Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022127116 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA ANTVEST met als contactadres Oudeleeuwenrui 39 bus v2 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Plantin en Moretuslei 110 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nr. 1272V4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een burgerhuis tot 3 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
Huidige toestand
Gewenste toestand
Inhoud van de aanvraag
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 28 oktober 2022 | 17 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 28 oktober 2022 | 24 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 28 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 28 oktober 2022 | 28 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 oktober 2022 | 28 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 28 oktober 2022 | 25 november 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergund geachte woonfunctie blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bouwvolume blijft nagenoeg ongewijzigd t.o.v. de geacht vergunde situatie. Wel worden er twee bijkomende terrassen voorzien ter hoogte van de eerste en de tweede verdieping. Het terras op de eerste verdieping wordt voorzien op het platte dak van de gelijkvloerse uitbouw en het terras op de tweede verdieping wordt als buitenkamer geconcipieerd binnen het bestaande en vergund geachte entresolvolume. Beide terrassen kunnen gunstig geadviseerd worden.
Wat betreft het voorgestelde programma van 3 woningen kan er een gunstig advies gegeven worden. In de huidige toestand zijn er 10 studiowoningen aanwezig in het gebouw. Bewonerskaarten bevestigen dat voor 1979 3 gezinnen zich huisvestten in het gebouw.
Omdat de huidige toestand afwijkt ten opzichte van de toestand van voor 1979, kunnen er geen absolute rechten geput worden op basis van dit geacht vergunde aantal van 3 wooneenheden, temeer omdat de inrichting ervan niet vergund noch gekend is. De bijkomende wooneenheden moeten als nieuw beoordeeld worden en worden niet ontslagen worden van een toetsing aan de voorschriften. Gezien de gegevens van de bewonerskaarten kunnen er wel afwijkingen hierop worden overwogen voor zover deze de basale woonkwaliteit van de woningen niet hinderen en de draagkracht van het gebouw en de omgeving niet in het gedrang brengen.
Zowel het aanbod als de inrichting van de drie woonentiteiten kunnen gunstig geadviseerd worden. De ruime duplexwoning met één slaapkamer, verspreid over het souterrain en het verhoogde gelijkvloers, heeft een netto oppervlakte van 100 m². Het kleinere éénslaapkamerappartement op de eerste verdieping (netto 63 m ²) biedt evenwel een mooie woonkwaliteit. Tot slot vormt het duplexappartement met twee slaapkamers op de tweede en derde verdieping (netto 90 m²) een ruime woonentiteit met dito buitenruimte.
De aanvraag kan vanuit dit punt gunstig geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voorziet in een toename van de interne woonkwaliteit door de inrichting van 3 ruime woonentiteiten met een ruimtelijke inrichting die genieten van kwalitatieve buitenruimtes.
Noch de inrichting, noch de buitenruimtes geven hierbij hinder naar de omgeving.
Ook wat dit punt betreft, kan de aanvraag gunstig geadviseerd worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed.
Artikel 5 §1 van de bouwcode zegt dat voor gebouwen opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Daarom werden de wijzigingen ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt:
“De aanvraag heeft betrekking op Plantin Moretuslei 112, onderdeel van een ensemble van vier burgerhuizen in sobere art-nouveaustijl, naar een ontwerp door de architecten August Cols en Alfried Defever uit 1906. Opdrachtgever was de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Deze bouwmaatschappij werd in 1886 opgericht met als doel de ontwikkeling van Zurenborg tot woonwijk voor de burgerij. Dit gedeelte van de Plantin en Moretuslei, tussen Rolwagenstraat en Tweelingenstraat, vormt de noordelijke begrenzing van de wijk. […] Met een gevelbreedte van alternerend drie en twee ongelijke traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Zij beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, oorspronkelijk met de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda, een zijdelings ingeplante traphal, en de keuken in het souterrain. De lijstgevels hebben een parement uit gele baksteen voor de uiterste, en witte Silezische brikken voor de middelste twee panden, met gebruik blauwe hardsteen voor de plint en witte natuursteen voor speklagen, hoekblokken, sluitstenen, balkons, colonnetten en postamenten. Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema, onderscheiden de vier opstanden zich door een geïndividualiseerde compositie, alternerend symmetrisch en asymmetrisch, met uiteenlopende oplossingen voor de gevelbeëindiging. Terugkerende elementen waarmee wordt gevarieerd, zijn de smeedijzeren balkons en driezijdige erkers, de steek- of rondboogopeningen, en de brede houten kroonlijst.
Van nummer 110 wordt de inkomtravee bekroond door een torentje, waarvan de spits is verdwenen. Nummer 112 onderscheidt zich als enige door een trapezoïdale gevelbeëindiging met postamenten. Van nummer 114 wordt het brede zijrisaliet bekroond door een puntgevel. Bij nummer 116 bepalen de drie- of vierlichten met colonnetten het beeld. Het oorspronkelijk houten schrijnwerk is vrijwel volledig vernieuwd.
Men wenst het pand te verbouwen. Vandaag zijn er 10 studio’s in het pand ondergebracht. De nieuwe eigenaar wenst er opnieuw 3 woonentiteiten in onder te brengen. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar. De interne werken zijn aanvaardbaar. Bij een eerdere verbouwingscampagne werden de schouwmantels reeds weggenomen, wat gezorgd heeft voor een uitholling van het interieur. Of er nog andere interieurelementen bewaard bleven, waaronder de lijstplafonds onder de bestaande valse plafonds, is niet duidelijk. Het is niet mogelijk om dit bijkomend te onderzoeken tijdens de bouwaanvraagprocedure wegens nog bewoond.
Indien er nog waardevolle interieurelementen bewaard zijn dienen ze geïntegreerd in het nieuw ontwerp. Dit is tevens de intentie van de bouwheer. Graag terugkoppeling voor uitvoering.
De voorgevelrestauratie, nl. vervangen van het bestaande schrijnwerk door historisch correct geprofileerd geschilderd houten schrijnwerk en het herstellen van het balkon, zal het straatbeeld en het ensemble waar het deel vanuit maakt opnieuw opwaarderen. Deze ingreep wordt dan ook erg geapprecieerd. Detailtekeningen van het schrijnwerk dienen teruggekoppeld te worden met de afdeling monumentenzorg voor bestelling. De nieuwe voordeur is atypisch geprofileerd. Misschien is het terugbrengen van een stenen tussenstijl ter hoogte van de voordeur een optie, zo kan de vormgeving van de voordeur beter afgestemd worden op de stijl en architectuur van het pand. Ook de indeling van de terrasdeur op de eerste verdieping dient meer historisch te worden uitgewerkt, nl. met een volpaneel onderaan en glas bovenaan ipv volledig beglaasd.”
Dit advies wordt vanuit ruimtelijk oogpunt bijgetreden. De geformuleerde voorwaarden worden integraal overgenomen en als voorwaarden bij de vergunning geformuleerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De detailtekeningen van het schrijnwerk in de voorgevel, de profilering en indeling van de voordeur moeten worden teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
4. Bewaarde maar vandaag nog ongekende waardevolle interieurelementen dienen geïntegreerd te worden in het ontwerp. Hierover dient tijdens de uitvoeringsfase terugekoppeld te worden met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 september 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 oktober 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 27 maart 2023 |
Verslag GOA | 2 februari 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden :
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De detailtekeningen van het schrijnwerk in de voorgevel, de profilering en indeling van de voordeur moeten worden teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
4. Bewaarde maar vandaag nog ongekende waardevolle interieurelementen dienen geïntegreerd te worden in het ontwerp. Hierover dient tijdens de uitvoeringsfase terugekoppeld te worden met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.