Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2023002652 |
Gegevens van de aanvrager: | Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV BASF ANTWERPEN met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 600 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 20 sectie D nrs. 14G, 14H en 166T2 |
waarvan: |
|
- 20190913-0047 | afdeling 20 sectie D nrs. 14G, 14H en 166T2 (caprolactam) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Ambtshalve bijstelling van de milieuvoorwaarden |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 26 maart 2015 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een productie-eenheid voor caprolactam en polyamide horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 29 maart 2035.
Inhoud van de aanvraag
Het betreft een ambtshalve verzoek tot bijstelling.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 12 januari 2023 | 17 januari 2023 | Geen advies |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het besluit van 20 februari 2020 werd onderstaande bijzondere milieuvoorwaarde opgelegd.
Er wordt een studie uitgevoerd met betrekking tot het intakken van de beluchtingen van de oximeringen en de ontluchtingen van de sulfietsystemen op de diphylunits van de polycaprolactameenheid, teneinde de methaanemissies te valoriseren. Het rapport van deze studie wordt uiterlijk op 7 december 2021 bezorgd aan de vergunningverlenende overheid (dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be), die dit ter evaluatie bezorgt aan de Afdeling GOP – Milieu Antwerpen en ter informatie aan het schepencollege en de Afdeling Handhaving.
Indien een haalbare oplossing gevonden wordt, worden voorbereidende werken uitgevoerd tijdens de shutdown van de polycaprolactaminstallatie in 2023 en wordt de definitieve intakking van de restgasstromen van de beluchtingen van de oximeringen en van de ontluchtingen van de sulfietsystemen op de diphylunits van de polycaprolactameenheid uitgevoerd tijdens de shutdown van de caprolactaminstallaties in 2025.
Het doel van deze studie was om te onderzoeken of het haalbaar is om methaanhoudende restgassen van de 2 Caprolactaminstallaties in te zetten als brandstof in de diphylunits in de Polyamide-installatie. Gemiddeld bevatten de restgasstromen van waskolommen K22, K122, K25 enK125 circa 15 vol% methaan. Op basis van het uitgevoerde studiewerk stelde de exploitant dat de inzet van deze restgassen als brandstof op de bestaande diphylunits niet de verhoopte baten zal opleveren en bijgevolg niet haalbaar is.
De afdeling GOP van het departement Omgeving vraagt aan de provincie, als vergunningverlener, om een bijkomende bijzondere milieuvoorwaarde aan BASF op te leggen. Men steunt hierbij op de nieuwe BREF Waste Gas Treatment in the Chemical Sector (WGC).
Voor TVOC (total volatile organic carbon) wordt een in de BREF een emissiegrenswaarde van <1-20 mg/Nm³ vooropgesteld. De afdeling GOP stelt dat uit de gerapporteerde gegevens blijkt dat de emissiepunten K22, K25, K122 en K125 hier niet aan kunnen voldoen omwille van de significante emissies aan methaan. Voor benzeen wordt in de BREF een emissiegrenswaarde van <0,5-1 mg/Nm³ vooropgesteld, waarin de emissiepunten K25 en K125 hier niet aan kunnen voldoen volgens de gerapporteerde gegevens. Men oordeelt dus dat in de toekomst bijkomende maatregelen zullen nodig zijn om aan de bepalingen van de BREF WGC te kunnen voldoen. Men raadt ook aan om in het studiewerk de emissiepunten K26, K126 (ontluchtingen destillatieve terugwinning benzeen) en K199 (ontluchting reindestillatie) mee te nemen omdat in het IMJV hierover geen hoeveelheden gerapporteerd worden.
Ten tijde van de vraag van de afdeling GOP aan de provincie was de BREF WGC nog niet gepubliceerd. Inmiddels werd deze wel gepubliceerd, meer bepaald op 12 december 2022. De exploitant dient binnen de 4 jaar na publicatie te voldoen aan de bepalingen van de BREF.
Volgende voorwaarde wordt voorgesteld door de provincie.
Er wordt onderzocht op welke wijze de emissies afkomstig van de emissiepunten K22, K25, K122, K125, K26, K126 en K199 gereduceerd kunnen worden zodat uiterlijk op 12 december 2026 voldaan wordt aan deze BBT-conclusies en aan de in Vlarem III opgenomen emissiegrenswaarden. Hierbij wordt zowel gekeken naar brongerichte maatregelen (o.m. reduceren methaanconcentraties in het aangeleverde ammoniak, terugwinning van organische stoffen in het proces) als naar end-of-pipe reductietechnieken. Terugwinning aan de bron heeft hierbij de voorkeur op verbranding in een verbrandingseenheid, verbranding in een verbrandingseenheid heeft de voorkeur op verbranding in een naverbrander. Het rapport van deze studie inclusief een overzicht welke maatregelen uitgevoerd zullen worden en de geplande timing voor uitvoering van de maatregelen wordt uiterlijk op 31 december 2023 via mail bezorgd aan de vergunningverlenende overheid (dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be), die het ter evaluatie bezorgt aan AGOP-M en ter informatie aan de afdeling Handhaving.
De gevraagde bijstelling kan verleend worden. Het rapport van de studie dient ter informatie ook aan de stad Antwerpen bezorgd te worden.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | de opgeleverde studie dient door de vergunningverlenende overheid eveneens ter informatie aan de stad Antwerpen bezorgd te worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 11 januari 2023 |
Start openbaar onderzoek | 21 januari 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 19 februari 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 2 maart 2023 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
21 januari 2023 | 19 februari 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden