Terug
Gepubliceerd op 27/03/2023

2023_CBS_01676 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020133390. Havenweg (A12) zonder nummer en Noorderlaan (Vormingsstation Noord) zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/03/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_01676 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020133390. Havenweg (A12) zonder nummer en Noorderlaan (Vormingsstation Noord) zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_01676 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020133390. Havenweg (A12) zonder nummer en Noorderlaan (Vormingsstation Noord) zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020133390

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges) met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges) (0248399380) met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Havenweg (A12) zn te 2030 Antwerpen en Noorderlaan (Vormingsstation Noord) zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie B nrs. 192H, 192G, afdeling 17 sectie G nrs. 122K, 123B, 125F, 127B, 128A, 130E, 133E, 136C, 159D, 164G, 164D, 164E, 164F, 167G, 168E, 170D, 208B, 209B, 210D, sectie H nrs. 148B, 150/2, 150E, 151F, 152G, 153/2D, 153/2H, 153B, 153/2E, 153/2C, 153/2F, 153/2G, 154B, 155D, 155/4, 163B, 164B, 165B, 165/2C, 165/2A, 165/2B, 166/2, 167A, 168B, 170A, 171C, 203B, 209A, 210, 211A, 212B, 214B, 215, 216B, 216/2, 217B, 217/2, 218, 219B, 223, 224B, 225B, 226/2, 227A, 228A, 229A, 230D, 230C, 231C, 232C, 235D, 235/2A, 235/2B, 235/2C, 235/2D, 237/2B, 341D en 342A

waarvan:

 

-          20201214-0095

afdeling 17 sectie H nrs. 153/2F, sectie G nrs. 164E, 122K, 125F, sectie H nrs. 342A, 165/2A, sectie G nrs. 128A, sectie H nrs. 165/2C, sectie G nrs. 170D, sectie H nrs. 151F, 218, 217/2, 227A, sectie G nrs. 164D, sectie H nrs. 215, 153/2H, sectie G nrs. 133E, sectie H nrs. 230C, sectie G nrs. 168E, sectie H nrs. 229A, sectie G nrs. 208B, sectie H nrs. 230D, 167A, 150E, 209A, 219B, 214B, 153B, 168B, 154B, 232C, sectie G nrs. 136C, sectie H nrs. 155/4, 212B, sectie G nrs. 209B, sectie H nrs. 223, 224B, 152G, 165/2B, sectie G nrs. 123B, sectie H nrs. 235D, 170A, 217B, 165B, 225B, 166/2, 163B, 153/2E, 237/2B, sectie G nrs. 164F, 164G, sectie H nrs. 148B, 155D, 211A, 216B, 153/2G, 153/2D, 164B, 235/2B, 150/2, 153/2C, sectie G nrs. 167G, sectie H nrs. 226/2, sectie G nrs. 210D, sectie H nrs. 216/2, 235/2A, 341D, 235/2C, 231C, 203B, 210, sectie G nrs. 159D, sectie H nrs. 228A, 171C, 235/2D, sectie G nrs. 130E en 127B (IIOA - Zandstock A12)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Zandstock A12

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     Op 31 januari 2023 is bij het Departement Omgeving een vergunningsaanvraag (OMV_2023011557) ontvangen voor het wijzigen van de bestaande afrit A12 ‘Smalle Weg’. Het college van burgemeester en schepenen heeft hierover een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht;

-     27/07/2018: vergunning (OMV_2018006895) voor de verlenging van de tijdelijke terreinophoging Verlegde Schijns (voor een periode van 5 jaar vanaf 1 augustus 2018);

-     31/07/2013: vergunning (8.00/11002/471229.13) voor de tijdelijke terreinophoging zone Verlegd Schijns – termijnverlenging (voor een periode van 5 jaar);

-     03/08/2009: vergunning (8.00/11002/471229.7) voor het bouwen van een derde onderwatercel Churchilldok en het (verder tijdelijk) ophogen van de KMO-zone te Hoevenen (tot een hoogte plaatselijk tot +25m TAW), alsook de wijziging van het tracé persleiding;

-     26/06/2007: vergunning (471.229(3)) voor de tijdelijke terreinophoging (tot een hoogte van +15m TAW) van distributiezone Hoevenen ten behoeve van verdiepingswerken Churchilldok en de aanleg van tijdelijke pers- en retourleidingen;

-     14/05/2001: vergunning (422.848) voor het ophogen (tot een hoogte van +6m TAW) van de distributiezone Verlegde Schijn ten zuiden van de A12.

 

Laatst vergunde toestand
Er is een permanente vergunning verleend voor het ophogen van de volledige site tot een hoogte van +6m TAW, in overeenstemming met de hoogte van de terreinen in de Antwerpse haven op rechteroever. Daarnaast is het terrein tijdelijk vergund voor het gebruik als dynamische stock voor zand tot een hoogte van +25m TAW. De vergunning van 27 juli 2018 werd verleend voor een periode van vijf jaar (vanaf 1 augustus 2018) en is dus aflopend.

 

Inhoud van de aanvraag 

-     verlenging van de vergunning voor de tijdelijke Zandstock A12 (reliëfwijziging);

-     aanleg van een oeverzwaluwwand (reliëfwijziging).

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het voorwerp van de aanvraag betreft de opslag van baggerspecie.

 

Inhoud van de aanvraag

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

63.2°

opslag en ontwatering van bagger- of ruimingsspecie die voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: opslag en ontwatering.

52,10 ha

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit of dit besluit is de installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie verplicht.


Voorgesteld alternatief/aanvulling

Geen aanvullingen. Het voorziene registratiesysteem wordt voldoende geacht.

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit mag de normale aan- en afvoer van uitgegraven bodem niet vóór 7 uur en na 19 uur plaatsvinden.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt een afwijking gevraagd voor aan/afvoer te laten plaatsvinden in de periode van 19h-7h en dit uitsluitend via de transportroute langs de A12.

 

3.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, wordt de inrichting omheind met een stevige afsluiting die ongeveer twee meter hoog is. De toegang tot de inrichting wordt buiten de normale openingsuren met een poort afgesloten.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt een extra aanplant van groenbuffer voorzien voor wat betreft het noordelijke gedeelte langs de A12. Het betreffen uitsluitend de zones die gelegen zijn op een hoogte van 6mTAW of lager en waar momenteel nog geen of onvoldoende groenbuffer aanwezig is.

 

4.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, wordt aan de randen van de inrichting een groenscherm van minstens vijf meter breedte aangelegd. Het groenscherm bestaat uit streekeigen laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. De exploitant neemt de nodige maatregelen opdat er zo snel mogelijk een efficiënt groenscherm verkregen wordt.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Geen aanvullingen. De natuurlijke begroeiing, aanwezige versperringen en toezicht wordt voldoende geacht.

 

5.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, wordt de bagger- of ruimingsspecie gelost, opgeslagen en ontwaterd op een vloeistofdichte vloer of ondergrond met een lekdicht afwateringssysteem, waarbij het ontwateringswater en het hemelwater wordt opgevangen.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er zal een monitoring van het grondwater worden uitgevoerd op het terrein, startende met een nulmeting. Hiertoe worden 11 peilbuizen aan de voet van de taluds geplaatst. Er werd hierbij uitgegaan van een zuidelijke tot zuidwestelijke grondwaterstroming. Een 11-tal peilbuizen zullen bemonsterd worden op de aanwezigheid van zware metalen en PFAS met een halfjaarlijkse frequentie (conform de historische stortplaatsen van PoAB).

 

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Voor de Zandstock A12:

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek park Schijns.

Het bedrijventerrein is bestemd voor regionale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten:

- op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en logistiek

- ondersteunende dienstverlenende bedrijven gericht op transport, distributie en logistiek;

- installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie, energierecuperatie of warmtekrachtkoppeling.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten. Kleinhandel is niet toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

Het gebied moet zo ingericht zijn dat er een geluidsbuffer is tussen de havenactiviteiten en de kern Hoevenen.

 

Door het midden van het gebied loopt een overdruk met als aanduiding Ontsluiting van het logistiek park.

De hoofdontsluiting van het logistiek park voor gemotoriseerd verkeer sluit rechtstreeks aan op het op- en afrittencomplex aan de A12. De pijl duidt symbolisch aan waar de hoofdtoegang tot het bedrijventerrein wordt gesitueerd.

Om het deel van het logistiek park ten noorden van de ‘bunkergordel’ (caponnières) voor gemotoriseerd verkeer te verbinden met het deel van het logistiek park ten zuiden van de ‘bunkergordel’ zijn maximum twee toegangswegen toegelaten die de ‘bunkergordel’ kruisen. Voor het spoorverkeer is maximum één doorsteek door de bunkergordel toegelaten.

 

Ten westen van de overdruk Ontsluiting van het logistiek park, loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.

 

In het zuiden van het perceel loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

 

In het noorden van het goed loopt een overdruk met als aanduiding Bouwvrije strook.

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, geldt een verbod om vergunningsplichtige gebouwen en constructies op te richten behalve handelingen voor leidingen, telecommunicatie infrastructuur, ecologische infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer.

Het gebied met de overdruk grenst aan de hoofdweg A12 Havenweg Antwerpen- Bergen-op-Zoom en is 35 meter breed.

 

Voor de oeverzwaluwwand:

Het goed is eveneens gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen, buiten de afbakeningslijn.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN).

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten.

Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn handelingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden.

In het meest noordelijk gelegen natuurgebied zijn alle handelingen die nodig zijn voor de nazorg van het bestaande en afgedekte baggerstort toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor wat betreft de oeverzwaluwwand.

De aanvraag wijkt echter af van de bestemmingen en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor wat betreft de Zandstock A12. De aanvraag vereist hiervoor de toepassing van artikel 4.4.7. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (Zie deel ‘Beoordeling afwijking van de voorschriften’).

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens toepassing. Hier gelden, binnen de afbakeningslijn zeehavengebied, volgende bestemmingsvoorschriften: 

-     Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek park Schijns; 

-     Zone voor permanente ecologische infrastructuur voor het Verlegde Schijns, de Hoofdgracht van de Verlegde Schijns en de Grote Kreek; 

-     Gebied voor spoorinfrastructuur voor het rangeerstation Antwerpen-Noord; 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-     Overdrukken Ontsluiting van het logistiek park, Bouwvrije strook, Hoogspanningsleiding en Leidingstraat. 

Buiten de afbakeningslijn zeehavengebied, maar binnen dit GRUP, gelden volgende bestemmingsvoorschriften: 

-     Bouwvrij agrarisch gebied met overdruk Erfgoedlandschap ten noorden van de A12; 

-     Gebied voor recreatievliegen met in het zuiden een overdruk met als aanduiding Gebouwen, verhardingen en verharde parkeerplaatsen; 

-     Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN) voor de Kuifeend. 

 

Ten westen van de Zandstock A12 is het GRUP Antwerpen Rechteroever “Bietenveld” van toepassing met als voornaamste bestemming Zone voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. In het noorden loopt een overdruk met als aanduiding Bouwvrije Zone en van het zuidoosten naar het noordwesten loopt een overdruk met als aanduiding Bestaande Hoogspanningsleiding.

 

In het noorden en noordoosten van de Zandstock A12 is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als voornaamste bestemming agrarisch gebied. Voor de A12 in het noorden van de zandstock geldt de bestemming bestaande autosnelweg. Ten oosten van de aanvraag gelden de bestemmingsvoorschriften Woongebied, Woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde, Gebied voor dagrecreatie, Groengebied en Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Over een deel van deze bestemmingen geldt een overdruk Reservatie- en erfdienstbaarheidgebieden.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is deels in strijd met de geldende voorschriften. De Zandstock ligt in het Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek Park Schijns volgens het GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen. De aanvrager verzoekt om een afwijking van de voorschriften.

 

Met toepassing van artikel 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening en het “Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1 5°, artikel 4.4.7 §2 en artikel 4.7.1 §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening” kan in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van de stedenbouwkundige voorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. De aanvraag moet hiertoe een gemotiveerd verzoek bevatten.

 

In de verantwoordingsnota wordt verwezen naar artikel 4.4.7 §2 2°b) dat voorziet in de wijziging en uitbreiding van bestaande of geplande waterwegen als handeling van algemeen belang en naar artikel 4.4.7 §2 10° waaronder de tijdelijke grondopslag van vrijgekomen baggerspecie valt.

Deze verwijzingen zijn echter foutief. De genoemde artikels houden geen verband met voorliggende aanvraag. Vermoedelijk wordt verwezen naar artikel 2, 3° en artikels 3 §2, 4° en 14° van het BVR tot aanwijzing van handelingen van algemeen belang:

 

-     Artikel 2, 3°: de openbare waterwegen en waterlopen, alsook de bouw van de dokken en de sluizen in de havens, de aanleg van openbare bufferbekkens en overstromingsgebieden, de hermeandering van waterlopen en de uitvoering van andere waterbeheersingswerken, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals dienstgebouwen en andere;
 

-     Artikel 3 §2, 4°: handelingen met betrekking tot bestaande of geplande openbare waterwegen of waterlopen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur;
 

-     Artikel 3 §2, 14°: werfzones en tijdelijke (grond)stockages met het oog op de uitvoering van de handelingen.

 

De aanvrager verantwoordt dat de exploitatie van de zandstock van algemeen belang is aangezien de dokken en de Schelde, ten behoeve van de bereikbaarheid van de haven van Antwerpen, periodiek gebaggerd dienen te worden. De baggerspecie dient al dan niet tijdelijk gestockeerd te worden en hiervoor wordt de Zandstock A12 voor gebruikt. Daarnaast beargumenteert de aanvrager dat de zandstock een ruimtelijk beperkte impact heeft, aangezien: 

-     het slechts een tijdelijke verlenging is van de bestaande infrastructuur;

-     de zandstock een bufferende werking biedt, zowel visueel als naar geluid toe, tussen enerzijds de activiteiten in het havengebied en de woongebieden van de gemeente Hoevenen en anderzijds tussen de A12 en het vogelrichtlijngebied ‘De Kuifeend en de Blokkersdijk’;

-     er tot op het ogenblik van de daadwerkelijke ontwikkeling van dit bedrijventerrein geen wezenlijke ingrepen uitgevoerd zullen worden aan de tijdelijke zandstock die de huidige vorm of het uitzicht ervan zouden beïnvloeden; 

-     het herstellen van het terrein in huidige toestand naar zijn definitief vergunde toestand een niet te verantwoorden maatschappelijke kost met zich zal meebrengen en een zware belasting naar de omgeving toe veroorzaken aangezien al het opgeslagen zand verplaatst zou moeten worden, en dit steeds minstens ook gedeeltelijk via de openbare weg;

-     het voorzien van een tijdelijke dynamische zandstock waarbij in totaal meer zand afgevoerd dan aangevoerd zal worden over een periode van maximum 10 jaar voor de spreiding van deze omgevingsbelasting zorgt;

-     indien de zandstock A12 op korte termijn (1 tot 3 jaar) naar de beoogde situatie dient te worden hersteld, er werken over het ganse terrein zullen plaatsvinden. Hiervoor dient ook de begroeiing (vegetatie) te verdwijnen, wat tot gevolg heeft dat het opgeslagen zand kan verstuiven. Dit kan tegengegaan worden door het bevochtigen van het zand, maar dit zal een groot waterverbruik met zich meebrengen;

-     de inrichting van het Logistiek park Schijns met op- en afrittencomplex aan de A12, gezien de bestaande sterke hoogteverschillen, grote hoeveelheden aan zand zal vereisen. Door het terrein te exploiteren als zandstock kan ingespeeld worden op de uiteindelijk noodzakelijke hoeveelheid zand voor de aanleg van het bedrijventerrein en het op- en afrittencomplex. Afhankelijk van het uiteindelijk afwerkniveau van het bedrijventerrein kan tijdens de exploitatieperiode meer of minder zand afgevoerd worden. Bovendien zijn de volumes zand direct aanwezig op de site zodat deze rechtstreeks aangewend kunnen worden.

De afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften wordt gunstig geadviseerd. 

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag heeft tot doel de bestaande, feitelijke situatie van de dynamische Zandstock A12, die slechts vergund is tot 1 augustus 2023, langer in stand te houden. Daarnaast wordt de regularisatie van een reeds aangelegde oeverzwaluwwand in de Binnenweilanden aangevraagd.

 

De dynamische Zandstock A12 wordt in het noorden en oosten ruimtelijk begrensd door de autosnelweg A12, in het zuiden door de waterloop het Verlegde Schijns en in het westen door het AMORAS-project. De zandstock wordt aangewend als tijdelijke stockageplaats voor baggerspecie afkomstig van allerlei zones in het havengebied. Deze baggerspecie zal hergebruikt worden voor toekomstige projecten.

 

De site heeft een totale oppervlakte van circa 521.000 m² en bestaat uit een zandophoping die in de bestaande toestand een hoogte heeft tussen +17m TAW en +25m TAW. De volledige zandstock werd eerder al tijdelijk vergund voor een maximale hoogte van +25m TAW waardoor de zandstock een maximaal volume van circa 6,32 miljoen m³ zand kan stockeren tussen het vergunde niveau van 25m TAW en het voorziene afwerkniveau 6m TAW. De tijdelijke vergunning loopt af op 1 augustus 2023 waardoor met voorliggende aanvraag een verlenging aangevraagd wordt voor een periode van maximum 10 jaar.

 

De tijdelijkheid van de aangevraagde vergunning is belangrijk aangezien de projectzone volgens het GRUP bedoeld is voor de ontwikkeling van een specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek (Logistiek Park Schijns). Vooraleer het Logistiek Park Schijn gerealiseerd kan worden, dient eerst nog de herinrichtingsstudie hernomen te worden, alsook andere projecten uitgevoerd te worden (zoals de inrichting van de opstalvallei als natuurcompensatie, aanpassing waterhuishouding, …). Zodra de aanleg mogelijk is, zal de vergunning voor de dynamische zandstock geschrapt worden ten voordele van de aanleg van het Logistiek Park Schijns.

 

In het definitieve inrichtingsplan zal een uitspraak worden gedaan omtrent de te handhaven afwerkingshoogte van het Logistiek Park Schijns. Het gedeelte van de zandopslag boven het peil van +6 m TAW zal vervolgens aangewend kunnen worden voor de grondwerken ter realisatie van het logistiek park. Daarbij zal ook het terrein meer naar het zuiden, begrepen in dezelfde bestemming, met een oppervlak van zo’n 44 hectare en een hoogte variërend van +1,5 tot +4 m TAW op hoogte worden gebracht. Ook voor de aanleg van het op- en afrittencomplex dat het logistiek park zal ontsluiten op de A12, die op +7m TAW is gelegen, zal zand nodig zijn.

De hoeveelheid zand die, na de reeds voorziene afbouw van de zandstock tijdens de komende jaren door hergebruik bij andere projecten, in een latere fase alsnog zal moeten worden afgevoerd, is vanzelfsprekend afhankelijk van het nog vast te stellen definitieve afwerkingspeil. Bij een definitief afwerkingspeil van gemiddeld circa 8,60 m TAW zou in de toekomst geen bijkomende zandafvoer nodig zijn van het terrein.

 

In afwachting van een definitief inrichtingsplan en de ontwikkeling van de site als logistieke zone, waarvoor minstens een aanzienlijke gedeelte van het aanwezige zand nuttig zal kunnen worden aangewend ter plaatse, kan de tijdelijke zandstockage worden aanvaard.

 

Ten zuidwesten van de Zandstock A12, in de Binnenweilanden van het VEN-gebied ‘Kuifeend’, is tevens een oeverzwaluwwand aangelegd. Voorheen nestte de oeverzwaluw in de Zandstock A12, maar gelet op de toekomstplannen voor deze site, diende een nieuwe broedplaats aangelegd te worden voor de oeverzwaluw. Hiervoor is een artificiële wand gecreëerd nabij het jachtterrein van de oeverzwaluw die goed beschermd is tegen verstorende recreanten tijdens het broedseizoen. Voor de aanleg van deze oeverzwaluwwand is de bestaande bufferdijk over een lengte van 270 meter langs de zuidzijde afgegraven. Daarbij is de bestaande vegetatie, namelijk ruigte- en pioniersvegetatie, verwijderd en is de wand afgestoken met een loodrechte hoogte van 1,5 meter. Hierdoor zijn er voldoende steile wanden ontstaan voor de vestiging van de oeverzwaluwen.

 

Voor deze werken in het VEN-gebied is een individuele ontheffing verleend door het Agentschap voor Natuur en Bos op 27 oktober 2020 aan de aanvrager voor het wijzigen van het reliëf van de bodem en de vegetatie. In het kader van de nodige jaarlijkse beheermaatregelen werd eenzelfde ontheffing op 4 januari 2021 verleend aan Natuurpunt Beheer vzw. Beide ontheffingen zijn uitoefenbaar in het projectgebied.

 

Daar door de toekomstige aanleg van het Logistiek Park Schijns bestaande broedplaatsen voor oeverzwaluwen verdwijnen en dus nieuwe broedplaatsen gecreëerd moeten worden, is de aanleg van de oeverzwaluwwand functioneel inpasbaar binnen het natuurgebied van de Kuifeend.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De zandophoging benadert plaatselijk een hoogte van maximaal +25m TAW. De maaiveldhoogte van de terreinen in de Antwerpse haven op rechteroever bevindt zich gemiddeld op +6m TAW, wat de afwerkingshoogte benadert van de eerste permanent vergunde terreinophoging. De A12, die zich ten noorden van de site bevindt, situeert zich op circa +7m TAW. Het niveau van de totale zandstock bevindt zich bijgevolg een aanzienlijk stuk boven het niveau van de A12 en de terreinen in de Antwerpse haven op rechteroever. Echter betreft de aanvraag louter een verlenging van een eerdere tijdelijke vergunning voor de Zandstock A12 waardoor de ruimtelijke impact beperkt is. 

 

De aanleg van de oeverzwaluwwand betreft enkel het aanpassen van de bestaande bufferdijk ter hoogte van de Binnenweilanden waardoor de ruimtelijke impact op die locatie eveneens beperkt is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De zandophoping heeft een omvangrijk volume. Vooral de afwerkingshoogte die gemiddeld 18 meter hoger is dan het omliggende havengebied, trekt de aandacht en is visueel een vreemd gegeven in de ruimtelijke context.

 

In het definitieve inrichtingsplan voor het Logistiek Park Schijns zal uitspraak worden gedaan omtrent de te handhaven afwerkingshoogte van de zandstockage. In afwachting van dit inrichtingsplan kan de zandstockage tijdelijk worden aanvaard. Tevens bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid van de zandstock het AMORAS-project en Indaver waarvan de terreinen zich op een niveau bevinden van respectievelijk 11m TAW en 35-57m TAW.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het huidige aantal verkeersbewegingen.

 

Omgekeerd zou het niet langer aanvaarden van het in stand houden van deze zandstock ter plaatse net een zeer grote mobiliteitsimpact hebben aangezien al het opgeslagen zand dan verplaatst zou moeten worden. Deze afvoer (alsook de latere heraanvoer bij realisatie van de bestemming) zou immers over de openbare weg vervoerd moeten worden. In totaal zou 3,7 miljoen m³ zand afgevoerd moeten worden, wat overeenstemt met een transport van ongeveer 250.000 vrachtwagens met een laadvermogen van 15 m³. Dit zou gespreid over een periode van 1 jaar tot maximum 3 jaar onafgebroken gemiddeld 250 tot 700 vrachtwagens per dag betekenen. Het uitspreiden in de tijd van de afvoer van het overtollig zand heeft hierdoor een gunstige impact op het onmiddellijke en uiteindelijke aantal verkeersbewegingen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De Haven van Antwerpen-Brugge wenst een dynamische zandstock uit te baten op de terreinen tussen de Verlegde Schijns en de A12 met een oppervlakte van 52,1 hectare. De zandstock is momenteel reeds vergund op naam van het departement Mobiliteit en Openbare Werken, voor een termijn verstrijkend op 1 augustus 2023.

 

Binnen het Antwerpse havengebied gebeuren veel bagger- en grondverzetwerkzaamheden waar zand bij vrijkomt. De noodzaak voor een tussentijdse opslag binnen de haven van Antwerpen dringt zich op daar er bij het vrijkomen van deze bodemmaterialen niet steeds een onmiddellijke eindbestemming voorhanden is. In afwachting van de mogelijkheid om het logistiek park Schijns te realiseren, leent de Zandstock A12 zich als ideale tussentijdse opslagplaats hiertoe. Er wordt een vergunning aangevraagd voor een termijn van 10 jaar. De focus van de zandstock ligt op een afbouw ervan om het hoogtepeil van de site naar +6m TAW te brengen, zijnde het referentiepeil voor wanneer de eigenlijke ontwikkeling van het logistiek park Schijns aangevat kan worden. Het maximale totale volume dat tegelijkertijd op de zandstock kan opgeslagen worden bedraagt 5,5 miljoen m³ (mogelijke bijkomstige opslag van 2,5 miljoen m³ ten opzichte van de bestaande toestand). De maximale overslagcapaciteit per jaar bedraagt 825.000 m³.

 

Het op te slagen materiaal is deels afkomstig van de landzijde (in het geval van inbreiding: een nieuwe kaaimuur die landinwaarts gebouwd wordt) en deels van de waterzijde (in het geval van bodemverdieping). Bij baggerwerken wordt dit doorlatend materiaal relatief droog opgehaald. De specie is ontwaterd bij aankomst op de zandstock.

 

De bovenste sliblaag wordt steeds gescheiden uitgebaggerd en afgevoerd ter verwerking (AMORAS). De niet zandige lagen (klei, veen,…) zullen afzonderlijk gebaggerd worden en zullen eveneens niet gestockeerd worden op de zandstock. Het betreft evenmin materialen die als afvalstoffen geklasseerd moeten worden. Het aanvaarde materiaal dient voldoende steekvast te zijn en voor gebruik toepasbaar te zijn binnen de haven van Antwerpen of geschikt te zijn voor bouwkundig bodemgebruik. Andere aanvaardingscriteria vormen het risico op uitloging en de aanwezigheid van stenen, brokstukken of puin.

 

De op- en overslag van de bodemmaterialen kan mogelijk stofhinder veroorzaken, hoewel het om eerder weinig stuifgevoelige materialen gaat. Gelet op de grondoppervlakte van de zandstock werd er een stofrapport opgesteld en toegevoegd aan de vergunningsaanvraag. In het stofrapport worden verschillende milderende maatregelen ter verspreiding van stofhinder geselecteerd, zoals onder meer het gebruik van een wielwasinstallatie.

Het is aangewezen dat de uitvoering van de milderende maatregelen zoals geselecteerd in het stofrapport wordt opgelegd als een bijzondere voorwaarde.

 

Het aanvraagdossier bevat een geluidsstudie. Ter realisatie van de studie werden er geluidsmetingen uitgevoerd op 20 ambulante meetpunten. In de studie wordt aangegeven dat er al hoge geluidsniveaus zijn in de natuurgebieden in het studiegebied, waarbij ook goederentreinen bepalend zijn voor het omgevingsgeluid. De activiteiten met rupskraan en wiellader boven op de zandstock veroorzaken een te verwaarlozen effect naar de natuurgebieden ten zuiden van de Rode Weel en ten noorden van de A12 aangezien de geluidsniveaus van deze activiteiten beduidend lager liggen dan de heersende geluidsniveaus. Het project genereert 16 vrachtwagenbewegingen per uur heen en 16 vrachtwagenbewegingen per uur terug. Indien de vrachtwagens van de zandstock naar de overslagkade rijden via de Rode Weel en via de A12 terug naar de zandstock, dan is het effect op het wegverkeersgeluid te verwaarlozen. Indien er zowel heen en terug gereden wordt over de Rode Weel is het effect iets meer dan 1 dB(A) ter hoogte van het natuurgebied de Kuifeend (score -1). Een aan – en afvoerroute via de Noorderlaan en de A12 van het voorliggende project zal geen effect hebben op het omgevingsgeluid.

 

Het aanvraagdossier bevat een passende beoordeling en verscherpte natuurtoets. Gelet op de conclusies van de geluidsstudie wordt gesteld dat het vrachtverkeer verdeeld dient te worden over de aangewezen aan- en afvoerroutes waarbij vermeden wordt dat de Rode Weel / Moerstraat zowel als aan- en afvoerroute gebruikt wordt. Meer bepaald wordt voorgesteld om tussen 7u en 19u de route heen en weer via Rode Weel en A12 te gebruiken, met een 50/50 verdeling op maandbasis. Voor en na deze uren wordt voorgesteld om de aan- en afvoer enkel via de A12 te verzorgen. Verder wordt in de passende beoordeling en verscherpte natuurtoets aangegeven dat het ontstaan van grote openingen tijdens de exploitatie moet vermeden worden aangezien de zandstock dienst doet als geluidsbuffer voor de A12.

Het is aangewezen om deze projectgeïntegreerde maatregelen op te leggen als bijzondere voorwaarden.

 

Op basis van de beperkte ruimtelijke spreiding en de lage waarden van verzurende en eutrofiërende depositie zullen er verwaarloosbare effecten optreden ter hoogte van de kwetsbare gebieden.

 

In de passende beoordeling en verscherpte natuurtoets wordt geconcludeerd dat het project niet zal leiden tot een schending van de bepalingen van het Soortenbesluit. Het project zal geen betekenisvolle aantasting inhouden voor de natuurlijke kenmerken en de instandhoudingsdoelstellingen voor de Vogelrichtlijngebieden ‘De Kuifeend en Blokkersdijk – deel De Kuifeend’ en ‘Schorren en Polders van de Beneden-Schelde’, noch het Habitatrichtlijngebied ‘Schelde en Durme-estuarium van Gent tot de Nederlandse grens’. Het project zal geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN-gebied ‘De Kuifeend’ tot gevolg hebben.

 

Het project omvat een verzoek tot bijstelling voor 5 sectorale voorwaarden van VLAREM II:

- artikel 5.63.2.2: installatie en gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie is verplicht;

- artikel 5.63.2.3: de normale aan- en afvoer van uitgegraven bodem mag niet vóór 7 uur en na 19 uur plaatsvinden;

- artikel 5.63.4.1.§1: plaatsing van een omheining die ongeveer 2 meter hoog is;

- artikel 5.63.4.1.§2: aan de randen wordt een groenscherm van minstens 5 meter breedte aangelegd;

- artikel 5.63.5.3: de bagger- of ruimingsspecie wordt gelost, opgeslagen en ontwaterd op een vloeistofdichte vloer of ondergrond met een lekdicht afwateringssysteem, waarbij het ontwateringswater en het hemelwater wordt opgevangen.

Men argumenteert dat er gebruik zal gemaakt worden van een registratiesysteem van de in- en uitgaande materiaalstromen en een maandelijkse volumemeting van de zandstock, ter vervanging van een weegbrug. Een uitbreiding van de periode (6u – 22u) waarbinnen bodemmaterialen mogen aan- en afgevoerd worden is noodzakelijk om de continuïteit van de baggerwerken te garanderen. Gezien het natuurlijke groenscherm en de gedeeltelijke begroeiing van het terrein zelf, is de site reeds afgesloten. Een verdere beplanting tot de vereiste breedte van 5 meter wordt niet opportuun geacht. Gelet op de aanvaardingscriteria die stellen dat er geen bodemmateriaal mag aanvaard worden dat een risico op uitloging heeft en de baggerspecie ontwaterd wordt aangevoerd, wenst men geen vloeistofdichte ondergrond met afwateringssysteem te voorzien.

De gevraagde bijstellingen kunnen verleend worden.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De milderende maatregelen zoals geselecteerd in het stofrapport moeten uitgevoerd worden.

2. De projectgeïntegreerde maatregelen zoals opgenomen in de passende beoordeling / verscherpte natuurtoetsen moeten uitgevoerd worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

6 februari 2023

Start openbaar onderzoek

13 februari 2023

Einde openbaar onderzoek

15 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

28 maart 2023

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

13 februari 2023

15 maart 2023

1

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

 

Tijdens het openbaar onderzoek werd een schriftelijk bezwaarschrift ontvangen van Aquafin NV. Met dit bezwaarschrift reageert Aquafin op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Zij hebben geen bezwaar aangezien er geen leidingen van Aquafin of leidingen van VMM in het beheer van Aquafin op de percelen gelegen zijn.

 

Tijdens het openbaar onderzoek werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van NMBS. Met dit bezwaarschrift reageert NMBS op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. NMBS stelt niet betrokken te zijn bij deze terreinen.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De milderende maatregelen zoals geselecteerd in het stofrapport moeten uitgevoerd worden.

2. De projectgeïntegreerde maatregelen zoals opgenomen in de passende beoordeling / verscherpte natuurtoetsen moeten uitgevoerd worden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.