Terug
Gepubliceerd op 13/03/2023

2023_CBS_01365 - Omgevingsvergunning - OMV_2022073639 - Italiëlei 69. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/03/2023 - 09:00 Stadhuis - contact: BZ_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_01365 - Omgevingsvergunning - OMV_2022073639 - Italiëlei 69. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_01365 - Omgevingsvergunning - OMV_2022073639 - Italiëlei 69. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022073639

Gegevens van de aanvrager:

Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Italiëlei 69 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nr. 1300C10

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en wijzigen van de functie op de gelijkvloerse en eerste verdieping met vermeerderen van het aantal woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 31/10/2018: vergunning (OMV_2018104396) voor het renoveren van de voorgevel en het isoleren van het hellend dak;
  • 08/10/1992: vergunning (86#920360) voor het verbouwen van de Finse Zeemanskerk;
  • 23/02/1962: toelating (18#43240) voor een verbouwing;
  • 24/06/1946: toelating (18#21031) voor gevelveranderingen. 

Vergunde  toestand 

  • functie: 
    • gelijkvloerse- en eerste verdieping: gemeenschapsvoorziening;
    • bovenliggende verdiepingen: twee twee-slaapkamer-appartementen (wonen) met een oppervlakte van circa 98 m²;
  • bouwvolume: 
    • ingesloten bebouwing met drie bouwlagen onder een mansardedak;
    • tussenverdieping tussen de gelijkvloerse- en eerste verdieping;
    • bouwdiepte hoofdvolume tot circa 17,5 meter;
    • achterbouw op de gelijkvloerse- en eerste verdieping tot op circa 38 meter;
    • het volledige perceel is bebouwd
  • gevelafwerking: 
    • voorgevel in wit geschilderd pleisterwerk met ingewerkte decoratieve bakstenen elementen;
    • blauwkleurig aluminium gevelschrijnwerk; 
    • balkons op de eerste en tweede verdieping voorzien van metalen balustrades;
    • gelijkvloerse plint in gedecoreerde blauwe hardsteen;
    • traliewerk aan de gevelopening rechts (gelijkvloers);
  • inrichting: 
    • perceel volledig bebouwd en verhard. 

Bestaande toestand

  • functie: conform de vergunde toestand;
  • bouwvolume: 
    • nieuwe mezzanine op de tussenverdieping aan de straatzijde;
  • gevelafwerking: 
    • vergrote gevelopeningen voorzien van gevelschrijnwerk met andere indeling ter hoogte van het mansardedak;
    • traliewerk aan de gevelopening rechts (gelijkvloers) verdwenen. 

Nieuwe toestand

  • functie: meergezinswoning (wonen) met 3 appartementen en gemeenschappelijke tuin;
    • 1 vijf-slaapkamer-entiteit van circa 216 m²;
    • 2 twee-slaapkamer-appartementen van circa 93 m²;
  • bouwvolume: 
    • gesloopte achterbouw;
    • nieuwe aanbouw met bouwdiepte tot circa 18,50 m;
    • het gebouw wordt opgesplitst in 3 appartementen;
    • interne constructieve verbouwingen;
  • gevelafwerking: 
    • deels vernieuwd gevelschrijnwerk in wit aluminium met gewijzigde indeling; 
  • inrichting: 
    • ruime, gemeenschappelijke tuin van circa 134 m². 

Inhoud van de aanvraag

  • slopen van een bestaande achterbouw; 
  • interne constructieve wijzigingen;
  • wijzigen van de functie op de gelijkvloerse- en eerste verdieping;
  • vermeerderen van het aantal woongelegenheden;
  • wijzigen van de scheidingsmuren;
  • wijzigen van het voorgevelschrijnwerk.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen 

Externe adviezen  

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Water-link in samenwerking met

AQUAFIN NV

25 oktober 2022

16 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

25 oktober 2022

 

5 december 2022

 

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Fluvius System Operator/ Fluvius

25 oktober 2022

2 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen  

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

24 oktober 2022

27 oktober 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

24 oktober 2022

25 oktober 2022

Sociale Dienstverlening/ Gemeenschapsvorming/ Ontmoeting/ Levensbeschouwingen

24 oktober 2022

7 november 2022

Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Ruimtebeheer

24 oktober 2022

27 oktober 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

24 oktober 2022

8 november 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen 

  Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 4 zone voor maatschappelijke functies - (ma1) en artikel 7 zone voor publiek domein - (pu). 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.) 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

  • artikel 4 Zone voor maatschappelijke functies - (Ma1):
    1. Wonen op de gelijkvloerse verdieping is niet toegestaan.
    2. Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte van het gebouw heeft geen gemeenschapsfunctie. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.  

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.  

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
     (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
     De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
    1. artikel 21 minimale hoogte van ruimten:
       de keuken op de gelijkvloerse verdieping en het salon op de eerst tussenverdieping hebben geen minimale hoogte van 2,60 meter. De afvalberging is groter dan 6 m², maar lager dan 2,2 m (1,65 m);
    2. artikel 26 afvalverzameling:
       de afvalberging beschikt volgens de plannen niet over verluchting;
    3. artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren:
       er is ter hoogte van de terrassen geen opstand van 0,30 meter voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
    4. artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:
       het is niet duidelijk of de verhardingen in de achtertuin aan 1 à 2% richting het omliggende groen zijn aangelegd opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infilteren;
    5. artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
       de RWA afvoerleiding is niet voorzien van een toezichtput op eigen perceel, zo dicht mogelijk bij de voorste perceelgrens;
    6. artikel 43 septische putten de bestaande septische put bevat geen vermelding van de inhoud. Bijgevolg is het onduidelijk of deze voldoet. 

Sectorale regelgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
     Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
     Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
    (De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
  • Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
    (De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
    Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

Omgevingstoets 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften / Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is onverenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van artikel 4.1 van het RUP 2060 : Zone voor maatschappelijke functies - (Ma1).

Zo is wonen op de gelijkvloerse verdieping niet toegestaan en ontbreekt een gemeenschapsfunctie waardoor minder dan de helft van de oppervlakte van het gebouw geen gemeenschapsfunctie bezit.

Een afwijking kan toegestaan worden op basis van artikel 11/2 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen: ‘Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover de nieuwe functie betrekking heeft op de opvang van asielzoekers, daklozen of burgers wiens woning onbewoonbaar is’.

Voorliggende aanvraag betreft de wijziging naar noodwoningen voor burgers wiens woning onbewoonbaar is. 

Verder wordt een afwijking gevraagd op artikel 21 van de bouwcode handelend over minimale hoogte van ruimten. Zo heeft de keuken op de gelijkvloerse verdieping geen minimale hoogte van 2,60 meter. De bestaande toestand toont een doorsnede waarbij de open mezzanine op 2m40 start.  Aangezien de keukenruimte enerzijds grenst aan de volledig beglaasde tuingevel en anderzijds aan de 4m hoge eetplaats is er geen risico op een tekort aan licht of ruimtelijke openheid. Verder wordt deze keuken beperkt gebruikt in tijd gezien de eettafel zich in een andere ruimte bevindt. Bovenstaande bevat voldoende argumentatie om een afwijking toe te staan. 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het hoofdgebouw blijft qua inplanting en volumetrie grotendeels ongewijzigd. Het perceel is vandaag volledig bebouwd over een oppervlakte van ongeveer 284m2.  Door de afbraak van de achterbouw komt er 157m2 open ruimte vrij, meer dan 50%. Daarvan is 10m2 voorzien als uitbreiding achtergevel, 35m2 als terrasruimte en 112m2 als groene tuin. In dergelijk dens binnenblok kan deze nieuwe groene open ruimte de nodige openheid genereren om de kwaliteit voor zowel de noodwoningen als de aanpalende buren sterk te verhogen. 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De geplande werken aan in het binnengebied zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

Visueel-vormelijke elementen

Het voorgestelde materiaalgebruik, wit aluminium buitenschrijnwerk, past zich in in de omgeving. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De afvalberging in de kelder is groter dan 6 m², maar lager dan 2,2 m, de vrije hoogte betreft slechts 1,65 m. Dit is onvoldoende hoogte om een berging veilig te betreden en voldoende gebruikersgenot te garanderen.

Uitgezonderd een aantal strijdigheden met de bouwcode die zullen worden opgenomen in de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening op voorwaarde dat de borstwering op de eerste verdieping aan de vluchtweg beperkt wordt tot het toegankelijke deel  zoals aangegeven op het plan van de achtergevel. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.


Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Het gelijkvloers en 1ste verdiep worden verbouwd tot een appartement.

De 2 bovenliggende appartementen worden enkel intern verbouwd.

In de noodwoningen komen gezinnen vaak enkel met bagage aan.

Voor deze noodwoningen hanteren we de parkeernorm van sociale huurwoningen van 0.6/wooneenheid.

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 0.6

 De werkelijke parkeerbehoefte is 1 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.  

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De laatst vergunde toestand is een kerk, met zitplaats voor 68 personen.

De parkeernorm die gehanteerd wordt voor gebedshuizen is 0.15/zitplaats

68 x 0.15/zitplaats = 10.2

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 10 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. 

 

Advies aan het college 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); 
  3. de verhardingen in de achtertuin uit te voeren conform artikel 39 van de bouwcode;
  4. de RWA afvoerleiding te voorzien van een toezichtput op eigen perceel conform artikel 41 van de bouwcode;
  5. de inhoud van de septische put te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode;
  6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
  7. het bijgevoegde advies van Water-link strikt na te leven;
  8. het bijgevoegde advies van Aquafin strikt na te leven;
  9. het bijgevoegde advies van Fluvius strikt na te leven;
  10. een afvalberging te voorzien conform de bepalingen van artikel 26 van de bouwcode en met een minimale vrije hoogte van 2,2 m;
  11. de borstwering op de eerste verdieping aan de vluchtweg enkel te voorzien rond het toegankelijke deel  zoals aangegeven op het plan van de achtergevel.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

24 oktober 2022

Start openbaar onderzoek

3 november 2022

Einde openbaar onderzoek

2 december 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 mei 2023

Verslag GOA

16 februari 2023

naam GOA

Wim Van Roosendael

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 november 2022

2 december 2022

0

0

0

0


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden: 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); 
  3. de verhardingen in de achtertuin uit te voeren conform artikel 39 van de bouwcode;
  4. de RWA afvoerleiding te voorzien van een toezichtput op eigen perceel conform artikel 41 van de bouwcode;
  5. de inhoud van de septische put te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode;
  6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
  7. het bijgevoegde advies van Water-link strikt na te leven;
  8. het bijgevoegde advies van Aquafin strikt na te leven;
  9. het bijgevoegde advies van Fluvius strikt na te leven;
  10. een afvalberging te voorzien conform de bepalingen van artikel 26 van de bouwcode en met een minimale vrije hoogte van 2,2 m;
  11. de borstwering op de eerste verdieping aan de vluchtweg enkel te voorzien rond het toegankelijke deel  zoals aangegeven op het plan van de achtergevel.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.