Terug
Gepubliceerd op 20/02/2023

2023_CBS_00848 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159819. Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/02/2023 - 09:00 Stadhuis - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karl Van Borm; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Dirk Delechambre

Secretaris

Karl Van Borm

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_00848 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159819. Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44. District Merksem - Goedkeuring 2023_CBS_00848 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159819. Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022159819

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Kontichsesteenweg 54 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 40 sectie C nrs. 597M3, 597B4, 600X3, 600W3, 600L9, 600L10, 600Z7, 600E8, 600Y8, 600N9, 600D8, 600H10, 600Z9, 600C11, 600Y9 en 608L2

waarvan:

 

-          20220128-0020

afdeling 40 sectie C nrs. 600Y9, 600X3, 600Z9, 597B4, 600Y8, 600D8, 600L10, 600H10, 600W3, 597M3, 600C11, 600E8, 600N9, 600L9 en 600Z7 (Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2))

-          20220203-0022

afdeling 40 sectie C nr. 608L2 (Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een bemaling voor de aanleg van een rioleringstracé - verlenging duurtijd

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 22 januari 2021 verleende het college aan Aquafin nv een tijdelijke vergunning voor een bemaling in functie van fase 1 van rioleringswerken in de Carrettestraat te Merksem (OMV_2020144273). Op 8 april 2022 verleende het college een vergunning voor een grondwaterwinning nodig voor rioleringswerkzaamheden - fase 2 (OMV_2022012585). De vergunning werd afgeleverd voor een periode van 10 weken vanaf de start van de werken. De bemaling werd opgestart op 28 november 2022. 

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitant wenst de bemaling vijf weken langer uit te voeren.


Aangevraagde rubrieken

 

Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

41,5 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

41,5 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

79.717 m³/jaar

 

Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

4 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

4 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

4.750 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat

Omwille van een aantal grondwaterverontreinigingen in de omgeving worden er verhoogde lozingsnormen aangevraagd.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Volgende verhoogde lozingsnormen worden gevraagd:

 

parameter

gevraagde lozingsvoorwaarde

arseen

50 µg/l

minerale olie

500 µg/l

ethylbenzeen

10 µg/l

xyleen

10 µg/l

som BTEX

20 µg/l

MTBE

100 µg/l

hexaan

180 µg/l

pyreen

0,4 µg/l

antraceen

1 µg/l

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

acenaftyleen

1 µg/l

benzo(g,h,i)peryleen

1 µg/l

naftaleen

10 µg/l

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

fluoreen

1 µg/l

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

acenaftheen

0,6 µg/l

indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,11 µg/l

fenantreen

1 µg/l

benzo(a)antraceen

1 µg/l

chryseen

1 µg/l

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

tetrachlooretheen

10 µg/l

trichlooretheen

10 µg/l

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

chloroform

25 µg/l

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

1,1-dichlooretheen

330 µg/l


2.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1§1 en bijlage 4.2.5.1 van Vlarem II tot het verplicht aanleggen van een meetgoot bij een uurdebiet >2 m³/uur bedrijfsafvalwater en bijlage 4.2.5.2. van Vlarem II over de controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Een staalnamepunt wordt voorzien in combinatie met een debietmeter die geplaatst wordt, conform Vlarem II artikel 5.53.3.2 §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

16 januari 2023

9 februari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

16 januari 2023

13 februari 2023

Voorwaardelijk gunstig

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de verlenging van de exploitatie van een bemaling noodzakelijk voor de aanleg van een rioleringstracé.

De aanvraag is in overeenstemming met de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning (dossiernummer 20173278) voor de heraanleg van de Carrettestraat. De aanleg van de riolering zit vervat in de afgeleverde vergunning.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De riolering in de Carrettestraat tussen Vaartkaai en de Bredabaan wordt over een lengte van circa 315 meter heraangelegd. De bemaling die hiervoor nodig is, werd opgestart 28 november 2022. Het project wordt uitgevoerd in twee fases:

  • fase 1 wordt uitgegraven tot een diepte van -0,09 mTAW (4,34 m-mv);
  • fase 2 wordt uitgegraven tot +0,09 mTAW (4,16 m-mv).

Initieel was er een bemalingsduur voorzien van vier weken per fase. Uit analyses van het bemalingswater is echter gebleken dat er PFAS in het grondwater zit, waardoor het bemalingswater gezuiverd moet worden. De voorziene waterzuiveringsinstallatie kan echter maximaal 50 m³/u behandelen. Het bemalingsdebiet diende afgestemd te worden op de waterzuiveringsinstallatie. De bemaling wordt nu met kleinere tussenfases uitgevoerd waardoor de duur van de werken toeneemt. Een bijkomende periode van vijf weken wordt gevraagd.
De bemalingsstudie opgemaakt in het kader van de bemaling, werd naar aanleiding van de verlenging geactualiseerd. De bemaling werd opnieuw gesimuleerd in grondwatermodel met een bemalingsduur van 15 weken, waarbij het tracé is opgedeeld in drie zones van 100 m.
Bij opstart van de bemaling voor de eerste 100 meter van het tracé bedraagt het initieel bemalingsdebiet circa 41,5 m³/u, het stationair debiet bedraagt circa 30,2 m³/u. Tijdens de opstart van de volgende 100 meter bemaling stijgt het debiet weer tot circa 37,7 m³/u. Het stationair debiet bedraagt nadien circa 30,5 m³/u. Voor de laatste 100 meter van het tracé bedraagt het debiet circa 34,5 m³/u bij opstart en circa 28,7 m³/u in stationaire toestand. Het totaal volume opgepompt grondwater voor een bemalingsduur van 15 weken bedraagt ongeveer 79.717 m³. Het totaal opgepompt volume grondwater bij een bemalingsduur ligt lager dan wat er in het oorspronkelijke concept (vergund). Dit is te wijten aan de conservatieve hydraulische parameters die in het eerste advies gebruikt werden. De hydraulische parameters werden aangepast aan de in werkelijkheid opgepompte debieten bij opstart van de bemaling.

De invloedstraal van de bemaling daalt van 510 meter naar 460 meter op het einde van de bemaling. Er blijven verschillende OVAM-dossiers binnen de invloedstraal van de bemaling aanwezig. De invloed van de bemaling op de grondwaterverontreinigingen is bepaald door middel van stroombaanberekeningen in het grondwatermodel en de invloed wordt als aanvaardbaar beschouwd, mits er een monitoring (en zo nodig een tegenbemaling) wordt uitgevoerd ter hoogte van de OVAM-dossiers 7987 en 65584.

OVAM-dossier 7987

Op het terrein aan de Bredabaan 99 is een verontreiniging van het vaste deel van de bodem en het grondwater aanwezig met VOCl’s. De bodemsanering wordt uitgevoerd met behulp van de toediening van een koolstofbron ter stimulatie van de afbraak van de verontreinigingen. In het tussentijdse rapport van 2020 werd een afname van de concentraties aan tetrachlooretheen, trichlooretheen, 1,2-dichlooretheen en vinylchloride waargenomen. Deze evolutie en de aanwezigheid van de stoffen etheen en ethaan wijzen er op dat de afbraak nog plaatsvindt. Het saneringsproject is nog niet afgesloten; uit contact met de betrokken bodemsaneerder blijkt dat een voorstel om een nieuwe injectie uit te voeren ter goedkeuring ligt bij de opdrachtgever.
Modellering toont aan dat het grondwater aan de rand van de diepe verontreiniging ongeveer 38,2 meter verplaatst wordt als gevolg van de bemaling. De meest mobiele verontreiniging (vinylchloride) wordt dan ongeveer 28 meter verplaatst. Ter hoogte van de ondiepe verontreiniging wordt het grondwater circa 23,6 meter verplaatst en de verontreiniging circa 17,3 meter. De hoogte en kwaliteit van het grondwater wordt tijdens de bemaling gemonitord. Indien blijkt dat de verontreiniging significant verplaatst wordt onder invloed van de bemaling, wordt een tegenbemaling opgestart langsheen de ondiepe en de diepe verontreiniging. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename van 50% verstaan tijdens drie opeenvolgende monsternames. Tot op heden is op basis van de monitor niet nodig geweest de tegenbemaling op te starten om de verspreiding van de VOCl -verontreiniging te vermijden.

 OVAM-dossier 65584

In het oriënterend bodemonderzoek uit 2014 werden in twee peilbuizen concentraties VOCl’s boven de bodemsaneringsnorm vastgesteld (trichloormethaan, trichlooretheen, tetrachlooretheen, cis+trans-1,2-dichlooretheen, 1,1,1-trichloorethaan en 1,1-dichloorethaan). Deze verontreiniging dient nog verder afgeperkt te worden. Ter hoogte van de peilbuis het dichtst bij de bemaling wordt een verplaatsing van de meest mobiele parameter 1,1-dichloorethaan berekend van ongeveer 21,1 meter. Rekening houdende met het feit dat de peilbuis met de verontreiniging dichtbij de perceelsgrens ligt, de verontreiniging nog niet is afgeperkt en de verplaatsing niet richting woongebied gebeurt, wordt de verplaatsing van de verontreiniging als aanvaardbaar beschouwd mits er een monitoring gebeurt. De grondwaterstand als de -kwaliteit worden in peilbuizen tijdens de bemaling opgevolgd. Indien er verhogingen van de concentraties worden vastgesteld, wordt een herbemonstering uitgevoerd. Tijdens de aanleg van de riolering tussen Duvelshoek en Vaartkaai werd eveneens een monitoring uitgevoerd. Tijdens de hele bemaling bleef de concentratie aan VOCl onder de detectielimiet. De bemaling lag toen wel verder weg van het OVAM-dossier.

Afvalwater

De te verwachten maximale lozingsdebieten zijn gelijk aan de opgepompte debieten:

Noordelijk deel:

- initieel debiet: 41,5 m³/u - 996,5 m³/d;

- stationair debiet: 30,2 m³/u - 726,0 m³/d;

- volume: 27.778 m³;

Centraal deel:

- initieel debiet: 37,7 m³/u - 904,3 m³/d;

- stationair debiet: 30,5 m³/u - 731,3 m³/d;

- volume: 26.909 m³;

Oostelijk deel:

- initieel debiet: 34,5 m³/u - 827,0 m³/d;

- stationair debiet: 28,7 m³/u - 687,6 m³/d;

- volume: 25.030 m³. 

 Het totaal waterbezwaar bedraagt 79.717 m³. 

 Indien een tegenbemaling wordt volgende afvalwaterstroom verwacht (worst-case 15 weken):

- initieel debiet: 4,0 m³/u - 95,4 m³/d;

- stationair debiet: 3,2 m³/u - 76,1 m³/d;

- cumulatief volume: 4.750 m³.

 Het bemalingswater wordt eerst gezuiverd en nadien geloosd in het lozingspunt, een regenwaterafvoer die uitmondt in het Albertkanaal. De toestemming van de waterloopbeheerder werd verkregen.

Gezien de verontreinigingen rondom de projectsite is de kans dat er verontreinigd grondwater opgepompt zal worden reëel. De exploitant vraagt voor beide lozingen volgende lozingsvoorwaarden:

parameter

gevraagde lozingsvoorwaarde

opmerking

arseen

50 µg/l

10x IC*

minerale olie

500 µg/l

BSP 3340

ethylbenzeen

10 µg/l

standaard procedure BSP, 2x IC

xyleen

10 µg/l

standaard procedure BSP, 2,5x IC

som BTEX

20 µg/l

standaard procedure BSP

MTBE

100 µg/l

standaard procedure BSP

hexaan

180 µg/l

BSP 3340

pyreen

0,4 µg/l

BSP 3340, 10x IC

antraceen

1 µg/l

BSP 3340, 10x IC, PGS**

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

BSP 3340, 10x IC, PGS

acenaftyleen

1 µg/l

BSP 3340, < IC

benzo(g,h,i)peryleen

1 µg/l

BSP 3340, PGS

naftaleen

10 µg/l

BSP 3340, 5x IC, PS***

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

BSP 3340, 10x IC

fluoreen

1 µg/l

BSP 3340, < IC

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

BSP 3340, 2x IC

acenaftheen

0,6 µg/l

BSP 3340, 10x IC

indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,11 µg/l

BSP 3340, PGS

fenantreen

1 µg/l

BSP 3340, 10x IC

benzo(a)antraceen

1 µg/l

BSP 3340, 3x IC

chryseen

1 µg/l

BSP 3340, = IC

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

BSP 3340

tetrachlooretheen

10 µg/l

= IC

trichlooretheen

10 µg/l

standaard procedure BSP

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

standaard procedure BSP, 10x IC

chloroform

25 µg/l

standaard procedure BSP, 10x IC

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

standaard procedure BSP, 5x IC

1,1-dichlooretheen

330 µg/l

standaard procedure BSP, 7x IC

*IC = indelingscriterium   ** PGS = Prioritaire Gevaarlijke Stof    ***Prioritaire Stof

 Uit de analyses van het bemalingswater is gebleken dat er PFAS aanwezig is. Het bemalingswater wordt bijgevolg eerst gezuiverd alvorens te lozen. De kwaliteit van het bemalingswater wordt verder opgevolgd, per bemalingsstreng is een aftapkraantje voorzien. Voor de opstart van de bemaling werden stalen genomen en geanalyseerd op het standaardpakket (SAP: pH, EC, T, zware metalen, PAK, VOCl, BTEX en minerale oliën), PFAS en op de parameters van de voorwaarden van lozing op de riolering vermeld in Vlarem II. Tijdens de bemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

 De Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater adviseert gunstig voor de volgende lozingen gedurende 15 weken (verlenging met 5 weken):

  • de tijdelijke lozing van bemalingswater met een debiet van maximaal 41,5 m³/uur, 996,5 m³/dag en 79.717 m³/jaar (R. 3.4.2.) in oppervlaktewater;
  • de tijdelijke lozing van bemalingswater via een waterzuivering met een debiet van maximaal 41,5 m³/uur, 996,5 m³/dag en 79.717 m³/jaar (R. 3.6.3.2.) in oppervlaktewater;
  • De voorgestelde lozingsvoorwaarden kunnen worden toegestaan.

 De VMM, afdeling Grondwater geeft gunstig advies, met behoud van de eerder voorgestelde voorwaarden. De lozingsvoorwaarden en monitoringsprogramma zoals voorzien in het besluit van 8 april 2022 worden opnieuw opgenomen in het besluit.

 Afwijking sectorale voorwaarde

De exploitant vraagt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dat oplegt een meetgoot te voorzien bij het lozen van meer dan 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Daarnaast wordt een afwijking gevraagd van bijlage 4.2.5.2 dat de meetfrequentie voorschrijft. Het betreft een kortstondige lozing in het kader van een bemaling op openbaar domein, waardoor de installatie van een meetgoot een overdreven maatregel is met een eerder beperkt nut. De exploitant voorziet een staalnamepunt voor het geloosde water. Het lozingsdebiet kan gelijkgesteld worden aan het opgepompte debiet. Dit wordt gemeten via een debietmeter, conform artikel 5.53.3.2 van Vlarem II. De exploitant doet in de aanvraag een voorstel tot monitoring waarin op verschillende momenten controle van de waterkwaliteit voorzien wordt. Er worden voldoende garanties gegeven om de kwaliteit en kwantiteit van het water op te volgen, zodat akkoord wordt gegaan met de afwijking.

 Geluid

De exploitant zegt te zullen werken met geluidsarme pompen en stroomgroep. Het geluids- en trillingsniveau van de bemaling zal het niveau van het omringende verkeer of bouwwerken niet overtreffen. Langs het tracé zijn er weinig woongelegenheden die hinder kunnen ondervinden. Eventuele geluidsoverlast is tijdelijk van aard. Het risico is aanvaardbaar.


Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden de risico's voor mens en omgeving tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van maximaal 10 weken vanaf de start van de bemaling.

 

Geadviseerde rubrieken

Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

41,5 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

41,5 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

79.717 m³/jaar

 

Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

4 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

4 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

4.750 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

1.

Het effect van de bemaling op de bodemverontreiniging uit OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door het opmeten van de stijghoogte:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • na opstart van de bemaling driemaal per week gedurende de eerste week van elke fase;
  • nadien wekelijks.

Voor dossier 7987 kan dat via de reeds bestaande peilbuizen gebeuren; voor dossier 65584 worden twee nieuwe peilbuizen voorzien.

2.

Het effect van de bemaling op de grondwaterkwaliteit in de omgeving van OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door staalname in de monitoringspeilbuizen en analyse op VOCl:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • één week na de definitieve opstart van de bemaling;
  • nadien tweewekelijks.

3.

Indien uit de monitoring blijkt dat de verontreiniging significant verplaatst wordt onder invloed van de bemaling, wordt een tegenbemaling opgestart langsheen de ondiepe en de diepe verontreiniging, zoals beschreven in het aanvraagdossier. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename van 50% verstaan tijdens drie opeenvolgende monsternames.

4.

Om de kwaliteit van het geloosde water te kunnen controleren, wordt aan de afvoerleiding van elke streng een aftapkraantje voorzien. Op het moment dat een nieuwe bemalingstraject wordt opgestart (na circa 0,5 à 2 uur), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater en geanalyseerd te worden op het standaard analysepakket, aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na de staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Indien het bemalingswater niet aan de in het besluit opgenomen bijzondere lozingsnormen voldoet, zal een WZI geplaatst worden waar het bemalingswater voor lozing wordt behandeld. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Tijdens de bemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

5.

Het einde van de bemalingswerken wordt eveneens gemeld aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mi@antwerpen.be).

.


Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

6.

De kwaliteit van het bemalingswater van de tegenbemaling wordt vóór de opstart van de bemaling worden stalen genomen en geanalyseerd op het standaardpakket aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Indien blijkt dat de concentraties hoger zijn dan de verhoogde lozingsnormen, wordt de waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Tijdens de tegenbemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

7.Voor de rechtstreekse lozing in het Albertkanaal van het afvalwater afkomstig van de tegenbemaling, dient eventueel nog een toelating/vergunning gevraagd te worden bij de Vlaamse Waterweg.


Bemaling en tegenbemaling

8.

De exploitant treedt in overleg met de begeleidende saneringsdeskundigen van de OVAM-dossiers die door de bemaling of tegenbemaling beïnvloed worden.

9.

De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

  •  in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
  • voor de overige periode: wekelijks.


10.

Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

parameter

lozingsvoorwaarde

arseen

50 µg/l

minerale olie

500 µg/l

ethylbenzeen

10 µg/l

xyleen

10 µg/l

som BTEX

20 µg/l

MTBE

100 µg/l

hexaan

180 µg/l

pyreen

0,4 µg/l

antraceen

1 µg/l

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

som benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,02 µg/l

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

acenaftheen

0,6 µg/l

fenantreen

1 µg/l

benzo(a)antraceen

1 µg/l

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

trichlooretheen

10 µg/l

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

chloroform

25 µg/l

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

1,1-dichlooretheen

330 µg/l

naftaleen

10 µg/l


11.

Voor elke individuele PFAS opgenomen in de WAC_IV_A_025 wordt als lozingsnorm 100 ng/liter opgelegd, in combinatie met een somnorm voor het totaal van alle PFAS van 500 ng/liter.

12.

De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het projectnummer OMV_2022012585.

13.Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te installeren als een staalnamepunt voorzien wordt in combinatie met een debietmeter die geplaatst wordt conform Vlarem II artikel 5.53.3.2§12.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 december 2022

Volledig en ontvankelijk

16 januari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 mei 2023

Verslag GOA

13 februari 2023

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

1.

Het effect van de bemaling op de bodemverontreiniging uit OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door het opmeten van de stijghoogte:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • na opstart van de bemaling driemaal per week gedurende de eerste week van elke fase;
  • nadien wekelijks.

Voor dossier 7987 kan dat via de reeds bestaande peilbuizen gebeuren; voor dossier 65584 worden twee nieuwe peilbuizen voorzien.

2.

Het effect van de bemaling op de grondwaterkwaliteit in de omgeving van OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door staalname in de monitoringspeilbuizen en analyse op VOCl:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • één week na de definitieve opstart van de bemaling;
  • nadien tweewekelijks.

3.

Indien uit de monitoring blijkt dat de verontreiniging significant verplaatst wordt onder invloed van de bemaling, wordt een tegenbemaling opgestart langsheen de ondiepe en de diepe verontreiniging, zoals beschreven in het aanvraagdossier. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename van 50% verstaan tijdens drie opeenvolgende monsternames.

4.

Om de kwaliteit van het geloosde water te kunnen controleren, wordt aan de afvoerleiding van elke streng een aftapkraantje voorzien. Op het moment dat een nieuwe bemalingstraject wordt opgestart (na circa 0,5 à 2 uur), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater en geanalyseerd te worden op het standaard analysepakket, aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na de staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Indien het bemalingswater niet aan de in het besluit opgenomen bijzondere lozingsnormen voldoet, zal een WZI geplaatst worden waar het bemalingswater voor lozing wordt behandeld. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Tijdens de bemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

5.

Het einde van de bemalingswerken wordt eveneens gemeld aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mi@antwerpen.be).

.


Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

6.

De kwaliteit van het bemalingswater van de tegenbemaling wordt vóór de opstart van de bemaling worden stalen genomen en geanalyseerd op het standaardpakket aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Indien blijkt dat de concentraties hoger zijn dan de verhoogde lozingsnormen, wordt de waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Tijdens de tegenbemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

7.Voor de rechtstreekse lozing in het Albertkanaal van het afvalwater afkomstig van de tegenbemaling, dient eventueel nog een toelating/vergunning gevraagd te worden bij de Vlaamse Waterweg.


Bemaling en tegenbemaling

8.

De exploitant treedt in overleg met de begeleidende saneringsdeskundigen van de OVAM-dossiers die door de bemaling of tegenbemaling beïnvloed worden.

9.

De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

  •  in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
  • voor de overige periode: wekelijks.


10.

Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

parameter

lozingsvoorwaarde

arseen

50 µg/l

minerale olie

500 µg/l

ethylbenzeen

10 µg/l

xyleen

10 µg/l

som BTEX

20 µg/l

MTBE

100 µg/l

hexaan

180 µg/l

pyreen

0,4 µg/l

antraceen

1 µg/l

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

som benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,02 µg/l

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

acenaftheen

0,6 µg/l

fenantreen

1 µg/l

benzo(a)antraceen

1 µg/l

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

trichlooretheen

10 µg/l

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

chloroform

25 µg/l

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

1,1-dichlooretheen

330 µg/l

naftaleen

10 µg/l


11.

Voor elke individuele PFAS opgenomen in de WAC_IV_A_025 wordt als lozingsnorm 100 ng/liter opgelegd, in combinatie met een somnorm voor het totaal van alle PFAS van 500 ng/liter.

12.

De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het projectnummer OMV_2022012585.

13.Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te installeren als een staalnamepunt voorzien wordt in combinatie met een debietmeter die geplaatst wordt conform Vlarem II artikel 5.53.3.2§12.



Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):


Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

Rubriek

Omschrijving

Vergund voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

41,5 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

41,5 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

79.717 m³/jaar

 

Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

Rubriek

Omschrijving

Vergund voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

4 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

4 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

4.750 m³/jaar

 



Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is van 18 februari 2023 tot en met 17 maart 2023.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.