Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022135154 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Inge Janssen met als adres Bremstraat 14 te 2040 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | mevrouw Inge Janssen met als adres Bremstraat 14 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bremstraat 12-14 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 20 sectie C nrs. 520/2D2 en 520/2C2 |
waarvan: |
|
- 20221031-0002 | afdeling 20 sectie C nr. 520/2C2 (Kattenpension) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het verbouwen van een gebouw met als functie diensten: gevelwijziging en terras en het exploiteren van een kattenpension |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/08/2007: vergunning (20072884) voor het uitvoeren van verbouwingswerken aan een halfopen bebouwing;
- 14/09/1962: vergunning (1962327) voor een verbouwing.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- 1 bouwlaag met een zadeldak uit 2 afzonderlijke delen;
- bijgebouw;
- 2 bouwlagen met een zadeldak;
- halfopen bebouwing;
- uitbreiding aan de achtergevel;
- garagevolume grenzend tegen de perceelgrens met Bremstraat 10;
- gevelafwerking:
- rood bruine gevelsteen met een gevelplint in keramische tegels;
- buitenschrijnwerk in natuurkleurig hout en roodbruine dakpannen;
- roodbruine gevelsteen;
- buitenschrijnwerk in hout, grijs en wit geschilderd;
- uitbreiding aan de achtergevel in geelbruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in natuurkleurig aluminium;
- inrichting: Bremstraat 12-14 vormen 1 perceel:
Bestaande toestand
- functie en bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand;
- gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:
- schrijnwerk in aluminium grijs op de gelijkvloerse verdieping voor de toegangsdeur en de raamopening;
- schrijnwerk in wit aluminium/pvc voor de ramen op de verdiepingen;
- raamindeling gewijzigd op de verdiepingen;
- inrichting overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd de voortuin van de Bremstraat 14: verhard en niet onthard conform voorwaarde vergunning 2007.
Nieuwe toestand
- functie: ongewijzigd (kattenpension/trimsalon valt onder de functiecategorie van kantoor, dienstverlening, vrije beroepen);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- wit geschilderde baksteen conform de bestaande toestand;
- gewijzigde raamopeningen;
- inrichting:
- de volledige open ruimte grenzend aan de Bremstraat 10 wordt verhard met betonklinkers;
- septische put met een inhoud van 2.000 liter;
- bijkomende verharding in de voortuinstrook voor een autostalplaats;
- tuinaanleg en ontharding voor de voorgevel, conform vergunde toestand 2007.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume: terras op de eerste verdieping aan de Bremstraat 12;
- wijzigen van de voorgevel van de Bremstraat 12;
- aanleggen van de voortuinzone in de Bremstraat 14.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van een kattenpension. Het betreft een nieuwe inrichting.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Kattenpension
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,05 m³/uur |
9.7.a)1° | kleine zoogdieren, in een gebied ander dan woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied, met plaatsen voor 20 tot 50 gespeende dieren (met uitzondering van konijnen); | 20 plaatsen |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 28 november 2022 | 19 januari 2023 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 3 februari 2023 | 14 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Maatschappelijke Veiligheid/ Stadstoezicht/ Stadshavendienst | 28 november 2022 | 28 november 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 28 november 2022 | 1 december 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 februari 2023 | 16 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het inrichten van een kattentrimsalon en kattenpension. De vergunde toestand van het gebouw betreft een kantoor. Zowel de functie kantoor als deze van kattentrimsalon en kattenpension vallen onder de hoedanigheid van kantoor, dienstverlening en vrije beroepen.
Het pand is volgens het gewestplan gelegen in woongebied. De voorgestelde functie kan hier toegestaan worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De gevraagde werken zijn beperkt en situeren zich grotendeels binnen het gebouwde volume. Dit volume bestaat uit twee aaneengesloten volumes. Aan de linkerzijde een volume met een diepte van 7,55 meter, bestaande uit één bouwlaag met een zadeldak. Aan de rechterzijde heeft het bestaande volume een bouwdiepte van 18 meter. Ook hier bestaat het volume uit één bouwlaag met een zadeldak. De kroonlijsthoogte van dit rechterdeel ligt op 3,30 meter ten opzichte van de straat wat 0,70 meter lager is dan de kroonlijsthoogte van het linkerdeel van het gebouw.
Op het gelijkvloers wordt het bureel aan de linkerzijde van het gebouw omgevormd tot kattentrimsalon. Hier situeert zich eveneens de nieuwe inkompartij voor zowel het trimsalon als het kattenpension. Aan de rechterzijde van het gebouw wordt de interne toegang tot het kattenpension voorzien. De overige ruimte wordt hier bestemd als berging.
Het kattenpension zelf wordt op de eerste verdieping ingericht, in de voormalige zolderruimte. In de zolderruimte van het rechterdeel van het gebouw worden 9 ruimtes voorzien voor de opvang van katten. Als uitbreiding hiervan worden op de vernieuwde luifel in de oksel van het gebouw nog drie opvangruimtes opgetrokken. Vanaf deze luifel vertrekt een tweede stalen trap, geplaatst tegen de gevel van het diepere volume aan de rechterzijde. Rechts van het hoofdvolume is nog een garage/berging gelegen, op 13 meter achter de rooilijn. De oprit naar deze garage kan gebruikt worden als parkeerplaats voor de nieuwe functie.
Ten behoeve van de nieuwe functie worden een aantal extra gevelopeningen gemaakt zodanig dat elke opvangruimte voor katten een raam voor verlichting en verluchting bevat. De ruimtes op deze zolder hebben een hoogte van slechts 2,50 meter en niet de in de bouwcode vereiste 2,60 meter. Echter, aangezien het hier een bestaande toestand betreft, de opvangruimtes die hier gelegen zijn niet toegankelijk zijn voor het publiek, en het geen expliciete verblijfsruimtes betreft, kan hier een afwijking op de bouwcode toegestaan worden.
De impact van de werken op de schaal en het ruimtegebruik van het gebouw zijn minimaal en ruimtelijk inpasbaar.
Visueel-vormelijke elementen
In de bestaande voorgevel wordt een dichtgemaakte raamopening opengemaakt. De voorgevel van het rechterdeel van het gebouw is in zulke slechte staat dat deze herbouwd zal worden. In nieuwe toestand wordt deze voorzien van een ruime gevelopening in plaats van de bestaande beperkte deuropening.
De bestaande materialen blijven maximaal bewaard. De voorgevel van het linkerdeel is opgetrokken in baksteen, wit geschilderd met onderaan een plint in keramische tegels. Dit wordt behouden. De voorgevel van het rechterdeel wordt herbouwd in rode baksteen, gelijkaardig aan de bestaande materialisatie. Ook de zijgevels blijven behouden in rode baksteen. Specifiek voor de kopse gevel van het linkse deel is het zo dat deze op het gelijkvloers afgewerkt wordt in witte bepleistering, soortgelijk aan de bestaande toestand.
Het bestaande en nieuwe schrijnwerk wordt hoofdzakelijk voorzien in wit geschilderd hout. Wat hier wel opvalt is dat voor het nieuwe raam in de voorgevel van het rechtse deel alsook voor de nieuwe kleine ramen op de verdieping in de zijgevel zwart PVC schrijnwerk voorgesteld wordt.
Met het oog op een visuele eenheid is het aangewezen om het schrijnwerk overal in hetzelfde materiaal, wit geschilderd hout, te voorzien. Dit zal als voorwaarde bij vergunning opgelegd worden.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er wordt een kattenpension gebouwd. De functie is nevengeschikt aan de reeds aanwezige woonfunctie. De parkeerbehoefte is 0.
|
De plannen voorzien in 0 bijkomende nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Ten opzichte van de reeds vergunde toestand is er geen nieuwe parkeerplaats voorzien. |
Het bijkomend aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Er dient geen bijkomende parkeerplaats voorzien te worden gezien de aanvraag geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige functiewijziging omvat. De bestaande vergunde parkeerplaats voor de woning blijft behouden. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Gezien de eigenaar van het pand zelf de zaak alleen zal uitbaten is er geen fietsparkeerbehoefte.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Op het moment van indienen van de aanvraag, was nog niet geweten of gekozen zou worden voor een warmtepomp of voor een stookinstallatie. Gezien het een kleine woning betreft, stelt de exploitant dat noch een stookinstallatie noch een warmtepomp ingedeeld zal zijn. Voor klanten die dieren komen ophalen of brengen, worden twee parkeerplaatsen voorzien. Het afval van de kattenbakken wordt verzameld in een gesloten recipiënt en opgehaald door een erkend verwerker. Op deze manier wordt geurhinder vermeden.
Wanneer in het omgevingsloket Vlaanderen een 9-rubriek ingegeven wordt, vraagt het loket naar de emissies van NH3, geur en fijn stof. Hier werd telkens “0,0 kg/jaar” ingevuld. Het is niet duidelijk op welke gegevens dit antwoord berust. Feit blijft dat studies in verband met emissies van dieren (NH3) zich voornamelijk focussen op typische veeteeltdieren zoals runderen, schapen, geiten en kippen. Wetenschappelijke gegevens over NH3-emissies van kleine huisdieren zijn zeer moeilijk te vinden. Bovendien richt de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zich vooral op veehouderijen en mestverwerkingsbedrijven. In ieder geval wordt er vanuit gegaan dat de emissies van deze exploitatie geen impact zullen hebben op een speciale beschermingszone (SBZ).
Zolang aan de normale hygiënische vereisten voldaan wordt, kan er vanuit gegaan worden dat de hinder gegenereerd door deze exploitatie beperkt zal zijn. De omgevingsvergunning is echter enkel geldig indien de exploitant beschikt over de verplichte erkenning als pensionhouder door de Vlaamse dienst Dierenwelzijn.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het buitenschrijnwerk is overal in hetzelfde materiaal, wit geschilderd hout, te voorzien.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen voor onbepaalde duur.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,05 m³/uur |
9.7.a)1° | kleine zoogdieren, in een gebied ander dan woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied, met plaatsen voor 20 tot 50 gespeende dieren (met uitzondering van konijnen); | 20 plaatsen |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het afval van de kattenbakken wordt verzameld in een gesloten recipiënt en wekelijks opgehaald door een erkend verwerker.
2. De omgevingsvergunning is enkel geldig indien de exploitant beschikt over de verplichte erkenning als pensionhouder door de Vlaamse dienst Dierenwelzijn.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 november 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 27 april 2023 |
Verslag GOA | 23 maart 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het buitenschrijnwerk is overal in hetzelfde materiaal, wit geschilderd hout, te voorzien.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het afval van de kattenbakken wordt verzameld in een gesloten recipiënt en wekelijks opgehaald door een erkend verwerker.
2. De omgevingsvergunning is enkel geldig indien de exploitant beschikt over de verplichte erkenning als pensionhouder door de Vlaamse dienst Dierenwelzijn.
Brandweervoorwaarden
De voorwaarden uit het brandpreventieverslag met referentie BW/TG/2023/G.00218.A4.0002 zijn strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,05 m³/uur |
9.7.a)1° | kleine zoogdieren, in een gebied ander dan woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied, met plaatsen voor 20 tot 50 gespeende dieren (met uitzondering van konijnen); | 20 plaatsen |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.