Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022091203 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Fabian De Wachter met als adres Rue de la Digue 1 te 4683 Oupeye en mevrouw Katie De Meyer met als adres Rue de la Digue 1 te 4683 Oupeye |
Ligging van het project: | Laar ZN te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 34 sectie E nr. 135K3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde/vergund geachte & huidige toestand
Gewenste toestand
Inhoud van de aanvraag
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 13 september 2022 | 5 oktober 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 13 september 2022 | 19 september 2022 | Geen advies |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 13 september 2022 | 21 december 2022 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 13 september 2022 | 29 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 13 september 2022 | 7 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 13 september 2022 | 27 september 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Verkavelingen
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook zonder meer sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie van de woning, 13 à 17 x 14 m (eerste verdieping en gelijkvloers respectievelijk), is omwille van het voldoen aan de algemeen gehanteerde richtlijnen voor dit soort panden en van de gehanteerde afstanden tot de naburige percelen, telkens minimaal 3 m, en de inplanting op dezelfde voorgevelbouwlijn als de aanpalende panden, geheel in harmonie en ruimtelijk zonder meer correct voorzien in zijn gebouwde context.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook eenduidig gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte materialen, lichte bepleistering en aluminium schrijnwerk (evenwel zonder kleurstelling), zijn algemeen gezien aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en in bepaalde tinten reeds voorkomend in de onmiddellijke omgeving.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het perceel ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Er werd, na een eerder ongunstig advies waaraan door de aanvrager geremedieerd werd door middel van een nieuwe projectinhoud versie (projectinhoudversie V4), een gunstig advies op de aanvraag verleend door de waterbeheerder.
Indien voldaan wordt aan punt 4, “voorwaarden en maatregelen”, uit dit advies, is de aanvraag verenigbaar met de huidige wetgeving en de doelstellingen en beginsels van het Decreet Integraal Waterbeleid.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg voorwaardelijk gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor aanvragen tot en met 5 wooneenheden is de werkelijke parkeerbehoefte 1 plaats per unit en gelet op het feit dat de huidige aanvraag louter het optrekken van 1 eengezinswoning betreft, is de parkeerbehoefte hier dan ook zonder meer 1 plaats.
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Volgens de geldende voorschriften (artikel 29 van de Antwerpse bouwcode) en het advies van de dienst Mobiliteit, dient de woning te beschikken over een inpandige (overdekte en afsluitbare) fietsenstalling met plaats voor minimaal 7 fietsen, dit aan een oppervlakte van 1,50 m² per fiets oftewel minimaal 10,5 m².
Betreffende werd niet expliciet voorzien of opgetekend maar gelet op het feit dat de werkelijk berekende parkeerbehoefte in deze slechts 1 stalplaats vereist en de opgetekende garage meer dan voldoende ruim is om naast 1 wagen bijkomend op een comfortabele wijze 7 fietsen te stallen, kan geoordeeld worden dat onder laatstgenoemde voorwaarden voldaan is aan betreffend voorschrift.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De tuinberging moet voorzien worden van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
2. De riolering dient aangeboden te worden aan de straat conform artikel 40 van de bouwcode.
3. De inhoud van de septische put dient minimaal 2.300 liter te bedragen.
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
5. Na uitvoering moet voldaan zijn aan de voorwaarden opgenomen in het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 13 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | 22 september 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 21 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 27 maart 2023 |
Verslag GOA | 1 februari 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
22 september 2022 | 21 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijks geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt.
Gelieve ook rekening te houden met het feit dat de stad Antwerpen nog niet in de mogelijkheid is om onmiddellijk een nieuw openbaar onderzoek op te starten.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De tuinberging moet voorzien worden van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
2. De riolering dient aangeboden te worden aan de straat conform artikel 40 van de bouwcode.
3. De inhoud van de septische put dient minimaal 2.300 liter te bedragen.
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
5. Na uitvoering moet voldaan zijn aan de voorwaarden opgenomen in het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.