Terug
Gepubliceerd op 02/05/2023

2023_CBS_02672 - District Antwerpen. Lijnwaadmarkt 14 - 2021324 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 28/04/2023 - 09:00 Stadhuis
Ingetrokken
Dit besluit werd ingetrokken

Deze beslissing werd ingetrokken met het collegebesluit van 16 juni 2023 (jaarnummer 4085).

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02672 - District Antwerpen. Lijnwaadmarkt 14 - 2021324 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning - Kennisneming 2023_CBS_02672 - District Antwerpen. Lijnwaadmarkt 14 - 2021324 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

Op datum van 6 december 2021 vroeg Dirk Geens namens Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw (VL - Antwerpen) om het pand gelegen Lijnwaadmarkt 14, district Antwerpen, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning. 

 

De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende gegevens:

  • plannen van de huidige toestand;
  • foto’s van de huidige toestand;
  • bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
  • foto Street-Smart genomen in juli 2009;
  • foto Google Streetview genomen in mei 2019;
  • gegevens vanuit de Inventaris bouwkundig erfgoed ID 140031; ID 4336; ID6448 (Sint-Jan en Sint-Mattheus - beschermd monument);
  • foto’s uit de beeldbank van Onroerend Erfgoed Vlaanderen genomen in het jaar 1969, 1970, 1975, 2006 en 2017;
  • kadastrale gegevens;
  • gegevens vanuit de kruispuntbank van Ondernemingen (KBO);
  • een in 2018 opgemaakte handelshuurovereenkomst;
  • een overzicht van de afgeleverde stedenbouwkundige toelatingen en vergunningen in het Felix-Archief van de stad Antwerpen.

1. Bestaande juridische toestand
Stedenbouwkundige basisgegevens uit de plannen van aanleg

Ligging volgens de geldende bestemmingsplannen van aanleg en hun bijhorende voorschriften 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplan ‘RUP Binnenstad’, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplan ligt het goed in de volgende zones: 

  • artikel 1: Zone voor wonen (Wo1);
  • zone met culturele, historische en/of esthetische waarde;
  • de algemene voorschriften zijn van toepassing.

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Kadastrale gegevens:
Het pand, Lijnwaadmarkt 14, district Antwerpen, met kadastrale ligging (afd.3) sectie C 2413 is kadastraal gekend als huis zonder bewoonbare kelderverdieping, met één woongelegenheid.

2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een samenstel van twee traditionele breedhuizen, genaamd "Sint-Jan" en "Sint-Mattheus", die omstreeks 1553-1554 werden opgetrokken door de kerkmeesters van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. De panden maken deel uit van de huizenrij die aanleunt tegen het noordkoor van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.

Het huidige pand is als volgt ingedeeld:

  • op de benedenverdieping is er een handelspand met sanitair, een centraal gelegen trappenhal en een open binnenkoer van circa 16 vierkante meter;
  • op de eerste verdieping bevindt er zich een atelier met berging;
  • de tweede verdieping is in gebruik als opnamestudio;
  • onder het schuine dak is er een zolderkamer.

 

Overtredingen:
 Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.

Juridische grond

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd vóór 22 april 1962 ofwel tussen deze en vóór de eerste invoering van het gewestplan Antwerpen (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Regelgeving: bevoegdheid

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van  artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Argumentatie

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van detailhandel, zonder woonentiteiten.

 

De bewijsvoering

Voor dit pand werden oude stedenbouwkundige toelatingen van vóór 1900 teruggevonden in onze archieven. Deze dossiers bevatten echter onvoldoende getailleerde bouwplannen en informatie om met zekerheid te kunnen oordelen of deze dossiers daadwerkelijk betrekking hebben op het huidige pand met adres Lijnwaadmarkt 14. Zo blijken de opgetekende gevelaanzichten en de aangeleverde informatie in deze dossiers niet langer overeen te komen met de opgenomen foto’s van het straatbeeld, in de beeldbank van Onroerend Erfgoed Vlaanderen genomen in het jaar 1969, 1970 en 1975. Gelet op het feit dat deze foto’s zijn genomen binnen de relevante periode tussen 1962-1979 maakt dat de inhoud van deze oude stedenbouwkundige toelatingen slechts als richtinggevende informatie zal worden meegenomen in de verdere beoordeling van deze aanvraag.
 

De klant levert een overzicht aan van de afgeleverde stedenbouwkundige toelatingen en vergunningen. Hierin wordt volgende melding gemaakt:

Uit een huurcontract van 2014 blijkt dat op het stedenbouwkundige uittreksel (2 oktober 2014) voor de nr 14 dat er een vergunning werd afgeleverd.

“een vergunning tot verbouwen van een handelshuis op zestien augustus 1988 met dossiernummer 11002-1988-1321.(dit is volgens mij het dossier van de Lijnwaadmarkt nr 12).

Het aangehaalde huurcontract noch het vernoemde stedenbouwkundige uittreksel, werden toegevoegd aan het aanvraagdossier. Echter uit nazicht van het gearchiveerde bouwdossier uit 1988 (met dossiernummer 11002-1988-1321), kan hier wel bevestigd worden dat dit dossier inderdaad betrekking heeft op het rechts naastgelegen pand met huisnummer 12. De inhoud van dit dossier is bijgevolg dan ook niet relevant en zal niet meegenomen worden in de verdere beoordeling van deze aanvraag.

Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van vóór 1850. Dit wordt eveneens bevestigd uit lezing van de tekst die opgenomen is bij ID 4336 in de Inventaris bouwkundig erfgoed van het Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen, waaruit blijkt dat de woning omstreeks 1553-1554 werd opgetrokken door de kerkmeesters van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.

Uit de kadastergegevens blijkt verder dat, voor de datum van het gewestplan, reeds één woonentiteit aanwezig was in het pand.

Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat er tussen 1954 en 1963 meerdere gezinnen tegelijk waren ingeschreven op dit adres. Gezien deze periode waarin meerdere gezinnen tegelijk waren ingeschreven wordt beschouwd als de na-oorlogse periode, waarin een tekort aan woningen was, is deze periode niet doorslaggevend voor het aantal wooneenheden.

Tussen de periode 1963 en 1965 werden er op dit adres geen personen ingeschreven. Vanaf 1966 tot zeker 2001 werd er maximaal één gezin tegelijk ingeschreven. Het laatste gezin werd op dit adres uitgeschreven op 16 augustus 2001. Tot op heden is het pand in gebruik als handelspand zonder woonentiteit. De aangeleverde foto’s in het dossier en de teruggevonden foto’s in de beeldbank van Onroerend Erfgoed Vlaanderen, Street Smart en Google Streetview genomen in de jaren 1969, 1970, 1975, 2006, 2009, 2017 en 2019 bevestigen deze gegevens. 

Als bewijs voor de aanwezigheid van deze gelijkvloerse handelsactiviteit levert de aanvrager een handelshuurovereenkomst aan. Dit document werd opgesteld en ondertekend door de eigenares/verhuurder en de huurder van het pand op 20 maart 2018.

In de opgemaakte huurovereenkomst wordt de interne indeling van het pand als volgt omschreven:

De verhuurder verklaart bij deze te verhuren, ten titel van handelsduur, aan de huurder die aanvaardt: een pand op en met grond en alle aanhorigheden, staand en gelegen te 2000 Antwerpen, Lijnwaadmarkt 14, volgens titel en huidig kadaster gekend Antwerpen derde Afdeling sectie C, deel van nummer 2413

Gelijkvloers: winkelruimte, inkom, berging, traphal, leefruimte, keuken, badkamer, binnenkoer

Verdiep 1: woonruimte, traphal, slaapkamer

Verdiep 2: kamer

Verdiep 3: zolder  

               …
 

Mevrouw V. maakt thans gebruik van het gelijkvloers van het pand Lijnwaadmarkt 16, eveneens eigendom van de verhuurder, dat zij tot op heden in onderhuur had van een derde.
In afwachting van de werken die thans door de verhuurder nog uitgevoerd worden in het pand Lijnwaadmarkt 14 en teneinde de huurder in staat te stellen haar handelszaak zonder onderbreking verder te zetten staat de verhuurder toe dat de huurder haar handelszaak handhaaft in het pand Lijnwaaadmarkt 16, mits betaling van dezelfde huurprijs als deze voorzien in onderhavig contract.

Mevrouw V. verbindt er zich toe om haar handelszaak over te brengen naar het pand Lijnwaadmarkt 14, na beëindiging van de aan de gang zijnde werken, en dit op eerste verzoek van de verhuurder.
Wat betreft de aard en de omvang van deze werken verklaart mevrouw V. voldoende ingelicht te zijn door de verhuurder, en verzaakt zij aan enig verhaal tegen de verhuurder aangaande de termijnen en de uitvoering van deze werken.

Uit het voorgaande blijkt dat de aanwezige woonentiteit in het pand werd gesupprimeerd rond het jaar 2018. Het verwijderen van deze woonentiteit maakte dat het volledige pand een andere hoofdfunctie bekwam. Zowel het wijzigen van het aantal woongelegenheden alsook het wijzigen van de hoofdfunctie van het gebouw was toen reeds een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling. Bijgevolg kan het supprimeren van de woonentiteit en het wijzigen van de hoofdfunctie van wonen naar detailhandel van het pand niet opgenomen worden als zijnde geacht vergund in het vergunningenregister.

De inhoud van deze huurovereenkomst bewijst echter wel dat de huidige functie van het pand een detailhandel betreft. Uit nazicht van de gegevens van de onderneming, in de kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), blijkt inderdaad dat mevrouw V. de handelszaak oprichtte op 9 oktober 2018 onder de naam ‘Bovary Studio’. Tot op heden is deze zaak nog steeds actief aanwezig op dit adres.

De voorgelegde huurovereenkomst bewijst echter niet dat de huidige hoofdfunctie ‘detailhandel’ reeds vóór 1 mei 2000, onafgebroken aanwezig was in het pand. 

Op 20 november 1997 werd door het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het plaatsen van drie zilveren verlichtingsarmaturen voor de verlichting van de voorgevel van het pand. Deze goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning noch de toenmalig goedgekeurde bouwplannen werden door de klant aangeleverd in het dossier. Na nazicht in onze databank en archieven, bleken deze documenten ook aldaar niet beschikbaar. De concrete inhoud van dit goedgekeurde bouwdossier kan dan ook niet ten gronde achterhaald worden. Bijgevolg kan de concrete inhoud van dit goedgekeurde bouwdossier niet meegenomen worden in de eindbeoordeling van deze aanvraag.
Op basis van de voorliggende informatie kan daarom enkel met zekerheid worden gesteld dat het college van burgemeester en schepenen op 20 november 1997 een goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning afleverde voor het plaatsen van drie zilveren verlichtingsarmaturen voor de verlichting van de voorgevel van het pand. Echter de plaatsing van een gevelverlichting op zichzelf, is onvoldoende bewijs om enkel op basis daarvan te oordelen dat de benedenverdieping toen reeds in gebruik was als zijnde een detailhandel.

Gelet op het voorgaande bevat dit aanvraagdossier onvoldoende concrete bewijzen die aantonen dat de huidige hoofdfunctie (detailhandel) reeds aanwezig was in het pand, vóór 1 mei 2000. Bijgevolg zal de huidige hoofdfunctie van het pand (detailhandel) uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister.

Uit zowel de foto’s als de aangeleverde bouwplannen in het dossier, blijkt dat het huidige bouwvolume van het  pand ongewijzigd is gebleven. Gezien het pand reeds lang vóór de inwerkingtreding van de stedenbouwwet op 22 april 1962 voltooid was, valt het huidige bouwvolume volledig onder het onweerlegbaar vermoeden van vergunning. Het huidige bouwvolume en de interne indeling van het pand zullen dan ook volledig opgenomen worden in het vergunningenregister als zijnde geacht vergund.

Voorgaande bewijst voldoende dat het huidige bouwvolume van het pand, dateert van vóór de inwerkingtreding van de wet op stedenbouw (22 april 1962), met uitsluiting van de huidige hoofdfunctie van het pand als zijnde detailhandel (zoals in rood aangeduid op de plannen).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van de opname van het huidige bouwvolume van het pand Lijnwaadmarkt 14, district Antwerpen,  in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van de huidige hoofdfunctie van het pand als zijnde detailhandel (zoals in rood aangeduid op de plannen).

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens.