Terug
Gepubliceerd op 20/02/2023

2023_CBS_00844 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022078357. Maccabilaan 1-9, Leo Bosschartlaan 15, 20. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/02/2023 - 09:00 Stadhuis - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karl Van Borm; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Dirk Delechambre

Secretaris

Karl Van Borm

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_00844 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022078357. Maccabilaan 1-9, Leo Bosschartlaan 15, 20. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_00844 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022078357. Maccabilaan 1-9, Leo Bosschartlaan 15, 20. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022078357

Gegevens van de aanvrager:

NV SMULDERS PROJECTS BELGIUM met als adres Hoge Mauw 200 te 2370 Arendonk

Gegevens van de exploitant:

NV SMULDERS PROJECTS BELGIUM (0865525060) met als adres Hoge Mauw 200 te 2370 Arendonk

Ligging van het project:

Maccabilaan 1-9, Leo Bosschartlaan 15, 20 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nrs. 3K, 3S, 3V, 3X, 3W en 10/2G

waarvan:

 

-          20170518-0019

afdeling 37 sectie C nrs. 3V, 3W, 3K, 3S, 3X en 10/2G (Smulders Projects Belgium nv)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het uitbreiden van de vergunning met nieuwe kades en het plaatsen van een insteekdok in de Schelde

 

Beschrijving gewijzigde projectinhoud

Voor deze aanvraag werd er eerder advies verleend door het college op 18 november 2022. Nadien werd een nieuwe projectinhoudversie aanvaard door het Departement Omgeving op 10 januari 2023. Deze wordt ter advies voorgelegd aan het college. De verschillen met voorgaande projectinhoudversie betreffen:

    - een aangepast document passende beoordeling;

    - een bijkomende studie van IMDC over de impact op de Schelde werd toegevoegd. 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/09/2022: voorwaardelijke vergunning door deputatie (OMV_2022023795) voor het uitbreiden van een industriehal;

-          19/11/2020: voorwaardelijke vergunning door deputatie (OMV_2020040420) voor verandering door wijziging en uitbreiding van een metaalconstructiebedrijf;

-          25/04/2019: voorwaardelijke vergunning door deputatie (OMV_2018147249) voor het plaatsen en exploiteren van een WKK-installatie, verlengen van een geluidsmuur en regularisatie van een technische installatie.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand  

-          functie:

  • bedrijventerrein met productiehallen/opslagplaatsen gelegen aan de Schelde;

-          bouwvolume:

  • 2 rechthoekige fabriekshallen haaks op de Schelde van circa 365 op 40 m van firma Smulders;
  • Titankraan tussen beide;

-         gevelafwerking:

  • parement en schrijnwerk;
  • eventueel poort naar inpandige garage vermelden;
  • -          inrichting: 

    • inrichting perceel;
    • kaaiplatform van 91 op 60 m met rechts ervan insteekdok;
    • veerpont;
    • natuurlijke Scheldeboorden.

     

    Bestaande toestand

    -          conform vergunde toestand.

     

    Nieuwe toestand

    -          functie: 

    • bedrijventerrein met productiehallen/opslagplaatsen gelegen aan de Schelde;

    -          bouwvolume:

    • uitbreiding kades in de Schelde:

    -          noordkade met nieuwe oppervlakte van 6.440 m²;

    -          zuidkade met nieuwe oppervlakte van 11.201 m²;

    -          kade VDG met nieuwe oppervlakte van 3.157 m²;

    • verhoging van de kaaihoogte van 7,50 TAW naar 8,75 TAW;
    • verhoging tot 9,50 TAW voor noordkade;
    • creatie nieuw insteekdok van 95 op 40 m;
    • nieuwe weg en ponton naar veerdienst;

    -          inrichting:

    • afsluiting met Herashekken tussen bedrijfsterrein en openbare weg.

     

    Inhoud van de aanvraag

    -          aanpassing van het reliëf;

    -          slopen van steigers en aanlegconstructies;

    -          slopen deel verharding passage;

    -          aanleggen van een nieuwe kade en damwanden;

    -          aanleggen van een nieuw ponton en brug;

    -          voorzien van nieuwe wegenis;

    -          verlenging kraanrail.

     

    Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

     

    Voorgeschiedenis

    Zie collegebesluit 2022_CBS_09131 van 18 november 2022 als bijlage.

     

    Inhoud van de aanvraag

    Zie collegebesluit 2022_CBS_09131 van 18 november 2022 als bijlage.

     

    Aangevraagde rubriek(en)

      

    Aangevraagde rubriek(en) Smulders Projects Belgium nv
     

    Rubriek

    Omschrijving

    Gevraagd voor

    42.2.1.

    scheepswerven;

    uitbreiden oppervlakte

      

    Argumentatie

    Adviezen

    Er werden geen nieuwe adviezen opgevraagd in de tweede adviesronde.


    Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

     

    Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

    Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

     

    Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Bufferzone Hoboken, goedgekeurd op 13 maart 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 7: zone voor groen - waterbuffering (gr4).

     

    Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

     

    Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

     

    Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

     

    Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

     

    Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

     

    Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

     

    (Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

     

    De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

     

    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

     

    Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

    -          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

    • Artikel 31: Laden en lossen: Laden en lossen voor functies anders dan wonen en met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 500 vierkante meter moet op het eigen terrein voorzien worden. De openbare weg wordt geregeld ingenomen voor het verplaatsen van stukken. Middels verplaatsbare Herashekken wil men dit mogelijk maken.

     

    Sectorale regelgeving

    -            Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
    Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

     

    Omgevingstoets

     

    Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

     

    De projectinhoudversie voorziet bijkomende informatie betreffende een addendum op de modelstudie hydrodynamica en sedimentatie en aangepaste passende beoordeling welke rekening houdt met het ongunstige advies van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het advies voor het stedenbouwkundige luik van deze adviesvraag blijft met deze bijkomende informatie ongewijzigd. In het voorgaande advies werd de beoordeling van de aanvraag als volgt geformuleerd:


    Functionele inpasbaarheid

    Gelet op het onderwerp van de aanvraag werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Business en Innovatie:

    “De aanvraag omvat de realisatie van een extra verharding die voorzien zal worden in de Schelde. Op basis van het dossier en de afspraken die gemaakt werden met diverse Vlaamse instanties, heeft de uitbreiding enkel tot doel om de logistieke activiteiten van de grote omvangrijke stukken te vergemakkelijken. Het overgrote deel van de producten (onderdelen als afgewerkte stukken) zijn immers veel te groot en te zwaar om via de weg af te voeren.

     

    De site is gelegen in industriegebied Umicore zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie en past binnen de goedgekeurde beleidsvisie.

     

    In het dossier worden enkele specifieke aandachtspunten meegenomen en opgelost in samenspraak met de bevoegde instanties.

    1) de watertechnische aspecten met agentschap maritieme toegang, loodswezen, de veerdienst en de Vlaamse waterweg;

    2) de natuurcompensatie met agentschap Natuur en Bos waarbij een nieuwe dam wordt toegevoegd aan het project om zo een kwalitatieve zone te voorzien.

     

    Voor de diverse onderdelen is een uitgebreide motivatie en onderbouwing toegevoegd. Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.”

    De aanvraag is functioneel inpasbaar conform de bestemmingsvoorschriften van het gebied.

     

    Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

    De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van de kades in functie van de industriële activiteiten. De bestaande kade wordt dieper in de Schelde geplaatst. Volgens de bijgevoegde nota kaderen deze werken zich niet in het uitbreiden van de bestaande activiteiten, maar eerder in een efficiëntere werking van de bestaande activiteiten. Deze schaaluitbreiding bevindt zich aan de kant van de Schelde. Hiervoor dient een gunstig advies bekomen te worden van de Vlaamse Waterweg.

     

    Cultuurhistorische aspecten

    Er werd een gunstig advies verleend door de stedelijke dienst Onroerend Erfgoed/Archeologie:

    “Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is buiten een woon- en recreatiefgebied gelegen met een oppervlakte boven 3.000 m² (circa 76.376 m²) en een ingreep boven 5.000 m² (circa gelijk aan het projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

     

    De archeologienota werd ingediend door ABO en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 27 maart 2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/21844). Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt.”

     

    Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

    Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Publieke Ruimte. Het advies luidt als volgt:

    We betreuren eveneens dat, gezien het publieke karakter van deze ruimte, er geen voorafgaandelijk overleg heeft plaatsgevonden met de afdeling Publieke Ruimte van stad Antwerpen.

     

    De aanvraag valt weliswaar buiten het huidige openbaar domein. Op de uitbreiding van de kades, in het verlengde van de private percelen, hebben wij vanuit SW/Publieke Ruimte geen bezwaar.

    Op de inrichting van de zone tussen het veerponton en de Leo Bosschartlaan maken wij vanuit SW/Publieke Ruimte wel enige bemerkingen, aangezien deze de publieke verbinding vormt naar de veerdienst Hoboken, een frequent gebruikt vervoersmiddel, voor voetgangers en fietsers. Deze ruimte dient te allen tijde publiek toegankelijk te zijn, in functie van een permanente bereikbaarheid van het ponton en de publieke veerdienst, en dient dan ook als een leesbare publieke ruimte ingericht en gematerialiseerd te worden. Het dagelijks (geprivatiseerd) gebruik  door kruisend verkeer en transport in een ruimte die daarvoor niet leesbaar is ingericht zal leiden tot conflicten met de passerende voetgangers en fietsers. Gezien het intensief gebruik van de veerdienst Hoboken, zowel door fietsers als voetgangers, adviseren wij om het kruisend transport steeds onder begeleiding te organiseren en de inrichting dermate aan te passen dat het conflict met fietsers en voetgangers vermeden wordt. Vanuit Publieke Ruimte adviseren wij dan ook om de dwarsverbinding anders te materialiseren dan de verbinding naar het veerponton, de inrichting van ruimte tussen het veerponton en de Leo Bosschartlaan dermate aan te passen dat voetgangers en fietsers zich tijdens de momenten van het dwarsend vrachtverkeer op een veilige manier kunnen opstellen. Bijkomend dient onderzocht te worden of de ruimte in het verlengde van de Leo Bosschartlaan waar mogelijk onthard en vergroend kan worden.   

    De bereikbaarheid van het ponton, en voornamelijk het comfort voor fietsers en voetgangers, vermindert ten aanzien van de huidige situatie. De bijkomende hellingen en de dubbele bocht verslechteren de integrale toegankelijkheid, voornamelijk voor personen in een rolstoel. SW/Publiek Ruimte adviseert dan ook om de bereikbaarheid en integrale toegankelijkheid van het veerponton te herbekijken in overleg met de betrokken stadsdiensten, en te onderzoeken of het maaiveld vanaf de Leo Bosschartlaan in helling kan gelegd worden naar de nieuwe waterkeringshoogte, waardoor bijkomende hellingen over een waterkeringsmuur vermeden kunnen worden.

     

    Gezien het voorgaande geven wij vanuit SW/Publieke Ruimte positief advies onder voorwaarde dat:

    • de inrichting van de publiek toegankelijke zone tussen het veerponton en de Leo Bosschartlaan wordt herbekeken, rekening houdend met een leesbare en veilige inrichting voor alle gebruikers en bewegingen die zich zullen voordoen binnen deze ruimte;
    • onderzocht wordt of er binnen deze zone bijkomende vergroening en ontharding  kan worden voorzien;
    • onderzocht wordt in overleg met de betrokken afdelingen van de stad of de integrale toegankelijkheid van het veerponton verbeterd kan worden, door het maaiveld (zijde Schelde) op te trekken tot de gewenste waterkeringshoogte;
    • het dwarsend vrachtverkeer beperkt wordt en enkel toegelaten wordt buiten de aanmeringstijden van de veerdienst;
    • het dwarsend vrachtverkeer enkel toegelaten wordt onder begeleiding, om de veiligheid van voetgangers en fietsers te garanderen;
    • aan beide zijden van de dwarsverbinding voldoende wacht- en verblijfsruimte (zitmogelijkheden, fietsenstalling,…) worden voorzien, in functie van de veiligheid van de gebruikers van de veerdienst.

     

    Het gegeven advies van Publieke Ruimte wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. De bereikbaarheid van het ponton wordt ernstig gehypothekeerd. Industrieel verkeer kruist de ‘openbare zone’ met de toegang tot het veer. Omwille van de verkeersveiligheid dienen hier minstens bijkomende maatregelen getroffen te worden. Deze zullen in voorwaarden opgelegd worden.

     

    Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

    Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

     

    Vanuit de stedelijke dienst Mobiliteit wordt dit dossier als volgt geadviseerd:

    “De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

     

    Uit de beschrijvende nota:

     

    Watertransport is essentieel voor Smulders Projects Belgium. Geen enkel afgewerkt stuk kan over de weg getransporteerd worden. Ook de aangeleverde onderdelen van de andere vestigingen worden voor het grootste deel via de Schelde aangevoerd. De onderdelen voor de offshore windmarkt worden steeds groter en zwaarder.

    De uitbreiding van de kades is dus niet in het opzicht om meer producten en transporten te kunnen uitvoeren maar om efficiënter te werken en onafhankelijk te worden van de kraancapaciteit. Er worden dus ook niet meer transporten verwacht dan de voorbije jaren.

     

    Er is geen uitbreiding en dus ook geen extra parkeerbehoefte.

     

    Ontsluiting/bereikbaarheid/fietsvoorzieningen:

    Om de kades naar voor uit te breiden moet ook het ponton voor de overzetboot Hoboken – Kruibeke verlegd worden (ligt tussen de beide kadedelen in) en komt er een deel openbaar domein bij.

    De zone tussen de twee kades waar fietsers oost-west rijden zal ook door Smulders Projects gebruikt worden om zware transporten van noord-zuid te verplaatsen.

     

    Dagelijks gebruiken honderden fietsers de overzet, waardoor de veiligheid en het comfort voor hen gegarandeerd moet zijn (in de week hoofdzakelijk pendelaars en schoolgaande jeugd, in het weekend voornamelijk vrijetijdsverkeer).

     

    Omwille van de ophoging en de kademuur moeten veergebruikers eerst omhoog over de kademuur om vervolgens weer te dalen naar het ponton waar de boot aanlegt. Deze hellingen moeten voorzien worden van materiaal waarop men niet kan uitglijden.

    Voor fietsers, maar zeker ook voor rolstoelgebruikers, vragen wij om de (vaste) hellingen in maximaal 4% aan te leggen.

    Er moet verlichting aangelegd worden vanaf de straat tot aan het ponton (eventueel straler over de vlakte als er niets kan staan) inclusief op het pad en aan de hellingen. Op de hellingen wordt gevraagd om camerabewaking te plaatsen.

     

    Het nieuwe openbaar domein moet zodanig worden ingericht dat het duidelijk is waar de conflictzone tussen fietsers en het zware transport is. Voor de fietsers moet er een zone zijn waar ze veilig kunnen wachten en zeker zijn dat ze niet in gevaar komen.

     

    Het huidige schuilhuisje komt te ver te liggen om nog bruikbaar te zijn. Voor de bootgebruikers moet er ergens een schuilhuisje voorzien worden waarbij men vanuit het schuilhuisje (zittend) zicht heeft op de (aankomende) boot (bijvoorbeeld aan de eerste helling verlengde vlak stuk; zie tekening).

     

    Laden en lossen:

    Kades zijn bedoeld voor het laden en lossen. Dit gebeurt op eigen terrein.

     

    Het transport tussen de kades over publiek domein moet veilig gebeuren en mag niet tijdens de spitsuren (ochtendspits, avondspits). Daarbij moet transport noord-zuid van zwaar materieel rekening houden met de afvaarturen. Het kan niet zijn dat een fietser de boot mist doordat hij niet doorkon omwille van transport van materiaal van ene naar andere bedrijfskade. We vragen dan ook dat het transport enkel kan gebeuren wanneer de overzetboot aan de overzijde ligt.

    Het transport dat op de kades gebeurt mag enkel dienen voor het uitzonderlijke transport. Gewone oversteken (te voet/fiets/wagen/bestelwagen/vrachtwagen/etcetera) tussen de twee firmadelen mag niet aan de kade gebeuren, maar dient te gebeuren aan de oversteekplaatsen die er nu zijn in het midden van de Leo Bosschartlaan.

     

    Het uitzonderlijk kruisen moet plaatsvinden onder extra begeleiding. Buiten de persoon die de vracht bestuurt moet er minstens iemand (bij voorkeur meerdere personen - bootzijde en straatzijde) extra bijzijn die mee instaat voor de veiligheid van personen die zich op openbaar domein bevinden.

      

    Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu


    De exploitant diende een nieuwe projectinhoudversie in, waarbij rekening werd gehouden met opmerkingen van verschillende adviesverlenende instanties. Concreet werden de passende beoordeling en de studie van IMDC over de impact op de Schelde aangepast.
    De vernieuwde passende beoordeling probeert tegemoet te komen aan het ongunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos over het dossier. Dat oordeelde dat het met de originele passende beoordeling over onvoldoende informatie beschikte om een betekenisvolle aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen van een speciale beschermingszone uit te sluiten.
    In de aangepaste impactstudie wordt een update gegeven van de veranderingen in ecotopenareaal door de inname van de Schelde, zoals opgegeven in het rapport ‘Uitbreiding kade Smulders Hoboken, Modelstudie hydrodynamica en sedimentatie (IMDC, van 30 september 2021). De update maakt gebruik van de recente ecotopenkaart van 2020 (in plaats van 2018).

     

    ecotoop

    inname oppervlakte op basis van ecotopenkaart 2018

    inname oppervlakte op basis van ecotopenkaart 2020

    hard

     

    antropogeen

    184 m²

    649 m²

    supralitoraal antropogeen

    93 m²

    101 m²

    slik antropogeen

    1.650 m²

    1.074 m²

    zacht

     

    hoog supralitoraal

    34 m²

    431 m²

    schor

    1.481 m²

    1.286 m²

    slik zacht substraat

    5.030 m²

    2.131 m²

    subtidaal

     

    ondiep 

    3.614 m²

    2.849 m²

    matig diep

    1.880 m²

    -1.241 m²*

    diep

    155 m²

    87

    totaal areaal inname

    14.121 m²

    11.348 m²

    *inclusief toevoeging extra arsenaal door creatie nieuw insteekdok (3.980 m²)

     

    De bijkomend aangeleverde informatie betreft een addendum op de modelstudie hydrodynamica en sedimentatie en aangepaste passende beoordeling rekening houdend met het ongunstige advies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 5 december 2022. De aangeleverde informatie is niet van die aard dat het advies van 18 november 2022 aangepast dient te worden (zie bijlage).


    Advies van het college

    Het voorwaardelijk gunstig advies uit gebracht in collegebesluit 2022_CBS_09131 van 18 november 2022 blijft behouden.

     

    Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

    1. Het toegangspad tot het veer moet met een ander materiaal aangelegd worden dan de verharding ten behoeve van het kruisend transport. De zone van het kruisend transport moet bijkomend met arcering gemarkeerd worden.

    2. De zones die geen deel uitmaken van de beide verhardingen uit voorwaarde 1 of de zones voor wachtruimte, moeten onthard en vergroend worden.

    3. De hellingen naar het ponton mogen maximaal 4% betreffen.

    4. Aan beide zijden van de dwarsverbinding moet voldoende wacht- en verblijfsruimte (zitmogelijkheden, fietsenstalling,…) worden voorzien, in functie van de veiligheid van de gebruikers van de veerdienst.

    Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

    1. De bekleding van de helling naar het veerpont dient uitgevoerd te worden met een antisliplaag om vallen of uitglijden te voorkomen.

    2. Vanaf de straat tot aan het ponton (inclusief de hellingen) dient voldoende verlichting voorzien te worden zodat de gebruikers van het pont steeds vrij zicht hebben op wat rondom hen gebeurt.

    3. Op de hellingen aan het pont dient camerabewaking voorzien te worden.

    4. De veiligheid van de gebruikers van het veer moet gegarandeerd zijn en het noord-zuidtransport moet rekening houden met de afvaarturen:

    -  geen noord-zuidtransport tussen de spitsuren (07.00-09.00 uur en 16.00-18.00 uur);

    -  oversteekbewegingen kunnen enkel plaatsvinden buiten de aanmeringstijden aan de zijde Hoboken.

    5. De nieuwe oversteek mag alleen gebruikt worden voor uitzonderlijk transport van groot materieel. Alle andere en gewone bedrijfsverplaatsingen blijven gebeuren op de huidige locatie tussen de bedrijfsdelen in het midden van de Leo Bosschartlaan.

    6. Het transport over de toegangsweg tot het veerpont moet begeleid worden door extra personen die mee zorgen voor de veiligheid van de gebruikers van het openbaar domein. Buiten de persoon die de vracht bestuurt moeten minstens 2 personen extra (veerpontzijde/straatzijde) aanwezig zijn die mee instaan voor de veiligheid van personen die zich op het openbaar domein bevinden.

    7. Voorgesteld wordt om in samenspraak met het agentschap Natuur en Bos en de beheerders van de nabij of verder afgelegen natuurgebieden binnen het doelhabitat te kijken of aanvullende maatregelen of compensaties mogelijk zijn.

     

    Juridische grond

    Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

    Regelgeving: bevoegdheid

    Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

     

    1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
    2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

     

    Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

    Fasering

     

    Procedurestap

    Datum

    Ontvangst tweede adviesvraag

    18 januari 2023

    Start 1e openbaar onderzoek

    7 oktober 2022

    Einde 1e openbaar onderzoek

    5 november 2022

    Start laatste openbaar onderzoek

    28 januari 2023

    Einde laatste openbaar onderzoek

    27 februari 2023

    Gemeenteraad voor wegenwerken

    geen

    Uiterste adviesdatum

    17 februari 2023

     

    Onderzoek

    De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. 

     

    Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

     

    Startdatum

    Einddatum

    Schriftelijke bezwaar-schriften

    Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

    Petitie-lijsten

    Digitale bezwaar-schriften

    7 oktober 2022

    5 november 2022

    0

    0

    0

    1

    28 januari 202327 februari 20230000

     

    Bespreking van de bezwaren

     

    Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.


    1. De conclusie dat het gekozen alternatief geen significant verlies aan habitat veroorzaakt is niet overtuigend. Het verlies aan schorre- en slikoppervlakte is niet zo veel kleiner dan dat van het basisontwerp:

    • slik: -0,61 ha in basisontwerp en -0,50 ha in alternatief;
    • schor: -0,25 ha in basisontwerp en -0,15 ha in alternatief;
    • ondiep subtidaal: -0,26 ha in basisontwerp en -0,36 ha in alternatief;
    • totale areaalinname: 1,67 ha in basisontwerp, 1,41 ha in alternatief.

    De habitatkwaliteit van slik en schor ten zuiden van de huidige veersteiger is lager dan deze ten noorden van het huidige droogdok. Maar daartegenover staat dat er een grotere oppervlakte ondiep subtidaal verdwijnt. De passende beoordeling lijkt enkel het verlies aan intergetijde habitats (slik en schor of litoraal en supralitoraal) te behandelen, terwijl ook het ondiep subtidaal (deel van habitattype1130) ecologisch uiterst belangrijk is voor benthos en als foerageergebied voor epibenthos, vis en vogels.

    Beoordeling: Deels gegrond. In de passende beoordeling wordt gemotiveerd dat er geen significant verlies is te verwachten, omdat er minder slik en schor verloren gaat ten opzichte van het basisontwerp en het ingenomen gebied minder waardevol is. Het verschil tussen het basisontwerp en de zuidelijke variant met dam is wat ingenomen areaal betreft beperkt. Er wordt wel iets minder kwaliteitsvol slik- en schorregebied ingenomen, echter ook de diepe en ondiepe watergebieden worden tot het habitatrichtlijngebied gerekend. In voorliggend ontwerp wordt in vergelijking met de alternatieve ontwerpen, de grootste oppervlakte subtidaal gebied ingenomen. In de oorspronkelijke passende beoordeling wordt deze inname niet besproken of beoordeeld. In de nieuwe PIV wordt het totaal ingenomen oppervlakte berekend op basis van recentere ecotopenkaart. De areaalinname daalt hierbij met 2.773 m² tot 11.348 m². De bijgewerkte passende beoordeling gaat evenmin dieper in op het verlies van subtidaal areaal, maar daar staat tegenover dat deze daalt van 5.649 m² tot 1.695 m².

     

    2. De effecten en de te verwachten ecotoopontwikkeling van het alternatief Zuid met dam zijn onvoldoende onderbouwd en mogelijk foutief ingeschat. Dit moet aan onafhankelijke experten (Waterbouwkundig Labo, INBO) worden voorgelegd. Indien ecotoopontwikkeling effectief foutief is ingeschat, is de passende beoordeling onbruikbaar. De verwachte ontwikkeling van slik en schor ten noorden van de kaai, tussen de dam en de oever zijn gebaseerd op de afname van de maximale stroomsnelheden en schuifspanningen aldaar. Hierbij wordt ogenschijnlijk geen onderscheid gemaakt tussen de stroomsnelheden tijdens eb en deze tijdens vloed. In de IMDC-nota (stroming - verzanding) waarop dit alles is gebaseerd, wordt verwezen naar een modelrapport (IMDC 2021) dat echter niet op het omgevingsloket te vinden is. Bijgevolg kan niet nagegaan worden welk (type)model werd gebruikt en in welke mate de veronderstellingen onderbouwd zijn.

    Beoordeling: Deels gegrond. De stelling dat ecotopenontwikkeling onvoldoende onderbouwd en foutief ingeschat wordt, wordt onvoldoende aangetoond. Het klopt dat het modelrapport niet ter beschikking is op het loket. In de studie van IMDC geeft de aanvrager aan dat de evaluaties preliminair zijn en dat het modelrapport in uitvoering is. Het college gaat er van uit dat indien de uitgangspunten met betrekking tot de erosie, sedimentatie en stoomsnelheden niet bevestigd worden in het modelrapport, het project bijgestuurd zal worden door de initiatiefnemer.

     

    3. Tijdens vloed zou in het alternatief Zuid met dam een keerstroom kunnen ontstaan die sedimentatie verhindert (en dus ook de ontwikkeling van slik en schor) of zelfs erosie van het bestaande slik en schor zou kunnen veroorzaken. De ingeschatte ontwikkeling van slik en schor is mogelijk een overschatting. Dit moet nader onderzocht worden.  Er zijn misschien betere damontwerpen/locaties te bedenken om een luwe zone ten noorden van de nieuwe kaaien te realiseren, waarmee een nog iets grotere oppervlakte slik en schor kan worden gecreëerd. (In het bezwaar zitten twee schetsen van alternatieve uitvoering van de dam.)

    Beoordeling: De inschatting van de effecten van alternatieve damconstructies op de hydrauliek, sedimentatie en erosie gebeurt onder meer aan de hand van computermodellen en simulaties. Wij beschikken niet over voldoende kennis om deze appreciatie zelf te doen. Indien er echter mogelijkheid is dat een aangepaste uitvoering het verlies van slik en schor verder kan beperken, loont het de moeite dit nader te onderzoeken.

     

    4. De bezwaarindiener stelt dat er geen garantie bestaat dat er geen betekenisvolle effecten zijn voor de Europese habitattypes. Bijkomende milderende maatregelen, eventueel aan de overzijde van de Schelde kunnen genomen worden om de effecten te beperken. Om rekening te houden met de onzekerheid inzake de verwachte habitatontwikkeling ten noorden van het projectgebied en om extra estuarien habitat te creëren ter compensatie van hetgeen toch nog verloren gaat, kan onderzocht worden of er aan de overzijde van de Schelde ruimte is om extra estuarien habitat te creëren.

    Beoordeling: De habitattypes in de speciale beschermingszone bevinden zich in een actueel gedeeltelijk aangetaste staat van instandhouding. Er dient een kwaliteitsverbetering van de voorkomende habitattypes gerealiseerd te worden door een goede habitatstructuur na te streven en de verstoringen te verminderen. In ontwerp wordt getracht rekening te houden met de natuurwaarden, echter binnen het voorliggend functioneel programma kunnen niet voldoende milderende maatregelen ingebouwd worden om een verdere aantasting van het habitatgebied te vermijden. Het lijkt daarom een goed idee om voor eventuele compensaties voor het verlies aan areaal op zoek te gaan naar alternatieve locaties. Waar, wanneer en onder welke vorm deze uitgevoerd zouden kunnen worden, kan best in overleg met de stakeholders (ANB, Natuurpunt, Smulders, …) uitgewerkt worden.

     

    Informatievergadering

    Een informatievergadering was niet vereist en werd niet georganiseerd.

     


    Besluit

    Het college van burgemeester en schepenen beslist:

    Artikel 1

    Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

     

    Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

    1. Het toegangspad tot het veer moet met een ander materiaal aangelegd worden dan de verharding ten behoeve van het kruisend transport. De zone van het kruisend transport moet bijkomend met arcering gemarkeerd worden.

    2. De zones die geen deel uitmaken van de beide verhardingen uit voorwaarde 1 of de zones voor wachtruimte, moeten onthard en vergroend worden.

    3. De hellingen naar het ponton mogen maximaal 4% betreffen.

    4. Aan beide zijden van de dwarsverbinding moet voldoende wacht- en verblijfsruimte (zitmogelijkheden, fietsenstalling,…) worden voorzien, in functie van de veiligheid van de gebruikers van de veerdienst.

     

    Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

    1. De bekleding van de helling naar het veerpont dient uitgevoerd te worden met een antisliplaag om vallen of uitglijden te voorkomen.

    2. Vanaf de straat tot aan het ponton (inclusief de hellingen) dient voldoende verlichting voorzien te worden zodat de gebruikers van het pont steeds vrij zicht hebben op wat rondom hen gebeurt.

    3. Op de hellingen aan het pont dient camerabewaking voorzien te worden.

    4. De veiligheid van de gebruikers van het veer moet gegarandeerd zijn en het noord-zuidtransport moet rekening houden met de afvaarturen:

    -  geen noord-zuidtransport tussen de spitsuren (07.00-09.00 uur en 16.00-18.00 uur);

    -  oversteekbewegingen kunnen enkel plaatsvinden buiten de aanmeringstijden aan de zijde Hoboken.

    5. De nieuwe oversteek mag alleen gebruikt worden voor uitzonderlijk transport van groot materieel. Alle andere en gewone bedrijfsverplaatsingen blijven gebeuren op de huidige locatie tussen de bedrijfsdelen in het midden van de Leo Bosschartlaan.

    6. Het transport over de toegangsweg tot het veerpont moet begeleid worden door extra personen die mee zorgen voor de veiligheid van de gebruikers van het openbaar domein. Buiten de persoon die de vracht bestuurt moeten minstens 2 personen extra (veerpontzijde/straatzijde) aanwezig zijn die mee instaan voor de veiligheid van personen die zich op het openbaar domein bevinden.

    7. Voorgesteld wordt om in samenspraak met het agentschap Natuur en Bos en de beheerders van de nabij of verder afgelegen natuurgebieden binnen het doelhabitat te kijken of aanvullende maatregelen of compensaties mogelijk zijn.

     

    Artikel 2

    Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.