Op 21 oktober 2019 (jaarnummer 619) keurde de gemeenteraad de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed goed en stelde de statuten vast. Het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed omvat de werking van de verschillende musea (waaronder DIVA, FOMU en MOMU), de erfgoedinstellingen en het Vredescentrum.
De gemeenteraad keurde op 21 oktober 2019 (jaarnummer 619) eveneens de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten goed en stelde de statuten vast. Het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten omvat de werking van Arenberg (inclusief de programmatie van het openluchttheater en culturele stadsprojecten). De gemeenteraad besliste daarbij principieel dat AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten, met uitzondering van het maatschappelijk doel, identieke statuten en beheersovereenkomsten, dezelfde samenstellingen van raad van bestuur en directiecomité, financiële en andere procedures, zal kennen als AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed ("tweeling-AGB's").
Op 22 januari 2021 (jaarnummer 535) keurde het college de collegiale brief inclusief de aanvragen investeringssubsidies 2021 voor Arenberg en FOMU gericht aan Mevrouw Carolien Coenen, teamverantwoordelijke Infrastructuur en Instellingen van het Departement Cultuur, Jeugd en Media goed. Voor het Modemuseum (MOMU) en DIVA werden in 2021 geen aanvragen ingediend.
Op 18 februari 2022 (jaarnummer 1333) keurde het college de collegiale brief inclusief de aanvragen investeringssubsidies 2022 voor Arenberg en FOMU gericht aan Mevrouw Carolien Coenen, teamverantwoordelijke Infrastructuur en Instellingen van het Departement Cultuur, Jeugd en Media goed. Voor het Modemuseum (MOMU) en DIVA werden in 2022 geen aanvragen ingediend.
In de brief van 24 augustus 2017 van de minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, Sven Gatz, werd het budget voor de overdracht aan de stad Antwerpen voorgesteld. In deze brief werd bepaald dat het totale budget investeringsmiddelen werd overgedragen naar het Fonds voor Culturele Infrastructuur binnen de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid ontwikkelde vervolgens een subsidielijn voor investeringen aan de gebouwen die werden overgedragen van de provincie naar de stad Antwerpen.
Op vraag van het Fonds voor Culturele Infrastructuur (FoCI) maakte stad Antwerpen in afstemming met De Museumstichting SON en Arenberg de planning 2018-2024. De planning werd opgemaakt op basis van:
Op 21 oktober 2019 (jaarnummer 619) keurde de gemeenteraad de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed goed, waarin de Museumstichting SON werd opgenomen. De gemeenteraad keurde op 21 oktober 2019 eveneens de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten goed, wat onder meer de werking van Arenberg omvat. De begunstigde voor de investeringssubsidies FoCI blijft evenwel de stad Antwerpen. De AG’s Culturele Instellingen Antwerpen Erfgoed en Kunsten zijn niet bevoegd voor patrimonium.
Vanaf 1 januari 2021 is het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) ingekanteld bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media. De rechtspersoon Fonds Culturele Infrastructuur werd hierbij opgeheven.
Op basis van de meerjarenplanning 2018-2024 werd, naar analogie met de aanvragen investeringssubsidies 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 volgende aanvraag voor investeringssubsidies van het Departement Cultuur, Jeugd en Media 2023 opgemaakt:
Het decreet van 9 november 2016 'houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies' (hierna 'afslankingsdecreet' genoemd) waardoor vanaf 2018 de provincies niet langer persoonsgebonden bevoegdheden zoals sport, jeugd, welzijn, of cultuur mogen uitoefenen. Binnen dit kader hevelen de provincies op 1 januari 2018 de taken, bevoegdheden en financiële middelen die ze uitoefenen in de 'persoonsgebonden' aangelegenheden, zoals gedefinieerd in de artikelen 4 en 5 van de Bijzondere Wet tot Hervorming der Instellingen, over naar de lokale besturen en/of de Vlaamse overheid.
In het Vlaams Decreet dat verscheen in het Belgisch Staatsblad nummer 328-ED.2 op 13 december 2016 werd de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies beschreven. Artikel 4 luidt als volgt: “In afdeling II van hoofdstuk II van titel X van hetzelfde decreet (het Provinciedecreet van 9 december 2005) wordt een artikel 265bis ingevoegd, dat luidt als volgt: “Art. 265bis. De roerende en onroerende goederen van de provincie, zowel van het openbaar als van het privaat domein, die onmisbaar zijn voor de uitoefening van de aangelegenheden, vermeld in artikel 4 en 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, alsook de rechten en plichten die verband houden met die aangelegenheden, worden hetzij aan de Vlaamse Gemeenschap, hetzij aan een gemeente zonder schadeloosstelling overgedragen”.
Het college keurt de collegiale brief goed met de aanvraag investeringssubsidies 2023 voor Arenberg gericht aan mevrouw Carolien Coenen, teamverantwoordelijke Infrastructuur en Instellingen van het Departement Cultuur, Jeugd en Media.
De financieel directeur regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | Bestelbon |
Ontvangst investeringssubsidies 2023 voor Arenberg | 130.000,00 euro | budgetplaats: 5322000000 |
NVT |