Terug
Gepubliceerd op 17/04/2023

2023_CBS_02291 - Omgevingsvergunning - OMV_2022144633. Oudekerkstraat 81. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/04/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02291 - Omgevingsvergunning - OMV_2022144633. Oudekerkstraat 81. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_02291 - Omgevingsvergunning - OMV_2022144633. Oudekerkstraat 81. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022144633

Gegevens van de aanvrager:

de heer Apostolos Papanastasiou met als adres Oudekerkstraat 81 bus 1 te 2018 Antwerpen en de heer Filip Stuer met als adres Oudekerkstraat 81 bus 1 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Oudekerkstraat 81 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1930T

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-      21/04/1967: toelating (18#87467) voor een verbouwing.

 

Geacht vergunde toestand

-          meergezinswoning met drie wooneenheden;

-          gelijkvloerse bouwdiepte tot circa 17.50 m;

-          drie bouwlagen waarvan het hoofdvolume onder zadeldak en de achterbouw onder een plat dak in gesloten bebouwing;

-          achterliggende tuin.

 

Bestaande toestand

-          aantal wooneenheden en volume conform geacht vergunde toestand;

-          tuinberging achteraan in de tuin en tuinverhardingen;

-          voorgevel wit bepleisterd met een arduinen plint en buitenschrijnwerk in grijs pvc.

 

Nieuwe toestand

-          verbouwde meergezinswoning met twee duplex wooneenheden;

-          behoud van het bestaande volume en de tuinberging;

-          inrichting van de zolderverdieping als bureauruimte met een inpandig terras vooraan;

-          ongewijzigde voorgevel.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het aantal wooneenheden;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanleg van een dakterras;

-          tuinverhardingen ter hoogte van het maaiveld.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

24 februari 2023

13 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

24 februari 2023

28 februari 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 27 Open ruimte: verhardingen in zij- en achtertuinen zijn beperkt toegestaan met een maximum van 1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter. De achtertuin heeft een oppervlakte van circa 72 vierkante meter waarvan circa 33 vierkante meter (55 %) verhard wordt aangelegd.
     

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en komt overeen met de kenmerkende woonfuncties in de Oudekerkstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Deze zijde van de Oudekerkstraat kenmerkt zich door één- en meergezinswoningen bestaande uit drie bouwlagen onder platte of hellende daken, uitgebreid met een achterliggende uitbouw. In voorliggende aanvraag wordt de bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouw behouden. Echter is het bestaande bouwvolume en de functie van de gelijkvloerse verdieping gewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde toestand uit 1967. Hieromtrent werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Vermoeden van Vergunning. Dit advies concludeert dat zowel de bestaande constructie (uitgezonderd de tuinberging) en de woning op de gelijkvloerse verdieping als geacht vergund beschouwd kunnen worden.

 

De plannen tonen aan dat in de nieuwe toestand het bouwvolume wordt gewijzigd ten opzichte van de bestaande en de geacht vergunde toestand. Achteraan de gelijkvloerse verdieping wordt het bouwvolume 0,60 meter opgehoogd. Echter heeft deze scheimuurverhoging geen positieve impact op de woonkwaliteit en veroorzaakt deze verhoging bijkomende hinder ten opzichte van de aanpalers. De scheimuurverhoging creëert namelijk een negatieve impact op de bezonning van de tuinen van de aanpalers. De scheimuurwijzigingen ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping worden daarom uitgesloten van de vergunning. Aangezien het peil van de dakafwerking met circa 0,20 meter verhoogt ten opzichte van de bestaande toestand, en de bestaande dakopstand maar 0,46 meter bedraagt, zal er geen minimale opstand van 0,30 meter aanwezig zijn. De aanvraag wijkt vervolgens of van de bepalingen van artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien aan de volgende voorwaarden voldaan is: er ligt een groendak en tussen de scheidingswand en de vegetatie is een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig. Dit wordt opgelegd in voorwaarden van de vergunning.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. De plannen tonen dat de achtertuin voor meer dan 1/3 van de totale tuinoppervlakte verhard wordt. Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel, de tuinen, hun karakter zoveel mogelijk te behouden. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd om de verhardingen in de achtertuin te beperken conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.

 

De plannen tonen een tuinberging ter hoogte van de achterste perceelsgrens. Aangezien het niet duidelijk is of deze tuinberging als vergund beschouwd kan worden, en de aanvraag onvoldoende informatie bevat om deze tuinberging te beoordelen, worden alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de tuinberging uitgesloten van de vergunning.

 

De overige wijzigingen beperken zich binnen het bestaande volume en beogen een vermindering van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel in wit pleisterwerk met textuur, blauwe hardstenen plint, grijs PVC buitenschrijnwerk wordt behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

 

De voorgestelde materialisatie voor de achtergevel in donkerbruine, houten gevelpanelen en gevellatten is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen tonen het verminderen van het aantal wooneenheden van 3 naar 2. Er worden telkens 2 bouwlagen samengenomen waardoor ruimere wooneenheden ontstaan. Ter hoogte van de gelijkvloerse en eerste verdieping wordt een éénslaapkamerappartement met logeerkamer voorzien. De achtergevel wordt zoveel mogelijk opengewerkt door het introduceren van een vide. Hierdoor vergroot de relatie tussen de gelijkvloerse verblijfsruimtes en de tuin, met een positieve impact op de woonkwaliteit. Ook ter hoogte van de tweede en derde verdieping wordt een éénslaapkamerappartement voorzien. Om ook dit appartement van een kwalitatieve buitenruimte te voorzien, wordt een inpandig dakterras voorzien ter hoogte van de voorgevel en boven de kroonlijst. Dit terras wordt op minimaal 1,00 meter van de perceelsgrenzen ingericht, waardoor het hellend dak en een doorlopende kroonlijst behouden blijft.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de woningen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt. Een meergezinswoning met 3 wooneenheden wordt gewijzigd naar een meergezinswoning met 2 wooneenheden. Het aantal woongelegenheden vermindert dus.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. Alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de scheidingsmuren ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping worden uitgesloten van de vergunning.

4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

5. De verhardingen in de achtertuin dienen beperkt te worden conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.

6. Alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de tuinberging achteraan het perceel worden uitgesloten van de vergunning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 november 2022

Volledig en ontvankelijk

24 februari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 juli 2023

Verslag GOA

5 april 2023

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. Alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de scheidingsmuren ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping worden uitgesloten van de vergunning.

4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

5. De verhardingen in de achtertuin dienen beperkt te worden conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.

6. Alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de tuinberging achteraan het perceel worden uitgesloten van de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.