Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022165455 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA Q-LITE met als contactadres Wiekenweg 13 te 2387 Baarle-Hertog |
Ligging van het project: | 11463D0127/00K000 |
Kadastrale percelen: | afdeling 44 sectie D nr. 127K |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | voorzien van een lichtkrant op een bestaande totem |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/12/2022: vergunning (OMV_2021123424) voor het regulariseren voor diverse wijzigen aan het Dats 24 tankstation met waterstofinstallatie;
- 26/07/2019: vergunning (OMV_2019033191) voor het plaatsen en exploiteren van een nieuw tankstation met bijhorende groenaanleg;
- 09/08/2018: weigering (ROL-2018464) voor het exploiteren van een nieuw tankstation en het plaatsen van de nodige installatie, luifel, vloeistofdichte pistes en publiciteitsinrichting;
- 31/08/2000: weigering (643#129) voor aanvraag tot regulariseren van de plaatsing van een publiciteitszuil;
- 24/03/1992: aanvraag (222#8107) voor paalconstructie voor reclameborden en lichtreclame aan gevel.
Vergunde toestand
- inrichting: tankstation met CNG en waterstofinstallatie met bijhorende groenaanleg.
Bestaande toestand
- inrichting:
Nieuwe toestand
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- voorzien van een totem met logo’s én een lichtkrant.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 14 februari 2023 | 8 maart 2023 | Ongunstig |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 2 februari 2023 | 7 februari 2023 | Geen bezwaar |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
De aanvraag valt onder de bepalingen van het Rooilijndecreet. Omwille van deze reden is er een advies verleend door het Agentschap Wegen en Verkeer.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De beschrijvende nota die in dit dossier is toegevoegd verwijst naar een verleende vergunning uit 1992 voor een totem. In 1992 is er echter geen vergunning verleend voor een totem.
Op 31/08/2000 besliste het college van burgemeester en schepenen om een aanvraag voor het regulariseren van de plaatsing van een publiciteitszuil te weigeren. Dit omdat de totem niet verenigbaar was met de goede ruimtelijke ordening. Er is toen geoordeeld dat de afmetingen van de constructie niet in verhouding waren met het achterliggende volume.
Na deze beslissing zijn nog meerdere aanvragen geweest voor het bouwen en exploiteren van een nieuw tankstation. De totem is in deze dossiers echter nooit een onderdeel van de aanvraag geweest, dus is er ook geen vergunning verleend voor het voorzien van deze totem.
Functionele inpasbaarheid
Het perceel is gelegen in, volgens de definitie van de bouwcode, baanwinkelgebied.
Langs het baanwinkelgebied zijn totems toegelaten. Een gezamenlijke totem is namelijk een betere optie dan een individuele bewegwijzering. Dit wordt in deze aanvraag voorzien.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet het plaatsen van een lichtkrant op een totem. De voorziene uitwerking is strijdig met artikel 33 van de bouwcode waarin wordt bepaald dat lichtkranten verboden zijn.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan dit wel toegelaten worden daar één dynamisch lichtbord ten behoeve van meerdere bedrijven een betere uiting kan zijn van het ruimtelijk beeld dan een bos van logo’s, voor zover het lichtbord geen bijkomende boodschappen communiceert én indien er geen negatief effect is op de verkeersveiligheid en de woon- en leefkwaliteit.
Daar er toch verschillende logo’s worden voorzien én uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het een ontoelaatbare afleiding genereert is er geen aanleiding om een afwijking gunstig te evalueren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het Agentschap Wegen en verkeer adviseert ongunstig omwille van volgende redenen:
- Strijdig is met direct werkende normen binnen de beleidsvelden waarvoor het Agentschap bevoegd is: ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen’: Artikel 10 van de wet Autosnelwegen stelt dat het verboden is om in de bouwvrije stroken aanplakbrieven aan te brengen, borden te plaatsen of op enige andere wijze reclame of publiciteit te voeren. Bij het BvR van 25 januari 2019 werd in uitvoering van artikel 1 bepaald dat de vrije stroken langs het autosnelwegdomein 30 meter bedragen. Het aangevraagde publiciteitsmiddel bevindt zich in deze vrije strook en is dus verboden.
Conform artikel 4.3.3. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening dient indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, de vergunning te worden geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden, waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.
- Onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap: Onwenselijkheid omwille van het veilig en vlot verkeer: ontoelaatbare afleiding (Vrij programmeerbare, verlichte publiciteitsmiddelen = VPVP): De aanvraag betreft een lichtgevend, volledig vrij programmeerbaar scherm. Het is de bevoegdheid van AWV om te allen tijde het veilig en vlot verkeer op gewest- en autosnelwegen te waarborgen. Een té grote afleiding van de bestuurders moet vermeden worden om het veilig verkeer te waarborgen. Vrij programmeerbare, verlichte publiciteitsmiddelen zoals LED-schermen bezitten bepaalde kenmerken die door een verhoogde mentale belasting en een verhoogde visueel-cognitieve afleiding inwerken op het kijk- en rijgedrag van weggebruikers, waardoor er een merkelijk verhoogd risico op ongevallen bestaat. Het zonder meer vergunnen van dergelijk scherm, komt erop neer dat er een carte-blanche verleend wordt wat betreft de karakteristieken van de weergeven boodschap. Gezien bepaalde karakteristieken de verkeersveiligheid ontoelaatbaar in het gedrang kunnen brengen moet dit vermeden worden.
De vergunningsaanvraag is onwenselijk omwille van volgende redenen:
Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap. “Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”
Gelet op al het voorgaande zal worden opgelegd de totem te voorzien buiten de 30 m vrije strook langs het autosnelwegdomein en zonder lichtkrant.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De totem te voorzien op de plek zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan.
2. De lichtkrant wordt uitgesloten van vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 3 februari 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 3 juli 2023 |
Verslag GOA | 21 maart 2023 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De totem te voorzien op de plek zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan.
2. De lichtkrant wordt uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.