Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022152168 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw sofie Wielandts met als adres Lange Altaarstraat 36 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Karel De Preterlei 166 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 26 sectie B nrs. 907D6 en 907X |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | aanleggen van een zwemvijver en verhardingen in de tuin |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde toestand
Bestaande toestand
Nieuwe toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de inplantingsplannen worden twee verschillende perceelgrenzen weergeven. Namelijk ‘perceelgrenzen situering omgevingsloket’ en ‘perceelgrenzen volgens opmeting’. Op de grondplannen worden enkel de ‘perceelgrenzen volgens opmeting’ weergegeven. De ‘perceelgrenzen situering omgevingsloket’ is de correcte weergave en bijgevolg wordt de aanvraag beoordeeld conform deze perceelgrenzen.
Daarnaast stemt het terreinprofiel niet overeen met de aangeleverde foto’s. In snede A-A’ wordt de scheidsmuur met het perceel van nummer 170 lager opgetekend dan in de werkelijke toestand. Volgens de aangeleverde foto’s is de hoogte van deze scheidsmuur hoger dan het bestaand prieel en dus groter dan 2,8 meter. Op basis van de aangeleverde foto’s kan worden geoordeeld dat er geen scheidsmuren of tuinmuren worden gewijzigd en bijgevolg wordt het wijzigen van scheids- en of tuinmuren uitgesloten van de vergunning.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid - visueel-vormelijke elementen - bodemreliëf
Achteraan de tuin wordt een zwemvijver met een oppervlakte van circa 22 m2 aangelegd met een diepte van circa 1,4 meter. Rondom deze vijver wordt een terras in zwarte leisteen aangelegd met een oppervlakte van circa 55 m2. Op dit terras wordt een houten prieel voorzien met een hoogte van circa 2,8 meter en een grootte van circa 2,2 meter op circa 6,2 meter. Het terras achteraan de woning wordt vervangen door een nieuw terras in getrommelde kleiklinkers met een oppervlakte van circa 23 m2. Tussen dit terras en het terras rondom de zwemvijver wordt een pad voorzien in flagstones met een oppervlakte van circa 14 m2.
De verharde oppervlakte overschrijdt de maximaal toelaatbare oppervlakte niet.
Het houten prieel bevindt zich niet overal op minimaal 1 meter van de perceelsgrens met nummer 168.
Doordat de hoogte van het prieel nog steeds in verhouding is met de afstand tot de tuinmuur én de hoogte van de tuinmuur (‘onder 45 graden) is de voorgestelde plaatsing aanvaardbaar.
De materiaalkeuzes, volumes en verhardingen zijn niet storend voor de omgeving en mits naleving van de voorwaarden inpasbaar in de omgeving. De wijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15/11/2022 |
Volledig en ontvankelijk | 18/11/2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 17/04/2023 inclusief termijnverlenging noodbesluit |
Verslag GOA | 31/01/2023 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd niet onderworpen aan openbaar onderzoek.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.