Terug
Gepubliceerd op 24/04/2023

2023_CBS_02469 - Omgevingsvergunning - OMV_2022115931. Markgravelei 95. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/04/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02469 - Omgevingsvergunning - OMV_2022115931. Markgravelei 95. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_02469 - Omgevingsvergunning - OMV_2022115931. Markgravelei 95. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022115931

Gegevens van de aanvrager:

NV ALGEMENE BOUWONDERNEMING VLASSAK-VERHULST met als adres Moerstraat 53 te 2970 Schilde

Ligging van het project:

Markgravelei 95 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nrs. 1831H en 1832C

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en omvormen van een pastorie naar winkelruimtes, een bar en een kantoor

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          16/04/1886: toelating (1886#294) voor twee huizen;

-          25/03/1881: toelating (1881#237) voor een scheidingsmuur en latwerk;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/102364;

-          04/07/2014: beschermd als monument:

-          https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/7197.

Vergunde / Geacht vergunde toestand  

-          pastorie met voor- en achtertuin, palend aan de Sint-Laurentiuskerk.

Bestaande toestand

-          pastorie met voor- en achtertuin;

-          2 bouwlagen onder een schilddak;

-          zij-aanbouw van 1 bouwlaag onder plat dak (verbinding met kerkgebouw);

-          voorgevel wit bepleisterd en deels bruine gevelsteen met wit geschilderd, houten buitenschrijnwerk;

-          overdekte fietsenberging links in de voortuin.

Nieuwe toestand

-          3 kleine, gelijkvloerse winkelruimtes plus een bar met keuken en sanitair;

-          bovenliggende kantoorruimtes plus een vergaderzaal;

-          nieuwe aanbouw aan de linkerkant na sloop van de huidige;

-          voorgevel van het behouden hoofdvolume in witte bepleistering met wit geschilderd, houten buitenschrijnwerk op een plint in wit geschilderde, blauwe hardsteen;

-          voorgevel van de aanbouw in travertijn titanium met koperkleurig, aluminium buitenschrijnwerk;

-          heraanleg van voor- en achtertuin met plaatsing van een poort op de verlengde oprit in de zijtuinstrook.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen en vervangen van de aanbouw;

-          wijzigen van de functie wonen naar detailhandel, reca en kantoor;

-          wijzigen van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 oktober 2022

28 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

10 oktober 2022

28 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

10 oktober 2022

24 oktober 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 oktober 2022

10 oktober 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 oktober 2022

25 oktober 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

10 oktober 2022

9 november 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

10 oktober 2022

12 april 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet een functiewijziging van wonen naar detailhandel, reca en kantoor. Er werd hieromtrent advies gevraagd aan de stedelijke dienst Business en Innovatie. Dit advies luidt als volgt: “Gunstig advies voor het inrichten van drie kleine shops en een bar in de gelijkvloerse ruimte van een bestaande pastorie met nieuwe aanbouw. De kleine shops en de bar kunnen aanvullend zijn op het lokale aanbod van de Markgravelei, waar op dit moment al een mix van winkel, reca en diensten gevestigd is te midden van de bestaande woningen. Door de beperkte oppervlakte van de ruimten, is te verwachten dat de focus vooral op dat lokale aanbod zal komen te liggen. Geadviseerd wordt dat de verschillende ruimten door één persoon beheerd en/of gehuurd worden, om leegstand te vermijden in dit gebouw. De bovenliggende kantoorruimten zijn eveneens niet van grote schaal, waardoor deze vermoedelijk ook door één gebruiker worden gehuurd/ingevuld.”

 

Vanuit stedenbouwkundig standpunt wordt bovenstaande argumentatie gevolgd. De aanvraag is vervolgens functioneel inpasbaar in de Markgravelei.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De plannen voorzien het slopen van het bestaande volume tussen de pastorie en de kerk en het voorzien van een nieuwbouwvolume in de plaats. Dit nieuwe volume is ontworpen als een soort paviljoen met grote glaspartijen, afgerond in de hoeken, een dakrand die zich onder de cordonlijst van de pastorie bevindt en voorzien is van luifels die enerzijds voor schaduw zorgen en waardoor anderzijds een slanke vormgeving van de dakrand gerealiseerd wordt. Aansluitend tegen de kerk bevindt zich een compacter en meer gesloten volume, dat rekening houdt met de erfdienstbaarheid naar de toegang tot de kerk, alsook met de aanwezige ramen in de zijgevel van de Sint-Laurentiuskerk.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld. Het voorgestelde project past zich volumetrisch in tussen de pastorij en de kerk. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel van het hoofdvolume in witte bepleistering met wit geschilderd, houten buitenschrijnwerk op een plint in wit geschilderde, blauwe hardsteen blijft behouden en blijft hiermee inpasbaar in de straat.

 

De nieuwe voorgevel van het nieuwe volume wordt voorzien in travertijn titanium met koperkleurig, aluminium buitenschrijnwerk. Een vorige versie van het ontwerp werd op 24/6/2022 voorgelegd op de Kwaliteitskamer. Het verslag was toen voorwaardelijk gunstig met volgende argumentatie: “(…) De kwaliteitskamer waardeert dat het nieuwe ontwerp inspeelt op de aandachtspunten uit het vorige advies en sluit zich aan bij het positief advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed omtrent de volumetrie. Wat de architecturale uitwerking betreft vraagt de kwaliteitskamer om nog iets meer soberheid na streven. De nieuwe toevoeging bevindt zich immers tussen 2 monumenten met een sterke architecturale eigenheid. Om die reden wordt een meer uitgezuiverd ontwerp verwacht dat door zijn soberheid (minder design) en uitgepuurde detaillering als vanzelfsprekend zijn plaats verdient. Wat de materialisatie en detaillering betreft vraagt de kwaliteitskamer om volgende te onderzoeken:

- het weglaten van de koperen afwerking waarbij de dakplaat verjongt en van binnen naar buiten doorloopt met een sobere donkere kraal als overgang naar het platte dak. 

- onderzoek voeren naar de keuze en behandeling van travertijn of natuursteen in relatie tot de aanwezige natuursteen in de kerkgevel.

- weglaten van de spots in de overkragende dakrand.

De kwaliteitskamer refereert hierbij naar het ingetogen, eenvoudig opzet van het Barcelona paviljoen waarbij puurheid en vanzelfsprekende eenvoud, primeren op het design.

Conclusies:

- meer ingetogen ontwerp: aandacht opzoeken door eenvoud en meer soberheid nastreven;

- fijnere dakrand en spots weglaten;

- gevelbekleding (travertijn) meer afstemmen op materialisatie kerk.”

 

Het ingediende ontwerp biedt gedeeltelijk antwoord op bovenstaande opmerkingen van de kwaliteitskamer. De detaillering en afwerking van de luifels werden verder uitgewerkt en de spots in de overkraging werden weggelaten. Enkel de travertijn blijft voorzien. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt volgen we het advies van de kwaliteitskamer. De travertijn maakt het geheel te log. Het zou beter zijn om een lichte natuursteen te gebruiken, afgestemd op de materialisatie van de kerk. Op die manier krijgt de uitbreiding subtiliteit. In de beschrijvende nota wordt opgenomen dat de soort en kwaliteit van de travertijn en de eventuele bewerking en/of behandeling nauwgezet opgevolgd zullen worden tijdens de uitvoering van de werken, in overleg met de bevoegde instanties en rekening houdend met de beschikbaarheid ten tijde van de uitvoering. In voorwaarden van de vergunning wordt opgelegd om de gevelafwerking in natuursteen (mogelijks travertijn) te voorzien en de eventuele bewerking en/of behandeling hiervan in overeenstemming met de bevoegde instanties moet worden gekozen.

 

Mits keuze van de juiste gevelafwerking, past het ontwerp zich in tussen de kerk en de pastorie en is hiermee visueel inpasbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het dossier betreft werken aan de pastorie Sint-Laurentiusparochie met tuin. Deze werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed. Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt: “Het pand, inclusief de tuin,  is opgenomen op de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en werd bij ministerieel besluit van 4 juli 2014 beschermd als monument.

 

Voor het gebouw werd een erfgoednota opgesteld met een grondige bouwhistorische en bouwkundige analyse, evenals een waardenstelling van het gebouw. Aan de bouwaanvraag ging een uitgebreid overlegtraject vooraf, zowel met de stedelijke dienst monumentenzorg als met het agentschap Onroerend Erfgoed.

 

De oorspronkelijke pastorie van de Sint-Laurentiusparochie werd samen met de Sint-Laurentiuskerk opgericht in 1824-25 als vrijstaand gebouw in neoclassicistische stijl naar ontwerp van de toenmalige stadsarchitect van Antwerpen Pierre Bruno Bourla. Omstreeks 1869 werd de pastorie grondig verbouwd naar ontwerp van de toenmalige stadsarchitect Pieter Dens, die hierbij trouw bleef aan het neoclassicistisch karakter van het pand. Het exterieur behield ook na de verbouwing de kenmerkende gevelafwerking, symmetrische gevelgeleding en sobere vormentaal. Inwendig werd de oorspronkelijke planindeling sterk gewijzigd, maar ook hier met respect voor de neoclassicistische kenmerken en elementen. In de eerste helft van de 20ste eeuw (1932-1941) wordt de huidige Sint-Laurentiuskerk opgericht in een neobyzantijnse art-decostijl naar het ontwerp van Jef Huygh. De plannen van Huygh voor de oprichting van een nieuwe pastorie in dezelfde stijl worden evenwel nooit uitgevoerd om budgettaire overwegingen. Wel wordt de pastorie omstreeks 1933 uitgebreid met een annex en wachtkamer naar het ontwerp van Huygh.

 

De werken bestaan uit enerzijds de restauratie en herbestemming van het hoofdvolume van de pastorie en anderzijds de vervanging van de huidige aanbouw aan de pastorie met lage erfgoedwaarde door een nieuw volume. In het ontwerp wordt de zogenaamde bow-window, een uitbreiding uit 1941 rechts in de achtergevel van de pastorie, verwijderd en (de oorspronkelijke symmetrie van) de achtergevel hersteld. Daarnaast zal de historisch waardevolle aanleg van de voortuin gerestaureerd en de groenaanleg van voor- en achtertuin opgefrist worden.

 

Het voorliggende ontwerp is in overeenstemming met de opgelegde randvoorwaarden en aandachtspunten zoals die besproken werden in het ontwerptraject. Het ontwerp wordt gunstig geadviseerd.”

 

Er werd bijkomend advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dit advies kan in bijlage worden teruggevonden. De voorwaarden opgelegd in het advies moeten strikt worden nageleefd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Omwille van de mogelijke impact op het milieu, werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Dit advies luidt als volgt: “In het aanvraagdossier wordt geen indicatie teruggevonden dat er ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing zouden zijn. In de beschrijvende nota wordt gesteld dat de nieuwe invulling kleinschalig is en eventuele installaties vergelijkbaar zullen zijn met huishoudelijke installaties. Wel is het zo dat voor de aanleg van de nieuwe kelder mogelijks een bronbemaling noodzakelijk zal zijn. Bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, zijn vergunningsplichtig krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2). De karakteristieken van de ondergrond worden bepaald door een pompproef.

 

Volgens de bouwcode van stad Antwerpen is het verplicht om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv). Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.”

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van [2] parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van pastorie naar winkel, reca en kantoor:

-          204m² kantoren met parkeernorm 1,1/100m² = 204m² x 1,1/100m² = 2.

De handelsfunctie en de bar op het gelijkvloers hebben een beperkte oppervlakte (240m² samen) waardoor er geen parkeerbehoefte bepaald wordt.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor het kantoor van 204m² moeten er voor het personeel 3 fietsstalplaatsen voorzien worden (1.25/100m²).

Voor de handel en reca moet er voor het personeel 1 fietsstalplaats voorzien worden (0.60/100m²).

 

Er worden 10 fietsstalplaatsen voorzien aan de zijkant van het perceel. De 4 plaatsen voor het personeel moeten overdekt en afsluitbaar zijn. Dit wordt opgelegd in voorwaarde bij de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dienen 4 fietsstalplaatsen voor het personeel overdekt en afsluitbaar voorzien te worden.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m-mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

- een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …);

- grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

- invloedstraal van de bemaling (op plan);

- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…);

- indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u.

4. De voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed moeten strikt worden nageleefd.

5. De soort, kwaliteit, bewerking en behandeling van de gekozen natuursteen (eventueel travertijn) als gevelafwerking dient, alvorens uit te voeren, ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed en de bevoegde stedelijke instanties.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 september 2022

Volledig en ontvankelijk

10 oktober 2022

Start 1e openbaar onderzoek

17 oktober 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

15 november 2022

Beslissing toepassing administratieve lus

2 december 2022

Start laatste openbaar onderzoek

20 februari 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

21 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 juni 2023

Verslag GOA

14 april 2023

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De gele affiche werd niet overeenkomstig artikel 20 van het omgevingsvergunningsbesluit aangeplakt.

 

Artikel 20 §2

 

De affiche wordt aangeplakt op een plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag paalt aan een openbare weg, of als het aan verschillende openbare wegen paalt, aan elk van die openbare wegen. Als het voorwerp van de vergunningsaanvraag niet paalt aan een openbare weg, wordt de affiche aangeplakt op een plaats aan de dichtstbijzijnde openbare weg.

De vergunningsaanvrager plakt de affiche op een schutting, op een muur of op een bord dat aan een paal bevestigd is, op de grens tussen het terrein of de toegang tot het terrein en de openbare weg en evenwijdig met de openbare weg, met de tekst gericht naar de openbare weg en op een maximumhoogte van twee meter.

De affiche is altijd goed leesbaar vanaf de openbare weg.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

17 oktober 2022

15 november 2022

0

0

0

0

13 december 2022

11 januari 2023

0

0

0

12

20 februari 2023

21 maart 2023

1

0

0

5

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

Aantasting van de erfgoedwaarde: De bezwaarindiener geeft aan dat het voorzien van het nieuwe volume en het afbreken van de bow-window in de achtergevel, zowel de erfgoedwaarde van de kerk als deze van de pastorie aantast.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft een gunstig advies voor deze aanvraag.

 

Verstoren huidig karakter van de woon- en zorgbuurt: de bezwaarindiener geeft aan dat de geplande bar niet past in de omgeving en hinder zal veroorzaken in de bestaande woon- en zorgbuurt.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar omtrent mogelijke overlast betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Er is niet noodzakelijk een causaal verband tussen voorliggend project en de te verwachten hinder zoals omschreven in het bezwaarschrift.

 

Geluidsoverlast: de bezwaarindieners geven aan dat het geplande terras en de bar in het algemeen geluidsoverlast zal veroorzaken in de buurt.

Beoordeling:

Het bezwaar omtrent geluidsoverlast betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van het voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.

 

Mobiliteitshinder door auto’s: de vergunningsaanvraag zou de parkeerdruk, die thans zeer hoog is, nog doen toenemen. Wegens de beperkte parkeercapaciteit in de buurt wordt verwacht dat dit de parkeerdruk in de buurt zal verhogen en zo de leefbaarheid in het gedrang komt.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. De stedelijke dienst Mobiliteit geeft een gunstig advies voor deze aanvraag. Indien de aanvraag vergund wordt zal er een parkeerretributie toegepast worden voor de 2 ontbrekende plaatsen, waarmee op termijn een buurtparking zal worden gerealiseerd. De aanvraag betreft een beschermd monument en laat hierdoor niet toe om meer parkeerplaatsen te voorzien. Het bezwaar is ongegrond.

 

Mobiliteitshinder door fietsen: de bezwaarindiener geeft aan dat het plaatsen van de fietsen voor bezoekers een grote chaos zal veroorzaken. De doorgang van blinden en slechtzienden zal hierdoor fel belemmerd worden.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. De stedelijke dienst Mobiliteit geeft een gunstig advies voor deze aanvraag.

 

Verminderde zichtbaarheid kerk door struiken: de bezwaarindiener geeft aan dat op de plannen struiken staan ingetekend voor het raam van de kerk. Indien dit hoge beplanting zou zijn, kan deze een negatieve impact veroorzaken op de zichtbaarheid van de kerk.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. De plannen tonen inderdaad de aanplanting van struiken ter hoogte van het kerkraam. Echter wordt er op de plannen een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de hoge bomen en lage beplanting. De struiken voor het raam betreffen lage beplanting en zullen dus geen onaanvaardbare hinder creëren ten opzichte van de kerk.

 

Toegankelijkheidshinder watermeter kerk: de bezwaarindiener geeft aan dat de nieuwe fietsenstalling boven de put getekend wordt waar de watermeter voor de kerk geplaatst is. De toegankelijkheid naar deze wordt hierdoor mogelijks belemmerd.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. De fietsen kunnen altijd weggenomen worden zodat de waterteller bereikbaar is.

 

Geurhinder door afvalcontainers ten opzichte van de kerk: de bezwaarindiener geeft aan dat de afvalcontainers geurhinder zullen veroorzaken ten opzichte van het secretariaat van de parochie.

Beoordeling:

Het bezwaar omtrent geuroverlast betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kan worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.

 

De functie ‘bar’ wordt uitgesloten in de pachtovereenkomst: de bezwaarindiener geeft aan dat de functie ‘bar’ of ‘café’ uitdrukkelijk wordt uitgesloten in de pachtovereenkomst en hierdoor dus niet voorzien mag worden.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. De plannen tonen inderdaad dat in het gelijkvloerse nieuwbouwvolume een bar wordt aangevraagd. Wij beoordelen of dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is. Een pachtovereenkomst is niet stedenbouwkundig van aard en kan bijgevolg niet mee in afweging genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dienen 4 fietsstalplaatsen voor het personeel overdekt en afsluitbaar voorzien te worden.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m-mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

- een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bv. berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, …);

- grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

- invloedstraal van de bemaling (op plan);

- een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

- een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1.lozen in oppervlakte water 2. Hemelwaterafvoer,…);

- indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u.

4. De voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed moeten strikt worden nageleefd.

5. De soort, kwaliteit, bewerking en behandeling van de gekozen natuursteen (eventueel travertijn) als gevelafwerking dient, alvorens uit te voeren, ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed en de bevoegde stedelijke instanties.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.