Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022154795 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Kristof Grieten met als adres Bosstraat 34 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Bosstraat 34 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nr. 79F6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Aanbrengen van isolatie en bepleistering aan de voorgevel. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/03/2002: vergunning (2002278) voor het verbouwen en uitbreiden van een woning;
- 08/11/1967: vergunning (19675200) voor verbouwingswerken.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
o gevelafwerking:
- voorzetrolluik aan de voorgevel, ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping;
- plint in blauwe hardsteen.
Nieuwe toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- isoleren en met nieuwe bepleistering afwerken van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestplan – woongebied + aanvullende voorschriften gp 14 ; art 1, ° 1 punt 4
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via
https://grups.omgeving.vlaanderen.be/. Het gewestplan kan u raadplegen via
https://omgeving.vlaanderen.be/nl/gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
o artikel 6 – Harmonie en draagkracht:
o artikel 11 – Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het na-isoleren en opnieuw afwerken van de voorgevel van een vergunde eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Er worden geen wijzigingen voorzien aan de vergunde/vergund geachte volumetrie, waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is.
Visueel-vormelijke elementen
De voorziene afwerking, door middel van een witte pleisterlaag, is zonder meer niet in harmonie te noemen met de gebouwde omgeving, dewelke zich nagenoeg uitsluitend laat kenmerken door een overheersende roodbruine baksteenarchitectuur.
De door aanvrager aangehaalde referentie-voorbeelden zijn in eerste instantie op geen enkel moment in dezelfde kleur uitgevoerd (want ofwel grijs ofwel licht-oranje) en zijn aanvullend ofwel sterk in de minderheid (waardoor zij niet mede bepalend zijn voor het straatbeeld op zich) ofwel eenduidig gesitueerd op de hoek met een andere straat (alwaar mogelijks een andere materialiteit overheersend is) – bovendien wordt van de aangehaalde toonbeelden op geen enkel moment aangetoond dat er een vergunning voor beschikbaar is. Betreffende afwerking kan zonder meer worden voorzien door middel van het aanbrengen van steenstrips, in een aan de meerderheid van de woningen gelijkaardige kleurtint.
Laatstgenoemde zal dan ook in de eindvoorwaarden worden opgenomen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De nieuwe afwerking van de voorgevel dient, bovenop de isolatie, te worden voorzien door middel van steenstrips, dewelke dienen te worden uitgevoerd in een roodbruine kleur. De totale opdikking dient in dit geval nog steeds exact 14 cm te bedragen ten opzichte van de rooilijn.
2. De bestaande plint in natuursteen onderaan de gevel dient in zijn geheel hernomen te worden als nieuwe plint in blauwe hardsteen of te worden herplaatst na het aanbrengen van de isolatie.
3. Omwille van de opdikking van de gevel dienen alle sier- en omkaderingselementen van de gevel te worden vervangen door een aan de ruimere muurdikte aangepast exemplaar, zoals bijvoorbeeld diepere dorpels, en dit in een gelijkaardig materiaal. Bijkomend dient de kop van beide scheidsmuren, de zogenaamde arrière-corps, vrij te blijven van enige vorm van extra materiaal.
4. De opdikking dient onderaan, ter hoogte van het openbare domein, eenduidig zelfdragend te zijn en mag onder geen voorwaarde afsteunen op het bestaande voetpad – werken aan het openbare domein dienen onder alle omstandigheden te kunnen worden uitgevoerd, zonder dat hiervoor ingrepen aan de gevel vereist zouden zijn.
5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 6 februari 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 juli 2023 |
Verslag GOA | 21 maart 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De nieuwe afwerking van de voorgevel dient, bovenop de isolatie, te worden voorzien door middel van steenstrips, dewelke dienen te worden uitgevoerd in een roodbruine kleur. De totale opdikking dient in dit geval nog steeds exact 14 cm te bedragen ten opzichte van de rooilijn.
2. De bestaande plint in natuursteen onderaan de gevel dient in zijn geheel hernomen te worden als nieuwe plint in blauwe hardsteen of te worden herplaatst na het aanbrengen van de isolatie.
3. Omwille van de opdikking van de gevel dienen alle sier- en omkaderingselementen van de gevel te worden vervangen door een aan de ruimere muurdikte aangepast exemplaar, zoals bijvoorbeeld diepere dorpels, en dit in een gelijkaardig materiaal. Bijkomend dient de kop van beide scheidsmuren, de zogenaamde arrière-corps, vrij te blijven van enige vorm van extra materiaal.
4. De opdikking dient onderaan, ter hoogte van het openbare domein, eenduidig zelfdragend te zijn en mag onder geen voorwaarde afsteunen op het bestaande voetpad – werken aan het openbare domein dienen onder alle omstandigheden te kunnen worden uitgevoerd, zonder dat hiervoor ingrepen aan de gevel vereist zouden zijn.
5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.