Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022116581 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jan Lems met als contactadres Roerdomplei 2 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: | Lodewijk Van Berckenlaan 66 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 22 sectie A nr. 101X6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning met perceelsontpitting |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Geacht vergunde toestand
- functie: meergezinswoning:
- bouwvolume: op basis van de luchtfoto uit 1974 en de kadastergegevens:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van het bestaande gebouw vooraan het perceel, inclusief de voorgevel en indeling;
- wijzigen van het bouwvolume van de gelijkvloerse aanbouw;
- regulariseren en wijzigen van het gebouw achteraan het perceel;
- wijzigen van de scheimuren en tuinmuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- heraanleg van de tuin en verhardingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 17 november 2022 | 13 januari 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 17 november 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 17 november 2022 | 21 november 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 17 november 2022 | 17 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 17 november 2022 | 29 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 17 november 2022 | 29 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 17 november 2022 | 16 februari 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het hoofdvolume van de meergezinswoning blijft ongewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde toestand.
De gelijkvloerse aanbouw rechts wordt gewijzigd. Dit gewijzigde bouwvolume heeft een bouwdiepte van circa 16,7 meter en een kroonlijsthoogte van circa 3,7 meter. Tegen het bouwvolume geen bezwaar.
Het gelijkvloerse appartement wordt heringericht, waarbij achteraan een leefruimte-eetplaats-keuken voorzien wordt. Deze ruimte heeft een oppervlakte van circa 40 m². De afstand tussen het meest diep gelegen gedeelte van de keuken en de achtergevel betreft circa 10 meter, wat de ideale daglichttoetreding van de keuken niet ten goede komt. Echter is in de zijgevel van deze aanbouw (rechts van de eetplaats) ook een raam aanwezig, waardoor de daglichttoetreding tot de keuken als voldoende beoordeeld wordt.
Achteraan wordt het bouwvolume van atelier behouden, waarbij ook het gelijkvloers dichtgemaakt wordt. Gelet op de vergund geachte bouwvolume en gelet op het feit dat het niet om een afzonderlijke entiteit gaat, hiertegen geen bezwaar.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel blijft behouden. De baksteenarchitectuur met plint (en raamdorpels) in blauwe hardsteen en houten buitenschrijnwerk is inpasbaar in het straatbeeld. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gelijkvloerse woonentiteit wordt als een éénslaapkamerappartement van circa 61 m² voorzien met grote tuin en bijhorende tuinberging. De twee bovenliggende entiteiten worden voorzien als ruime studio’s met een terras van circa 8 m². De woonentiteiten zijn voldoende kwalitatief.
Het tuinniveau wordt egaal gemaakt op een hoogte van 22 cm t.o.v. de vloerpas van het gelijkvloers. De niet-vergunde vloerplaten van de reeds gesloopte atelierconstructies worden verwijderd in de tuin. Het ontharden van de tuin is inderdaad noodzakelijk.
Echter is het aandeel onverharde tuinzone ten opzichte van de verharde delen van de tuinzone nog onvoldoende. Het totale aandeel verharding (atelier + terras + waterdoorlatende beton) betreft circa 37 % van de tuinzone. Er dient een groter aandeel van de tuin niet verhard aangelegd te worden.
De tuinmuren hebben een hoogte van circa 2,8 meter ten opzichte van het tuinniveau. Dit wordt ongunstig geadviseerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De tuinmuren moeten verlaagd worden tot een hoogte van maximaal 2,6 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.
2. De verharding in de tuinzone (inclusief de tuinberging achteraan) moet beperkt worden tot maximaal 1/3de van de tuinzone. De overige 2/3de van de tuinzone moet maximaal groen en onverhard aangelegd worden.
3. Het gedeelte van de scheidingsmuren dat niet over een minimale opstand van 0,30 meter beschikt ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak moet voorzien worden van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. De aansluiting van het gescheiden afvoerstelsel op het openbaar rioolstelsel moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
5. De inhoud van de septische put moet voldoen aan artikel 43 van de bouwcode.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
7. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 september 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 17 november 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 16 april 2023 |
Verslag GOA | 14 maart 2023 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Tuinmuur: Het bezwaar dat de tuinmuren reeds werden verlaagd met vergrote inkijk bij de buren tot gevolg;
Beoordeling: De hoge tuinmuren zijn niet vergund. Het bezwaar is ongegrond. Zelfs in de reeds uitgevoerde verlaagde toestand is de tuinmuur hoger dan volgens de verordende voorschriften toegelaten is. De tuinmuren dienen verlaagd worden. Het verlagen van de tuinmuren heeft geen onaanvaardbare privacy-hinder ten gevolge.
2. Schade: Het bezwaar dat bij de reeds uitgevoerde verlaging van de tuinmuren, een druivenlaar op het perceel van de aangrenzende beschadigd werd.
Beoordeling: Het bezwaar schade aan het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De tuinmuren moeten verlaagd worden tot een hoogte van maximaal 2,6 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.
2. De verharding in de tuinzone (inclusief de tuinberging achteraan) moet beperkt worden tot maximaal 1/3de van de tuinzone. De overige 2/3de van de tuinzone moet maximaal groen en onverhard aangelegd worden.
3. Het gedeelte van de scheidingsmuren dat niet over een minimale opstand van 0,30 meter beschikt ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak moet voorzien worden van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. De aansluiting van het gescheiden afvoerstelsel op het openbaar rioolstelsel moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
5. De inhoud van de septische put moet voldoen aan artikel 43 van de bouwcode.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
7. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.