Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022163212 |
Gegevens van de aanvrager: | Euroports Terminals Antwerp met als adres Vosseschijnstraat 51 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Muisbroeklaan – kaai 516-518 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie A nr. 39S |
waarvan: |
|
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Slopen van technische installatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Inhoud van de aanvraag
Slopen van technische installatieVoorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Infrabel | 29 december 2022 | 12 januari 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges)/terreinen | 29 december 2022 | 26 januari 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 29 december 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens grotendeels van toepassing. Grotendeels gelden hier ook de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor het Kanaaldok B1 en Duwvaart Schuildok - Gebied voor waterweginfrastructuur. De Noorderlaan in het oosten heeft de bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan en dwars van oost naar west loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Langs de oostzijde van de Noorderlaan is een Gebied voor spoorinfrastructuur aangeduid. Daarlangs bevindt zich een Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. Op circa 360 meter ten oosten van de aanvraag bevindt zich de bestemming, buiten de afbakeningslijn, Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De regelgeving betreffende de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een verminderde beweeglijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan nieuwe dakoppervlakte. Plaatselijk worden funderingsputten opgevuld en verhard. Er kan worden geoordeeld dat geen merkbaar schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Milieu-effectenrapportage: Het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van en als onderdeel van de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijnOmgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen
Op een industrieterrein gelegen aan de oostzijde van het Kanaaldok B1 bevinden zich ten noorden van een magazijn transportbanden en een technische installatie welke gesloopt worden omwille van het feit dat ze verouderd zijn en bijgevolg niet meer functioneel voor de activiteiten op de site. Waar de te slopen constructies aansluiten op te behouden constructies, werd reeds een poort of gevelbeplating voorzien zodat de vrijgekomen oppervlakte is afgewerkt.
De steunpunten onder de transportbanden worden tot op -2 meter uitgegraven en hersteld met nieuwe verharding. Om een bruikbaar terrein te bekomen, dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd.
Door in onbruik geraakte constructies af te breken, kan het vrijgekomen terrein opnieuw ingevuld worden volgens de bestemming die van toepassing is op dit gebied en kan het aansnijden van nieuwe ruimte vermeden worden. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Vanwege de aanwezigheid van sporen nabij de aanvraag, werd het advies ingewonnen van Infrabel. Zij uiten geen bezwaar tegen de aanvraag maar vragen wel om, indien er spoorinfrastructuur zou opgebroken worden, de spoormaterialen aan Infrabel te bezorgen. Het uitbreken van spoorinfrastructuur maakt echter geen deel uit van de aanvraag.
Het Havenbedrijf Antwerpen werd om advies gevraagd als beheerder van het havengebied. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De opgelegde voorwaarden betreffen uitvoeringsmodaliteiten en kunnen worden overgenomen in de vergunning.
Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen parkeerbehoefte noch bijkomende automobiliteit.Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 29 december 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 februari 2023 |
Verslag GOA | 3 februari 2023 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.