Terug
Gepubliceerd op 02/05/2023

2023_CBS_02290 - Omgevingsvergunning - OMV_2022012296. Oosterweelsteenweg 58. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/04/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02290 - Omgevingsvergunning - OMV_2022012296. Oosterweelsteenweg 58. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_02290 - Omgevingsvergunning - OMV_2022012296. Oosterweelsteenweg 58. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022012296

Gegevens van de aanvrager:

NV WAREHOUSING & WAREHOUSE RELATED SERVICES BELGIUM met als contactadres Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV WAREHOUSING & WAREHOUSE RELATED SERVICES BELGIUM (0449150481) met als contactadres Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Oosterweelsteenweg 58 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1799D, 1800C, 1801G, 1804A en 1809L

waarvan:

 

-          20220204-0022

afdeling 7 sectie G nrs. 1804A, 1799D, 1800C, 1809L en 1801G (Infrastructuurgebonden activiteiten Pasec site)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Slopen van gebouwen en verhardingen en bouwen van werkplaatsen en burelen;

Infrastructuur gebonden activiteiten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend op voorliggende locatie, te beginnen bij de stedenbouwkundige vergunning (18/49036-2892/B/) verleend door het college op 25 november 1966 voor een industriegebouw. Nadien werden er nog meerdere stedenbouwkundige vergunningen verleend voor onder andere een loods, verhardingen, benzinepompen, een reclamepaneel, bijgebouwen, een opslagplaats, een parkeerterrein voor personenwagens en het rooien van bomen.

 

Op 9 december 2022 werd bij het college eveneens een vergunningsaanvraag ingediend voor het slopen van een kantoorgebouw en verharding en bouwen van twee loodsen (OMV_2022128631), gelegen Oosterweelsteenweg 57. Deze vergunningsaanvraag, samen met voorliggende aanvraag, kadert in een groter geheel voor de reorganisatie van beide sites.

 

Bestaande toestand

Volledig verhard terrein, gelegen langs de Oosterweelsteenweg, waarop zich enkele magazijnen en loodsen bevinden. Langs de oostzijde wordt het terrein begrensd door spoorwegen.


Inhoud van de aanvraag 

-     slopen van loodsen, een magazijn, appartementen, een opslagplaats en een bijgebouw; 

-     slopen van verhardingen; 

-     bouwen van werkplaatsen en kantoren; 

-     plaatsen van een hoogspanningscabine; 

-     bouwen van een fietsenstalling; 

-     aanleggen van verhardingen; 

-     plaatsen van een omheining. 

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Deze aanvraag betreft de exploitatie van twee werkplaatsen en kantoren voor logistieke activiteiten.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

2.500 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

120 kW

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

23 januari 2023

22 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

FLUXYS BELGIUM

 23 januari 2023

16 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

 23 januari 2023

14 februari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges)/ terreinen - Watertoets

 23 januari 2023

14 maart 2023

Gunstig

Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges)/ terreinen

 23 januari 2023

14 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

 23 januari 2023

9 februari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Ministerie van Landsverdediging

 23 januari 2023

14 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

23 januari 2023

24 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

23 januari 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

23 januari 2023

20 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

23 januari 2023

15 februari 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voornamelijk bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

Het goed is, in het zuidoosten, deels bestemd als spoorinfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

In het westen van het goed loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming.

De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. In het gebouw worden, naast de werkplaatsen op het gelijkvloers, ook kantoren, sanitair en kleedruimtes, vergaderzalen, bergingen, technische ruimtes en een refter met kitchenette ondergebracht ter ondersteuning van het bestaand bedrijf. De nieuwe kantoren dienen ter vervanging van bestaande kantoren op voorliggende site en op de site aan de overkant van de Oosterweelsteenweg (zie deel Functionele inpasbaarheid), waarbij de totale vloeroppervlakte van de nieuwe kantoren kleiner is dan de som van de vloeroppervlaktes van de bestaande, te slopen, kantoren. Deze kantoren zijn noodzakelijk voor de ondersteuning van de industriële bedrijfsactiviteiten (exploitatie werkplaatsen en magazijnen op beide sites) en vormen zo een inherent onderdeel en nevenfunctie hiervan, wat ook zichtbaar is door de fysieke integratie in het nieuwe bedrijfsgebouw. Dit wordt ook als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften: 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 

-     Gebied voor waterweginfrastructuur voor het 4de Havendok, het 5de Havendok, het Amerikadok en het Noordkasteeldok; 

-     Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noordkasteelbrug; 

-     Gebied voor spoorinfrastructuur voor de spoorwegen ten oosten van de aanvraag; 

-     overdrukken Leidingstraat. 

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Er wordt een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 10.000 liter waarbij het opgevangen hemelwater hergebruikt zal worden bij de spoeling van de toiletten.

 

Tevens wordt er een afwijking aangevraagd op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager motiveert deze afwijking door te verwijzen naar het zwaar verkeer en de grondwaterstanden op de site. Omwille van zwaar vrachtverkeer op de site (door vrachtwagens en vorkheftrucks) en opslag op de verharding is een dikke bedding noodzakelijk. Eventuele riolering en/of infiltratiebuizen of kratten moeten hierdoor een dekking hebben van minimaal 80 centimeter. Daarnaast blijkt uit bodemonderzoek, waarin op drie verschillende plaatsen op de site grondwaterstanden gemeten zijn, dat de gemiddelde grondwaterstand op het perceel -0,95m mv bedraagt. Aangezien de infiltratievoorziening op minimum 80 centimeter onder het maaiveld moet liggen en de gemiddelde grondwaterstand op ongeveer 95 centimeter onder het maaiveld ligt, zou dit tot gevolg hebben dat de infiltratievoorziening voor een deel en soms volledig in het grondwater zou liggen. De afwijking op het aspect infiltratie kan worden toegestaan.

 

De overloop van de hemelwaterput wordt wel aangesloten op een ondergronds bufferbekken met een inhoud van 324 m³, voldoende groot zoals bepaald in de hemelwaterverordening (minimaal volume van 320,25 m³).

 

Gezien de exacte activiteiten in de werkplaatsen en buitenzones voorlopig nog niet bekend zijn, kan de mogelijkheid tot hergebruik van regenwater voor deze activiteiten momenteel niet onderzocht worden. Om stadswaterverbruik te vermijden wanneer regenwater kan volstaan, is het aangewezen vanuit een duurzaam waterbeheer en de principes van de hemelwaterverordening om het ondergrondse bufferbekken zo uit te voeren dat in de toekomst meer hergebruik mogelijk is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. De aanvrager deelt mee dat het gebouw niet publiek toegankelijk is.

Een occasionele bezoeker of een werknemer die (tijdelijk of permanent) minder mobiel is, kan niet uitgesloten worden. Minstens de vergaderzalen en de circulatieruimtes hiernaar worden dus wél als publiek toegankelijk beschouwd. Conform artikel 3; tweede alinea dienen alle gelijkvloerse publiek toegankelijke delen te voldoen aan de bepalingen van de verordening. Daarnaast dienen ook de niet-gelijkvloerse publiek toegankelijke delen van het gebouw te voldoen, tenzij een vertrek op een andere locatie eenzelfde functie vervult en toegankelijk is volgens de bepalingen van de verordening.

 

Alle verdiepingen zijn bereikbaar via een lift. De binnenafmetingen en toegang tot de lift dienen te voldoen aan artikel 21. Opgemerkt wordt dat er op geen enkele verdieping een toegankelijk sanitair voorzien is conform artikels 30 en 31. Ook ontbreken voorbehouden parkeerplaatsen.

In toepassing van artikel 27 moeten er minimaal vier aangepaste en voorbehouden parkeerplaatsen worden voorzien op het parkeerterrein bij dit gebouw. Deze parkeerplaatsen moeten zo dicht mogelijk bij de inkom van het kantoorgebouw worden ingeplant.

 

De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen verder te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
De beheerder van de ontvangende waterloop is de Haven van Antwerpen-Brugge. Het advies van de Haven van Antwerpen-Brugge is gunstig daar de aanvraag geen (significante) schade berokkent aan of geen negatieve impact heeft op de waterweg. Er wordt een afwijking toegestaan op het aspect infiltratie (zie deel gewestelijke hemelwaterverordening). Er dient in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m² (circa 13.070 m²) en is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 8 september 2022 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 24970. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt. Er dient geen verplicht vervolgonderzoek te gebeuren.

 

Deze aanvraag is onderdeel van een groter project dat bestaat uit twee deelgebieden. Er is een kleine afwijking tussen de ingrepen die vermeld worden in de archeologienota en deze in de

omgevingsvergunningsaanvraag. De omgevingsvergunning van dit deelgebied vraagt een bufferbekken aan, hiervan wordt geen gewag gemaakt in de archeologienota. De archeologienota voor het andere deelgebied vermeldt deze wel en werkt de impact op de ondergrond gedegen uit. Aangezien deze wijziging te wijten is aan een last-minute verandering en er geen gevolg is op de interpretatie van de ingreep op de ondergrond, is de opmaak van een nieuwe archeologienota niet vereist. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een terrein gelegen langs de oostzijde van de Oosterweelsteenweg worden, in kader van een herontwikkeling van de Stork- en Pasec-site, volgende gebouwen en verhardingen gesloopt: 

-     een loods met een grondoppervlakte van 3.300 m²; 

-     een magazijn met appartementen met een grondoppervlakte van 1.107 m²;

-     een opslagplaats met een grondoppervlakte van 24 m²;

-     een bijgebouw met een grondoppervlakte van 299 m²;

-     verhardingen in asfalt, beton, steenslag en betonklinkers met een totale oppervlakte van 10.250 m². 

Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen verwijderd te worden. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. Ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden en het is verboden aan te vullen met puin.

 

Na de sloop wordt op het terrein een gebouw met een oppervlakte van circa 3.670 m² en een maximale hoogte van 23 meter gebouwd. Op het gelijkvloers worden werkplaatsen 1 en 2 voorzien met elk een oppervlakte van 1.500 m² en vrije hoogte van respectievelijk 9,9 en 11,9 meter onder de draagbalken, met daartussen werkplaats 3 (om te lassen) met een oppervlakte van 395 m² en vrije hoogte van 5,6 meter. Aan de achtergevel (oostzijde) van het gebouw worden ter hoogte van werkplaatsen 1 en 2 twee luifels voorzien met elk een oppervlakte van 240 m² en een vrije hoogte van 7 meter.

Bovenop de centrale werkplaats om te lassen worden vier verdiepingen voorzien die ingericht worden met kantoren, vergaderzalen, bergingen, technische ruimtes, kleedkamers en sanitair. Deze ruimtes hebben een vrije hoogte van 2,8 meter onder het verlaagde plafond (3,50 meter tot aan de verdiepingsvloer). Op een deel van het dak van werkplaats 2 wordt een dakterras voorzien.

 

Door de afbraak van de bestaande kantoren op voorliggend locatie, zal circa 400 m² kantoorruimte verdwijnen. Op de site aan de overkant van de Oosterweelsteenweg zal eveneens kantoorruimte verdwijnen met een bruto vloeroppervlakte van circa 2.000 m² (deze afbraak is geen voorwerp van voorliggende aanvraag, maar van de lopende vergunningsaanvraag OMV_2022128631). De nieuwe kantoren, met een bruto vloeroppervlakte van circa 1.500 m², zullen in functie staan van beide sites. Er wordt dus in totaal minder bruto vloeroppervlakte voorzien voor de kantoren dan in de bestaande toestand.

 

Ter hoogte van de inkom van het gebouw worden een hoogspanningscabine en fietsenstalling geplaatst. De hoogspanningscabine heeft een oppervlakte van circa 7 m² en een hoogte van circa 2,4 meter. De fietsenstalling heeft een oppervlakte van circa 51,7 m² en een hoogte van 2,6 meter. In de fietsenstalling zijn 20 fietsstalplaatsen voorzien. 

 

De overige ruimte op het terrein wordt volledig verhard met een nieuwe asfaltverharding. Deze verharding heeft een totale oppervlakte van circa 9.200 m² en zal enerzijds gebruikt worden als parking met 62 parkeerplaatsen en anderzijds als lay-down area.

 

Rondom het terrein wordt tevens een omheining geplaatst die opgebouwd is uit een betonnen schampkant (new jerseys) met daarboven een open gaasdraad en drie rijen prikkeldraad. De omheining heeft een totale hoogte van circa 3,3 meter. Langs de Oosterweelsteenweg worden twee schuifpoorten voorzien voor een afzonderlijke in- en uitrit. 

 

Door verouderde en in onbruik geraakte constructies af te breken, kan het terrein herontwikkeld worden. De nieuwe gebouwen en constructies staan in functie van deze herontwikkeling. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft de sloop van gebouwen die noch beschermd zijn noch in de Inventaris van het bouwkundig erfgoed zijn opgenomen. De gebouwen hebben geen historische of architecturale waarde. De nieuwe gebouwen en constructies staan in functie van de herontwikkeling van het industrieterrein. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De centralisatie en stapeling van verschillende functies van twee sites in één nieuwbouw verhoogt plaatselijk de bouwdichtheid. Hierdoor blijft er meer ruimte over voor andere activiteiten op de site zelf (zijnde de opslag buiten) en voor de ontwikkeling van de site aan de overzijde van de Oosterweelsteenweg. Bij de inplanting van dit nieuwe gebouw is ook rekening gehouden met de mogelijke toekomstige wijzigingen van de naastliggende spoorweginfrastructuur.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gebouw wordt volledig opgetrokken in beton. De gevels van werkplaatsen 1 en 2 worden afgewerkt met betonpanelen in een (licht)grijze kleur en lichtdoorlatende PVC panelen. De gevels van het kantoorgedeelte worden afgewerkt met silex betonpanelen in een donkergrijze kleur. De luifels worden afgewerkt met geïsoleerde sandwichpanelen in een donkergrijze kleur.

Oppervlaktes met een lage energetische reflectiefactor, wat het geval is bij donkere gevel- of dakbekleding, hebben een negatieve invloed op het hitte-eilandeffect. Omwille van duurzaamheidseisen is het belangrijk om het hitte-eilandeffect tegen te gaan en is het dus niet wenselijk om de gevels van het kantoorgedeelte en de luifels, die een grote gevel- en dakoppervlakte innemen, in een donkergrijze kleur uit te voeren. Om aan deze bekommernis tegemoet te komen, dienen de dak- en gevelpanelen uitgevoerd te worden in een neutrale lichte kleur.

 

De hoogspanningscabine betreft een prefabcabine met betonwanden die afgewerkt zijn in het groen. De fietsenstalling wordt opgetrokken in staal en afgewerkt met groene metalen gevelplaten. De gevelmaterialen zijn aanvaardbaar voor in omvang beperkte constructies in deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. De opmerkingen en voorwaarden uit dit advies, met het oog op de brandveiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.
 

Er werd advies ingewonnen bij de Haven van Antwerpen-Brugge als gebiedsbeheerder. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit waarin volgend aspect is opgenomen:

-     In de directe nabijheid van het concessieterrein bevindt zich een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat het nieuwe kantoorgebouw dat onderwerp uitmaakt van deze aanvraag wordt opgericht in een slagschaduwgevoelige zone. Het kantoorgebouw moet dusdanig uitgerust worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden. Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. 

De overige voorwaarden betreffen uitvoeringsmodaliteiten en kunnen integraal aan de vergunning gekoppeld worden.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. De adviezen van het Ministerie van Landsverdediging en Fluxys Belgium zijn voorwaardelijk gunstig.

De voorwaarden uit deze adviezen, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.

 

Door de nabijheid van de spoorweg ten oosten van de aanvraag, werd advies gevraagd aan Infrabel, de beheerder van deze sporen. Het advies van Infrabel is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar de zone Non-aedificandi, welke zij in het groen hebben gearceerd op de in bijlage bijgevoegde luchtfoto in hun advies. Binnen deze zone:

-     mogen er geen bouwwerken of stapelzones ingericht worden; 

-     dient de afsluiting dusdanig ontworpen te worden dat de zichtbaarheid op het spoor niet in het gedrang komt.

Tevens legt Infrabel op dat de uitvoering van de werken een aparte Infrabel-toelating vereist, ten einde mogelijke veiligheidsvoorwaarden/-maatregelen te kunnen opleggen/treffen. 

Deze voorwaarden worden beschouwd als uitvoeringsmodaliteiten en kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht. De zone Non-aedificandi valt in het zuiden van de site voor een deel samen met de zone die gebruikt zal worden als lay-down area. In dat gedeelte van de lay-downzone mag dus geen materiaal gestapeld worden.
 

Gezien de grondoppervlakte van de werken, werd advies gevraagd aan de ASTRID-veiligheidscommissie. Er dient ASTRID-indoorradiodekking aanwezig te zijn in het gebouw. Deze voorwaarde kan integraal aan de vergunning worden gehecht.

 

Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad.

 

Op de site worden 55 werknemers tewerkgesteld. Afgaande op het MOBER dat bijgevoegd werd bij de vergunningsaanvraag, wordt het aandeel fietsers en openbaar vervoer in de nieuwe situatie als verwaarloosbaar aangenomen. Het project voorziet in 62 parkeerplaatsen waardoor er wordt voldaan aan de wettelijke parkeerbehoefte.

De parkeerplaatsen zijn schuin ingetekend parallel aan de gevel van het nieuwe gebouw. Het is de bedoeling dat voertuigen schuin achterwaarts parkeren. Opgemerkt wordt dat er laadpalen voorzien zijn, maar dat achterwaarts schuin parkeren een beperking kan vormen voor elektrische wagens die hun laadpunt vooraan hebben. Er moet voorkomen worden dat voertuigen onveilige manoeuvres gaan uitvoeren om toch hun voertuig te kunnen opladen.

Parkeren moet steeds op eigen terrein afgehandeld worden. Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

 

De site wordt ontsloten via de Oosterweelsteenweg. Er worden een noordelijke en zuidelijke inrit aangelegd, en op de site geldt éénrichtingsverkeer. Verkeer rijdt de site op via de zuidelijke inrit en verlaat de site via de noordelijke inrit. Deze twee ontsluitingen worden gebruikt door alle verkeer (bezoekers, personeel, goederen).

 

Het is onduidelijk hoeveel fietsers er verwacht worden op de site. Volgens het MOBER is het aantal werknemers dat met de fiets naar de site komt, te verwaarlozen. Er wordt echter wel een overdekte fietsenstalling voorzien met 20 plaatsen. Deze bevindt zich naast de ingang van het gebouw. In de fietsenstalling wordt er rekening gehouden met buitenmaatse fietsen. Er moet ook de mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Het is onduidelijk hoe groot de stromen voor laden en lossen zijn en hoeveel vrachtverkeer er verwacht wordt. Het MOBER bespreekt enkel het personenverkeer op de site. Opgemerkt wordt dat, bij gebrek aan een plan met aanduiding van de verkeersstromen en draaicirkels van voertuigen, mogelijk niet alle voertuigen rondom het gebouw kunnen rijden wegens de beperkte doorgang tussen de hoeken van het gebouw aan de achterzijde en de afsluiting van de site. De lay-down areas dienen zo nodig verkleind te worden zodat de op plan voorziene brandweerweg rondom het gebouw steeds vrij en bruikbaar blijft. Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

 

Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein. Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

 

Er werd eveneens advies gevraagd aan de Lokale politie/Verkeerspolitie. Zij hebben volgende opmerkingen: 

-     Gezien bij de Oosterweelsteenweg een tweerichtingsfietspad ligt langs de zijde van het perceel waar de aanvraag voor geldt, dient men op eigen terrein zowel bij de in- als de uitrit door middel van signalisatie duidelijk aan te geven dat er fietsers uit beide richtingen kunnen komen. Dit wordt opgenomen als voorwaarde. 

-     Het is niet duidelijk uit de plannen op te maken of een toegang tot het perceel voor fietsers is voorzien ter hoogte van de fietsenstalling. Dit is wenselijk gezien er dan minder conflictsituaties zijn tussen de actieve weggebruiker en het gemotoriseerd verkeer op het eigen terrein. Dit werd eveneens opgemerkt door de dienst mobiliteit van de stad. De aanvrager heeft via een wijzigingsverzoek een nieuw inplantingsplan toegevoegd waarop een aparte toegang ter hoogte van de fietsenstalling voorzien wordt voor fietsers en voetgangers. Hierdoor worden de zwakke weggebruikers zoveel mogelijk gescheiden van het vrachtverkeer en de personenwagens. Ter hoogte van de parking worden zebrapaden voor voetgangers en oversteekplaatsen voor fietsers voorzien. 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De kantoren mogen enkel ter ondersteuning aan de industriële bedrijfsactiviteiten op beide sites gebruikt worden en dienen dus binnen dezelfde exploitatie te vallen.

2. Het bufferbekken dient zo uitgevoerd te worden dat op eenvoudige wijze, zonder de nieuwe verharding open te breken, minstens een deel hiervan ook als regenwaterput voor hergebruik kan fungeren.

3. Er moeten minimaal vier aangepaste en voorbehouden parkeerplaatsen worden voorzien op het parkeerterrein, zo dicht mogelijk bij de inkom van het kantoorgebouw.

4. De binnenafmetingen en toegang tot de lift dienen te voldoen aan artikel 21 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid zodanig dat deze bruikbaar is voor personen die zich verplaatsen met een rolstoel.

5. Er dient rolstoeltoegankelijk sanitair voorzien te worden conform artikels 30 en 31 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

6. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen verder te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening.

7. Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen verwijderd te worden. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. Ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden en het is verboden aan te vullen met puin.

8. De dak- en gevelpanelen van het kantoorgedeelte en de luifels dienen uitgevoerd te worden in een neutrale lichte kleur.

9. De voorwaarden uit het advies van de Haven van Antwerpen-Brugge dienen strikt nageleefd te worden, met uitzondering van voorwaarde 2.

10. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.

11. De voorwaarden uit het advies van het Ministerie van Landsverdediging dienen strikt nageleefd te worden.

12. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.

13. Er dient ASTRID-indoorradiodekking aanwezig te zijn in het gebouw.

14. Parkeren moet steeds op eigen terrein afgehandeld worden.

15. Er moet een mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden in de fietsenstalling.

16. De voorziene brandweerweg rondom het gebouw (inclusief manoeuvreerruimte waar nodig) moet steeds gevrijwaard blijven. In deze zone mogen geen goederen opgeslagen worden.

17. Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein.

18. Men dient op eigen terrein zowel bij de in- als de uitrit door middel van signalisatie duidelijk aan te geven dat er fietsers uit beide richtingen kunnen komen.


Geadviseerde brandweervoorwaarden

De opmerkingen en voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.


Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

2.500 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

120 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 december 2022

Volledig en ontvankelijk

20 januari 2023

Start openbaar onderzoek

30 januari 2023

Einde openbaar onderzoek

1 maart 2023

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag
18 april 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

3 augustus 2023

Verslag GOA

4 april 2023

naam GOA

Bieke Geypens


Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen naar aanleiding van de adviezen van de dienst mobiliteit van de stad en de Verkeerspolitie.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden. Er dienen geen nieuwe adviezen gevraagd te worden, alsook geen nieuw openbaar onderzoek opgestart te worden.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

30 januari 2023

1 maart 2023

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De kantoren mogen enkel ter ondersteuning aan de industriële bedrijfsactiviteiten op beide sites gebruikt worden en dienen dus binnen dezelfde exploitatie te vallen.

2. Het bufferbekken dient zo uitgevoerd te worden dat op eenvoudige wijze, zonder de nieuwe verharding open te breken, minstens een deel hiervan ook als regenwaterput voor hergebruik kan fungeren.

3. Er moeten minimaal vier aangepaste en voorbehouden parkeerplaatsen worden voorzien op het parkeerterrein, zo dicht mogelijk bij de inkom van het kantoorgebouw.

4. De binnenafmetingen en toegang tot de lift dienen te voldoen aan artikel 21 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid zodanig dat deze bruikbaar is voor personen die zich verplaatsen met een rolstoel.

5. Er dient rolstoeltoegankelijk sanitair voorzien te worden conform artikels 30 en 31 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

6. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen verder te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening.

7. Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen verwijderd te worden. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. Ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden en het is verboden aan te vullen met puin.

8. De dak- en gevelpanelen van het kantoorgedeelte en de luifels dienen uitgevoerd te worden in een neutrale lichte kleur.

9. De voorwaarden uit het advies van de Haven van Antwerpen-Brugge dienen strikt nageleefd te worden, met uitzondering van voorwaarde 2.

10. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.

11. De voorwaarden uit het advies van het Ministerie van Landsverdediging dienen strikt nageleefd te worden.

12. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.

13. Er dient ASTRID-indoorradiodekking aanwezig te zijn in het gebouw.

14. Parkeren moet steeds op eigen terrein afgehandeld worden.

15. Er moet een mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden in de fietsenstalling.

16. De voorziene brandweerweg rondom het gebouw (inclusief manoeuvreerruimte waar nodig) moet steeds gevrijwaard blijven. In deze zone mogen geen goederen opgeslagen worden.

17. Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein.

18. Men dient op eigen terrein zowel bij de in- als de uitrit door middel van signalisatie duidelijk aan te geven dat er fietsers uit beide richtingen kunnen komen.


Brandweervoorwaarden

De opmerkingen en voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

2.500 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

120 kW

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. 

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.