Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022129452 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer MOHAMEDSAID SAID met als adres Kempenlandstraat 22 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kempenlandstraat 22 te 2660 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 36 sectie B nr. 71H7 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/02/1971: vergunning (1056#298) bouwen van een woning met garage.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- het uitbreiden van het volume;
- het wijzigen van de voorgevel;
- het wijzigen van de scheimuren;
- het aanleggen van verhardingen in de voor- en achtertuin;
- het verplaatsen van het tuinhuis;
- het doorvoeren van (interne) constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van volgende artikels van de bouwcode:
Minimale hoogte van ruimten (art.21):
- Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als verblijfsruimte dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. De bouwcode legt hierdoor een minimum vrije hoogte op van vloer tot plafond van 2,60 meter. De aanvraag wijkt af van dit artikel op het gelijkvloers, waar een interne binnenhoogte voorzien wordt van 2,50 meter. Het betreft hier echter een beperkte afwijking. Deze leefkeuken wordt voorzien van grote raampartijen in de achtergevel, waardoor het ruimtelijk gevoel bewaard blijft. Gelet op de beperkte afwijking kan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan op dit voorschrift.
Open ruimte (art.27):
- De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving verminderd wordt. Hierdoor zijn in de voortuin enkel strikt-noodzakelijke verhardingen toegelaten. Dit wil concreet zeggen een verhard pad naar de voordeur met een maximale breedte van 1,5 meter en een oprit naar een inpandige garage met maximumbreedte van 3 meter. De aanvraag voorziet een volledige verharde voortuinstrook. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit voorschrift. Bijgevolg wordt het voldoen aan dit artikel opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een uitbreiding op zowel het gelijkvloers als op de eerste verdieping tot een bouwdiepte van 13 meter. Na de uitbreiding blijft er een voldoende diepe tuinzone over. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt overeen met de kenmerken van de aanwezige bebouwing in de omgeving.
Daarnaast wordt er op het perceel in de achtertuinzone een tuinhuis geplaatst. De aanleg van de achtertuinzone is conform de inrichtingsprincipes opgelegd in de bouwcode. Er wordt wel een strijdigheid opgemerkt tussen het inplantingsplan en het grondplan nieuwe toestand. Om geen tegenstrijdigheid hierover te laten bestaan wordt opgenomen dat de achtertuinzone moet aangelegd worden conform het inplantingsplan.
Het voorstel is mits opvolging van de voorgestelde voorwaarde ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel werd volgens de laatste bouwtoelating van in 1971 uitgevoerd met leistenen gelijkvloerse gevel pui. In de bestaande toestand werd de volledige voorgevel uitgevoerd in een grijsbruine gevelsteen. Gelet op de voorgevelopbouw en uitvoering hiervan, bestaat een groot vermoeden dat deze gevelafwerking dateert vanaf de realisatie van de woning. De gevels in de Kempenlandstraat worden voornamelijk gekenmerkt door een uitvoering in roodbruine gevelsteen. De gewijzigde voorgevel is hierdoor visueel inpasbaar in deze omgeving.
Daarnaast werden er doorheen de jaren voorzetrolluiken geplaatst aan de voorgevel op de tweede verdieping. Deze worden als beeldverstorend aanzien. Deze worden bijgevolg uitgesloten van vergunning.
De gewijzigde achtergevel wordt dan weer uitgevoerd in een grijze cementcrepi. Dit materiaalgebruik langs de achtergevel is visueel inpasbaar in dit woongebied.
Mits opvolgen van de voorwaarde is de aanvraag visueel inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voortuinstrook mag enkel voorzien worden van strikt-noodzakelijke verharding conform artikel 27 van de bouwcode. Dit wil zeggen een verhard pad naar de voordeur met een maximale breedte van 1,5 meter en een oprit naar een inpandige garage met maximumbreedte van 3 meter. Deze verharding mag gecombineerd worden. De overige voortuinstrook moet worden aangelegd met natuurlijk groen in volle grond.
3. De aanleg van de achtertuinzone moet uitgevoerd worden conform het nieuw inplantingsplan. Het tuinhuis ingetekend in de achtertuinzone zoals opgetekend op het grondplan nieuwe toestand wordt uitgesloten van vergunning.
4. De voorzetrolluiken aan de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 16 november 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 15 april 2023 |
Verslag GOA | 20 maart 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voortuinstrook mag enkel voorzien worden van strikt-noodzakelijke verharding conform artikel 27 van de bouwcode. Dit wil zeggen een verhard pad naar de voordeur met een maximale breedte van 1,5 meter en een oprit naar een inpandige garage met maximumbreedte van 3 meter. Deze verharding mag gecombineerd worden. De overige voortuinstrook moet worden aangelegd met natuurlijk groen in volle grond.
3. De aanleg van de achtertuinzone moet uitgevoerd worden conform het nieuw inplantingsplan. Het tuinhuis ingetekend in de achtertuinzone zoals opgetekend op het grondplan nieuwe toestand wordt uitgesloten van vergunning.
4. De voorzetrolluiken aan de voorgevel worden uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.