2023_CBS_01211 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022154647. Industrieweg 11. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

• 16/09/2021: omgevingsvergunning (OMV_2020166532) voor de realisatie van wegenis- en rioleringswerken op de site van nv Engine Deck Repair;
• 19/03/2020: omgevingsvergunning (OMV_2019139977) voor de regularisatie van gebouwen en constructies; 
• 10/08/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2017713) voor het slopen van bestaande gebouwen, de afbraak van verharde- en onverharde zones, het aanleggen van wegenis en het bouwen van een werkhal, kantoren en magazijnen;

Voorgeschiedenis milieu

Op 11 augustus 2011 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend aan Antwerp Ship Repair voor de hernieuwing van de milieuvergunning van een scheepswerf, voor een termijn verstrijkend op 11 augustus 2031. Op 2 juni 2014 werd deze vergunning overgenomen door Antwerp Dry Docks en later door Engine Deck Repair. Op 4 april 2019 verleende de deputatie een omgevingsvergunning om de scheepswerf te veranderen. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een bemaling en bijhorende lozing.

Adviezen

Externe adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. 

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.-

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Hansadok en het Industriedok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten noorden, zuiden en westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het noorden en westen loopt langs deze overdruk een tweede overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Voor stedenbouwkundige handelingen zoals de aanleg van een rioleringsnetwerk met bijhorende technische constructies en de aanleg van nieuwe wegenis en verharding op de terreinen van EDR werd reeds een omgevingsvergunning verleend aan het Havenbedrijf Antwerpen. Met onderhavige aanvraag wenst EDR haar eigen omgevingsvergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit uit te breiden met een bemaling.

De werkzaamheden op de site zijn opgedeeld in verschillende fases en elke fase zal ook opgedeeld worden in deelzones. Per zone zal er een bemaling voorzien worden:

- fase 1: gebied rond gebouw logistiek: 5 kalendermaanden;

- fase 2: gebied inkomsite en route naar droogdok 6: 15 kalendermaanden;

- fase 3: gebied rond workshop A: 6 kalendermaanden;

- fase 4: gebied rond workshop C: 6 kalendermaanden;

- fase 5: gebied van de nieuwe ingang: 6 kalendermaanden. 

Er wordt een bemalingsdebiet aangevraagd van 2.164 m³/dag. Per jaar wordt een maximaal debiet aangevraagd van 175.401 m³/jaar, gelijk aan de som van de 2 grootste fases voor wat betreft de jaardebieten.

Op het terrein is er een gekende bodem- en grondwaterverontreiniging. Op basis van verschillende bodemonderzoeken blijkt dat het grondwater mogelijk kan verontreinigd zijn met minerale oliën, benzeen, TBT, VOCl’s, PFAS en plaatselijk zware metalen. In 2019 werd op de site van EDR al een vergunning afgeleverd aan het Havenbedrijf Antwerpen voor werkzaamheden aan Kaaimuur K403B. In dat project werden lozingsnormen vergund door de diffuse verontreiniging die aanwezig is in de bodem van de site. EDR vraagt dezelfde normen nu aan, aangevuld met een norm van 0,1 µg/l voor PFAS.

Het bemalingswater zal gezuiverd worden voor het geloosd wordt. Er wordt een lozing aangevraagd met een volume van maximaal 2.164 m³/dag en 175.401 m³/jaar met een totaal van 350.193 m³ tot en met augustus 2025. Het bemalingswater passeert een olie zandvang om dan via een calamiteitenbuffer toe te komen in een influentbuffer van 25 m³. De voorziene zuivering zal minstens bestaan uit ontijzering van het grondwater, een zandfiltratie en een actiefkoolfilter bestaande uit een kolom voor de zuivering van de lange ketens PFAS en kolom(men) voor de zuivering van de korte keten PFAS (hars).

Via een proefbemaling zal nagegaan worden welke parameters exact aanwezig zijn in het grondwater. Bij opstart van de installatie zal er periodiek (wekelijks tijdens de eerste maand en dan minstens 1 maal per maand) ook een monitoring zijn van de parameters na de zandfiltratie alsook na de actiefkoolfilters/harsfilters. De analyses zullen opgevolgd worden door een bodemdeskundige en op basis van de resultaten zal beslist worden of er een bijsturing van de zuivering al dan niet nodig is, dit kan zijn het vervangen van actief kool alsook het bijplaatsen van een bijkomend element in de zuivering.

Men vraagt een bijstelling van artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM II dat de plaatsing van een meetgoot oplegt. De exploitant argumenteert dat de bemaling tijdelijk voorzien wordt. Het debiet zal opgevolgd worden aan de hand van debietstellers.

De gevraagde bijstelling kan verleend worden gelet op het tijdelijk karakter.

De invloedstraal van de bemaling zal tot 205 meter buiten de perceelsite reiken waardoor er geen invloed op het verder gelegen Habitatrichtlijngebied verwacht wordt. Ondanks de hoge debieten is de invloedstraal relatief klein, omwille van de locatie dicht tegen de waterkant waar er directe instroom is van dokwater.

Het aanvraagdossier bevat een bemalingsnota waaruit blijkt dat er nog een aantal onduidelijkheden zijn met betrekking tot:

- zettingen: zettingsberekeningen werden nog niet uitgevoerd hoewel er plaatselijke zwakke veenhoudende lagen kunnen voorkomen;

- verontreinigingen: de verontreinigingskernen van naburige sites die mogelijk worden aangetrokken door de bemaling moeten nog door een bodemsaneringsdeskundige in kaart gebracht worden;

- verzilting: de aanwezigheid van verzilt grondwater is niet uitgesloten. Verontreinigd en/of verzilt grondwater leidt tot noodzakelijke invloedbeperkende maatregelen zoals waterkerende wanden, tegenbemaling, retourbemaling.

Het is aangewezen dat de exploitant de onduidelijkheden met betrekking tot zettingen, verontreinigingen van naburige sites en verzilting wegwerkt en de nodige maatregelen voorstelt om de impact te beperken (indien nodig) voor de vergunning verleend wordt.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient de onduidelijkheden met betrekking tot zettingen, verontreinigingen van naburige sites en verzilting weg te werken en de nodige maatregelen voor te stellen om de impact te beperken (indien nodig) voor de vergunning verleend wordt.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

De aanvraag werd onderworpen aan 1openbaar onderzoek. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Bespreking van de bezwaarschriften

Tijdens het openbaar onderzoek werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van PPS-Pipelines. Met dit bezwaarschrift reageert PPS-Pipelines op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men stelt beperkt betrokken te zijn bij de vergunningsaanvraag en vraagt om met enkele voorwaarden rekening te houden, zoals onder meer de Fetrapi-voorschriften en de te behouden afstanden ten opzichte van de leidingen. 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.