Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022139403 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jan Van Immerseel met als adres Van Cortbeemdelei 248 te 2100 Deurne |
Ligging van het project: | Van Cortbeemdelei 248 te 2100 Deurne |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nr. 117M2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen en herbouwen van een veranda |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde toestand
Bestaande toestand
Nieuwe toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er waren voor deze aanvraag geen adviezen vereist.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De bestaande eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met het woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De woning wordt op de eerste verdieping uitgebreid met een veranda tussen de getande uitbouw ter hoogte van de rechterperceelsgrens en de scheidingsmuur op de linker perceelsgrens. De veranda neemt een deel van het dakterras in. Om de interne hoogte van de veranda te maximaliseren en de dakgoot aan het zicht te onttrekken wordt de scheidingsmuur op de linker perceelsgrens zeer beperkt verlengd. Deze verlenging brengt geen noemenswaardige hinder met zich mee ten aanzien van het linker aanpalende pand, wat gunstig is.
De trap van het terras naar de tuin werd verplaatst ten opzichte van de oorspronkelijk vergunde toestand. De buitenzijde van de trap bevindt zich op slechts 57 centimeter van de rechter perceelsgrens. De aanvraag is hiermee in strijd met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. De trap bevindt zich echter wel hoofdzakelijk onder een hoek van 45° ten opzichte van de rechter perceelsgrens (bouwcode, artikel 13). Enkel de buitenhoek van het tussenbordes valt buiten deze hoek. Trappen vanaf een terras op de eerste verdieping naar de tuin komen nog voor in de Van Cortbeemdelei aan de zijde met even huisnummers . Er kan geoordeeld worden dat de trap slechts beperkte inkijk genereert naar de omliggende tuinen.
De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat minstens de helft van de netto vloeroppervlakte van een verblijfsruimte onder schuine daken een hoogte moet hebben van 2,60 meter. De gemiddelde hoogte in de veranda bedraagt 2,50 meter. Aangezien de veranda volledig in glas wordt uitgevoerd, wordt de verblijfskwaliteit van de veranda niet gehypothekeerd door de lagere interne hoogte. De afwijking op de gemiddelde hoogte is bovendien beperkt. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 23 november 2022 |
Start openbaar onderzoek
| geen |
Einde openbaar onderzoek
| geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken
| geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 23 maart 2023 |
Verslag GOA | 20 januari 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Bevraging aanpalenden
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd de bevraging van de aanpalers mogelijks geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.