Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022158930 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | VZW Arbeidscentrum voor Gehandicapten (A.C.G.) (0406611726) met als adres Bosuil 138 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Middelmolenlaan 158-162, Santvoortbeeklaan 21-23 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nrs. 265V, 265F, 265W en 273T |
waarvan: |
|
- 20220414-0086 | afdeling 27 sectie A nrs. 273T, 265V, 265W en 265F (2022-ACG FAB-MML 158-160 OVA kl 2) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een maatwerkbedrijf |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 12 juni 1996 nam het college akte van de exploitatie van een werkplaats door vzw Arbeidscentrum voor Gehandicapten in de Middelmolenlaan 162 (kenmerk AN1996/181). Op 4 september 1996 werd hiervoor een vergunning verleend door het college (kenmerk AN1996/264). De vergunning was geldig tot 4 september 2016. Op 28 augustus 2015 nam het college akte van een herstelwerkplaats voor motorvoertuigen uitgebaat door Dynamic Services in de Santvoortbeeklaan 21 (kenmerk MV2015/351).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van een werkplaats van een maatwerkbedrijf.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) 2022-ACG FAB-MML 158-160 OVA kl 2
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 2.900,00 m³/jaar |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 21,00 m³/uur |
11.1.1°a) | inrichtingen gelegen in industriegebied voor drukken in ruimste zin, hoogdruk, vlakdruk, diepdruk, flexodruk, zeefdruk, uitvlokken, fotokopie, microfilm, planafdruk, gedrukte schakelingen, elektronische druk, op papier, metaal, glas, plastic, weefsel en alle andere metalen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8,00 kW |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1 x 850,00 kVA |
12.3.2° | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | 30,00 kW |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 21 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 85,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 4.800,00 kg |
19.3.1°a) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 8,00 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 15,00 ton |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 8,00 kW |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; | 45,00 ton |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b); | 2.600,00 kW |
46.1°a) | wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 80,00 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 23 februari 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 23 februari 2023 | 6 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 23 februari 2023 | 6 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 23 februari 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 23 februari 2023 | 23 februari 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag heeft betrekking op een vergund bedrijfsgebouw met kantoorruimte dat grenst aan zowel de Middelmolenlaan als de Santvoortbeeklaan.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De vzw ACG FAB oefent haar activiteiten al enkele decennia uit aan de Bosuil 38 te Deurne. In het kader van een uitbreiding en reorganisatie van de activiteiten, vestigt het bedrijf zich nu in een complex van burelen en magazijnen gelegen aan de Santvoortbeeklaan 21-23 en Middelmolenlaan 158-162 in Deurne. Op de nieuwe locatie kan het bedrijf voor de 300 medewerkers beschikken over een vloeroppervlakte van circa 7.500 m², een oppervlakte voor burelen en personeelsaccommodatie van ongeveer 800 m², andere gebouwgedeelten van ongeveer 2.500 m² en een opslagzone met laad- en loskade van ongeveer 1.600 m².
Het bedrijf is opgedeeld in drie hoofdafdelingen: de boekbinderij, de wasstraat en de verpakkingsafdeling.
De boekbinderij legt zich toe op het herinbinden van boeken, tijdschriften, documenten, publicaties in series ten behoeve van overheid, bibliotheken of universiteiten. Hiervoor zijn machines nodig die snijden, lijmen en binden. Het vermogen van de toestellen gebruikt in deze afdeling bedraagt 5,4 kW. Het vermogen van 8 kW wordt gevraagd om een toekomstige uitbreiding mogelijk te maken. De exploitant vraagt rubriek 11.1.1° voor ‘inrichtingen voor het drukken in de ruimste zin’. Er is geen drukkerij aanwezig waardoor de rubriek niet van toepassing is. Rubriek 11.2 is wel van toepassing aangezien in de omschrijving ook ‘het binden en het afwerken’ opgenomen zijn. De aanpassing van de rubriek in het besluit beïnvloedt het openbaar onderzoek niet; het zijn beide klasse 3 rubrieken.
In de wasstraat worden enkel gerecupereerde herbruikbare glazen gewassen afkomstig van evenementen en festivals. De wasstraat kan tot 8.000 glazen per uur reinigen en bestaat uit een transportband, een voorwas, een hoofdwas en een naspoeling. De installatie heeft een drijfkracht van 77,6 kW. Het detergent dat gebruikt wordt is ecologisch (goed afbreekbaar) en wordt opgeslagen in een afzonderlijke kast.
Voor de wasstraat wordt rubriek 46.1.a ‘wasserijen’ gevraagd. Deze rubriek heeft betrekking op wasserijen van textiel, niet op het wassen van drank- en eetgerief. Er is geen rubriek van toepassing.
Het water afkomstig van de industriële vaatwasser wordt door de exploitant gelijkgesteld met huishoudelijk afvalwater en wordt geloosd in de openbare riolering (LP links). De VMM oordeelt in haar advies dat het water volgens de definities van afvalwater (artikel 1.1.2 van Vlarem II) aanzien moet worden als bedrijfsafvalwater en dat rubriek 3.4.1.a) van toepassing is (3,4 m³/dag, 900 m³/jaar). In de vaatwasser worden enkel herbruikbare drinkbekers gewassen. Het afvalwater zal een verhoogde organische belasting kennen, maar een verontreiniging met plantaardige vetten of oliën wordt niet meteen verwacht. De installatie van een vetvanger heeft in dit geval geen meerwaarde. Er zal voldaan moeten worden aan de algemene voorwaarden voor lozing van bedrijfsafvalwater in de openbare riolering.
De verpakkingsactiviteiten bestaan uit verpakkingslijnen, opslag van in te pakken onderdelen en tijdelijke opslag van producten. Het logistieke proces kan als volgt samengevat worden:
Het brengen en ophalen van te verwerken producten gebeurt veelal door de opdrachtgevers met grote vrachtwagens (oplegger van 30 ton), volgens het systeem ‘brengen is halen’. Voor kleinere opdrachten beschikt de exploitant over een eigen vrachtwagen (7,5 ton) en enkele bestelwagens.
Deze goederen, wisselstukken of onderdelen, betreffen ongevaarlijke inerte producten zoals rubberdichtingen, gereedschappen (metaal, kunststof),…
Er zullen geen ontvlambare producten noch gevaarlijke producten in voorraad gehouden worden tot het magazijn behoorlijk uitgerust is voor deze categorie specifieke vloeistoffen en vaste stoffen. De verpakte assortimenten en af te leveren producten worden opgeslagen in de magazijngebouwen van respectievelijk ongeveer 2.700 m², 3.000 m² en 2.400 m².
Voor de opslag van verpakkingsmaterialen wordt de opslag van karton (45 ton) en kunststof (15 ton) gevraagd. Daarnaast wordt een beperkte hoeveelheid europaletten in voorraad gehouden (circa 30 m³).
Stookinstallaties en airco’s
Het totaal vermogen van de op aardgas gestookte verwarmingsketels bedraagt 2.600 kW. Verdeeld over de werkplaatsen en magazijnen werden 35 luchtverwarmers met een vermogen van 49,4 kW geïnstalleerd.
Deze installaties worden aangevuld met grotere stookinstallaties van 203 kW, 184 kW en 2x 428 kW en enkele kleine wandtoestellen.
In Middelmolenlaan 158 zijn vier airco’s geïnstalleerd in de verblijfslokalen (kleedkamers, refter, kantoor) met vermogens van 19,6 kW, 10,3 kW, 14,5 kW en 21,4 kW. De buitenunits staan opgesteld op het dak van het gebouw. Verder zijn nog drie compressoren aanwezig van 4 kW, 11 kW en 2,2 kW. Alhoewel het bedrijf gelegen is in industriegebied, zijn er aan de overkant toch een aantal woongelegenheden. De installaties staan ten opzichte van de potentieel gehinderden hoger en afgeschermd opgesteld. De compressoren staan inpandig opgesteld. Het risico op geluidshinder is beperkt.
Geluidsoverlast/Mobiliteit
De levering van goederen gebeurt uitsluitend tijdens de werkdagen op normale kantooruren
(20-tal vervoersbewegingen/dag).
Potentiële geluidshinder ontstaat in de zone van laden en lossen in openlucht.
Alle vrachtwagens kunnen het terrein oprijden; de beschikbare ruimte is groot genoeg om ook wachtende vrachtwagens te stallen. Er hoeven geen voertuigen op het openbaar terrein te wachten of stil te staan. De onmiddellijke omgeving van de projectlocatie wordt reeds gekenmerkt door een verhoogd geluidsklimaat door de bedrijvigheid en transporten in het KMO-gebied.
Door de ligging en de vooropgestelde openingsuren wordt geen nadelige invloed van de verkeersgeneratie op de lokale verkeersafwikkeling verwacht.
Huishoudelijk afvalwater
De exploitant schat op jaarbasis zo’n 2.900 m³ huishoudelijk afvalwater (grijs en zwart water) te lozen in drie lozingspunten (LP) in de Middelmolenlaan: LP links, midden en rechts. De site beschikt over een vijftal septische putten waarin het zwart water, soms via pompputten en na vermaling, wordt voorbehandeld. Het afvalwater afkomstig van de refter en opwarmkeuken wordt behandeld in een vetvanger. Het afvalwaterdebiet afkomstig van de wasstraat wordt in mindering gebracht in rubriek 3.2.2.a) omdat dit aanzien wordt als bedrijfsafvalwater. Het totale jaardebiet voor huishoudelijk afvalwater van 2.000 m³ wordt geadviseerd.
Bedrijfsafvalwater
De exploitant geeft aan dat in LP midden bedrijfsafvalwater wordt geloosd met een debiet van 21 m³/uur. Het betreft potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de parking van de vrachtwagens en de laad- en loskade. Er worden geen bijzondere lozingsvoorwaarden gevraagd. De VMM adviseert dat het hemelwater niet aanzien moet worden als potentieel verontreinigd aangezien de belasting enkel bestaat uit modder en zand afkomstig van de wielen en er niet getankt wordt op de site. In plaats van rubriek 3.4.2 wordt rubriek 3.4.1.a) opgenomen in het besluit voor 3,4 m³/uur en 3,4 m³/dag en 900 m³/jaar.
Het hemelwater afkomstig van de daken wordt geloosd in LP links en midden. Het bedrijf beschikt over een groot dakoppervlak. Met uitzondering van het spoelen van toiletten en eventuele buitenkranen zijn er geen toepassingsmogelijkheden voor het hemelwater. Het betreft bestaande gebouwen die niet voorzien zijn op hergebruik. In het kader van het project worden geen werkzaamheden uitgevoerd. Bij een eventuele aanpassing van de gebouwen of aanpassingen aan de riolering dient steeds actief gekeken te worden naar mogelijkheden om het hemelwater maximaal af te koppelen van de openbare riolering.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De hinder en risico’s voor mens en omgeving worden mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 2.000,00 m³/jaar |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 3,40 m³/uur |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | zonder voorwerp |
11.1.1°a) | inrichtingen gelegen in industriegebied voor drukken in ruimste zin, hoogdruk, vlakdruk, diepdruk, flexodruk, zeefdruk, uitvlokken, fotokopie, microfilm, planafdruk, gedrukte schakelingen, elektronische druk, op papier, metaal, glas, plastic, weefsel en alle andere metalen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | zonder voorwerp |
11.2.1°a) | inrichtingen gelegen in industriegebied voor het zetten, voorbereidingen en afwerkingen van de grafische industrie zoals het grafisch ontwerpen, het zetten en opmaken, de fotoreprografie, de clicherie, het graveren van platen en stempels, het binden, het afwerken en de veredeling, met inbegrip van labo's voor foto-ontwikkeling met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8,00 kW |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | niet langer ingedeeld |
12.3.2° | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | niet langer ingedeeld |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 21 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 85,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 4.800,00 kg |
19.3.1°a) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 8,00 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 15,00 ton |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 8,00 kW |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; | 45,00 ton |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b); | 2.600,00 kW |
46.1°a) | wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | zonder voorwerp |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Bij een eventuele aanpassing van de gebouwen of aanpassingen aan de riolering dient steeds actief gekeken te worden naar mogelijkheden om het hemelwater maximaal af te koppelen van de openbare riolering.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 22 februari 2023 |
Start openbaar onderzoek | 4 maart 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 2 april 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 5 september 2023 |
Verslag GOA | 21 april 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
4 maart 2023 | 2 april 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
de maatregelen uit het brandpreventieverslag met referentie BW/KVLO/2023/G.00331.DE.0010.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Bij een eventuele aanpassing van de gebouwen of aanpassingen aan de riolering dient steeds actief gekeken te worden naar mogelijkheden om het hemelwater maximaal af te koppelen van de openbare riolering.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 2.000,00 m³/jaar |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 3,40 m³/uur |
11.2.1°a) | inrichtingen gelegen in industriegebied voor het zetten, voorbereidingen en afwerkingen van de grafische industrie zoals het grafisch ontwerpen, het zetten en opmaken, de fotoreprografie, de clicherie, het graveren van platen en stempels, het binden, het afwerken en de veredeling, met inbegrip van labo's voor foto-ontwikkeling met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8,00 kW |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 21 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 85,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 4.800,00 kg |
19.3.1°a) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 8,00 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 15,00 ton |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 8,00 kW |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt; | 45,00 ton |
43.1.2°a) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b); | 2.600,00 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.