Terug
Gepubliceerd op 17/04/2023

2023_CBS_02314 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134602. Fakkelstraat ZN. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/04/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02314 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134602. Fakkelstraat ZN. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_02314 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134602. Fakkelstraat ZN. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022134602

Gegevens van de aanvrager:

KUMO Projects met als adres Ter Rivierenlaan 8 bus 14 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Fakkelstraat ZN te 2660 Hoboken

Kadastrale percelen:

afdeling 38 sectie B nr. 551E

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Het bouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          8/07/2022: stedenbouwkundig attest (20225) voor het bouwen van een meergezinswoning. 

 

Bestaande toestand 

-          gedeeltelijk verhard; 

-          ingericht als tuin voor nr. 44. 

 

Nieuwe toestand 

-          functie:   

  • meergezinswoning; 
    • voor de nieuwe woongelegenheden zijn volgende gegevens beschikbaar: 
    • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 59,6 m²;  
    • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 89 m²; 

-          bouwvolume:  

  • slopen van de bestaande verharding; 
  • 3 bouwlagen met plat dak;   
  • bouwdiepte circa 13,6 m; 
  • kroonlijsthoogte circa 9,8 m; 
  • tuinzone met een diepte variërend van circa 2,8 m tot circa 4 m;  

-          gevelafwerking:  

  • donkerrode/paarse gevelsteen; 
  • horizontale sierelementen en dorpels in witte hardsteen; 
  • donkergrijs buitenschrijnwerk; 
  • donkergrijze dakrand; 
  • arrière-corps in grijze cementpleister.

Inhoud van de aanvraag 

-          Het slopen van de bestaande verharding; 

-          Het bouwen van een meergezinswoning; 

-          Het wijzigen van de scheimuren. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

24 februari 2023

6 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

24 februari 2023

27 februari 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

24 februari 2023

28 februari 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

24 februari 2023

28 februari 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen 

-    Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). 
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater) 
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid). 
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid) 
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Algemene bouwverordeningen 

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer. 
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer) 
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen 

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’) 
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):  

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er worden slechts 4 fietsstalplaatsen ingetekend;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er worden geen autostalplaatsen voorzien; 
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: 
    er wordt geen dakopstand van minimaal 0,3 m voorzien ter hoogte van de uitbreiding op het gelijkvloers met zowel de linker- als de rechterbuur; 
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: 
    de aansluitpunten moeten hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn. 

 

Sectorale regelgeving 

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid. 
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. 
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020. 
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”) 
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)) 
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften 

De aanvraag wijkt af van volgende bepalingen van de bouwcode:

 

Stabiliteit en scheidingsmuur (art.34)):

-      De aanvraag voorziet niet in de minimaal 0,3 m dakopstand ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30 cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Daarnaast wijkt de aanvraag af van artikel 29 en 30. Deze artikels worden verder besproken onder ‘Mobiliteitsimpact’.

Verder is er geen aanleiding om af te wijken van artikel 41 van de bouwcode. In voorwaarde zal dan ook worden opgelegd dat er voldaan moet worden aan de verschillende bepalingen van dit artikel.

 

Functionele inpasbaarheid 

De plaatselijke omgeving is gekenmerkt door zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen. De aanvraag voorziet het bouwen van een meergezinswoning. De aanvraag is hiermee in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de aanwezige woonfuncties op de omliggende percelen.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid 

De Fakkelstraat wordt gekenmerkt door zowel bouwvolumes van 2 bouwlagen onder een hellende dak als 3 bouwlagen onder een plat dak. De aanvraag voorziet een nieuwbouw van 3 bouwlagen onder een plat dak. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het nieuwbouwvolume sluit aan bij de gebouwentypologie van de omgeving. Alle woongelegenheden worden voorzien van de vereiste woonkwaliteit door de aanwezigheid van voldoende hoge plafonds, grote raamopeningen en private buitenruimten. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen 

De Fakkelstraat wordt voornamelijk gekenmerkt door roodbruine voorgevels. De voorgevel van de aanvraag wordt uitgevoerd in een rood-paarse gevelsteen in combinatie met een detaillering van witte hardsteen. De aanvraag is visueel dan ook gepast in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen 

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarden van vergunning.

 

De aanvraag werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door Fluvius. De voorgestelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarden van vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

   

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte) 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

  

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

  

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. 

  

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Op een braakliggend stuk grond wordt een meergezinswoning gezet met 2 appartementen. Een appartement op het gelijkvloers en een duplexappartement op 1e en 2e verdieping. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen.”

  

De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. 

  

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. 

  

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

    

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. 

  

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

  

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.  

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. 

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. 

  

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. 

  

   

Fietsvoorzieningen:

“De fietsparkeerbehoefte is 1 x (1+1) + 1 x (2+1) = 5 fietsstalplaatsen. Er kan niet worden voldaan aan minstens de helft van de fietsen in een normale enkelvoudige stalling. Voor de behoefte van 5 fietsen wordt dan de voorkeur gegeven aan een dubbeldeks hoog-laagsysteem met maximale tussenafstand. Het gevraagde minimum is 60 cm hart-op-hartafstand.”

Het verleend advies omtrent de fietsvoorziening wordt vanuit stedenbouwkundige oogpunt gevolgd, waarbij de voorgestelde voorwaarde mee wordt opgenomen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De voorgestelde voorwaarden van Fluvius dienen vanaf aanvang van het project strikt te worden nageleefd.

4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

5. Er moet een fietsenstalling (dubbeldeks systeem) voorzien worden voor 5 fietsen met minimum 60 cm hart-op-hartafstand.

6. Er moet voldaan worden aan artikel 41 van de bouwcode.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 november 2022

Volledig en ontvankelijk

24 februari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 juli 2023

Verslag GOA

5 april 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De voorgestelde voorwaarden van Fluvius dienen vanaf aanvang van het project strikt te worden nageleefd.

4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

5. Er moet een fietsenstalling (dubbeldeks systeem) voorzien worden voor 5 fietsen met minimum 60 cm hart-op-hartafstand.

6. Er moet voldaan worden aan artikel 41 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.