouds- of herstellingswerken op voorwaarde dat daarvoor de nodige voorzorgsmaatregelen (vuurvergunning & bijkomende preventieve maatregelen) zijn getroffen. Het rookverbod wordt met reglementaire pictogrammen op de buitenwand van de toegangsdeuren en binnen in de lokalen aangeplakt; 

  • er worden geen ontvlambare gassen van gevarencategorie 1 of ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 of 3 volgens de CLP-verordening opgeslagen; 

  • alle opslag gebeurt op een vloeistofdichte vloer. 

 

Advies aan het college 

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, kan gesteld worden dat de exploitatie plaats kan vinden met een aanvaardbaar risico voor milieu en leefomgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.  

 

Geadviseerde rubrieken 

 

Rubriek 

Omschrijving 

Geadviseerd voor 

3.6.1 

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijbehorende slibproductie, voor de behandeling van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; 

900 m³/jaar 

4.5 

opslagplaatsen voor meer dan 10 ton bedekkingsmiddelen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48; 

11 ton 

5.3.2° 

opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 2 ton; 

50 ton 

12.3.2° 

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10?kW; 

124,6 kW 

13.3 

opslagplaatsen voor farmaceutische stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

50 ton 

15.1.1° 

al dan niet overdekte ruimte waarin de volgende voertuigen gestald worden: 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen zoals gedefinieerd in artikel 3, 73°, van de spoorcodex van 30 augustus 2013 zijn; 

24 voertuigen 

16.3.2°a) 

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 5 kW tot en met 200 kW; 

26,6 kW 

17.4 

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30?kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; 

5.000 liter 

19.6.1°c) 

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 400?m³ in een lokaal als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; 

600 m³ 

21.3 

opslagplaatsen voor kleurstoffen en pigmenten met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

150 ton 

22.2 

opslagplaatsen voor cosmetische stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

50 ton 

23.3.1°c) 

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; 

7.500 ton 

26.2 

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, van meer dan 10?ton; 

50 ton 

33.4.1°c) 

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; 

500 ton 

34.3 

opslagplaatsen voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in 17 en 48; 

20 ton 

40.2 

opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48; 

2.000 ton 

41.5 

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton 

100 ton 

44.3 

opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48; 

100 ton 

50. 

opslagplaatsen van strooizout, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, van meer dan 20?ton. 

25 ton 

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde(n) 

1. De opslag en overslag wordt beperkt tot niet-gevaarlijke stoffen. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

Procedurestap 

Datum 

Indiening aanvraag 

16 augustus 2022 

Volledig en ontvankelijk 

9 september 2022 

Start openbaar onderzoek 

19 september 2022 

Einde openbaar onderzoek 

18 oktober 2022 

Gemeenteraad voor wegenwerken 

geen 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit 

21 februari 2023 

Verslag GOA 

9 december 2022 

naam GOA 

Bieke Geypens 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. 

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum 

Einddatum 

Schriftelijke bezwaarschriften 

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften 

Petitielijsten 

Digitale bezwaarschriften 

19 september 2022 

18 oktober 2022 

0 

0 

0 

0 


Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijks geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt.

Gelieve ook rekening te houden met het feit dat de stad Antwerpen nog niet in de mogelijkheid is om onmiddellijk een nieuw openbaar onderzoek op te starten.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden: 

Algemene voorwaarden 

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken. 

Bijzondere milieuvoorwaarden 

1. De opslag en overslag wordt beperkt tot niet-gevaarlijke stoffen. 

Brandweervoorwaarden 

De brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/KVLO/2022/G.00223.A3.0017 zijn van toepassing. 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en): 


Rubriek 

Omschrijving 

Gecoördineerd 

3.6.1 

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijbehorende slibproductie, voor de behandeling van ander huishoudelijk afvalwater dan huishoudelijk afvalwater dat afkomstig is van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; 

900 m³/jaar 

4.5 

opslagplaatsen voor meer dan 10 ton bedekkingsmiddelen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48; 

11 ton 

5.3.2° 

opslagplaatsen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, voor pesticiden van meer dan 2 ton; 

50 ton 

12.3.2° 

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10?kW; 

124,6 kW 

13.3 

opslagplaatsen voor farmaceutische stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

50 ton 

15.1.1° 

al dan niet overdekte ruimte waarin de volgende voertuigen gestald worden: 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen zoals gedefinieerd in artikel 3, 73°, van de spoorcodex van 30 augustus 2013 zijn; 

24 voertuigen 

16.3.2°a) 

inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 5 kW tot en met 200 kW; 

26,6 kW 

17.4 

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30?kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; 

5.000 liter 

19.6.1°c) 

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 400?m³ in een lokaal als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; 

600 m³ 

21.3 

opslagplaatsen voor kleurstoffen en pigmenten met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

150 ton 

22.2 

opslagplaatsen voor cosmetische stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton; 

50 ton 

23.3.1°c) 

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; 

7.500 ton 

26.2 

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, van meer dan 10?ton; 

50 ton 

33.4.1°c) 

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; 

500 ton 

34.3 

opslagplaatsen voor reinigingsmiddelen en poetsmiddelen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in 17 en 48; 

20 ton 

40.2 

opslagplaatsen voor tabak of tabakswaren met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48; 

2.000 ton 

41.5 

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton 

100 ton 

44.3 

opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 17 en 48; 

100 ton 

50. 

opslagplaatsen van strooizout, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, van meer dan 20?ton. 

25 ton 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur. 

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.