Terug
Gepubliceerd op 11/04/2023

2023_CBS_02121 - Omgevingsvergunning - OMV_2022145450. Van Hallestraat 19. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/04/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_02121 - Omgevingsvergunning - OMV_2022145450. Van Hallestraat 19. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_02121 - Omgevingsvergunning - OMV_2022145450. Van Hallestraat 19. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022145450

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Kasmifood Distribution met als adres Van Hallestraat 19 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Hallestraat 19 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 27 sectie A nr. 128T13

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

oprichten van een bergplaats en tuinafsluiting plus aanleggen van een groendak

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24/06/2022: weigering (20221131) voor het oprichten van een bergplaats en tuinafsluiting;

-          25/06/2020: proces-verbaal (11002_2020_12603_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen: voor het oprichten van een nieuw volume aan de linkerzijde en een nieuwe tuinafsluiting;

-          01/01/1988: vergunning (629#5998) voor het oprichten van een stapelplaats;

-          01/01/1952: toelating (626#14294) voor het oprichten van een woning met een werkplaats;

-          01/01/1950: toelating (626#13057) voor het oprichten van een bergplaats.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          bergplaats bij een werkplaats en magazijn;

-          gesloten bebouwing aan de straatzijde met doorrit naar achterliggend perceel;

-          aan de linkerzijde een bouwvolume van circa 162 m² onder een licht hellend dak;

-          gevelafwerking met betonplaten en houten poorten;

-          onbebouwde en verharde binnenplaats ingericht als laad- en losplaats.

 

Huidige toestand

-          bergplaats bij een werkplaats en magazijn;

-          aan de linkerzijde, na sloop, een nieuw bouwvolume van circa 134 m² onder een licht hellend dak;

-          gevelafwerking met aluminium sandwichpanelen in grijze kleur;

-          achter de bergplaats een verharde zone van circa 50 m²;

-          aan de achterzijde gedeeltelijk een nieuwe afsluiting van 2.45 m hoog met aluminium panelen in grijze kleur.

 

Gewenste toestand

-          behoud van functie en volume;

-          behoud van de afsluiting achteraan;

-          aanleg van een groendak bovenop de sandwichpanelen;

-          verhogen van de scheidingsmuur ter plekke in functie van de brandoverslag.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een bestaande bergplaats;

-          oprichten van een nieuwe bergplaats;

-          aanleggen van verhardingen;

-          verhogen van de scheidingsmuur;

-          oprichten van een nieuwe tuinafsluiting tegen de bestaande tuinmuur.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

28 november 2022

1 december 2022

Geen advies

Water-link

28 november 2022

1 december 2022

Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvrager stelt dat het goed kleiner is dan 250 m². Een berekening van de oppervlakte van het magazijn plus enkel de toegangsweg er naartoe komt echter uit op circa 290 m². Daarenboven stelt het technisch achtergronddocument bij de gewestelijke stedenbouwkundige verordening dat er een infiltratievoorziening verplicht is als het goed (perceel) groter of gelijk is aan 250 m². Er moet dan ook een infiltratievoorziening worden geplaatst. Dit zal opgenomen worden in de voorwaarden van de vergunning.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het herbouwen van een volume op een perceel met een bestaande vergunde kleinschalige bedrijfsruimte. Kleinschalige bedrijvigheid is verweefbaar met het wonen. De aanvraag is functioneel verenigbaar met de bestemming woongebied volgens gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het gewenste volume verschilt minimaal van de oorspronkelijk vergunde situatie. In 1950 werd een bouwtoelating verleend voor de bouw van een bergplaats voor een aannemersbedrijf. Het is deze bergplaats die in voorliggende aanvraag opnieuw wordt aangevraagd. Op de plannen uit de laatst vergunde toestand is de bergplaats ingetekend over de volledige diepte van de perceelsgrens met het linkeraanpalende magazijn en met een breedte van 5 meter. Op luchtbeelden is af te lezen dat deze bergplaats in de loop der jaren werd ingekort en terug verlengd. De breedte van het magazijn uit de aanvraag is 60 centimeter breder dan het oorspronkelijk vergunde volume. Dit heeft echter geen nadelige gevolgen voor de aanpalende percelen. De bergplaats wordt ingekort ten opzichte van de achterste perceelsgrens. Hier wordt een verharde zone in openlucht voorzien. De schaal van het magazijn uit de aanvraag is verenigbaar met de omgeving. De oprichting van het magazijn is reeds gestart.

 

Het deel van de werkplaats rechts van de doorrij van de Van Hallestraat naar de bedrijfsruimte is een constructie waarvan geen vergunningen of bouwtoelatingen terug te vinden zijn. Deze ruimte maakt geen deel uit van de aanvraag maar tijdens de voorbespreking werd melding gemaakt van deze onvergunde situatie. Het wordt aanbevolen de volledige bedrijfsruimte te screenen op de vergunde situatie en de volledige bedrijfsruimte vergunningstechnisch in orde te brengen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De werken zijn reeds uitgevoerd maar niet in overeenstemming met technische kwaliteitseisen zoals geformuleerd in de bouwcode. De eerdere aanvraag werd onder meer voor deze afwijking geweigerd. In voorliggende aanvraag wordt de aansluiting met het linkeraanpalende perceel conform artikel 34 van de bouwcode afgewerkt.

 

De aanvraag is echter nog steeds niet in overeenstemming met de verordening hemelwater. De aanvrager stelt dat de verordening hemelwater niet van toepassing is. De aanvraag omvat echter de herbouw van een constructie met een dakoppervlakte van circa 130 m². In tegenstelling tot de eerdere aanvraag wordt het dak van een groendak voorzien. De technische haalbaarheid van dit groendak wordt echter in vraag gesteld aangezien het dak uit sandwichpanelen wordt opgebouwd. In de voorwaarden van de vergunning zal opgenomen worden dat het groendak volgens de regels van de kunst moet worden uitgevoerd en de onderliggende dakconstructie voldoende draagkrachtig moet zijn om een lange levensduur van het groendak te garanderen. Los van dit groendak is het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft groter dan 250 m². Er dient dus een infiltratievoorziening aangelegd te worden. De aanwezigheid van het groendak zorgt ervoor dat de dakoppervlakte slechts voor de helft in rekening moet gebracht worden om de capaciteit van de infiltratievoorziening te berekenen. De werken dienen in overeenstemming gebracht te worden met de gewestelijke hemelwaterverordening door de plaatsing van een infiltratievoorziening met een inhoud van 2.011,13 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,22 m².

 

De afscheiding tussen twee private percelen dient duidelijk en kwalitatief te zijn. De maximale hoogte van een tuinafsluiting bedraagt 2,60 meter. De nieuwe tuinafsluiting tussen de bedrijfsruimte en de aanpalende tuinen in het noorden overschrijdt deze hoogte niet, maar de afsluiting uit de aanvraag werd voor de bestaande afsluitingen geplaatst. Hierdoor is het zicht vanuit de tuinen van de woningen langs de Van Cortbeemdelei niet kwalitatief. Tuinafsluitingen dienen op de perceelsgrens geplaatst te worden in overleg met de aanpalers. De aanvrager dient deze afsluiting te verwijderen. In overleg met de aanpalers kan een nieuwe afsluiting geplaatst worden op de perceelsgrens of kan de bestaande tuinmuur beperkt opgehoogd worden. De tuinafsluiting wordt ongunstig beoordeeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het groendak dient volgens de regels van de kunst te worden uitgevoerd en de onderliggende dakconstructie moet voldoende draagkrachtig zijn om een lange levensduur van het groendak te garanderen.

2. De werken dienen in overeenstemming gebracht te worden met de gewestelijke hemelwaterverordening door de plaatsing van een infiltratievoorziening met een inhoud van 2.011,13 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,22 m².

3. De tuinafsluiting tussen de bedrijfsruimte en de aanpalende tuinen in het noorden wordt uitgesloten uit de vergunning en dient verwijderd te worden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

28 november 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 april 2023

Verslag GOA

3 april 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Strijdigheid met artikel 81 §2 van het Omgevingsvergunningsdecreet: Het bezwaar dat artikel 81, §2 van het Omgevingsvergunningsdecreet stelt dat bij een regularisatieaanvraag een afschrift van het proces-verbaal moet toegevoegd worden. Het proces-verbaal ontbreekt aan het dossier en derhalve is het dossier onvolledig en kan het niet ten gronde beoordeeld worden. Het college moet de aanvraag alsnog onvolledig verklaren;
    Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aan- of afwezigheid van een proces-verbaal als onderdeel van een omgevingsvergunningsaanvraag geeft geen garanties voor een al dan niet gunstige beoordeling. De beoordeling van voorliggende aanvraag wordt getoetst op de wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand, de geldende voorschriften en de goede ruimtelijke ordening. Voorliggende aanvraag bevat voldoende documenten om een beoordeling te maken.
  2. Er wordt de facto nog steeds een afwijking gevraagd op artikel 38 van de bouwcode: Het bezwaar dat de plannen de aanleg van een groendak vermelden maar dat dit groendak voorzien wordt op sandwichpanelen. Een dak met sandwichpanelen is niet geschikt voor een groendak. Dit brengt een afwijking van de hemelwaterverordening met zich mee aangezien de aanvrager rekent op het groendak om het regenwater te bufferen;
    Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Sandwichpanelen zijn niet geschikt als ondergrond voor een groendak. Een groendak kan de hoeveelheid te bufferen water in mindering brengen, maar enkel een groendak volstaat in dit geval niet om te voldoen aan de verordening hemelwater.
  3. De inrichting van de loods is onveilig voor de gebruikers ervan: Het bezwaar dat de loods slechts één poort heeft en de gebruikers opgesloten zitten indien de poort niet werkt;
    Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het al dan niet werken van een poort is de verantwoordelijkheid van de exploitant en maakt geen deel uit van de beoordeling van een omgevingsvergunningsaanvraag.
  4. Schade: Het bezwaar dat de bezwaarindiener schade ondervindt door de aanvraag. Door het weghalen van de deksteen is er waterinsijpeling waardoor de stabiliteit van het gebouw van de bezwaarindiener in het gedrang komt;
    Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het betreft een bezwaar van burgerrechtelijke aard. De aanvrager is verplicht de werken uit te voeren zonder schade aan derden te berokkenen en volgens de regels van de kunst. De aanvraag toont dat de scheidingsmuur zal verhoogd worden en afgewerkt wordt met een aluminium dakkap.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het groendak dient volgens de regels van de kunst te worden uitgevoerd en de onderliggende dakconstructie moet voldoende draagkrachtig zijn om een lange levensduur van het groendak te garanderen.

2. De werken dienen in overeenstemming gebracht te worden met de gewestelijke hemelwaterverordening door de plaatsing van een infiltratievoorziening met een inhoud van 2.011,13 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,22 m².

3. De tuinafsluiting tussen de bedrijfsruimte en de aanpalende tuinen in het noorden wordt uitgesloten uit de vergunning en dient verwijderd te worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.