Terug
Gepubliceerd op 27/03/2023

2023_CBS_01671 - Omgevingsvergunning - OMV_2022071367. Luithagen-Haven 9. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/03/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_01671 - Omgevingsvergunning - OMV_2022071367. Luithagen-Haven 9. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_01671 - Omgevingsvergunning - OMV_2022071367. Luithagen-Haven 9. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022071367

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Riga Natie (0404793668) met als contactadres Haandorpweg 1 te 9130 Beveren

Ligging van het project:

Luithagen-Haven 9 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie D nr. 258W

waarvan:

 

-          20220518-0035

afdeling 15 sectie D nr. 258W (Riga Natie - Magazijnen L5 en L6)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiding met de langdurige opslag van ongevaarlijke logistieke goederen

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

-          17/07/1981: vergunning (18/61598-15448/B/) voor de verbouwing van een bureelgebouw;

-          23/01/1981: vergunning (18/61333-15182/B/) voor een opslagplaats;

-          12/08/1977: vergunning (18/58582-12428/B/) voor een stapelplaats.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 6 november 2015 werd door het college akte genomen van een doorvoeropslagplaats voor niet-gevaarlijke goederen.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een uitbreiding met langdurige opslag van niet-gevaarlijke goederen.

 

Aangevraagde rubriek(en)


Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

2.000 liter

19.6.1.a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48 , met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

60 m³

23.3.1.c)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, gelegen in een industriegebied, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

33.4.1.c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

36.4.1

opslagplaatsen voor rubber en voor rubberen voorwerpen, met een capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal;

21.360 ton

41.5

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton.

21.360 ton

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

15 november 2022

18 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

14 november 2022

29 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

-          Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-          overdruk Leidingstraat ten noorden van het goed;

-          overdruk Hoogspanningsleiding ten oosten van het goed;

-          overdruk Bouwvrije strook langs de afbakeningslijn zeehavengebied.

 

Op circa 370 meter ten noordoosten van het goed zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met als bestemmingen Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, Bestaande autosnelweg, Bestaande afzonderlijke leidingen en Bestaande hoogspanningsleiding.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Riga Natie is gespecialiseerd in het aanbieden van logistieke oplossingen aan tal van klanten. Deze site is sinds de jaren ‘80 een doorvoeropslagplaats voor niet-IMDG goederen in twee magazijnen: Herwig (L5) en Gudrun (L6). Met voorliggende aanvraag wenst het bedrijf er ook langdurige opslag te voorzien van niet-gevaarlijke goederen. Hierdoor wordt de ingedeelde inrichting of activiteit een klasse 2 bedrijf.

 

Volgende goederen wenst men voortaan langdurig op te slaan, steeds met een maximale opslagcapaciteit van 21.360 ton:

- kunststoffen en voorwerpen uit kunststof (rubriek 23.3.1.c);

- papier en karton (rubriek 33.4.1.c);

- rubber en voorwerpen uit rubber (rubriek 36.4.1);

- textiel en textielwaren (rubriek 41.5).

 

Uit het dossier blijkt dat de opslag van kunststoffen, kunststof granulaten betreft. Hoewel in het dossier gesteld wordt dat de opslag van deze granulaten in afgesloten magazijnen gebeurt, blijft de verspreiding ervan naar de omgeving een reëel risico.

 

Plastic granulaten zijn een potentiële bron van zwerfvuil. In het gehele havengebied, inclusief de dokken en natuurgebieden, zijn plastic granulaten te vinden. Het is dus aangewezen om voor de opslag van plastic granulaten, naar analogie met andere dossiers en zoals ook geadviseerd in het subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge van 29 november 2022, als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de exploitant een goede afwatering van het terrein voorziet, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein plaatst en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) installeert die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat de werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

 

Verder dient er een rapport (met vermelding van OMV2022071367) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van de Haven van Antwerpen-Brugge (milieu@portofantwerpbruges.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken te bevatten:

- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;

- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;

- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;

- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;

- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;

- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;

- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

 

Verder wordt de opslag van 60 m³ houten paletten aangevraagd, verdeeld over de 2 magazijnen en 2.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen voor kleine onderhoudswerken en om de site te reinigen. Deze producten worden opgeslagen in het voorraadlokaal in het kantoorgedeelte van het magazijn.

 

Bij elk magazijn is een kantoor aanwezig dat over sanitaire voorzieningen beschikt. Bij magazijn Herwig (L5) is een kleinschalige waterzuivering (IBA) voorzien voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater, maar bij magazijn Gudrun (L6) is enkel een septische put aanwezig.

Het debiet van de lozing blijft onder 600 m³/jaar (384 m³/jaar) en is dus niet ingedeeld. De plaatsing van een IBA is echter wel verplicht voor de lozing van huishoudelijk afvalwater in deze zone, aangezien het afvalwater geloosd wordt in oppervlaktewater. Bijgevolg dient er ook een IBA geplaatst te worden aan magazijn Gudrun. Dit zal worden opgelegd als bijzondere milieuvoorwaarde.

 

Er wordt geen stalplaats voor bedrijfsvoertuigen aangevraagd aangezien de heftrucks die gebruikt worden om de goederen te stapelen en te verplaatsen, afkomstig zijn van een naburig magazijn van Valkeniersnatie Storage. Op het einde van de werkdag gaan deze voertuigen daar naar hun vergunde stalplaats.

 

De aangevraagde activiteiten genereren geen extra bewegingen van het vrachtverkeer dat toekomt en/of vertrekt op de site aangezien de magazijnen nu reeds dienst doen als doorvoeropslagplaats.

Er wordt geen bijkomende mobiliteitshinder verwacht.

 

Op 18 januari 2023 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk C.0032/0001 - G.00032.A3). De voorgestelde brandweervoorwaarden worden opgelegd als bijzondere voorwaarden.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Er werd bij het volledig-en ontvankelijkheidsonderzoek geoordeeld dat een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening bijgevolg niet vereist is.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)


Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

2.000 liter

19.6.1.a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48 , met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

60 m³

23.3.1.c)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, gelegen in een industriegebied, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

33.4.1.c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

36.4.1

opslagplaatsen voor rubber en voor rubberen voorwerpen, met een capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal;

21.360 ton

41.5

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton.

21.360 ton

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

2.000 liter

19.6.1.a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48 , met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

60 m³

23.3.1.c)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, gelegen in een industriegebied, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

33.4.1.c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

36.4.1

opslagplaatsen voor rubber en voor rubberen voorwerpen, met een capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal;

21.360 ton

41.5

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton;

21.360 ton

48.1.2

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden, met uitsluiting van de doorvoeropslagplaatsen op de voorkaaien die uitsluitend worden benut voor kortstondige opslag in afwachting van de verscheping of van de uiteindelijke bestemming na lossing: opslagplaatsen voor andere goederen dan IMDG-goederen.

2 opslagmagazijnen


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022071367. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022071367. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid;

2. De exploitant dient een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

3. Er dient een rapport (met vermelding van OMV2022071367) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van de Haven van Antwerpen-Brugge (milieu@portofantwerpbruges.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken te bevatten:

- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;

- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;

- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;

- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;

- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;

- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, 

alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;

- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

14 november 2022

Start 1e openbaar onderzoek

23 november 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

22 december 2022

Beslissing toepassing administratieve lus

2 februari 2023

Start laatste openbaar onderzoek

11 februari 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

13 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

27 juli 2023

Verslag GOA

17 maart 2023

naam GOA

 Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Naar aanleiding van een overmachtssituatie (cyberaanval) bij de stad Antwerpen werd het eerste openbaar onderzoek mogelijk geschonden, waardoor een tweede openbaar onderzoek georganiseerd werd.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

23 november 2022

22 december 2022

0

0

0

0

11 februari 2023

13 maart 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de opmerkingen en voorwaarden uit het advies van Brandweerzone Antwerpen.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022071367. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022071367. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid;

2. De exploitant dient een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

3. Er dient een rapport (met vermelding van OMV2022071367) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van de Haven van Antwerpen-Brugge (milieu@portofantwerpbruges.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken te bevatten:

- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;

- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;

- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;

- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;

- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;

- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;

- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

2.000 liter

19.6.1.a)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48 , met een capaciteit van meer dan 40 m³ tot en met 400 m³ in een lokaal;

60 m³

23.3.1.c)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, gelegen in een industriegebied, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

33.4.1.c)

opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, gelegen in een industriegebied, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 200 ton in een lokaal;

21.360 ton

36.4.1

opslagplaatsen voor rubber en voor rubberen voorwerpen, met een capaciteit van meer dan 10 ton in een lokaal;

21.360 ton

41.5

opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton;

21.360 ton

48.1.2

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden, met uitsluiting van de doorvoeropslagplaatsen op de voorkaaien die uitsluitend worden benut voor kortstondige opslag in afwachting van de verscheping of van de uiteindelijke bestemming na lossing: opslagplaatsen voor andere goederen dan IMDG-goederen.

2 opslagmagazijnen

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 

1. Uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning bezorgt de exploitant een getekende offerte voor de installatie van een IBA aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022071367. Uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van dossiernummer OMV2022071367. Zolang er geen IBA geplaatst is, worden de bewijzen van ophaling en afvoer van het huishoudelijk afvalwater ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid;

2. De exploitant dient een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

3. Er dient een rapport (met vermelding van OMV2022071367) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van de Haven van Antwerpen-Brugge (milieu@portofantwerpbruges.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken te bevatten:

- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;

- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;

- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;

- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;

- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;

- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;

- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 24 maart 2023 voor een termijn van onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.