Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021127133 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW KATHOLIEK ONDERWIJS BISDOM ANTWERPEN NOORDKANT met als adres Nooitrust 4 te 2390 Malle |
Gegevens van de exploitant: | VZW KATHOLIEK ONDERWIJS BISDOM ANTWERPEN NOORDKANT (0448528295) met als adres Nooitrust 4 te 2390 Malle |
Ligging van het project: | Azalealei 52, Eethuisstraat 80 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 41 sectie B nrs. 268X9, 286W5 en 286G6 |
waarvan: |
|
- 20210825-0055 | afdeling 41 sectie B nrs. 268X9 en 286G6 (Gevaarlijke stoffen) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een duurzame uitbreiding en renovatie aan een bestaand schoolgebouw en de exploitatie van een opslagplaats voor samengeperste gassen in verplaatsbare recipiënten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vaststelling (ID: 99644) van Villa Lisette als bouwkundig erfgoed;
- 09/12/2005: vergunning (3170#166) voor uitbreiden instructie autowerkplaats;
- 24/01/1996: vergunning (1974#8238) voor renovatie loods + prefab lokalen;
- 11/05/1993: vergunning (1974#389) voor regularisatie magazijnen, opslagplaatsen, kantoren.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- tweewoonst van 2 bouwlagen en souterrain onder schild- en tentdak;
- rechtergedeelte eigendom van school;
- vrijstaand houten klaslokaal;
- loods/werkplaats tegen tuinmuren bewoners Azalealei.
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- 27 bij 32 m;
- 1 bouwlaag onder licht hellend dak met verschoven nok;
- kroonlijsthoogte tuinmuur Azalealei bedraagt 4,20 m;
- kroonlijsthoogte luifel bedraagt 5,76 m;
- nokhoogte van circa 7,60 meter;
- het dak loopt richting binnengebied uit als luifel (vooraan en op de rechterzijde);
- gevelafwerking:
- betonblokken voor gelijkvloerse plint;
- daarboven groen gebeitste beplanking;
- grijze gepoedercoate stalen kantelpoort;
- grijs pvc schrijnwerk;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een loods;
- slopen van enkele vrijstaande bijgebouwen;
- bouwen van een nieuwe loods/werkplaats;
- bouwen van 2 overdekte fietsenstallingen;
- aanleggen van extra verharding;
- behoud van tijdelijke klaslokalen voor maximum 5 jaar.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 20 juli 2007 nam het college akte van de exploitatie van een onderwijsinstelling op naam van Technicum (kenmerk AN2007/382).
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de exploitatie van een opslagplaats voor gassen in verplaatsbare recipiënten.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Gevaarlijke stoffen
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; | 1.000,00 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 5 augustus 2022 | 15 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 5 augustus 2022 | 2 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 5 augustus 2022 | 16 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 5 augustus 2022 | 23 september 2022 | Ongunstig |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 23 februari 2023 | 29 maart 2023 | Gunstig |
Water-link | 5 augustus 2022 | 2 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 5 augustus 2022 | 2 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 5 augustus 2022 | 6 september 2022 |
Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit | 5 augustus 2022 | 22 november 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gesitueerd in het bouwblok Azalealei, Toekomstlaan, Winkelstap en Van Praetlei gelegen in het district Merksem. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen.
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van een school – gemeenschapsvoorziening – blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende functies in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.
De aanvraag ligt midden in een bouwblok. De afstand tot de perceelsgrenzen en de achtergevels is dermate groot dat het ontwerp inpasbaar is in de omgeving. Het ontwerp richt zich naar de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen en de voorbespreking. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
De aanvraag bestaat uit 5 delen:
1 Herstellen van de bouwovertredingen
Op het perceel zijn in de loop der tijd enkele constructies opgetrokken en verhardingen aangelegd waarvoor geen vergunningen verleend zijn. Aan de zijde van de Eethuisstraat wordt de niet vergunde verharde voortuin terug groen aangelegd en op het perceel worden verscheidene fietsstallingen en bergingen gesloopt.
2 Tijdelijk klaslokaal
Achteraan op het perceel werd rond 2012 een constructie (met klaslokalen) geplaatst. Deze werden zonder vergunning geplaatst. Deze houten klaslokalen hebben een lengte van 10,75 m en een breedte van 6 m. De aanvrager wil dit gebouw behouden voor een tijdelijke periode van 5 jaar. Na deze periode zullen meerdere verouderde gebouwen – waaronder deze klaslokalen – vervangen worden. Deze werken passen in een masterplan, opgesteld door de aanvrager en het schoolbestuur.
Het gebouw bevindt zich in het verlengde van de vergunde klaslokalen en is kleiner in schaal. De hinder naar de aanpalenden is nihil. Omwille van het masterplan en de inpasbaarheid is het tijdelijk vergunnen stedenbouwkundig aanvaardbaar en wordt meegenomen in voorwaarden.
3 Nieuwbouw atelier
Achteraan op het perceel wordt een bestaande loods en opslagplaats afgebroken en vervangen door een nieuwbouw. Deze nieuwbouw bestaat uit 2 atelierruimten (bouw- en dakwerken), 1 klaslokaal, 2 kleedkamers, leraarsruimte en opslagruimte. Het volume van deze nieuwbouw wordt doorgetrokken in een overkapping voor een opslagruimte en containers.
Het gebouw is opgevat als een compact geheel en belast dus het perceel op een minimale wijze. Er wordt gestreefd naar maximale verdichting en optimaal grondgebruik.
4 Fietsenstallingen
Op het perceel worden 2 fietsenbergingen geplaatst. De berging aan zijde Azalealei biedt plaats aan 54 fietsen en 10 brommers. De berging aan zijde Eethuisstraat biedt plaats aan 13 fietsen en 5 brommers. Beide fietsenbergingen bestaan uit een open constructie.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om de fietsenberging aan de Eethuisstraat te verplaatsen, in lijn met de parkeerplaatsen.
Aan de zijde van Eethuisstraat wordt een terras aan de woning voorzien, 4 parkeerplaatsen, een fietsenstalling en verharding naar deze stalling. Hierdoor ontstaat een versnippering van het groen wat stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is. Door deze allemaal te bundelen ontstaat er meer kwaliteitsvolle open groene ruimte die ook kan dienst doen als buffer naar de omgeving.
5 Verharding/wadi
Het perceel wordt bouwrijp gemaakt en er wordt een groot deel verharding verwijderd. Echter wordt er ook een groot deel opnieuw aangelegd. Om dit te compenseren wordt achteraan op het perceel een wadi voorzien. Dit wordt hernomen bij het punt bodemreliëf.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van visueel-vormelijke elementen.
De gevels van de nieuwbouw worden afgewerkt met een betonstenen plint met daarboven houten gevelbekleding. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar. Verder primeert de functionaliteit van het gebruikte materiaal en niet zozeer het esthetisch aspect. In dat opzicht kan de aanvraag aanvaard worden.
Bodemreliëf
Aangezien een groot deel van het perceel wordt verhard en er een wadi wordt aangelegd, is de aanvraag voor advies opgestuurd naar de provinciale dienst Integraal Waterbeleid. De dienst adviseert gunstig met volgende beoordeling:
“Gunstig, aangezien de gewijzigde aanvraag verenigbaar is met de huidige wetgeving en de doelstellingen en beginselen van het Decreet Integraal Waterbeleid.“
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om de trappen te construeren conform artikel 20 van de verordening toegankelijkheid.
De afwijking op artikel 21 van de bouwcode is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De leraarsruimte heeft onvoldoende ruimte met een hoogte van 2,60 m. Echter wordt het gebouw opgetrokken uit een draagconstructie bestaande uit liggers om de 4,1 m. Tussen deze liggers wordt wel de minimale plafondhoogte bekomen. De afwijking komt dus maar gedeeltelijk voor (ter hoogte van de liggers) en is dus stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De afwijking op artikel 24 is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Beide atelierruimtes beschikken over minder dan 10% van de vloeroppervlakte met de luifel bijgeteld aan lichtdoorlatende oppervlakte. Atelier bouw heeft een lichtdoorlatende oppervlakte van circa 22,30 m² voor een oppervlakte van circa 230 m² en Atelier dakwerken slechts 14,78 m² voor een gelijkaardige oppervlakte.
De atelierruimte wordt gebruikt om leerlingen te leren omgaan met allerlei bouwmaterialen. De studenten leren hier onder meer metselen en daken aanleggen. Hierbij wordt omgegaan met bouwmaterialen die snel schade kunnen berokkenen aan grote glasoppervlakten. Om schade aan deze glasoppervlakten te voorkomen en naar veiligheid is het aanvaardbaar om kleinere raamoppervlakte te voorzien.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 8 parkeerplaatsen.
Per voorbespreking werd er de volgende parkeernorm opgelegd: 4 plaatsen per 100 leerlingen. Bijgevolg voorziet de school 8 parkeerplaatsen zoals afgesproken.
|
De plannen voorzien in 8 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Deze plaatsen werden, zoals voorbesproken, in 2 blokken van 4 opgedeeld met 1 plaats voor gehandicapten. Per toegangsweg worden 4 parkeerplaatsen voorzien, via de Azalealei in schuinparkeren en dwarsparkeren via de Eethuisstraat.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 8.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 8 – 8 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 8 - 8 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Bij de voorbespreking met de dienst Mobiliteit werd er vastgelegd dat er 20 fietsparkeerplaatsen per 100 m² moeten voorzien worden. Gezien het gaat over deeltijds onderwijs zal er een ruimere spreiding zijn in de leeftijd van de leerlingen, alsook het vervoersmiddel waarmee ze richting de school komen.
De school voorziet plaats voor:
- 14 elektrische schoolfietsen
- 16 steps
- 15 brommers
- 17 fietsen.
De aanvraag voldoet.
Bereikbaarheid/ ontsluiting
Naar voorwaarden wordt meegenomen om de hoofdingang voor de leerlingen te voorzien langs de Eethuisstraat.
Zoals reeds vermeld bij de bezwaren staat in de beschrijvende nota vermeld “… Aan de ingang van de Azalealei wordt een overdekte fietsenstalling voorzien voor de leerlingen. Buiten fietsstalplaaatsen zijn er ook stalplaatsen voorzien voor brommers en steps … “ en “ … Bij de ingang aan de Eethuisstraat wordt een overdekte fietsenstalling voorzien voor leerkrachten en andere werknemers … “
Uit deze tekst kan worden afgeleid dat de ingang voor de leerlingen langs de zijde van de Azalealei wordt voorzien. Naar overlast (geluid, afval, enzovoort) is het niet wenselijk om langs een woonstraat de schoolgaande jeugd te laten passeren. De school dient te worden ontsloten langs de Eethuisstraat, een straat met een duidelijk groter profiel en gemengder verkeer.
Laden en lossen
Er wordt langs de Azalealei een inrit voorzien voor een vrachtwagen (voor het laden/lossen van de afvalcontainers op het perceel). Echter lijkt deze straat vrij smal om met een vrachtwagen degelijk te draaien. De parkeerplaatsen zijn hierin mogelijk ook een hinder.
Echter toont de bochtstraal – op het plan van de brandweer – aan dat het mogelijk is om langs deze zijde het perceel op te draaien. Aangezien de brandweer langs de Eethuisstraat er weer afdraait, wordt het aangeraden om dit eveneens toe te passen voor de vrachtwagen. Hierdoor wordt de Azalealei gedeeltelijk ontlast van het zwaar verkeer. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant plant een uitbreiding en renovatie van een onderwijsinstelling gelegen op percelen tussen de Azalealei en de Eethuisstraat te Merksem. Concreet wordt een bestaand atelier gerenoveerd en uitgebreid tot een groter volume met twee ateliers, een klaslokaal, twee kleedkamers en een opslagplaats. Het project is de eerste fase van een masterplan dat in fases de verouderde schoolgebouwen vervangt. Het project is gelegen in een binnengebied te bereiken via een (hoofd)ingang in de Eethuisstraat 80 en een tweede toegang ter hoogte van de Azalealei 52.
De school biedt verschillende opleidingen aan waaronder metaalbewerking. Bij deze lessen wordt er gelast met verschillende gassen. Volgende gassen, in totaal 940 liter, zullen opgeslagen worden:
- zuurstof: 4x 50 liter;
- inerte menggassen: 10x 50 liter;
- acetyleen: 4x 50 liter;
- propaan: 2x 20 liter.
Voor de opslag van de gassen in verplaatsbare recipiënten wordt een opslagplaats voorzien tegen de perceelsgrens van Azalealei 42 (perceel 268Y9). De opslag van ontvlambare en oxiderende gassen vindt plaats in afzonderlijke compartimenten die zich op 2,8 meter van elkaar bevinden. Hiermee wordt voldaan aan de afstandsregel. Op de perceelsgrens is een gemetste wand aanwezig die voldoet aan de vereisten van een veiligheidsscherm (artikel 5.17.3.2.2 van Vlarem II). Echter de afstand die horizontaal omheen het scherm wordt voorzien tot aan de perceelsgrens, is voor wat de ontvlambare recipiënten betreft, kleiner dan de minimale scheidingsafstand (in het bijzonder 3 meter voor gassen uit groep 1). Er wordt hiervoor niet voldaan aan de scheidingsafstand. De opslagplaats voor de ontvlambare gassen op die locatie wordt uitgesloten uit de vergunning.
Het dossier vermeldt dat het leveren en ophalen van de gasflessen zal gebeuren via de Eethuisstraat 80. Dit is in strijd met wat in het luik stedenbouwkundige handelingen wordt aangegeven, daar wordt de toegang via de Azalealei opgegeven. Uit de beschrijving van de hinderaspecten die met de levering gepaard gaan, kan afgeleid worden dat de ingang van de Azalealei gebruikt zal worden. De toegang is enkel te bereiken via smalle éénrichtingsstraten in een uitgesproken woonwijk. De Eethuisstraat is wat dat betreft beter uitgerust om als aanrijroute dienst te doen.
In het metaalatelier worden geen ingedeelde inrichtingen en activiteiten uitgevoerd. De lasgassen worden geëvacueerd via een extractor die uitgerust is met filters die rookgassen zullen zuiveren. Mits een goed onderhoud van de filters, wordt geen hinder voor de omgeving verwacht. Geluidsoverlast van de activiteiten wordt niet verwacht gelet op de afstand tot de dichtste bewoning, de inpandige opstelling, de beperkte drijfkracht (<5 kW) en het tijdstip van de activiteiten.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De tijdelijke klaslokalen achteraan op het perceel mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde de klaslokalen afbreken en het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
3. De trappen in het nieuwe gebouw moeten voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid.
4. De hoofdingang van de school moet worden voorzien langs de Eethuisstraat en niet langs de Azalealei. De leerlingen mogen de school niet betreden langsheen de Azalealei. De fietsenstalling voor de leerlingen – aan de zijde van de Azalealei – is enkel bereikbaar langs de ingang van de Eethuisstraat.
5. De fietsenstalling aan de zijde van de Eethuisstraat mag niet op de perceelsgrens worden geplaatst. Deze moet in het verlengde van de parkeerplaatsen worden geplaatst, zodat de bijkomende verharding beperkt wordt. De vrijgekomen groene open ruimte moet worden beplant met een dichte begroeiing zodat dit kan dienen als buffer naar de achterliggende tuinen. Dit wordt in rood aangeduid op de inplantingsplannen.
6. De vrachtwagen – voor het laden en lossen van de afvalcontainer – moet het perceel langs de Eethuisstraat verlaten, zoals in rood aangeduid op de inplantingsplannen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangezien niet voldaan wordt aan de afstandsregels opgenomen in bijlage 5.17.1 van Vlarem II, wordt ongunstig advies gegeven voor de opslagplaats van ontvlambare gassen. De opslagplaats voor de oxiderende en inerte gassen wordt gunstig geadviseerd.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; | 700,00 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De opslagplaats voor ontvlambare gassen wordt uitgesloten van vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
16 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk |
5 augustus 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek |
15 augustus 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
13 september 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus |
28 oktober 2022 |
Start 2e openbaar onderzoek |
11 november 2022
|
Einde 2e openbaar onderzoek |
10 december 2022
|
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
9 februari 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek |
10 februari 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek |
12 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit |
17 april 2023 |
Verslag GOA |
30 maart 2023 |
naam GOA |
Bieke Geypens en Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Beide bekendmakingen hebben niet uitgehangen op de perceelsgrens met het openbaar domein.
De affiche moet geplakt worden op een bord dat aan een paal bevestigd is, op de grens tussen het terrein en de openbare weg.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
15 augustus 2022 | 13 september 2022 | 7 | 0 | 0 | 0 |
11 november 2022 | 10 december 2022 (*) | 1 | 0 | 0 | 2 |
10 februari 2023 | 12 maart 2023 | 3 | 0 | 0 | 0 |
(*) Wegens een cyberaanval op stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijk geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Daarom werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Dit is ook door de dienst Vergunningen van stad Antwerpen opgemerkt. Daarom is een administratieve lus met een tweede openbaar onderzoek opgestart.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. In de beschrijvende nota staat vermeld “… Aan de ingang van de Azalealei wordt een overdekte fietsenstalling voorzien voor de leerlingen. Buiten fietsstalplaatsen zijn er ook stalplaatsen voorzien voor brommers en steps … “ en “ … Bij de ingang aan de Eethuisstraat wordt een overdekte fietsenstalling voorzien voor leerkrachten en andere werknemers … “ Uit deze tekst kan worden afgeleid dat de ingang voor de leerlingen langs de zijde van de Azalealei wordt voorzien. Naar overlast (geluid, afval, enzovoort) is het niet wenselijk om langs een woonstraat de schoolgaande jeugd te laten passeren. De school dient te worden ontsloten langs de Eethuisstraat, een straat met een duidelijk groter profiel en gemengder verkeer. Dit punt wordt hernomen bij de toetsing ruimtelijke ordening.
Dat lijkt de bezwaarindienen een weinig valabel argument aangezien ongeveer alle huizen in de straat een volledig gebetonneerde of verharde voortuin hebben zonder dat die moeten worden verwijderd.
De bezwaarindiener begrijpt dat de stad Antwerpen de kwaal van de verharde voortuinen wil aanpakken maar hij is van mening dat de voorgestelde remedie, het verplaatsen van de parkeerplaatsen naar de achtertuin, erger is dan de kwaal. Hij stelt voor om de parkeerplaatsen in de voortuin te behouden. Dat bespaart de aanvrager een heleboel kosten en ons een heleboel kopzorgen.
Beoordeling: Het bezwaar is deels gegrond. Parkeerplaatsen in de voortuin zijn stedenbouwkundig niet mogelijk. De niet vergunde plaatsen of verharde voortuinen in de Eethuisstraat kunnen niet als voorbeeld/argument worden aangehaald waarom dit wel mogelijk zou zijn. Echter dringt het clusteren van de verharding (parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen) zich wel op. Dit punt wordt hernomen bij de toetsing ruimtelijke ordening.
De waterspiegel staat na hevige regenval ongeveer gelijk met de grond. Beide woningen (Eethuisstraat 78 en 80) hebben last van waterinsijpeling na hevige regenval. Bij erg hevige regenval is het al gebeurd dat het water vanuit de tuin in de woning stroomt.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is mogelijk dat er op de percelen bij zware regenval enige waterhinder is in de tuinen. Echter blijkt uit de watertoets dat het voorste gedeelte van de aanvraag (het gedeelte waar de bezwaarindiener hinder ondervindt) niet in overstromingsgevoelig gebied (zowel fluviaal als pluviaal) ligt. Achteraan ligt de aanvraag in pluviaal overstromingsgebied. Echter wordt daar getracht om de verharding te beperken en de bestaande verharding zoveel mogelijk te verwijderen. Tevens wordt hier ook een wadi voorzien om de nodige bijkomende verharding op te vangen.
Het gevolg van al deze opeenvolgende werken is dat de oorspronkelijke tuin van de aanvrager op een paar jaar tijd volledig zal veranderd zijn in een steenwoestijn. Wij kunnen ons niet inbeelden dat dit strookt met het milieubeleid van de stad Antwerpen of de Vlaamse overheid.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het dossier is voor advies opgestuurd naar de provinciale dienst, Dienst Integraal Waterbeleid. Vanuit hun expertise behandelen zij het dossier. Zij geven een gunstig advies af.
In de plannen van de aanvrager (terreinprofielen) komt niet tot uiting dat de aanvraag tot de aanleg van 4 parkeerplaatsen en de fietsenstalling opnieuw gepaard gaan met een aanzienlijke reliëfverhoging. Dat is, volgens de bezwaarindiener, nodig om de parkeerplaatsen bereikbaar te maken vanaf de reeds verhoogde en verharde weg. Het gevolg is dat de grond 30-40 cm hoger komt te liggen dan zijn tuin.
De reliëfverhoging en de bijkomende verharding zullen de problemen met grondwater en overstroming doen toenemen. Het lijkt ook evident dat het water zal stromen naar het laagste gebied, naar de woning en de tuin van de bezwaarindiener.
Inmiddels is, zonder de vergunning af te wachten, door de aanvrager reeds overgegaan tot reliëfverhoging en betonnering.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De reeds uitgevoerde reliëfwijziging wordt door de bezwaarindiener niet aangetoond. De voorliggende aanvraag maakt geen melding van een reliëfwijziging.
Beoordeling: Het bezwaar is deels gegrond. De parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen kunnen inderdaad voor hinder zorgen. Echter zal dit enkel tijdens de schooluren voorkomen en niet in het weekend of in de schoolvakanties. Deze hinder zal ook minimaal zijn gezien het aantal plaatsen. Echter is het versnipperen van de groene ruimte wel een aandachtspunt. Dit punt wordt hernomen bij de toetsing ruimtelijke ordening.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag handelt niet over het gebouw Eethuisstraat 80, de spiegelwoning. Dit gebouw blijft behouden in zijn oorspronkelijke staat. De aanvraag handelt over de ateliers en klassen verder op het perceel.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Om de bijkomende verharding en bebouwing te realiseren wordt een wadi achteraan op het perceel voorzien. Verder is het dossier voor advies opgestuurd naar de provinciale dienst, Dienst Integraal Waterbeleid. Vanuit hun expertise behandelen zij het dossier. Zij geven een gunstig advies af.
De bezwaarindiener vraagt dan ook naar de visie van de stad Antwerpen op dit te ontwikkelen binnengebied en wenst bijgevolg dat de voorgestelde ontwikkelingen uitgesteld worden tot die visie duidelijk is gedefinieerd.
Beoordeling: Het bezwaar is deels gegrond. De aanvrager heeft een masterplan opgemaakt voor zijn perceel. Dit masterplan houdt rekening met mogelijke ontwikkeling op zijn perceel in de toekomst en de aansluiting op de aangrenzende percelen.
Echter maakt het perceel deel uit van een vrij groot bouwblok waarin nog enige ontwikkeling mogelijk is en dit perceel een rol in kan spelen. Dit binnengebied wordt dan ook door de stedelijke dienst Ruimte verder onderzocht.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De indiener van het bezwaar is niet de eigenaar van het perceel. Er zijn meerdere eigenaars van het perceel. Deze zijn wel aangeschreven maar iedere aangetekende brief is ongeopend terug bij de dienst Vergunningen terecht gekomen. Verder zijn er 3 openbare onderzoeken geweest, met affichering, waardoor er voldoende mogelijkheden waren om het dossier te komen inkijken.
De bezwaarindiener vraagt zich ook af hoe de brandweer en de hulpdiensten in de smalle Azalealei ter plaatse zouden kunnen komen in geval van calamiteiten.
Via Fluvius heeft de bezwaarindiener vernomen dat de gasleidingen in de straat verouderd en aan vervanging toe zijn.
Beoordeling: Het bezwaar is deels gegrond. Verplaatsbare recipiënten zijn ontworpen en gemaakt om op een veilige manier gassen op te slaan en te transporteren. De gasflessen worden opgeslagen in afgesloten bergplaatsen die in principe niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. De afstandsregels tussen de oxiderende en ontvlambare gassen worden gerespecteerd. De afstand tussen de opslag van de ontvlambare gassen en één perceelsgrens is niet groot genoeg, waardoor de opslag op die locatie uitgesloten wordt.
Beoordeling: Het bezwaar is deels gegrond. Er wordt langs de Azalealei een inrit voorzien voor een vrachtwagen (voor het laden/lossen van de afvalcontainers op het perceel). Echter lijkt deze straat vrij smal om met een vrachtwagen degelijk te draaien. De parkeerplaatsen zijn hierin mogelijk ook een hinder. Dit punt wordt hernomen bij de toetsing ruimtelijke ordening.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Tegenover de bestaande toestand wordt het lager volume afgebroken en een nieuw volume bijgebouwd. Echter blijft de nok van het nieuwe volume beperkt tot de nokhoogte van het reeds bestaande, aangrenzend atelier, namelijk 7,59 meter. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar aangezien de achtergevels van de achterliggende woningen zich op circa 43 meter afstand bevinden.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is niet duidelijk welke werken worden uitgevoerd zonder vergunning. Bijgevolg heeft het bezwaar geen betrekking op de voorliggende bouwaanvraag. Indien de bezwaarindiener hier hinder van ondervindt, dient hij een melding te maken bij de politie.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De eventuele aanwezigheid van asbest staat los van de omgevingsvergunningaanvraag voor het project. De milieu-hygiënische kwaliteit van de grond is niet gekend. Bij eventuele grondwerken bij de uitvoering van het project gelden de regels voor grondverzet.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Dit is geen stedenbouwkundig aspect maar een burgerrechtelijk aspect. Tevens is de opdrachtgever niet verplicht om in overleg te gaan met de buren, maar het wordt soms wel aangeraden.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De tijdelijke klaslokalen achteraan op het perceel mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde de klaslokalen afbreken en het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
3. De trappen in het nieuwe gebouw moeten voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid.
4. De hoofdingang van de school moet worden voorzien langs de Eethuisstraat en niet langs de Azalealei. De leerlingen mogen de school niet betreden langsheen de Azalealei. De fietsenstalling voor de leerlingen – aan de zijde van de Azalealei – is enkel bereikbaar langs de ingang van de Eethuisstraat.
5. De fietsenstalling aan de zijde van de Eethuisstraat mag niet op de perceelsgrens worden geplaatst. Deze moet in het verlengde van de parkeerplaatsen worden geplaatst, zodat de bijkomende verharding beperkt wordt. De vrijgekomen groene open ruimte moet worden beplant met een dichte begroeiing zodat dit kan dienen als buffer naar de achterliggende tuinen. Dit wordt in rood aangeduid op de inplantingsplannen.
6. De vrachtwagen – voor het laden en lossen van de afvalcontainer – moet het perceel langs de Eethuisstraat verlaten, zoals in rood aangeduid op de inplantingsplannen.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De opslagplaats voor ontvlambare gassen wordt uitgesloten van vergunning.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2022/G.00049.ME.0004 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; | 700,00 liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.