Terug
Gepubliceerd op 17/04/2023

2023_CBS_02279 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134008. Krijgsbaan zonder nummer (zn). District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/04/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02279 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134008. Krijgsbaan zonder nummer (zn). District Wilrijk - Goedkeuring 2023_CBS_02279 - Omgevingsvergunning - OMV_2022134008. Krijgsbaan zonder nummer (zn). District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022134008

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA en de heer Steven Decloedt met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Stad Antwerpen (0207500123) met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Krijgsbaan zn te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 43 sectie A nrs. 489C en 493F

waarvan:

 

-     20180418-0042

afdeling 43 sectie A nrs. 493F en 489C (Krijgsbaan zn. Stelplaats GV Hoeve Schoonselhof)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het restaureren, herinrichten en herbestemmen van een hoeve en het exploiteren van ruimtes en kantoren voor stadsdiensten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/101594

-     19/07/2018: vergunning (20173234) voor het plaatsen van prefab units voor tijdelijke huisvesting personeel;

-     19/01/2017: vergunning (2016519) voor Neerhoeve (niet uitgevoerd);

-     14/08/2008: vergunning (3238#1106) voor het slopen van een vrijstaand dodenhuis, wegverharding en rooien van bomen;

-     16/07/2007: beschermd monument – domein Schoonselhof:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/4190

-     18/11/1991: beschermd monument – domein Schoonselhof kasteel met Neerhof:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/7378

-     30/12/1942: beschermd cultuurhistorisch landschap:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/7374.

 

Vergunde toestand 

-     gelegen in de stedelijke begraafplaats Schoonselhof;

-     ingericht met ateliers en opslagruimtes in functie van een activiteit van de overheid (gemeenschapsvoorziening);

-     bouwvolume: 

  • vierkantshoeve van 1 bouwlaag met een zadeldak;
  • noordelijke en zuidelijke gevels voorzien van telkens twee puntgevels;
  • het volledige gebouw heeft een buitenafmeting van circa 29 m op 41 m; 
  • het gebouw wordt omgeven door een park;
  • de open ruimte binnen de vierkantshoeve bedraagt circa 360 m²;

-     gevelafwerking: 

  • gevels in rode baksteen met speklagen in zandstenen;
  • houten buitenschrijnwerk, wit gelakt;
  • dakbedekking: natuurleien leigrijs;

-     inrichting:

  • neerhof omringd door een rechthoekige tuinmuur in rode baksteen voorzien van een smeedijzeren toegangspoort tussen twee hardstenen pijlers.

 

Bestaande toestand

-     conform de vergunde toestand.

 

Nieuwe toestand

-     functie:

  • gemeenschapsvoorziening.

-     bouwvolume: 

  • het volume blijft ongewijzigd ten opzichte van de bestaande toestand.

-     gevelafwerking: 

  • gevel in rode baksteen met speklagen in zandsteen;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • dakbedekking: natuurleien leigrijs.

-     inrichting: 

  • nieuwe verhardingen aansluitend op de bestaande verhardingen in het Schoonselhof.

Inhoud van de aanvraag 

-     beperkte wijzigingen aan de gevels;

-     doorvoeren van interne constructieve werken; 

-     aanleggen van verhardingen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 25 januari 2008 nam het college akte van de exploitatie van een administratief gebouw door de stad Antwerpen (kenmerk AN2007628).

Het college nam op 9 mei 2018 akte van de exploitatie door stad Antwerpen van een stelplaats (kenmerk OMV_2018046719).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de verplaatsing van de opslag van alkylaatbenzine.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.760 liter (wijziging opslaglocatie)

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen

18 november 2022

21 november 2022

Geen bezwaar

AQUAFIN NV

18 november 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

18 november 2022

9 februari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

18 november 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Onroerend Erfgoed

18 november 2022

10 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

18 november 2022

3 januari 2023

Gunstig

PROXIMUS/ Proximus

18 november 2022

19 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Watertoets

18 november 2022

23 november 2022

Geen advies

Water-link

18 november 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

18 november 2022

25 november 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

18 november 2022

18 november 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen

18 november 2022

24 november 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

18 november 2022

28 november 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

18 november 2022

14 februari 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

18 november 2022

28 november 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

18 november 2022

6 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

18 november 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag betreft namelijk de renovatie van de Neerhoeve zodat deze gebruikt kan worden door de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen. Deze bestemming is onverenigbaar met het parkgebied.

Het pand is echter hoofdzakelijk vergund met de hoofdfunctie gemeenschapsvoorziening en niet verkrot waardoor het dus een bestaande zonevreemde constructie betreft conform artikel 4.4.10. van “Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening".

Conform artikel 4.4.16. van “Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening" geldt dat, in alle bestemmingsgebieden, de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde constructie.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 26 afvalverzameling: er is geen afgescheiden ruimte voor afvalberging voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied en heeft een beperkte oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-     Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen. 
Van de archeologienota werd akte genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 2 november 2022 (ID: 23952).
De archeologienota werd opgemaakt door RAAP en waarvan akte door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 2 november 2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/23952). Het programma van maatregelen schrijft een uitgesteld vooronderzoek voor in de vorm van een profielput en een vervolgonderzoek voor in de vorm van een werfbegeleiding en opgraving voor de geselecteerde zones en ingrepen.

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid en Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft een grondige renovatie van de Neerhoeve zodat deze gebruikt kan worden door de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen. Het pand is reeds gekend met de hoofdfunctie gemeenschapsvoorziening. In het gebouw worden ook enkele ruimtes voorzien die toegankelijk zijn voor het publiek.

De werken situeren zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. 

 

Rondom het gebouw zullen nieuwe paden aangesloten worden op de bestaande verhardingen en zullen bestaande verhardingen vernieuwd worden. Aan de zuidzijde zal er verharding voorzien worden in functie van 4 parkeerplaatsen.

 

Dit is principieel aanvaardbaar gelet ook op de principieel gunstige advisering vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed.

 

Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten

Op de site van de Neerhoeve, deel van de parkbegraafplaats Schoonselhof, zijn 3 beschermingsbesluiten van toepassing. Het kerngebied van de begraafplaats Schoonselhof werd bij besluit van de secretaris-generaal van 30 december 1942 beschermd als cultuurhistorisch landschap. Het kasteel en de neerhoeve werden bij ministerieel besluit van 18 november 1991 beschermd als monument en bij ministerieel besluit van 16 juni 2007 werd het grootste deel van de begraafplaats eveneens beschermd als monument.

 

Omwille van deze reden is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt: ‘(…) De voorgenomen restauratie werd meermaals besproken met zowel de stedelijke dienst Monumentenzorg als met het Agentschap Onroerend Erfgoed, dat gelet op de bescherming een doorslaggevende rol speelt bij de advisering van deze aanvraag. Voor zover nog niet opgenomen of geëxpliciteerd in de voorliggende aanvraag zal de verdere uitwerking, detaillering en verfijning in nauw overleg gebeuren met het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het aanvraagdossier bevat een uitvoerige toelichtende restauratienota.

 

In een eerdere fase werd een aanbouw aan de Neerhoeve uit de jaren ’60 afgebroken en werd er een loods gebouwd voor de Groendienst op het domein van de hoeve. Bij de huidige herbestemmingswerken zal de hoeve gerestaureerd worden en heringericht tot ruimtes en kantoren voor de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen, gecombineerd met enkele publieksfuncties die eraan gelinkt zijn. De buitenaanleg wordt in beperkte mate aangepast en aangevuld ten behoeve van de nieuwe functie. Het waardevolle groen op de site wordt zoveel mogelijk behouden.

 

De geschiedenis van de Neerhoeve gaat terug tot circa 1607, toen ze gebouwd werd als hoeve bij het kasteel van het Schoonselhof, toen een ‘hof van plaisantie’. De hoeve werd opgetrokken als vierkantshoeve in de destijds gangbare bak- en zandsteenstijl met kruis- en kloosterkozijnen voor de raamopeningen en rondboogpoorten onder natuurstenen lijsten als inkom en doorgang naar de stallen en het erf. In de gevel zijn deze 17de-eeuwse elementen nog leesbaar. De woonkern was gesitueerd in de noordelijke vleugel, nu nog deels aanwezig in de westelijke zone. In de 18de en de 19de eeuw volgde de Neerhoeve systematisch de geschiedenis en de verfraaiingswerken van het kasteel. In de eerste helft van de 19de eeuw (1809-1825) volgde een verfraaiingscampagne in laat-classicistische stijl, zoals ook voor het kasteel. In het interieur kwam in die periode (1809-1825) een (nog steeds aanwezige) woning voor de hovenier in het zuidelijk gedeelte van de oostvleugel. Rond 1825-1835 werd de zuidvleugel verbouwd tot orangerie. In het begin van de 20ste eeuw kwam het domein van het Schoonselhof in handen van de stad Antwerpen om er een begraafplaats in te richten. De Neerhoeve werd aangepast en verbouwd voor deze nieuwe bestemming. In 1914-1918 werd een tijdelijke kapel ingericht voor de oorlogsslachtoffers. In 1921 vond een grootschalige verbouwingscampagne onder leiding van stadsarchitect Emile Van Averbeke plaats, waarbij een kapel, dodenkamers, bergplaatsen, wachtzaaltjes, sanitair, en dergelijke. werden ingericht in de voormalige stallen en een deel van de voormalige pachterswoning. In 1958-1959 werd een bestaande aanbouw ten westen van de hoeve afgebroken en vervangen door een U-vormige aanbouw voor toiletten, stockage, refter van de groendienst. In 1975 werd een betonnen plafond geplaatst in de westvleugel. De bijgebouwen uit de jaren ’60 werden reeds afgebroken in fase 1.

 

De hoeve is momenteel erg verwaarloosd, staat leeg en wordt deels nog gebruikt als opslag voor allerhande materialen voor de groendienst op het Schoonselhof. De leegstand komt het waardevolle gebouw niet ten goede. Door de verwaarlozing is de schade aan de hoeve aanzienlijk. De dakbedekking en de goten zijn in zeer slechte staat. Er zijn op verschillende plaatsen lekken en de houten dakstructuren aan de onderzijde van het dak zijn op een aantal plaatsen zwaar aangetast. Ook de gevels zijn in slechte staat met verwering van het voegwerk, mosvorming ten gevolge van de lekkende goten en afvoeren en plaatselijk verweerde natuursteen. Het schrijnwerk is in verhouding nog in redelijke toestand, met uitzondering van de orangerie en enkele vensters ter hoogte van lekken. Al het schrijnwerk heeft een enkele beglazing. Door de leegstand en de slechte staat dringt een grondige restauratie en renovatie van de neerhoeve zich sterk op. De herbestemming zal ervoor zorgen dat het gebouw effectief in gebruik blijft en onderhouden wordt.

 

Algemeen wordt voor de restauratie van de neerhoeve gestreefd naar maximaal behoud van de bestaande materialen. De aanpassingen/toevoegingen hebben vooral betrekking op:

-     het restaureren van het gebouw met respect voor de historisch gegroeide toestand en het ongedaan maken van een aantal meer recente en storende toevoegingen of aanpassingen;

-     het toegankelijk maken van het gebouw voor mindervaliden in de publiek toegankelijke delen;

-     het energetisch verbeteren van het gebouw in functie hedendaags gebruik (isolatie dak, vloeren en schrijnwerk waar mogelijk);

-     lichte aanpassingen van de ruimtelijke indeling omwille van bruikbaarheid (installeren douches en kleedkamers personeel);

-     kwalitatieve (her)aanleg van de buitenruimte.

 

Voor het exterieur wordt er globaal uitgegaan van het behoud van het uitzicht van de gevels met de raam-, deur- en poortopeningen, zoals ze doorheen de jaren gegroeid zijn. De gevelschil van de neerhoeve ondergaat dus weinig veranderingen, met uitzondering van de westvleugel waar een aantal oorspronkelijke openingen hersteld worden (doorgang, stalramen, deur naar binnenkoer en andere). In het dak wordt de bestaande daklichtopeningen behouden. Algemeen omvatten de werken een standaardrestauratie, waarbij weinig harde ingrepen worden voorgesteld. Het restauratiedossier omvat vooral werken met betrekking tot duurzaam herstel van het bestaande gebouw.

 

De waardevolle interieurelementen waaronder lambriseringen, schouwmantels, vloeren, vast meubilair en ornamentiek zullen maximaal behouden en gerestaureerd worden naar origineel model. De herbestemming en nieuwe functies houden rekening met de sferen en de entiteiten binnen het complex. De schuur en de stallen in de westvleugel worden opgewaardeerd met respect voor het volume en de historische openingen; de schuur wordt een polyvalente ruimte waardoor het volume kan behouden blijven. De voormalige paardenstal wordt ingericht als inkom voor het personeel en kantoorruimte. De 2 historische en nog aanwezige woonentiteiten blijven behouden. De pachterswoning wordt ingericht als kantoorruimte en spreekruimte met behoud en restauratie van de historische elementen, indeling en afwerkingen. De hovenierswoning wordt ingericht als keuken, spreekruimte en ondersteunende functies voor het personeel met behoud van de historische elementen, indeling en afwerkingen. De orangerie blijft als entiteit behouden en wordt ingericht als refter voor het personeel. De aanpassingen van architect Van Averbeke in de noordoostelijke zone van het complex zullen deels verdwijnen.

 

De belangrijkste nieuwe ingrepen die worden doorgevoerd bestaan uit:

-     het toevoegen van een liftschacht en 2 nieuwe trappen als verticale circulatie;

-     het maken van openingen, verplaatsen en vergroten van bestaande openingen ten behoeve van de nieuwe functie en voor een betere horizontale circulatie doorheen het gebouw;

-     het toegankelijk maken van onthaal en sanitair door de ruimtes open te maken en het niveau waar nodig aan te passen;

-     de herwaardering van de centrale doorgang van oost- en westvleugel naar de binnenkoer;

-     het toevoegen van een raamopening aan de westzijde omwille van de werking;

-     het terug openmaken van oorspronkelijke ramen aan de Westzijde;

-     het toevoegen van beglaasd schrijnwerk achter de 2 poorten in de noordgevels zodat de poorten overdag kunnen open staan en een visuele relatie doen ontstaan tussen de publieke passage en de meer publieke functies in de Neerhoeve;

-     het toevoegen van sanitair, douches en kleedruimtes in functie van het nieuwe programma;

-     het heraanleggen en deels ontharden van de binnenkoer en zone voor de neerhoeve, ten behoeve van toegankelijkheid en infiltratie van hemelwater.

 

De voorgenomen restauratieve aanpak zorgt er voor dat de erfgoedwaarde van de neerhoeve gevrijwaard worden. De nieuwe bestemming past zich op een natuurlijke manier in het gebouw in. De restauratieve aanpak gaat uit van een groot respect voor het gebouw en zorgt voor een herwaardering van deze unieke hoeve. Voor zover niet opgenomen in het aanvraagdossier zullen de niet-vergunningsplichtige werken via de wijziging lijst der werken van het restauratiepremiedossier beoordeeld worden door het Agentschap Onroerend Erfgoed.’

 

Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft een gunstig advies met volgende voorwaarden:

-     aan de nieuwe deur ter hoogte van de zuidelijke gevel van de binnenkoer is onderaan een metalen plaat bevestigd als beschermingsplaat. Deze metalen plaat is ook op een andere deur toegepast, maar is storend voor de erfgoedwaarde van de gevels. We adviseren deze metalen platen niet aan te brengen;

-     de nieuwe dakvlakramen ter hoogte van de westgevel zijn als hedendaagse dakvlakramen ingetekend. Deze dakvlakramen moeten op dezelfde wijze als de andere dakvlakramen -namelijk naar historisch model- uitgevoerd worden. Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig;

-     de niet-vergunningsplichtige werken zullen via de lijst der werken van het restauratiepremiedossier beoordeeld worden.

Deze zullen integraal overgenomen worden.

 

De stedelijke dienst Archeologie geeft volgend advies: ‘het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (39.547 m²) en een ingreep in de bodem groter dan 1.000 m² (circa 2.254 m²). De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

De archeologienota werd opgemaakt door RAAP en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 2 november 2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/23952). Het programma van maatregelen schrijft een uitgesteld vooronderzoek voor in de vorm van een profielput en een vervolgonderzoek voor in de vorm van een werfbegeleiding en opgraving voor de geselecteerde zones en ingrepen.

 

De beschrijvende nota vermeldt de ingreep van 4 regenwaterputten tussen de tijdelijke werfinstallatie en de loods. Het is onduidelijk of deze reeds zijn uitgevoerd of niet. Indien deze nog niet zijn uitgevoerd, dienen deze onder de huidige aanvraag evenzeer archeologisch begeleid te worden. De begeleiding van de regenwaterputten wordt dan onder het hoofdstuk ‘afwijkingen op het programma van maatregelen’ uitgewerkt in het archeologierapport/ eindverslag.’

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen geeft een gunstig advies onder volgende voorwaarden:

-     De bestaande monumentale slangenden moet tijdens de werken optimaal worden beschermd. Dit dient te gebeuren met Herashekwerk onder de ganse kruinzone van deze boom. Er mag niet met zwaar materiaal worden gereden of niets worden gestockeerd onder de kruinzone van deze boom.

-     De locaties waar werfmateriaal mag worden gestockeerd dienen op voorhand met de dienst Groen en Begraafplaatsen te worden besproken. Alle graszones in de onmiddellijke omgeving van het gebouw dienen zo veel mogelijk gespaard te blijven.

-     Werfvoertuigen mogen niet parkeren onder de bomen in de dreef.

-     Alle bestaande bomen in de onmiddellijke omgeving dienen tijdens de ganse duur van de werken te worden beschermd.

-     Bij schade zal er altijd een schadebepaling worden opgemaakt.

De voorwaarden zullen integraal overgenomen worden.

 

De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (artikel 1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden. In voorwaarde zal opgenomen worden om het advies de dienst Integraal Waterbeleid strikt na te leven.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Autovoorzieningen:

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een pand met de hoofdfunctie gemeenschapsvoorziening en waarbij deze functie ongewijzigd blijft.

 

De publieksfunctie die erbij komt telt maximum een 50-tal bezoekers. Bij een modale verdeling van 50/50% betreft het 25 wagens. Voor het parkeren wordt het masterplan ‘Parkbegraafplaats Schoonselhof Antwerpen’ gevolgd. Het Schoonselhof wordt als autoluw beschouwd, dus bezoekers parkeren buiten het park (op de parking langs de Krijgsbaan R11 – parking Schoonselhof). Er worden wel 4 parkeerplaatsen voor mindervaliden voorzien volgens de normering voor toegankelijkheid, deze bevinden zich vlakbij het onthaal voor de Neerhoeve.

 

Fietsvoorzieningen:

De fietsparkeerbehoefte voor het personeel (eerdere correspondentie 42 medewerkers) komt op 21 fietsstalplaatsen. De fietsparkeerbehoefte voor bezoekers komt neer op 1/3e van 50 bezoekers is 17 fietsstalplaatsen. Voor personeel worden op de binnenplaats 24 afgesloten en overdekte plaatsen voorzien. Voor bezoekers worden 18 plaatsen dicht bij het onthaal voorzien in openlucht (met beugels).

 

Laden en lossen:

Alle dienstvoertuigen hebben toegang tot het terrein en zijn in de loods, die in de vorige fase gerestaureerd werd, ondergebracht.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het project betreft fase 2 van een renovatieproject van de Neerhoeve gelegen in de stedelijke begraafplaats Schoonselhof. In fase 1 werd een aanbouw aan de Neerhoeve afgebroken en een loods gebouwd voor de groendienst. In de loods worden voertuigen en werkmateriaal van de groendienst gestald. De hoeve wordt gerestaureerd en heringericht tot ruimtes en kantoren voor de afdeling Groenvoorziening en Begraafplaatsen, gecombineerd met enkele publieksfuncties die eraan gelinkt zijn. De eerste fase werd in 2020 definitief opgeleverd.

 

De in de vergunning opgenomen ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) komen niet helemaal overeen met de nieuwe geplande situatie. In de lopende vergunning werd opgenomen dat er gevaarlijke producten opgeslagen werden in de Neerhoeve. Sinds de bouw van de nieuwe loods, is de opslag echter grotendeels hiernaar verplaatst. In de Neerhoeve zelf worden enkel nog poetsproducten opgeslagen in de berging op het gelijkvloers (lokaal 0.28). Het betreft normale producten met een beperkt risico en volume (maximaal 100 liter).

 

In de loods zal alkylaatbenzine (2- en 4-takt) worden opgeslagen met een totaal volume van 1.660 liter. De brandstof is zeer licht ontvlambaar en bevindt zich in recipiënten met een inhoud van maximaal 20 liter. De recipiënten worden opgeslagen op lekbakken in een afgesloten brandveilig lokaal. De ondergrond is vloeistofdicht.

 

In het dossier valt te lezen dat het hemelwater opgevangen wordt en onder andere hergebruikt wordt voor het wassen voertuigen. Het wassen van voertuigen is een ingedeelde inrichting (rubriek 15.4). Ook het lozen van het afvalwater dat ontstaat is een ingedeelde inrichting; een voorbehandeling met minimaal een koolwaterstofafscheider is verplicht. Het wassen van de voertuigen en het lozen van het bedrijfsafvalwater mogen niet uitgevoerd worden zolang niet aangetoond wordt dat de sectorale voorwaarden nageleefd kunnen worden en de IIOA opgenomen zijn in de vergunning.

 

De uitbreiding van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten zal, gelet op de preventieve maatregelen voorzien door de exploitant, geen bijkomende hinder veroorzaken.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het advies van de dienst Integraal Waterbeleid is strikt na te leven.

3. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos is strikt na te leven.

4. Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is strikt na te leven.

5. Het advies van Proximus is strikt na te leven.

6. Een afvalberging moet voorzien worden conform de bepalingen van artikel 26 van de bouwcode.

7. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten strikt nageleefd worden:

• de bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen, namelijk uitgesteld vooronderzoek (profielput) en een vervolgonderzoek (werfbegeleiding/ opgraving), uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/23952). De archeologische uitvoerder houdt evenzeer rekening met de mogelijke uitvoering (en archeologische begeleiding) van de 4 regenwaterputten ten zuiden van het projectgebied;

• de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) en nodigt de stadsdienst uit voor een startvergadering;

• de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

8. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen moeten strikt nageleefd worden:

• de bestaande monumentale slangenden moet tijdens de werken optimaal worden beschermd. Dit dient te gebeuren met Herashekwerk onder de ganse kruinzone van deze boom. Er mag niet met zwaar materiaal worden gereden of niets worden gestockeerd onder de kruinzone van deze boom;

• de locaties waar werfmateriaal mag worden gestockeerd dienen op voorhand met de dienst Groen en Begraafplaatsen te worden besproken. Alle graszones in de onmiddellijke omgeving van het gebouw dienen zo veel mogelijk gespaard te blijven;

• werfvoertuigen mogen niet parkeren onder de bomen in de dreef;

• alle bestaande bomen in de onmiddellijke omgeving dienen tijdens de ganse duur van de werken te worden beschermd;

• bij schade zal er altijd een schadebepaling worden opgemaakt.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene en sectorale voorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.760 liter (wijziging opslaglocatie)

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

25 voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2,49 ton

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

2 ton

17.3.6.1°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied;

2 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.760 liter

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het wassen van de voertuigen en het lozen van het bedrijfsafvalwater mogen niet uitgevoerd worden zolang niet aangetoond wordt dat de sectorale voorwaarden nageleefd kunnen worden en de IIOA opgenomen zijn in de vergunning.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

18 november 2022

Start 1e openbaar onderzoek

28 november 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

27 december 2022

Start laatste openbaar onderzoek

11 februari 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

12 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

1 juni 2023

Verslag GOA

6 april 2023

naam GOA

Wim Van Roosendael en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 november 2022

27 december 2022 (*)

0

0

0

0

11 februari 2023

12 maart 2023

0

0

0

0

(*) Wegens een cyberaanval op stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijk geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Daarom werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het advies van de dienst Integraal Waterbeleid is strikt na te leven.

3. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos is strikt na te leven.

4. Het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is strikt na te leven.

5. Het advies van Proximus is strikt na te leven.

6. Een afvalberging moet voorzien worden conform de bepalingen van artikel 26 van de bouwcode.

7. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst archeologie moeten strikt nageleefd worden:

• de bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen, namelijk uitgesteld vooronderzoek (profielput) en een vervolgonderzoek (werfbegeleiding/ opgraving), uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/23952). De archeologische uitvoerder houdt evenzeer rekening met de mogelijke uitvoering (en archeologische begeleiding) van de 4 regenwaterputten ten zuiden van het projectgebied;

• de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) en nodigt de stadsdienst uit voor een startvergadering;

• de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

8. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst groen en begraafplaatsen moeten strikt nageleefd worden:

• de bestaande monumentale slangenden moet tijdens de werken optimaal worden beschermd. Dit dient te gebeuren met Herashekwerk onder de ganse kruinzone van deze boom. Er mag niet met zwaar materiaal worden gereden of niets worden gestockeerd onder de kruinzone van deze boom;

• de locaties waar werfmateriaal mag worden gestockeerd dienen op voorhand met de dienst begraafplaatsen te worden besproken. Alle graszones in de onmiddellijke omgeving van het gebouw dienen zo veel mogelijk gespaard te blijven;

• werfvoertuigen mogen niet parkeren onder de bomen in de dreef;

• alle bestaande bomen in de onmiddellijke omgeving dienen tijdens de ganse duur van de werken te worden beschermd;

• bij schade zal er altijd een schadebepaling worden opgemaakt.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Het wassen van de voertuigen en het lozen van het bedrijfsafvalwater mogen niet uitgevoerd worden zolang niet aangetoond wordt dat de sectorale voorwaarden nageleefd kunnen worden en de IIOA opgenomen zijn in de vergunning.

Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SVDB/2023/G.01039.WI.0007 zijn van toepassing.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

25 voertuigen

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

2,49 ton

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

2 ton

17.3.6.1°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied;

2 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.760 liter

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.