2023_CBS_02457 - Omgevingsvergunning - OMV_2022099501. Frans Van Hombeeckplein 10-14, Grotesteenweg 129-137. District Berchem - Goedkeuring

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

• Artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

Vanaf 30 fietsstal- of fietsparkeerplaatsen dient er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Indien het aantal te voorziene fietsstalplaatsen van 30 of meer fietsplaatsen opgedeeld wordt in verschillende ruimten dient in elk van deze ruimten een elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Het is onduidelijk of dit werd voorzien.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Deze aanvraag betreft een aantal wijzigingen van een vergunde situatie. Deze wijzigingen raken niet aan de stabiliteit van het gebouw. Het betreft de vergunde projecten met nummers OMV_2019154466 en OMV_2020137166. Het gehele project telde in de initieel vergunde toestand 78 appartementen. In deze aanvraag tot wijziging telt het project 76 appartementen. De 20 eengezinswoningen en 3 kantoorruimtes blijven in hun aantal ongewijzigd. 

De voorwaarden die werden opgenomen in voorgaande dossiers en waar niet aan werd voldaan in het voorliggende dossier worden alsnog opgenomen in de voorwaarden van voorliggend dossier.

De aanvraag omvat tevens de functiewijziging van de gelijkvloerse verdieping in het gebouw Grotesteenweg 129-135 naar ruimte voor detailhandel. De ruimte zal worden ingenomen door de supermarkt Okay en wordt publiek toegankelijk.

De functie van supermarkt hoort op deze locatie thuis, volgens de visie afgebakend in de Beleidsnota Detailhandel 2020. Het pand is immers gelegen in afgebakend kernwinkelgebied Driekoningenstraat-Statiestraat. Clustering van nieuwe handelsruimte is in deze kernen gewenst, omdat dit kernversterkend werkt.

In het gedeelte Grotesteenweg 137 wordt de laad- en loszone en magazijnfunctie voorzien. De netto winkelvloeroppervlakte bedraagt 388 m² waardoor het bekomen van een kleinhandelsvergunning niet nodig is. Het pand ligt in de zone voor verspreide bewinkeling nabij het afgebakende kernwinkelgebied Driekoningenstraat-Statiestraat. Er is gelijkvloers in deze zone een mix van functies waarbinnen de vestiging van de buurt ondersteunende supermarkt Okay gunstig kan geadviseerd worden.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het verkleinen van het woonprogramma komt de draagkracht ten goede. De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Visueel-vormelijke elementen

De gevels blijven, behoudens enkele kleine wijzigingen, ongewijzigd. Alle gevelwijzigingen worden niet als storend ervaren in de omgeving en kunnen gunstig beoordeeld worden.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de woningen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

Vermits de detailhandel minder dan 500 m² is en zich op de onmiddellijke omgeving richt genereert ook dit geen extra parkeerbehoefte.

Fietsvoorzieningen:

De ontsluiting en bereikbaarheid van de ondergrondse fietsstalplaatsen is niet goed. Enkel de cluster van 71 fietsstalplaatsen is bereikbaar via de fietstrap die op het binnenplein uitkomt. De andere 118 ondergrondse fietsstallingen zijn niet goed gepositioneerd; daar zal men samen met het autoverkeer gemengd worden wat ten zeerste af te raden is. Fietsers zullen voor een deel verplicht zijn om de uitrit voor wagens te gebruiken als ze de garage willen verlaten. Zij verlaten bij voorkeur de garage via de fietstrap. Daarom is het aangeraden om de fietsstalplaatsen zo dicht mogelijk bij deze fietstrap te concentreren.

De 4 overdekte/afsluitbare fietsstalplaatsen die voor het kantoorgedeelte werden voorzien, dienen voor het winkelpersoneel voorzien te worden.

In vergelijking met de voorgaande vergunning werden er nu 12 fietsstalplaatsen voorzien voor cargofietsen. Dit is een verbetering ten opzichte van de vorige vergunning, maar de realiteit leert dat door de huidige diversificatie van het fietspubliek er toch 10% van de plaatsen voorzien dient te worden voor buitenmaatse fietsen. Het is dus aan te raden om het aantal plaatsen voor buitenmaatse fietsen te verhogen tot minstens 25.

De opmerking uit het vorige advies om fietsverkeer en autoverkeer maximaal te scheiden, werd niet gevolgd. Een groot deel van de fietsers die de garage willen verlaten, worden doorheen de autoparkeergarage gestuurd. Het is dan ook zeer aan te raden om een voldoende ruime fietslift (minstens 1,20 meter op 2,10 meter, liefst 1,40 meter op 2,40 meter) te voorzien voor de 61 fietsstalplaatsen die zich achteraan de parking bevinden. Indien dit niet lukt, dient men deze 61 plaatsen te herpositioneren zodat men de parking kan verlaten zonder doorheen de autoparking te moeten fietsen.

Ontsluiting/bereikbaarheid:

Het is niet duidelijk hoe men de detailhandel zal beleveren. Voor de winkelruimte bevindt er zich immers een tramhalte die afgezet is met een hekwerk. Beleveringen met bestelwagens die langsheen/over het voetpad en fietspad rijden zijn niet mogelijk gezien de drukke passage van fietsers en voetgangers. Er dient dus een duidelijke beschrijving gegeven te worden over hoe de belevering van de winkel kan gebeuren.

Laden en lossen: 

De belevering van de vrachtwagens vindt plaats via de laad- en losmogelijkheid aan de voorzijde van de winkelruimte (kant Grotesteenweg) met kleine vrachtwagens en binnen de voorziene venstertijden, maximaal één levering per dag.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Voorliggende aanvraag betreft het exploiteren van ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan een Okay-winkel gelegen aan het Frans Van Hombeeckplein 10-14 te Berchem (Antwerpen).

De activiteiten zijn alle meldingsplichtig en betreffen de volgende  rubrieken:

• 16.3.2°a): koelinstallaties met een gezamenlijk geïnstalleerde drijfkracht van 94,95 kW;
• 17.4: de opslag van reinigings- en onderhoudsprodcuten voor eigen gebruik;
• 45.4°d): een verkooppunt voor producten van dierlijke oorsprong;
• 45.4.e)1°: de opslag van producten met dierlijke oorsprong;
• 45.8.1°b): inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen (brood, banket, koek, biscuit, deegwaren, enzovoort).

De ovens aanwezig in de winkel hebben als doel het afbakken van brood dat reeds bereid in de winkel geleverd wordt. De rubriek 45.8 is van toepassing op bereidingen van voedingsproducten, terwijl bedoelde ovens enkel het finaliseren tot doel hebben. In de praktijk worden elektrische broodovens in supermarkten niet ingedeeld. Bijgevolg wordt de rubriek 45.8 zonder voorwerp.

Uit de evaluatie van de milieueffecten op de omgeving blijkt dat er geen noemenswaardige effecten of hinder te verwachten is. De uitbater wordt erop gewezen dat de plaatsing van chillers tegen de perceelsgrens mogelijk aanleiding kan geven tot normoverschrijding (van milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht). De stalplaats op het dak van het gebouw dient vakkundig gekozen te worden in functie van de emissienorm van het toestel bij maximale belasting.

De leveringen vinden plaats op het openbaar domein ter hoogte van de Grote steenweg 145. Boven de laad- en loszone bevinden zich de slaapkamers van de bovenliggende appartementen. Leveringen in de vroege ochtend zullen geluidshinder veroorzaken. Het is onwaarschijnlijk dat de milieukwaliteitsnorm voor geluid in openlucht voor de nachtperiode (35 db(A)) gerespecteerd kunnen worden. Om het risico op hinder te beperken worden leveringen vóór 7.00 uur 's morgens niet toegelaten, tenzij voldaan wordt aan de voorwaarden voor laad- en losverrichtingen in de dagrand overeenkomstig artikel 4.5.7.1 van Vlarem II.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

2. De voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen gevolgd te worden.

3. De toelevering moet gebeuren aan de voorgevel van het nieuwbouwgedeelte, analoog aan de omliggende handelszaken.

4. Het aantal leveringen per dag wordt beperkt tot één. Het is niet toegelaten om te leveren op zondag.

5. Het transport gebeurt met kleine vrachtwagens met vaste laadbak. Okay respecteert de geldende tonnage-beperking voor laden en lossen (maximum 7,5 ton).

6. Fietsverkeer en autoverkeer in de ondergrondse garage dient maximaal gescheiden te worden. Dit kan door de ondergrondse fietsstalplaatsen die geen gebruik kunnen maken van de fietstrap te herpositioneren. 

7. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

8. De maximale netto-handelsoppervlakte (publiek toegankelijk) van de handelsruimte bedraagt minder dan 400 m². 

9. Er dienen minstens 25 fietsstalplaatsen voorzien te worden voor niet-standaardfietsen zoals cargofietsen.

10.  De 4 overdekte/afsluitbare fietsstalplaatsen die oorspronkelijk voorzien werden voor het kantoor dienen ter beschikking gesteld te worden van het winkelpersoneel.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de gevraagde meldingsplichtige inrichtingen of activiteiten te akteren onder algemene en sectorale voorwaarden.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere voorwaarden

1. Leveringen vóór 7.00 uur 's morgens zijn niet toegelaten, tenzij voldaan wordt aan de voorwaarden voor laad- en losverrichtingen in de dagrand overeenkomstig artikel 4.5.7.1 van Vlarem II.

Lasten

Artikel 75 Decreet betreffende de omgevingsvergunning bepaalt dat de vergunningverlener stedenbouwkundige lasten bij de omgevingsvergunningen kan opleggen.

De stedenbouwkundige last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van stedenbouwkundige lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden.

Het project valt onder het kaderbesluit aangaande stedenbouwkundige lasten, goedgekeurd door het college op 9 maart 2018.

Op 19 juni 2020 (jaarnummer 5445) keurde het college de overeenkomst met de betrokken bouwpromotor, BVBA Antonissen Project Management (APM), omtrent de stedenbouwkundige ontwikkelingskosten met betrekking tot de ontwikkeling van het projectgebied BUGA-site, gelegen aan de Grotesteenweg, Frans Van Hombeeckplein en de Klauwaardsstraat te Berchem (OMV_2019154466 - 20194236), district Antwerpen, goed.

Deze aanvraag betreft een aantal wijzigingen van een vergunde situatie. Het vergunde dossier betreft nummer OMV_2019154466 en 2020137166.

Voorliggende aanvraag omvat het regulariseren van kleine aanpassingen die tijdens de uitvoering van de werken noodzakelijk waren in functie van een interne optimalisatie en omwille van bouwtechnische redenen. De gelijkvloerse kantoren aan de Grotesteenweg worden gesupprimeerd en vervangen door detailhandel met bovenliggende kantoren.

Over het geheel gezien kan geoordeeld worden dat de wijzigingen van voorliggende aanvraag ten opzichte van de verkregen stedenbouwkundige vergunning op 19 juni 2020 (Jaarnummer 5286) beperkt zijn, waardoor er geen bijkomende taken voor de overheid gecreëerd worden.

Besloten kan worden dat aan de SOK plicht is voldaan binnen de afspraken gemaakt en vastgelegd in bovenvermelde overeenkomst bij de initiële vergunning.

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

(*) Wegens een cyberaanval op stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijk geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Daarom werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden.

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

Economische schade: het bezwaar tegen economische schade door de komst van een bijkomende supermarkt.

Beoordeling: De dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie (OS/BI) die in deze aanvraag om advies werd gevraagd, gaf een gunstig advies. Zij stellen in hun advies dat een supermarkt op deze locatie thuishoort, volgens de visie afgebakend in de Beleidsnota Detailhandel 2020. Het pand is gelegen in afgebakend kernwinkelgebied Driekoningenstraat-Statiestraat. Clustering van nieuwe handelsruimte is in deze kernen gewenst, omdat dit kernversterkend werkt. 

Het bezwaar met betrekking tot mogelijke economische schade is gebaseerd op vermoedens die losstaan van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard en bijgevolg ongegrond;

Onduidelijke dossiersamenstelling: het bezwaar tegen een slordige en onduidelijke dossiersamenstelling. Zo werden er drie verantwoordingsnota’s toegevoegd.” Schijnbaar heeft men alle verantwoordingsnota’s van de eerdere aanvragen ook gevoegd.” Het is voor de bezwaarindiener niet duidelijk of deze nota’s elkaar aanvullen, dan wel enkel de meest recente moest worden bekeken.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De verschillende nota’s van de initiële aanvraag en reeds vergunde wijziging werden als bijkomende informatie aangeleverd. Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier.

Interne strijdigheden : het bezwaar tegen onjuiste informatie in de mobiliteitsnota ten aanzien van de rest van het dossier. 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De stedelijke dienst Mobiliteit geeft een gunstig advies voor deze aanvraag, De aangeleverde mobiliteitstoets is deze uit de initiële aanvraag en werd ter info en ter volledigheid aangeleverd. De aangevraagde wijzigingen behoeven geen aanpassing van deze toets. Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. 

Ontbreken kleinhandelsluik: het bezwaar tegen het ontbreken van een kleinhandelsluik. De bezwaarindiener stelt dat de plannen vermelden dat de verkoopsoppervlakte 435 m² betreft. Dit is dus meer dan 400 m² en behoeft dus een omgevingsvergunningsaanvraag voor kleinhandel.

Beoordeling: Het bezwaar is deels ongegrond. De dienst OS/BI die in deze aanvraag om advies werd gevraagd, gaf een gunstig advies. Zij stellen eveneens vast dat er in de bijgevoegde documenten een onduidelijkheid is op het vlak van netto-handelsoppervlakte, belangrijk criterium voor een bijkomende vergunning voor kleinhandelsactiviteiten. Het document Milieu_inrichting_GV_101 geeft de netto-handelsoppervlakte correct weer: 388 m², waardoor kan besloten worden dat een bijkomende vergunning niet nodig is. Een ander document spreekt van een netto-handelsoppervlakte van meer dan 400 m², maar hierbij worden ook ruimten meegeteld die niet voor klanten toegankelijk zijn zoals de bakkerij.

Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. 

Ontbreken afdoende en volledige project-mer-screeningsnota: het bezwaar tegen het ontbreken van een afdoende en volledige project-mer-screeningsnota. De bezwaarindiener stelt dat het project duidelijk een stadsontwikkelingsproject betreft. Een onvolledige of onzorgvuldige project-m.e.r.-screeningsnota heeft automatisch de onontvankelijkheid van de aanvraagprocedure tot gevolg en kan zodoende naderhand niet meer vervolledigd worden.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier.

Strijdig met doelstellingen van het decreet IHB (Integraal Handelsvestingenbeleid):

In de onmiddellijke omgeving van de Projectsite zijn diverse (ook grootschalige) supermarkten aanwezig (onder meer Albert Heijn, Aldi, Carrefour Express, Lidl, enzovoort). Dergelijke inplanting leidt tot een te grote versnippering op het vlak van de verkoop van voeding.

Met de effecten van een supermarkt op de verkeerstromen werd geen rekening gehouden. Bezwaarindiener vreest echter effectief een onaanvaardbare mobiliteitsimpact.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De diensten OS/BI en Mobiliteit die in deze aanvraag om advies werden gevraagd, gaven een gunstig advies.