Terug
Gepubliceerd op 17/04/2023

2023_CBS_02323 - Omgevingsvergunning - OMV_2022148232. Laaglandlaan LOT 1. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/04/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02323 - Omgevingsvergunning - OMV_2022148232. Laaglandlaan LOT 1. District Merksem - Goedkeuring 2023_CBS_02323 - Omgevingsvergunning - OMV_2022148232. Laaglandlaan LOT 1. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022148232

Gegevens van de aanvrager:

Barry Rogiers - Vanessa  De Roeck met als adres Rue de La Digue 97 te 4683 Oupeye

Ligging van het project:

Laaglandlaan LOT 1 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 41 sectie B nr. 129G

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning (lot1)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/12/2017: verkavelingsvergunning (20016)  het verkavelen van een stuk grond in 11 kavels met als hoofdbestemming gekoppelde eengezinswoningen.

 

bestaande toestand

-          braakliggend terrein.

 

Gewenste toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning op lot 1;

-          bouwvolume:

  • twee bouwlagen onder een zadeldak met naastliggende carport;
  • voorgevelbreedte van 7 m;
  • 13 m bouwdiepte op het gelijkvloers;
  • 10 m bouwdiepte op de eerste verdieping en de zolderverdieping;
  • kroonlijsthoogte 6,5 m ten opzichte van het maaiveld en een nokhoogte van 11,65 m;

-          gevelafwerking:

  • grijs-zwart metselwerk;
  • zwart pvc- schrijnwerk;
  • zwarte dakpannen.

-          inrichting:

  • houten carport (6m x 3m);
  • oprit en terras in waterdoorlatende verharding.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een nieuwbouw eengezinswoning in een halfopen bebouwing;

-          bouwen van een carport tegen de zijgevel;

-          aanleggen van een oprit en terras.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

30 november 2022

13 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

30 november 2022

7 december 2022

Geen advies

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

30 november 2022

12 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

PROXIMUS/ Proximus

30 november 2022

21 december 2022

Geen advies

Water-link

30 november 2022

13 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

30 november 2022

1 december 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

30 november 2022

30 november 2022

Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten

30 november 2022

1 december 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

30 november 2022

 Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 20016, goedgekeurd op 29 december 2017, meer bepaald in lot(en) 1.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:

-      artikel 2.1.D verschijningsvorm:
platte daken moeten uitgevoerd worden als groendak. Het dak van de gelijkvloerse uitbouw wordt niet als groendak aangelegd;

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de hoogte van het gelijkvloers en verdiepingen bedraagt 2,50 m, waar deze minstens 2,60 zou moeten zijn;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    bij een nieuwbouw moet er een fietsstal- en fietsparkeerplaatsen voorzien worden. Er wordt geen fietsenberging voorzien;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de opstand van de scheimuren ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding bedraagt geen 30 cm ten opzichte van het aangrenzend dakvlak;

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft geen beperkte oppervlakte en ligt in overstromingsgevoelig gebied. Er werd advies gevraagd aan de Dienst Integraal Waterbeleid.

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Conform artikel 4.4.1 van de VCRO, kunnen na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. 

 

De aanvraag wijkt af op 1 artikel van de verkavelingsvoorschriften.

 

De afwijking op artikel 2.1.D is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Normaal moeten volgens het artikel alle platte daken uitgevoerd worden als groendak.

Echter kan volgens artikel 38 van de bouwcode worden afgeweken indien er een regenwaterput wordt voorzien. Dit wordt volgens de plannen voorzien waarmee de afwijking stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

 

Functionele inpasbaarheid

Het perceel is gelegen binnen de perimeter van een goedgekeurde verkaveling. Binnen deze verkaveling zijn grondgeboden eengezinswoningen toegelaten. De voorgestelde functie – nieuwbouw van een eengezinswoning – is in overeenstemming met de toegelaten hoofdbestemmingen van de verkaveling en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid. Het gebouw past in het gabarit van de verkaveling. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de verkaveling.

 

Op het inplantingsplan staat een recht van overweg ingetekend. Het perceel ligt hiermee aan een voldoende uitgeruste openbare weg.

 

De aanvraag ligt in een verkaveling aan de Laaglandlaan. Momenteel liggen de gronden er braakliggend en onbebouwd bij. De aanvraag betreft de bouw van een woning en is hiermee de vierde aanvraag in de verkaveling. Verder in de omgeving komen eengezinswoningen voor.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van visueel-vormelijke elementen.

De gevels worden afgewerkt met grijs-zwart metselwerk, zwart pvc buitenschrijnwerk en zwarte dakpannen. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

De voorgevel vormt een eerlijke vertaling van de achtergelegen functie.
 

Bodemreliëf

Het voorliggende project ligt in overstromingsgevoelig gebied. Er werd advies gevraagd aan de Dienst Integraal Waterbeleid. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“Gunstig, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

-          De grond die vrijkomt bij het uitgraven van de funderingen en de afgraving in de tuin dient te worden afgevoerd.”


De voorwaarde geformuleerd in dit advies zal als voorwaarde bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.
 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Naar voorwaarden wordt meegenomen om alle vloerplaten zo te plaatsen zodat een minimale plafondhoogte van 2,6 m wordt bekomen, conform artikel 21 van de bouwcode.

Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woonplaats dient voor haar bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten en andere ruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt.

 

Om brandoverslag te voorkomen dient conform aan artikel 34 van de bouwcode een opstand van 30 cm te worden voorzien op de nieuwe scheimuur van de gelijkvloerse uitbouw en de carport. Een andere mogelijkheid is omwille van de brandveiligheid het dak te bekleden met niet brandbaar materiaal. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.

 

Naar voorwaarden wordt meegenomen om de carport als overdekte fietsenberging te gebruiken en de auto op de oprit te stallen. Zo wordt er voldaan aan artikel 29 van de bouwcode. Bij een nieuwbouw dienen er fietsstal- en fietsparkeerplaatsen voorzien te worden. Deze zijn niet opgetekend op de plannen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden, 1 parkeerplaats per woning.

In dit geval komt er 1 woning bij en moet er dus 1 parkeerplaats worden voorzien.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 .

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0 .
 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De carport moet als overdekte fietsenberging gebruikt worden en de auto is op de oprit te stallen zodat er wordt voldaan aan artikel 29 van de bouwcode.

3. De grond die vrijkomt bij het uitgraven van de funderingen en de afgraving in de tuin dient te worden afgevoerd.

4. Alle vloerplaten moeten zo worden geplaatst zodat intern een minimale plafondhoogte van 2,6 m wordt bekomen – conform artikel 21 van de bouwcode – zonder het wijzigen van het fysieke bouwvolume.

5. De aanvrager moet het plat dak van de uitbouw bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 november 2022

Volledig en ontvankelijk

30 november 2022

Start 1e openbaar onderzoek

9 december 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

7 januari 2023

Beslissing toepassing administratieve lus

17 februari 2023

Start laatste openbaar onderzoek

28 februari 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

29 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 augustus 2023

Verslag GOA

6 april 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Het voorgaande openbaar onderzoek werd getroffen door een cyberaanval, waardoor het niet rechtsgeldig is. Er werd hierdoor een administratieve lus toegepast om een nieuw openbaar onderzoek te kunnen opstarten.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 december 2022

7 januari 2023

0

0

0

0

28 februari 2023

29 maart 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De carport moet als overdekte fietsenberging gebruikt worden en de auto is op de oprit te stallen zodat er wordt voldaan aan artikel 29 van de bouwcode.

3. De grond die vrijkomt bij het uitgraven van de funderingen en de afgraving in de tuin dient te worden afgevoerd.

4. Alle vloerplaten moeten zo worden geplaatst zodat intern een minimale plafondhoogte van 2,6 m wordt bekomen – conform artikel 21 van de bouwcode – zonder het wijzigen van het fysieke bouwvolume.

5. De aanvrager moet het plat dak van de uitbouw bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.