Terug
Gepubliceerd op 20/03/2023

2023_CBS_01523 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139635. Jan Van Rijswijcklaan 88. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/03/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_01523 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139635. Jan Van Rijswijcklaan 88. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_01523 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139635. Jan Van Rijswijcklaan 88. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022139635

Gegevens van de aanvrager:

JLT Invest met als adres Oelegembaan 7 te 2240 Zandhoven

Ligging van het project:

Jan Van Rijswijcklaan 88 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1891Z2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6946;

-          22/11/2018: proces-verbaal (11002_2018_8031_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van

burgemeester en schepenen;

-          14/02/1969: toelating (18#51792) voor het aanbouwen van een turnzaal;

-          05/10/1909: toelating (1909#1538) voor een huis.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning en nevenfunctie vrije beroepen; 

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte:

-          hoofdvolume op circa 4 m van de perceelsgrens met een diepte tot circa 12 m;

-          gelijkvloerse verdieping tot de achterzijde van het perceel dichtgebouwd;

-          eerste verdieping aan de linkerzijde tot circa 16 m en aan de rechterzijde tot circa 17,4 m;

-          tweede verdieping aan de rechterzijde tot circa 14,5 m;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel met parement natuursteen;
  • houten schrijnwerk;
  • bow-window met vierlicht op gelijkvloerse en eerste verdieping;
  • glas-in-loodbovenlichten;
  • eclectische ornamenten;

-          inrichting:

  • voortuin met diepte van circa 4 m.

 

Bestaande toestand

-          meergezinswoning met 3 wooneenheden en nevenfunctie vrije beroepen;

-          verharde voortuin;

-          dakkapel aan de voorzijde.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:  

  • bouwdiepte:

-          hoofdvolume op circa 4 m van de perceelsgrens met een diepte tot circa 12,1 m;

-          gelijkvloerse verdieping tot circa 14,8 m;

-          dakterras achteraan de eerste verdieping;

  • tuinzone ontpit;

-          gevel onveranderd;

-          inrichting:

  • ontharde voortuin met diepte van circa 4 m;
  • verharding van circa 20 m² in tuinzone van circa 63 m²;

-          gewijzigde scheimuur.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen en deels heropbouwen van de gelijkvloerse uitbouw;

-          slopen van aangebouwde volumes op de verdiepingen;

-          ontharden van de tuinzone;

-          ontharden van de voortuin;

-          inrichten van een dakterras op de eerste verdieping;

-          supprimeren van de dakkapel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          wijzigen van de scheimuur.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen

23 november 2022

7 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

23 november 2022

31 januari 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer

Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Deze openingen moeten aan elk van de volgende eisen voldoen:

De lichtdoorlatende oppervlakte van de opening is minimaal 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte, met een minimum van 1 vierkante meter.

Dakvlakramen in schuine daken mogen meegeteld worden indien ze zich tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte bevinden.
 

In de slaapkamer aan de voorzijde onder het zadeldak is de lichtdoorlatende oppervlakte van de twee ovale ramen samen geen 10 % van de netto-vloeroppervlakte en ook niet het minimum van 1 vierkante meter. De dakvlakramen bevinden zich hoger dan 2 meter boven het loopvlak, dus mogen niet meegeteld worden.

 

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel

De aansluitpunten van de DWA en RWA moeten minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn.

 

De aansluitpunten zijn opgetekend op 0,80 meter van elkaar.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid 

De laatst vergunde toestand betreft een eengezinswoning die later, zonder vergunning, is omgevormd tot 3 wooneenheden. Het gebouw wordt teruggebracht naar de laatst vergunde toestand als eengezinswoning. De woonfunctie blijft behouden en is hiermee functioneel inpasbaar in de Jan Van Rijswijcklaan.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid 

De aanvraag beoogt een vermindering van het bestaande volume. In de vergunde toestand is het perceel ter hoogte van het maaiveld volledig volgebouwd. De plannen tonen het ontpitten van het perceel over een diepte van circa 10 meter. De vrijgekomen oppervlakte wordt vervolgens aangelegd als groene tuin (ca. 60 m²) en een terras met een oppervlakte van 19,24 m². Het creëren van deze kwalitatieve open ruimte wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt positief beoordeeld.

Op de verdiepingen worden de niet-originele aangebouwde delen afgebroken. Zo ontstaat er een volume bestaande uit 3 bouwlagen onder een zadeldak met een bouwdiepte op de verdiepingen van circa 12 meter. Deze bouwdiepte past zich in binnen het bestaande referentiebeeld en is hierdoor stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Achteraan de eerste verdieping wordt een terras voorzien. Dit terras past zich in tussen de bestaande scheimuren en veroorzaakt op deze manier geen bijkomende onaanvaardbare hinder ten opzichte van de aanpalers. Het terras zorgt voor een bijkomende buitenruimte, gekoppeld aan de leefruimte op de eerste verdieping. De woonkwaliteit van de woning verhoogt. Zowel schaal als ruimtegebruik worden hierbij gerespecteerd.

  

Visueel-vormelijke elementen 

De originele lijstgevel bestaande uit natuurstenen parement en het houten schrijnwerk blijven behouden en worden gerestaureerd. De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het slopen van de niet-vergunde dakkapel. Het pand blijft vervolgens inpasbaar in het straatbeeld waar panden met een hoge erfgoedwaarde en een lichte gevelmaterialisatie kenmerkend zijn.

 

De voorgestelde materialisatie voor de achtergevel in wit pleisterwerk en aluminium schrijnwerk is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten 

Het goed werd opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed als vastgesteld erfgoed. Daarom wordt advies gevraagd aan de stedenbouwkundige dienst Monumentenzorg. Dit voorwaardelijk gunstig advies luidt als volgt:

“(…) De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. (…) Geheel van oorspronkelijk drie burgerhuizen in eclectische stijl naar een ontwerp van architect Hendrik Delvaux uit 1909. (…) De drie rijhuizen werden ontworpen als een symmetrische compositie van horizontaal gelede lijstgevels, met een natuurstenen parement, drie bouwlagen hoog onder een zadeldak. De twee zijpanden zijn identiek wat indeling en gevelopstand betreft, en flankeren een iets hoger opgetrokken middenpand met een bijkomende attiekverdieping. Volgens een repeterend schema ligt de klemtoon telkens op de brede hoofdtravee, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Een bow-window met vierlicht markeert de eerste twee bouwlagen van het middenpand, en de eerste verdieping van de zijpanden, daar met een ijzeren balkonhek als bekroning. Verder vertonen de sobere gevels een regelmatige ordonnantie van rechthoekige vensters en drielichten, op een begane grond met schijnvoegen. Het neo-Lodewijk XVI-decor is beperkt tot guirlandes met strikken, die de borstweringen en de oculi van de bovenlichten en de attiek sieren.(…) Het pand nummer 88 werd enkele malen verbouwd. In 1927 wordt er een aanvraag ingediend voor de verbouwing van het pand. Er wordt een uitbreiding aangevraagd op de eerste en tweede verdieping. Op de eerste verdieping wordt aan het ‘petit bureau’ een aanvraag tot vergroten van de eetkamer gedaan. Achter het ‘grand bureau’ wordt een keuken en toilet bijgebouwd in de zone waar zich eerst het terras bevond. De ruimtes worden onderling verbonden. Op de tweede verdieping, bovenop de uitsprong van het originele ‘grand bureau’, wordt eveneens een nieuwe badkamer aangevraagd. In 1968 wordt er een aanvraag ingediend tot het verbouwen van het gelijkvloers tot praktijkruimte. Het gelijkvloers zal vanaf dan volledig ingenomen worden door een kinesitherapiepraktijk. De toenmalige eetkamer, overdekte koer, open koer en een deel van de tuin worden aangevraagd als massagecabines, het resterende deel tuin wordt volledig mee volgebouwd en ingepland als turnzaal. Deze vergunning werd verleend op 14 februari 1969. (…) In beide nog bestaande panden bleven het smeedijzeren voortuinhek en het houten schrijnwerk bewaard, in nummer 88 met inbegrip van de fraai bewerkte deur en de kleurrijke glas-in-loodbovenlichten. Het ovale brandglasmedaillon in het bovenlicht van deze deur, verbeeldt een trofee van bouwmeestersattributen - meetlat, winkelhaak en kapiteel, die naar de hier gevestigde architectenpraktijk verwijst. Het complex is beeldbepalend.

 

Het voorwerp van de aanvraag betreft de verbouwing van de woning op de Jan Van Rijswijcklaan nummer 88. Concreet omvat dit de sloop van alle niet-originele aangebouwde delen op de verdiepingen en de uitbreiding op de gelijkvloerse verdieping die het volledige perceel bezet. Daarnaast wordt de bestaande, originele woning gerestaureerd en aangepast naar de huidige comfortnormen. De woning wordt ingebreid. Zowel het volume als de oppervlakte zal verkleinen na de gevraagde werken. Hierdoor ontstaat de nodige buitenruimte op het perceel. Er wordt een nieuwe buitenruimte in de vorm van een tuin aangevraagd op het gelijkvloers alsook een nieuw terras grenzend aan de leefruimte op de eerste verdieping. Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. Het project werd voorbesproken. De elementen met erfgoedwaarde worden gerestaureerd. De te slopen aanbouwen op 0 en 1 werden doorheen de tijd aangepast of uitgebreid, o.a. in 1927 en 1968 en kunnen verwijderd worden. De voorgevel en bedaking worden opgewaardeerd. Zo wordt de onvergunde dakkapel verwijderd en het schrijnwerk in de voorgevel gerestaureerd en/of gereinigd wat ten zeerste geapprecieerd wordt.”

 

Vanuit bovenstaande argumentatie, adviseert de dienst om volgende voorwaarde op te nemen in de vergunning:

- De waardevolle interieurelementen uiteengezet in de toegevoegde ‘inventaris monumentenzorg’ dienen behouden te blijven.
- Het schrijnwerk in de voorgevel dient bewaard te blijven.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt volgen we bovenstaand advies.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen 
De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bouwcode. Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. De lichtdoorlatende oppervlakte van de openingen moet minimaal 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte zijn, met een minimum van 1 vierkante meter. De dakvlakramen ter hoogte van de slaapkamer aan de voorzijde onder het zadeldak voldoen hier niet aan. Aangezien licht en lucht gezien worden als basiskwaliteiten voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning kan er geen afwijking worden verleend op dit artikel. In de voorwaarden van de vergunning wordt daarom opgenomen om deze dakvlakramen te vergroten zodat deze voldoen aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.

 

In het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer wordt opgemerkt dat de septische put zich in de achteruitbouwzone bevindt. De put bevindt zich ter hoogte van de maximaal toelaatbare verharding in de voortuinstrook, namelijk onder het toegangspad naar de voordeur. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is dit aanvaardbaar. De voorwaarden zoals opgelegd in het externe advies worden opgelegd bij de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De voorwaarden opgelegd in het advies van het agentschap Wegen en verkeer moeten strikt worden nageleefd.

3. De dakvlakramen ter hoogte van de slaapkamer aan de voorzijde onder het zadeldak dienen vergroot te worden zodat deze voldoen aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.

4. De aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel dienen uitgevoerd te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

5. De waardevolle interieurelementen, zoals beschreven in de toegevoegde 'inventaris monumentenzorg', dienen behouden te blijven.

6. Het schrijnwerk in de voorgevel dient bewaard te blijven.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 november 2022

Volledig en ontvankelijk

23 november 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

22 april 2023

Verslag GOA

13 maart 2023

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De voorwaarden opgelegd in het advies van het agentschap Wegen en verkeer moeten strikt worden nageleefd.

3. De dakvlakramen ter hoogte van de slaapkamer aan de voorzijde onder het zadeldak dienen vergroot te worden zodat deze voldoen aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.

4. De aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel dienen uitgevoerd te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

5. De waardevolle interieurelementen, zoals beschreven in de toegevoegde 'inventaris monumentenzorg', dienen behouden te blijven.

6. Het schrijnwerk in de voorgevel dient bewaard te blijven.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.