Terug
Gepubliceerd op 30/01/2023

2023_CBS_00419 - Omgevingsvergunning - OMV_2022107143. Nationalestraat 139. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/01/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_00419 - Omgevingsvergunning - OMV_2022107143. Nationalestraat 139. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00419 - Omgevingsvergunning - OMV_2022107143. Nationalestraat 139. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022107143

Gegevens van de aanvrager:

BVBA FIDES INVEST met als adres Van Eycklei 1 bus 6 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Nationalestraat 139 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 4 sectie D nr. 2387B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning en vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 5


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis 

  • 30/11/1962: vergunning (18#44614) voor het verbouwen van een woning.

Geacht vergunde toestand 

  • functie: meergezinswoning:
    • gelijkvloerse verdieping:
      • vooraan: complementair handelspand van circa 49 m²;
      • achteraan: 1 triplex tweeslaapkamerappartement van circa 107 m²;
    • op de bovenliggende verdiepingen: 3 woongelegenheden volgens het advies van vermoeden van vergunning:
      • 1 eenslaapkamerappartement van circa 66 m²;
      • 1 eenslaapkamerappartement van circa 25 m²;
      • 1 eenslaapkamerappartement van circa 66 m²;
    • onbewoonde zolder;
  • bouwvolume: 
    • hoofdvolume van 4 bouwlagen met een zadeldak;
    • aanbouw van 2 bouwlagen met een plat dak;
    • achterbouw van 3 bouwlagen met een plat dak;
    • bouwhoogte van circa 21 m;
    • bouwdiepte hoofdgebouw tot op circa 14 m;
    • bouwdiepte aanbouw tot op circa 27,5 m;
  • gevelafwerking: 
    • wit geschilderde lijstgevel met houten gevelschrijnwerk;
    • ter hoogte van de gelijkvloerse plint een groot vitrineraam rondom afgewerkt met mozaïekbekleding;
    • dieper gelegen toegang, afgesloten met een metalen poort;
  • inrichting: gelijkvloerse verdieping volledig bebouwd, uitgezonderd een ingesloten koer van circa 21 m².

Bestaande toestand

overeenkomstig met de geacht vergunde toestand uitgezonderd:

  • functie:
    • gelijkvloerse verdieping: afgescheiden dienstverleningsruimte van circa 101 m²;
    • op de bovenliggende verdiepingen: 5 woongelegenheden:
      • 3 tweeslaapkamerappartementen van circa 66 m²;
      • 1 duplex tweeslaapkamerappartement van circa 80 m²;
      • 1 studio met afgescheiden sanitair van circa 67 m²;
    • bewoonde zolder ingericht als studio;
  • bouwvolume:
    • koer grotendeels voorzien van een overkapping;
    • op het plat dak van de aanbouw werd een terras ingericht voor het duplexappartement;
  • gevelafwerking:
    • afwerking gelijkvloerse plint in donkergrijze natuursteen;
    • nieuwe inkomdeur naar gelijkvloerse dienstverleningsfunctie;
    • nieuwe toegangsdeur naar dieper gelegen toegang aan de straatzijde.

Nieuwe toestand

overeenkomstig met de bestaande toestand:

  • functie:
    • gelijkvloerse verdieping: afgescheiden dienstverleningsruimte van circa 101 m²;
    • op de bovenliggende verdiepingen: 5 woongelegenheden:
      • 3 tweeslaapkamerappartementen van circa 66 m²;
      • 1 duplex tweeslaapkamerappartement van circa 80 m²
      • 1 studio met afgescheiden sanitair van circa 67 m²;
    • bewoonde zolder ingericht als studio;
  • bouwvolume:
    • koer grotendeels voorzien van een overkapping;
    • op het plat dak van de aanbouw werd een terras ingericht voor het duplexappartement;
  • gevelafwerking:
    • afwerking gelijkvloerse plint in donkergrijze natuursteen;
    • nieuwe inkomdeur naar gelijkvloerse dienstverleningsfunctie;
    • nieuwe toegangsdeur naar dieper gelegen toegang aan de straatzijde.

Inhoud van de aanvraag

  • gedeeltelijk slopen van het dak voor het bouwen van een inpandig dakterras;
  • vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 5;
  • afsplitsen en wijzigen van de functie op de gelijkvloerse verdieping naar dienstverlening;
  • uitbreiden van het volume door het voorzien van een dakterras; 
  • wijzigen van de voorgevel; 
  • wijzigen van de scheimuren; 
  • doorvoeren van interne constructieve werken.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

14 november 2022

27 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Monumentenzorg

10 november 2022

28 december 2022

 


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
 https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via
 https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: 

  • zone voor wonen;
  • artikel 9 overdruk- detailhandel;
  • algemene voorschriften;
  • culturele, historische en/of esthetische waarde.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
     (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
     De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
     
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
     (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
     De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
    • Artikel 18: Aan de nieuwe toegang naar de dienstverleningsfunctie is een hoogteverschil van 12 cm aanwezig. Dit hoogteverschil dient te worden overbrugd met een helling conform artikel 19 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
     

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
     (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
     De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
    • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
       Het is niet duidelijk of de duplex-studio op de vierde verdieping beschikt over een plafondhoogte van minimum 2,60 m.
    • Artikel 26 Afvalverzameling:
       
      De voorziene afvalberging wordt niet verlucht.
    • Artikel 29 Fietsstalplaatsen:
       Er wordt geen fietsstalplaats voorzien voor de bijkomende woning.

Sectorale regelgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 
     
  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
     (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
     Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 


Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat interne verbouwingswerken aan een meergezinswoning waarbij het aantal woongelegenheden wordt vermeerderd van 4 naar 5 en de functie op de gelijkvloerse verdieping wordt omgevormd naar dienstverlening. Deze werken zijn functioneel inpasbaar.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Behalve het creëren van een inpandig terras aan de achterzijde van de dakverdieping zijn er geen wijzigingen ten opzichte van het vergunde en bestaande volume.

De koer op het gelijkvloers werd grotendeels overkapt met een glazen afdak. Hiervoor werd geen vergunning verleend. Artikel 2.2.5 van RUP Binnenstad bepaalt dat bij verbouwingen het percentage onbebouwde ruimte moet vergroten of gelijk blijven. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de luifel moet verwijderd worden. Dit laat ontharding en vergroening van de koer toe. 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is volgens RUP Binnenstad gelegen in CHE-gebied. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is voorwaardelijk gunstig:

“De aanvraag heeft betrekking op een bepleisterde en wit geschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl van drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak te dateren omstreeks het laatste kwart van de 19de eeuw. Het schrijnwerk en de winkelpui werden reeds vervangen. Ook het interieur en de planindeling werd reeds enkele malen aangepast. Het is niet duidelijk of er nog waardevolle interieurelementen aanwezig zijn.

Het pand is beeldondersteunend. Een object/complex is beeldondersteunend wanneer de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn. Vanuit architecturaal oogpunt kan ze als representatief beschouwd worden voor de omgeving en vertoont ze een stedenbouwkundige samenhang met de ontstaansgeschiedenis van de wijken en verkavelingen. De architectuur binnen deze categorie wordt gekenmerkt door een hoge context- en ensemblewaarde en maakt vaak deel uit van gehelen. Ook waardevolle architectuur waarvan het oorspronkelijke ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar waarvan het initiële idee nog leesbaar is, behoort tot deze categorie.

Men wenst het aantal woonentiteiten nl. 5 te vergunnen en de aanpassingen in het dak, nl. het voorzien van een inpandig dakterras in het achterste dakvlak, te regulariseren.

Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. De oorspronkelijke in- en opdeling blijkt reeds vele jaren gewijzigd. Het aanbrengen van een dakterras in het achterste dakvlak doet geen fundamentele afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand.

Om het beeldondersteunend karakter van de voorgevel in de toekomst te versterken, vragen we bijzondere aandacht voor de uitwerking van de voorgevel, meer bepaald voor de winkelpui en het schrijnwerk. De winkelpui werd reeds enkele malen gewijzigd. De huidige invulling is voor verbetering vatbaar. Bij een wijziging van het schrijnwerk dient er opnieuw houten schrijnwerk geplaatst met een historische profilering. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Detailtekeningen dienen aangeleverd of indien gewenst bekomen bij de stedelijke dienst monumentenzorg.”

Vanuit het oogpunt monumentenzorg wordt volgende voorwaarde opgelegd:

  • Toekomstige wijzigingen aan pui en schrijnwerk zijn voorafgaandelijk aan de uitvoering te overleggen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

In het pand zijn 5 woonentiteiten:

  • 3 tweeslaapkamerappartementen van circa 66 m²;
  • 1 duplex tweeslaapkamerappartement van circa 80 m²;
  • 1 studio (bijkomend) met afgescheiden sanitair van circa 67 m².

Er is voldoende variatie in de woontypes. Alle appartementen voldoen aan de huidige comforteisen en hebben bijna alle een terras. Enkel het bestaande appartement op de tweede verdieping vooraan heeft geen eigen terras (dit staat wel op het vergunde plan maar werd nooit uitgevoerd). Dit wordt gecompenseerd doordat op het dak van de achterbouw een gemeenschappelijk terras is aangelegd dat toegankelijk is vanuit de trapzaal.

De tweeslaapkamerappartementen zijn compact maar bieden voldoende woonkwaliteit voor starters of een jong gezin.

De bijkomende woning is een ruim bemeten studio van 67 m², met een eigen terras en bergruimte. Op de doorsnede is niet duidelijk af te lezen of de vrije hoogte onder het horizontale deel van het plafond 2,60 m bedraagt, zoals opgelegd in artikel 21 van de bouwcode. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.

 Als bijkomende voorwaarde wordt opgelegd dat de afvalberging voldoende moet verlucht worden (art. 26 bouwcode).

Om te voldoen aan artikel 18 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid moet het hoogteverschil aan de nieuwe toegang naar de dienstverleningsfunctie worden overbrugd met een helling conform artikel 19 van de verordening toegankelijkheid.

Mobiliteitsimpact 

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van bijkomende parkeerplaats.

Het aantal woningen wordt vermeerderd met 1 ten opzichte van de vergund geachte toestand. De bijkomende werkelijke parkeerbeoefte is dus 1.

De plannen voorzien in  0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.  

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1

Dit is het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren parkeerplaatsen, ttz. 1 – 0 = 1.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

Fietsvoorzieningen

Volgens artikel 29 van de bouwcode moeten voor het bijkomend eenslaapkamerappartement twee fietsstalplaatsen worden aangelegd. Deze worden niet voorzien. Er zijn mogelijkheden om op het gelijkvloers een fietsenberging te maken door een deel van de handelsruimte af te nemen. Als voorwaarde wordt opgelegd dat minstens twee fietsstalplaatsen moeten worden voorzien.


Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  3. De luifel boven de koer op het gelijkvloers moet verwijderd worden.
  4. Toekomstige wijzigingen aan pui en schrijnwerk zijn voorafgaandelijk aan de uitvoering te overleggen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
  5. De vrije hoogte onder het horizontale plafond op de vierde verdieping moet ten minste 2,60 m zijn conform artikel 21 van de bouwcode.
  6. De afvalberging moet voldoende verlucht worden conform artikel 26 van de bouwcode.
  7. Er moeten minstens twee fietsstalplaatsen worden voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het intergraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

10 november 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

10 maart 2023

Verslag GOA

17 januari 2023

naam GOA

Katrine Leemans

Onderzoek

De aanvraag werd niet onderworpen aan een openbaar onderzoek.
Voor deze aanvraag werd geen bevraging aanpalenden georganiseerd gezien de scheidingsmuren niet wijzigen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  3. De luifel boven de koer op het gelijkvloers moet verwijderd worden.
  4. Toekomstige wijzigingen aan pui en schrijnwerk zijn voorafgaandelijk aan de uitvoering te overleggen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
  5. De vrije hoogte onder het horizontale plafond op de vierde verdieping moet ten minste 2,60 m zijn conform artikel 21 van de bouwcode.
  6. De afvalberging moet voldoende verlucht worden conform artikel 26 van de bouwcode.
  7. Er moeten minstens twee fietsstalplaatsen worden voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.