2023_CBS_02277 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023008230. Salesianenlaan 1A, 7-9, 90. District Hoboken - Goedkeuring

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Salesianenlaan 1A

-     28/10/2022: voorwaardelijke vergunning (OMV_2022089821) voor het slopen van een schoolvleugel en oprichten van een fietsenstalling;

-     12/03/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020175951) voor het wijzigen van inkomgehelen van gebouw A en gebouw B behorende tot Karel de Grote Hogeschool campus;

-     16/03/2009: weigering (3222#1025) voor het hervergunnen van het plaatsen van mobiele kantoor- en laboruimte;

Salesianenlaan 7

-     15/12/2017: vergunning (20172247) voor het wijzigen van de functie wonen naar onderwijs;

Salesianenlaan 9

-     15/09/2017: vergunning (20171539) voor het plaatsen van een luifel;

Salesianenlaan 90

-     12/03/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020175951) voor het wijzigen van inkomgehelen van gebouw A en gebouw B behorende tot Karel de Grote Hogeschool campus;

-     28/08/2009: vergunning (3432#3920) voor het hervergunnen van het plaatsen van mobiele kantoor- en laboruimte.

Vergunde toestand

-     functie: 

• technologiecampus KDG Hoboken;
• voormalige woning omgevormd naar functie school;

-     bouwvolume: 

• 2 bouwlagen met zadeldak;

-     inrichting: 

• fietsenstallingen achteraan.

Bestaande toestand

conform vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-     functie:  

• schoolgebouw;

-     bouwvolume: 

• slopen van de bestaande bebouwing;
• 2 bouwlagen met plat dak;
• technische zone op plat dak in de vorm van een teruggetrokken bouwlaag;
• bouwdiepte circa 35,55 m;
• kroonlijsthoogte circa 9,15 m;

-     gevelafwerking: 

• grijs, architectonisch beton;
• grijs, aluminium buitenschrijnwerk;
• twee poorten naar werkatelier in het achterste gevelvlak;

-     inrichting: 

• slopen van betonnen verharding;
• oprichten van drie fietsenstallingen;
• aanleg van het buitenterrein inclusief 19 nieuwe autoparkeerplaatsen;
• aanleg van 22 autoparkeerplaatsen op bestaande verharding;
• oprichten van een distributiecabine.

Inhoud van de aanvraag 

-     slopen van de bestaande bebouwing;

-     oprichten van een schoolgebouw;

-     oprichten van drie fietsenstallingen;

-     oprichten van een distributiecabine;

-     heraanleggen van het buitenterrein.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 3 oktober 2013 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen aan Karel de Grote Hogeschool vzw een milieuvergunning klasse 1 voor de verdere exploitatie van een onderwijsinstelling (MLAV1/2013-0268). Deze vergunning is geldig tot 29 april 2033. Op 2 september 2021 werd deze vergunning uitgebreid (OMV_2021097652). Op 1 februari 2023 werd er opnieuw een (beperkte) uitbreiding gevraagd (OMV_2023009986). De deputatie nam op het moment van opmaak van dit advies nog geen beslissing over deze laatste aanvraag.

Inhoud van de aanvraag

Voorliggende aanvraag omvat een actualisatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) die noodzakelijk zullen zijn voor de exploitatie van het nieuwe onderwijsgebouw “Innovation Hub”. Voor de realisatie van deze nieuwbouw worden drie nieuwe percelen toegevoegd (38 B 0708 C3, 38 B 0708 Y2 en 38 B 0711 B2).

Aangevraagde rubriek(en)

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
  de centrale werkplaatsen en projectruimte op het gelijkvloers worden niet voorzien van een te openen gevel- of dakdeel dat direct uitmondt in de open lucht zodat de ruimtes op natuurlijke wijze geventileerd zouden kunnen worden;
• artikel 26 Afvalverzameling:
  het gebouw wordt niet voorzien van een afvalberging;
• artikel 27 Open ruimte:
  de toegangspaden achteraan worden aangelegd met een breedte van 4 m waar dit maximaal 3 m mag zijn;
  de zij- en achtertuinzone van percelen 705V3, 708C3, 708Y2, 711A2 en 711B2 is circa 3.187 m² groot volgens de nieuwe perceelsgrenzen, ondanks de inspanningen die geleverd worden met het verwijderen van de oude verharding wordt een groot gedeelte opnieuw verhard waardoor er maar circa 834 m² onverharde oppervlakte overblijft. De maximum toegelaten oppervlakte aan verhardingen bedraagt echter maar 1.062 m² in plaats van de huidige 2.353 m²;
• artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
  de aansluitpunten van het gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn.

Sectorale regelgeving

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-     Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van volgende bepalingen van de bouwcode:

Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer (artikel 24):

-     De centrale werkplaatsen en projectruimte op het gelijkvloers worden niet voorzien van natuurlijke verluchting en verlichting. Gelet op het functioneel gebruik van deze ruimtes kan er een afwijking worden toegestaan op dit artikel, mits deze voorzien worden van een kwalitatief ventilatiesysteem. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde.

Afvalverzameling (artikel 26):

-     Het nieuwe gebouw wordt niet voorzien van een afvalberging. Het gebouw maakt deel uit van een onderwijscampus. Mits er op de campus een gezamenlijke afvalberging voorzien wordt, kan er een afwijking worden toegestaan op dit artikel.

Open ruimte (artikel 27):

-     De aanvraag voorziet in de nieuwe toestand minder verharding in de zij- en achtertuinstrook dan voorheen, maar nog steeds meer dan toegelaten conform artikel 27 van de bouwcode. Daarnaast wordt het toegangspad achteraan het nieuwe volume voorzien met een breedte van 4 meter waarbij dit slechts 3 meter is toegelaten. Om toch ontharding te realiseren zal hierdoor in voorwaarde worden opgenomen dat de breedte van dit pad moet beperkt blijven tot 3 meter. Hierdoor ontstaat er een grotere groene zone in de achtertuin.

De afwijkingen met betrekking op de mobiliteit worden verder besproken in het verslag onder “mobiliteitsimpact”.

Verder wordt er in voorwaarde opgenomen dat de aanvraag moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode met betrekking op de aansluiting op het openbaar domein.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het afbreken van een bestaande eengezinswoning en het bouwen van een nieuw onderwijsgebouw “Innovation Lab” op de technologiecampus van KdG Hoboken. Dit maakt deel uit van een breder toekomstperspectief dat is opgemaakt in de vorm van een masterplan voor de gehele technologiecampus van KdG. De functionele inpasbaarheid van de aanvraag kan bijgevolg gunstig worden geadviseerd.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De schaal, het bouwvolume en inplanting van het project werd meermaals met de dienst Vergunningen en op de Kwaliteitskamer besproken. Het nieuwbouw volume wordt geplaatst in het verlengde van de voorgevelbouwlijn van het links naastgelegen schoolgebouw. De nieuwbouw wordt zeer transparant opgevat en verruimt de pleinzijde met een dubbelhoge gaanderij. Het plan is flexibel en open opgevat en voorziet achter de voorgevel tevens een grote vide.

Het voorstel is ruimtelijk aanvaardbaar.

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag is visueel inpasbaar. De aanvraag werd voorafgaand voorgelegd aan de kwaliteitskamer architectuur van de stad Antwerpen, die het dossier voorwaardelijk gunstig adviseerden. De materialisatie van het nieuwe schoolgebouw wordt uitgevoerd in een betonstructuur in midden grijs met diverse textuur, ingevuld met grote vlakken in betonstuc of glas. De kwaliteitskamer apprecieert de fijne detaillering en het sober architecturaal opzet.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu:

“Buitenluchtkwaliteit

Situatie:

-     Op onderstaande luchtkwaliteitskaart wordt de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) in 2020 weergegeven. NO2 is een goede indicator voor verschillende verontreinigende stoffen (waaronder fijn stof en roet) afkomstig van verkeer.

Advies luchtkwaliteit: gunstig

-     Argumentatie: De locatie is onderhevig aan gemiddelde jaarconcentraties NO2 van 21-30 µg/m³.

Omgevingsgeluid

Situatie:

-     Onderstaande kaart is een uittreksel van de strategische geluidsbelastingskaart die werd opgemaakt in het kader van de Europese richtlijn omgevingslawaai. De kaart stelt de geluidsbelasting Lden voor ten gevolge van de bronnen wegverkeer, spoorverkeer, luchtverkeer en industrie.

Advies geluid: gunstig

-     Argumentatie: De locatie is gemiddeld blootgesteld aan geluidsniveaus Lden van minder dan 60 dB(A).”

Het dossier werd voorwaardelijke gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Business en Innovatie.

Het dossier werd voorwaardelijke gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Publieke Ruimte:

“Op het inplantingsplan komt de rooilijngrens in blauw niet overeen met de nieuwe rooilijn die werd afgesproken met de dienst Publieke Ruimte. De nieuwe rooilijn bevindt zich op de paarse lijn (die op het inplantingsplan als 'nieuwe perceelsgrens' staat vermeld.)

De langse private nutsleidingen mogen niet onder het openbaar domein liggen en moeten onder het privaat domein worden gebracht.

In het ontwerp van de heraanleg van de Salesianenlaan (SWOU11773) wordt een fysieke grens tussen publiek en privaat domein voorzien in de vorm van een boordsteen (dit in functie van duidelijkheid naar onderhoud en beheer van het openbaar domein).

De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – dienst Structureel Onderhoud (mailen naar: herstellingopenbareruimte@antwerpen.be) betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en eventuele herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken.”

De voorgestelde voorwaarde van deels gevolgd. De Salesianenlaan gaat in de toekomst heraangelegd worden. Er zijn hierover afspraken gemaakt tussen de stedelijke dienst Openbaar Domein en de aanvrager. De rooilijnwijziging zal vervat zitten in het toekomstig dossier. Voor het wijzigen van een rooilijn moet er een gemeenteraadbesluit worden opgemaakt. Dit zit niet vervat in deze procedure. Om mogelijke verwarring te vermijden wordt in deze vergunningsaanvraag als voorwaarde voorgesteld dat iedere mogelijke rooilijnwijziging uitgesloten wordt van vergunning.

Het dossier werd voorwaardelijke gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen:

“De groendienst geeft een gunstig advies, mits volgende voorwaarden:

-     Nieuwe bomen moeten een stamomtrek van minstens 18/20 cm hebben en moeten van eerste grootte zijn.

-     Er moet voldoende ondergrondse groeiruimte voorzien worden voor bomen die in de verharding komen.

-     Als er bronbemaling plaatsvindt, moet het water terugvloeien naar de bomen op de begraafplaats. 

-     De bomen op openbaar domein moeten maximaal beschermd worden. Indien de kruinzone van de bomen op de begraafplaats dicht bij de perceelgrens in de werfzone valt, moeten de bomen maximaal beschermd worden. 

-     Indien er conflict is met overhangende takken van bomen op de begraafplaats, moet contact worden opgenomen met de groendienst.

-     Er mag geen werfzone ingericht worden onder de kruinzone van bestaande bomen op het terrein (geen stockage, enzovoort.).

-     Er mogen geen parkeerplaatsen ingericht worden onder de kruinzone van deze boom rechts naast gebouw D. Het plantvak bij de parkeerplaatsen wordt te klein om de boom te behouden en de veiligheid te garanderen. Daarnaast zorgt parkeren voor verdichting van de bodem en nemen de overlevingskansen van de boom verder af.

-     Parkeerplaatsen moeten bestaan uit waterdoorlatende verharding.

-     De timing van de werkzaamheden moet afgestemd worden met Stadsontwikkeling.”

De voorgestelde voorwaarde zullen grotendeels gevolgd worden. Enkel de voorwaarde met betrekking op de parkeerplaatsen onder de kruinzone van deze boom rechts naast gebouw D zal niet worden overgenomen. Het is correct dat bomen op een kwalitatieve manier beschermd en aangeplant moet worden. Toch dient het evenwicht gezocht te worden tussen de functionele werking van een school en zijn inpasbaarheid in zijn omgeving. Gelet op de specifieke functie van Innovatie lab voor auto’s is het realiseren van voldoende parkeerplaatsen een vereiste. Gelet op dit aspect wordt deze voorgestelde voorwaarde niet gevolgd.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Ontsluiting/bereikbaarheid: 
Parkeerplaatsen zijn deels op eigen terrein te bereiken via de Salesianenlaan.

Fietsvoorzieningen: 

“De berekening van de fietsparkeerbehoefte op basis van de bevraging van de school onder studenten en leerkrachten en de niet gelijktijdige aanwezigheid laat zien dat in een vraagvolgend scenario een parkeerbehoefte is na uitbreiding (realisatie masterplan) van 258 plaatsen. Wanneer er door de mobiliteitsmaatregelen een hogere vraag naar fietsen ontstaat, wordt de vraag nog minstens 45 plaatsen meer. In totaal worden er verspreid over de campus 450 fietsstalplaatsen aangeboden.”

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig advies bijgetreden. De stedelijke dienst Mobiliteit geeft bijkomend volgende voorwaarde mee in hun advies:

-     Realiseren van (niet limitatief) de opgesomde milderende maatregelen en doorlopend inspanningen blijven leveren om de afwikkeling van het parkeren op openbaar domein te verminderen, zoals het aanstellen van een mobiliteitscoördinator voor het opstellen en uitvoeren van een (school)vervoersplan, communicatie voeren over de bereikbaarheid en duurzame mobiliteitsmogelijkheden, overleggen met alternatieve mobiliteitsaanbieders.

-     Op regelmatige basis meten om de inspanningen te kunnen controleren en te kunnen bijsturen.

-     Bijkomende parkeerplaatsen realiseren op eigen terrein. 

De voorgestelde voorwaarde worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Karel de Grote Hogeschool Campus Hoboken wenst het “voormalig woonhuis” dat al langer een onderwijsfunctie had, te slopen en hier een nieuw gebouw te realiseren, “Innovation Hub”. De omgeving wordt aangepast aangelegd en ook parking en fietsenstalling worden voorzien. Ten behoeve van het nieuwe gebouw wordt een distributiecabine voorzien achter gebouw D. Deze realisatie sluit aan bij de heraanleg van de Salesianenlaan die momenteel bezig is in opdracht van stad Antwerpen.

Het nieuwe onderwijsgebouw kadert in het masterplan “een uitnodigende en groene campus die kan groeien”. Voorliggend project omvat fase 1 van dit masterplan. Fase 2 en 3 zullen bestaan uit renovatie en opwaardering van de bestaande gebouwen A en B. Fase 4 tenslotte omvat een eventuele nieuwbouw op de plaats van het huidige gebouw D.

Het milieutechnisch luik van voorliggende aanvraag omvat een actualisatie van de rubrieken zodat de IIOA’s van het nieuwe gebouw mee in de vergunning kunnen opgenomen worden. Rubriek 3.2.2.a voor het lozen van huishoudelijk afvalwater wordt geactualiseerd naar een debiet van 661 m³/jaar. In het nieuwe gebouw zal gebruik gemaakt worden van warmtepompen. Het vermogen van rubriek 16.3.2.a stijgt van 24 naar 135 kW. De werkplaatsen voor het herstellen en onderhouden van motorvoertuigen worden uitgebreid tot tien plaatsen (rubriek 15.2). Rubriek 19.3.1.b voor houtbewerking wordt nieuw toegevoegd voor installaties met een gezamenlijk vermogen van 10 kW. Rubriek 29.5.2.2.b (metaalbewerking) en rubriek 12.2.1 (transformatoren met een vermogen van minder dan 1.000 kVA) zijn niet meer van toepassing. De gewijzigde en nieuwe rubrieken blijven in de derde klasse ingedeeld. Milieutechnisch betreft dit dus een beperkte wijziging.

Drie luchtgroepen en een warmtepomp zullen geplaatst worden op het dak van het nieuwe gebouw. Aan de toestellen worden geluids- en trillingsdempers voorzien. Rond het geheel wordt een akoestisch scherm geplaatst. De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht opgenomen in Vlarem II. Het nieuwe gebouw zal tussen gebouw B en D komen, het risico op geluidsoverlast naar de omgeving lijkt beperkt.

De houtbewerkingsmachines zijn onder meer een lintzaag, een afkortzaag, twee kolomboren en twee lasercutters. De machines kunnen geen metaal bewerken en zijn enkel voorzien voor de bewerking van hout, plastics, karton, leder en dergelijke. Er is een beperkte voorraad MDF en triplex/multiplex in voorraad gestockeerd in een lokaal. Deze worden besteld in een houthandel en op voorhand op maat gezaagd en afgeleverd op de campus. Beide lasers zijn aangesloten op een ventilatiesysteem voor het afzuigen van gassen, rook en stof. Beide lasers zijn voorzien van een “dedicated PC” voor de bediening. Ook perslucht is aanwezig in de ruimte via meerdere aansluitingspunten. De hele ruimte is apart afsluitbaar (stof-, geur- en geluidshinder).

Het lokaal voor het testen van voertuigen staat geïsoleerd opgesteld in functie van het beperken van de lawaaihinder. De werkbruggen worden jaarlijks gekeurd evenals de automatische blusinstallatie. Er is mobiele afzuiging aanwezig voor de rookgassen.

De locatie van de warmtepomp en de luchtgroepen op het dak werd nauwkeurig ingetekend op het uitvoeringsplan. De lokalen voor houtbewerking en onderhoud en herstel van voertuigen werden minder gedetailleerd aangeduid. Op basis van het plan is het niet duidelijk waar deze zich precies bevinden.

Op milieutechnisch vlak wordt er weinig bijkomende hinder verwacht van de gevraagde IIOA’s in het nieuwe gebouw “Innovation Hub”.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De centrale werkplaatsen en projectruimte moeten uitgevoerd worden met een kwalitatief ventilatiesysteem.

2. Er moet een gemeenschappelijke afvalberging voorzien worden op de campus conform artikel 26 van de bouwcode.

3. Het verhard toegangspad achter het nieuwe bouwvolume van het nieuwe onderwijsgebouw moet beperkt blijven in breedte tot 3 meter.

4. De aansluitingen op het openbaar rioolstelsel moeten in overeenstemming zijn met artikel 41 van de bouwcode.

5. De aanvrager moet de opgesomde milderende mobiliteitsmaatregelen realiseren en doorlopend inspanningen blijven leveren om de afwikkeling van het parkeren op openbaar domein te verminderen.

6. Er moeten tweemaal per academiejaar op representatieve tijdstippen metingen gedaan worden om de inspanningen om mobiliteitsvlak te kunnen opvolgen en bijsturen.

7. De langse private nutsleidingen mogen niet onder het openbaar domein liggen en moeten onder het privaat domein worden gebracht.

8. De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – dienst Structureel Onderhoud (mailen naar: herstellingopenbareruimte@antwerpen.be) betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en eventuele herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken.

9. Iedere mogelijke rooilijnwijziging wordt uitgesloten van vergunning.

10. Er moet een boordsteen geplaatst worden tussen de fysieke grens tussen het publieke en private domein.

11. Nieuwe bomen moeten een stamomtrek van minstens 18/20 cm hebben en moeten van eerste grootte zijn.

12. Er moet voldoende ondergrondse groeiruimte voorzien worden voor bomen die in de verharding komen.

13. Als er bronbemaling plaatsvindt, moet het water terugvloeien naar de bomen op de begraafplaats.

14. De bomen op openbaar domein moeten maximaal beschermd worden. Indien de kruinzone van de bomen op de begraafplaats dicht bij de perceelgrens in de werfzone valt, moeten ook deze bomen maximaal beschermd worden.

15. Indien er conflict is met overhangende takken van bomen op de begraafplaats, moet contact worden opgenomen met de groendienst.

16. Er mag geen werfzone ingericht worden onder de kruinzone van bestaande bomen op het terrein (geen stockage, enzovoort).

17. Parkeerplaatsen moeten bestaan uit waterdoorlatende verharding.

18. Er moeten 10 bijkomende parkeerplaatsen gerealiseerd worden op eigen terrein.

19. De timing van de werkzaamheden moet afgestemd worden met Stadsontwikkeling.

Geadviseerde rubriek(en)

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.