Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022107143 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA FIDES INVEST met als adres Van Eycklei 1 bus 6 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Nationalestraat 139 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 4 sectie D nr. 2387B |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning en vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 5 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Geacht vergunde toestand
Bestaande toestand
overeenkomstig met de geacht vergunde toestand uitgezonderd:
Nieuwe toestand
overeenkomstig met de bestaande toestand:
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 14 november 2022 | 27 december 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Monumentenzorg | 10 november 2022 | 28 december 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones:
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat interne verbouwingswerken aan een meergezinswoning waarbij het aantal woongelegenheden wordt vermeerderd van 4 naar 5 en de functie op de gelijkvloerse verdieping wordt omgevormd naar dienstverlening. Deze werken zijn functioneel inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Behalve het creëren van een inpandig terras aan de achterzijde van de dakverdieping zijn er geen wijzigingen ten opzichte van het vergunde en bestaande volume.
De koer op het gelijkvloers werd grotendeels overkapt met een glazen afdak. Hiervoor werd geen vergunning verleend. Artikel 2.2.5 van RUP Binnenstad bepaalt dat bij verbouwingen het percentage onbebouwde ruimte moet vergroten of gelijk blijven. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de luifel moet verwijderd worden. Dit laat ontharding en vergroening van de koer toe.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is volgens RUP Binnenstad gelegen in CHE-gebied. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is voorwaardelijk gunstig:
“De aanvraag heeft betrekking op een bepleisterde en wit geschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl van drie traveeën en vier bouwlagen onder zadeldak te dateren omstreeks het laatste kwart van de 19de eeuw. Het schrijnwerk en de winkelpui werden reeds vervangen. Ook het interieur en de planindeling werd reeds enkele malen aangepast. Het is niet duidelijk of er nog waardevolle interieurelementen aanwezig zijn.
Het pand is beeldondersteunend. Een object/complex is beeldondersteunend wanneer de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn. Vanuit architecturaal oogpunt kan ze als representatief beschouwd worden voor de omgeving en vertoont ze een stedenbouwkundige samenhang met de ontstaansgeschiedenis van de wijken en verkavelingen. De architectuur binnen deze categorie wordt gekenmerkt door een hoge context- en ensemblewaarde en maakt vaak deel uit van gehelen. Ook waardevolle architectuur waarvan het oorspronkelijke ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar waarvan het initiële idee nog leesbaar is, behoort tot deze categorie.
Men wenst het aantal woonentiteiten nl. 5 te vergunnen en de aanpassingen in het dak, nl. het voorzien van een inpandig dakterras in het achterste dakvlak, te regulariseren.
Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. De oorspronkelijke in- en opdeling blijkt reeds vele jaren gewijzigd. Het aanbrengen van een dakterras in het achterste dakvlak doet geen fundamentele afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand.
Om het beeldondersteunend karakter van de voorgevel in de toekomst te versterken, vragen we bijzondere aandacht voor de uitwerking van de voorgevel, meer bepaald voor de winkelpui en het schrijnwerk. De winkelpui werd reeds enkele malen gewijzigd. De huidige invulling is voor verbetering vatbaar. Bij een wijziging van het schrijnwerk dient er opnieuw houten schrijnwerk geplaatst met een historische profilering. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Detailtekeningen dienen aangeleverd of indien gewenst bekomen bij de stedelijke dienst monumentenzorg.”
Vanuit het oogpunt monumentenzorg wordt volgende voorwaarde opgelegd:
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.
In het pand zijn 5 woonentiteiten:
Er is voldoende variatie in de woontypes. Alle appartementen voldoen aan de huidige comforteisen en hebben bijna alle een terras. Enkel het bestaande appartement op de tweede verdieping vooraan heeft geen eigen terras (dit staat wel op het vergunde plan maar werd nooit uitgevoerd). Dit wordt gecompenseerd doordat op het dak van de achterbouw een gemeenschappelijk terras is aangelegd dat toegankelijk is vanuit de trapzaal.
De tweeslaapkamerappartementen zijn compact maar bieden voldoende woonkwaliteit voor starters of een jong gezin.
De bijkomende woning is een ruim bemeten studio van 67 m², met een eigen terras en bergruimte. Op de doorsnede is niet duidelijk af te lezen of de vrije hoogte onder het horizontale deel van het plafond 2,60 m bedraagt, zoals opgelegd in artikel 21 van de bouwcode. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Als bijkomende voorwaarde wordt opgelegd dat de afvalberging voldoende moet verlucht worden (art. 26 bouwcode).
Om te voldoen aan artikel 18 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid moet het hoogteverschil aan de nieuwe toegang naar de dienstverleningsfunctie worden overbrugd met een helling conform artikel 19 van de verordening toegankelijkheid.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 bijkomende parkeerplaats. Het aantal woningen wordt vermeerderd met 1 ten opzichte van de vergund geachte toestand. De bijkomende werkelijke parkeerbeoefte is dus 1. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Dit is het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren parkeerplaatsen, ttz. 1 – 0 = 1. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Fietsvoorzieningen
Volgens artikel 29 van de bouwcode moeten voor het bijkomend eenslaapkamerappartement twee fietsstalplaatsen worden aangelegd. Deze worden niet voorzien. Er zijn mogelijkheden om op het gelijkvloers een fietsenberging te maken door een deel van de handelsruimte af te nemen. Als voorwaarde wordt opgelegd dat minstens twee fietsstalplaatsen moeten worden voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 10 november 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 10 maart 2023 |
Verslag GOA | 17 januari 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.