Terug
Gepubliceerd op 03/04/2023

2023_CBS_01876 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139316. Saffierstraat 223. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/03/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_01876 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139316. Saffierstraat 223. District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_01876 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139316. Saffierstraat 223. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022139316

Gegevens van de aanvrager:

de heer Maarten Staes met als adres Frans Van Hombeeckplein 5 bus B2 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Saffierstraat 223 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 313L11

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning met een aanbouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/04/1957: toelating (957#4512) voor het bouwen van 41 woningen.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte hoofdvolume circa 8 m;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak, startend circa 3 meter achter de achtergevellijn;

-          voorgevelafwerking:

  • crèmekleurige gevelsteen met plint in blauwe steen;
  • detaillering aan raam- en deuropeningen in witte kunststeen;
  • kroonlijst in hout;
  • schrijnwerk in staal;

-          inrichting:

  • open ruimte achteraan circa 111 m²;
  • groene voortuin met een smal tuinpad tot de voordeur.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume: overeenkomstig vergunde toestand;

-          voorgevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • gevelrij van de eenheidsbebouwing werd uitgevoerd in bruine gevelsteen;
  • kroonlijst in zwart kunststof;
  • schrijnwerk in wit pvc.

 

Nieuwe toestand

-          functie: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 
  • achterbouw wordt gesupprimeerd;
  • perceelbrede uitbreiding van het gelijkvloers tot een bouwdiepte circa 14,5 m;

-          voorgevelafwerking:

  • bruine gevelsteen;
  • kroonlijst in zwart kunststof;
  • schrijnwerk in wit pvc;

-          inrichting:

  • open ruimte achteraan circa 84 m².

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van achterbouw;

-          uitbreiden van het volume met een perceelbrede aanbouw van één bouwlaag;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          voorgevelwijzigingen. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:
    §2 de regenwaterput in de voortuin wordt niet maximaal onder het verharde gedeelte van de voortuin voorzien, waardoor dit het groene karakter van de tuin zoals beschreven in artikel 27 van de bouwcode aantast;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de verblijfsruimte vooraan de gelijkvloerse verdieping was in de vergunde toestand voorzien van te openen geveldelen. In nieuwe toestand wordt het gelijkvloerse voorgevelraam niet als te openen ingetekend;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    er wordt ter hoogte van het nieuwe platte dak geen opstand voorzien van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Er wordt enkel DWA aan de straat aangeboden;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Er worden geen toezichtsputten voorzien zo dicht mogelijk bij de perceelgrens.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft het uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping van een grondgebonden eengezinswoning. De nieuwe bouwdiepte van het gelijkvloers betreft circa 14,5 meter, wat maximaal aansluit bij bouwdiepte van de achterbouw van de rechts aanpalende woning. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding betreft circa 3,3 meter. In dit gedeelte van de Saffiersstraat werden reeds bij meerdere woningen uitbreidingen van zelfde schaal vergund. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Omwille van de ideale daglichttoetreding van de gelijkvloerse verdieping wordt de achtergevel van een groot schuifraam voorzien en worden er in het nieuwe dak twee langgerekte dakkoepels voorzien. Ook worden de openingen tussen de verblijfsruimtes vergroot, waardoor er een doorzontypologie ontstaat. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bruine gevelsteen betreft de originele gevelsteen van het gebouw en werd op dezelfde manier bij alle voorgevels van de eenheidsbebouwing toegepast. Dit blijft behouden.

 

Het gelijkvloerse raam in de voorgevel werd vervangen door nieuw schrijnwerk met gewijzigde indeling. Het nieuwe raam betreft één groot vast raamvlak. Dit sluit aan bij de rij woningen van de Saffierstraat waar reeds bij meerdere woningen (waaronder de rechts aanpalende) het gelijkvloerse raam op zelfde wijze gewijzigd werd. Op visueel vlak hiertegen geen bezwaar. Dit is aanvaardbaar op voorwaarde dat de luchttoevoer van de achterliggende verblijfsruimte gegarandeerd blijft. Dit kan door het schrijnwerk van een verluchtingsrooster te voorzien (passieve verluchting) of door deze ruimte een systeem voor actieve verluchting te voorzien.

 

De achtergevel van de uitbreiding wordt voorzien in bruine baksteen met onderaan een plint en raamdorpel in grijze natuursteen. Het grote schuifraam wordt in aluminium buitenschrijnwerk voorzien. Dit betreft een logische voortzetting van de architectuur van het gebouw. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Bodemreliëf

Er wordt een nieuwe hemelwaterput in de voortuin voorzien. De voorgestelde positionering van deze ondergrondse verharding heeft een ongunstige invloed op de natuurlijke infiltratie van regenwater en op het groene karakter van de voortuinstrook. Deze ondergrondse verharding dient maximaal gecentreerd te worden onder het voortuinpad, zodat de impact geminimaliseerd wordt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De regenwaterput in de voortuin te voorzien onder het voortuinpad.

2. Verluchtingsmogelijkheid te voorzien voor de leefruimte vooraan het gelijkvloers conform de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

4. Het rioolsysteem gescheiden te voorzien tot aan de straat conform de bepalingen van artikel 40 en artikel 41 van de bouwcode.

5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

13 februari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 juli 2023

Verslag GOA

27 maart 2023

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De regenwaterput in de voortuin te voorzien onder het voortuinpad.

2. Verluchtingsmogelijkheid te voorzien voor de leefruimte vooraan het gelijkvloers conform de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

4. Het rioolsysteem gescheiden te voorzien tot aan de straat conform de bepalingen van artikel 40 en artikel 41 van de bouwcode.

5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.