Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022072410 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Dirk Van Thielen met als adres Diestsesteenweg 49 te 3540 Herk-de-Stad |
Gegevens van de exploitant: | AVEVE (0403552464) met als contactadres Aarschotsesteenweg 84 te 3012 Leuven |
Ligging van het project: | Vaartkaai 29, Eugeen Meeusstraat 6 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nr. 269H7 |
waarvan: |
|
- 20220520-0016 | afdeling 40 sectie C nr. 269H7 (Aveve nv Logisitiek) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de actualisatie van een vergunning voor de exploitatie van een bedrijf gespecialiseerd in de land- en tuinbouwsector |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Aveve nv – Logistiek heeft momenteel een milieuvergunning klasse 1 met referentie MLAV1-10-387, dewelke werd uitgereikt op 14 april 2011 door de deputatie.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de actualisatie van de opslaghoeveelheden voor gevaarlijke producten in Aveve nv – Logistiek, een bedrijf gespecialiseerd in de land- en tuinbouwsector. Het bedrijf slaat diverse afgewerkte producten zoals veevoeders, granen en zaden op voor transport naar de winkels. Er is geen productieproces aanwezig voor gevaarlijke producten. Sinds het in gebruik nemen van een vestiging in Wilsele, specifiek voor de opslag van biociden en andere gevaarlijke producten, liggen de opslaghoeveelheden voor gevaarlijke producten veel lager. Tot op heden is de vestiging van Aveve nv – Logistiek ingedeeld als een klasse 1 inrichting. Na actualisatie van de vergunning zal het een klasse 2 inrichting betreffen. Verder bevat de aanvraag ook een omzetting van de rubriekentabel.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2.000 liter |
12.3.2° | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | - 109,50 kW |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | + 8 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | + 7 kW |
17.3.4.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | - 200,16 ton |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | - 200,16 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; | - 24,30 ton |
19.6.1°a) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal. | 70 m³ |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft de de actualisatie van de opslag van gevaarlijke producten. De inrichting is gelegen in industriegebied en stedenbouwkundig verenigbaar. Vanuit stedenbouwkundig standpunt is er geen bezwaar.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voorliggend project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria (bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid) doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening). De omzetting van de vergunning heeft geen betrekking op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben. Een project m.e.r.-screening is niet vereist.
Er is een afzonderlijke opslagruimte waar de producten, rekening houdende met de afstandsregels opgenomen in Vlarem II, gestockeerd worden. De recipiënten waarin de producten zijn opgeslagen kunnen variëren van grootte. De opslagruimte is gecompartimenteerd in verschillende opslaglokalen. Er is een vloeistofdichte ondergrond aanwezig en iedere ruimte is ingekuipt doordat deze afhelt naar een afvoer richting een verzamelput met een opvangcapaciteit van 20?m³. Hierdoor wordt vermeden dat bij spills gevaarlijke producten in de openbare riolering terecht kunnen komen. Water wordt op de site enkel aangewend voor sanitaire doeleinden. Er worden geen aanzienlijke effecten op de bodem en het watersysteem verwacht als gevolg van de exploitatie.
Laad- en losactiviteiten gebeuren respectievelijk tussen 6.00 uur – 22.00 uur en 8.00 uur – 16.00 uur. Het betreft een 80-tal vrachtwagens per week. Tijdens deze activiteiten worden de motoren steeds stil gelegd. Er is geen activiteit tijdens het weekend. Hierdoor blijft de eventuele geluidshinder afkomstig van de exploitatie ongewijzigd ter hoogte van de woningen aan de Eugeen Meeusstraat. Gezien het aantal vrachtwagens per week en de ligging van de vestiging aan het water wordt gevraagd aan de exploitant om door middel van een mobiliteitsstudie te bekijken hoe het transport geoptimaliseerd kan worden. Dit tegen dat huidige vergunning vervalt (2031).
Het aardgasverbruik is te wijten aan 3 centrale stookinstallaties met een totaal vermogen van 195 kW, welke niet-ingedeeld zijn en dus geen voorwerp vormen van deze aanvraag. Er worden geen aanzienlijke effecten op de luchtkwaliteit verwacht als gevolg van de exploitatie.
De gevraagde wijzigingen verlagen het risico op hinder voor de omgeving of vervuiling van het milieu. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De gevraagde wijzigingen verlagen het risico op hinder voor de omgeving of vervuiling van het milieu. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2.000 liter |
12.3.2° | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | niet langer van toepassing |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | + 8 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | + 7 kW |
17.3.4.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | - 200,16 ton |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | - 200,16 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; | - 24,30 ton |
19.6.1°a) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal. | 70 m³ |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2.000 liter |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 2.000 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 15 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 50 kW |
17.3.4.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 5 ton |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 5 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; | 5 ton |
19.6.1°a) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal. | 70 m³ |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 2 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 30 november 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 10 december 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 8 januari 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 13 februari 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 14 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 juni 2023 |
Verslag GOA | 14 april 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 december 2022 (*) | 8 januari 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13 februari 2023 | 14 maart 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
(*) Wegens een cyberaanval op stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijk geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Daarom werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2.000 liter |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 2.000 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 15 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 50 kW |
17.3.4.1°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 5 ton |
17.3.6.1°a) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 5 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton; | 5 ton |
19.6.1°a) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal. | 70 m³ |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 14 april 2031, de eindtermijn van de lopende vergunning.