2023_CBS_01772 - Bestek GAC_2021_02053 - Concessie voor het uitbaten van drank- en voedingsautomaten - Bestek en procedure - Goedkeuring

Binnen de stad Antwerpen zijn er op verschillende locaties koude drank- en versnaperingsautomaten in gebruik. Met deze overeenkomst wenst de stad alle contracten te centraliseren van automaten die er op eigen initiatief van de locatie werden geplaatst. Anderzijds wenst stad Antwerpen extra aandacht te besteden aan gezonde voeding en het duurzaam ondernemen.

De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de volgende gunningscriteria:

1. Aangeboden jaarlijkse concessievergoeding op een totaal van 15 punten.
2. Kwaliteit van de aangeboden automaten op een totaal van 15 punten.
3. Kwaliteit van de aangeboden koude dranken op een totaal van 20 punten.
4. Kwaliteit van de aangeboden versnaperingen op een totaal van 20 punten.
5. Dienstverlening op een totaal van 15 punten.
6. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) op een totaal van 15 punten.

Naar analogie met artikel 38 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, organiseert de aanbesteder de procedure die tot de keuze van de concessiehouder leidt naar eigen goeddunken, mits de bepalingen van deze wet worden nageleefd.

Naar analogie met artikel 46, § 6 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten kan de aanbestedende overheid met de inschrijvers onderhandelingen voeren.

Naar analogie met de artikelen 46, § 1 en 55 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, worden concessies gegund op basis van objectieve criteria die in de concessiedocumenten worden vermeld en die ervoor zorgen dat de offertes onder voorwaarden van daadwerkelijke mededinging worden beoordeeld, waardoor een algeheel economisch voordeel voor de aanbesteder kan worden vastgesteld.

Naar analogie met artikel 28 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, kan de concessie gepaard gaan met de betaling van een retributie vanwege de concessiehouder.

Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur.