Terug
Gepubliceerd op 13/03/2023

2023_CBS_01356 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022122153. Nieuwe Westweg 14. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/03/2023 - 09:00 Stadhuis - contact: BZ_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_01356 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022122153. Nieuwe Westweg 14. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_01356 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022122153. Nieuwe Westweg 14. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022122153

Gegevens van de aanvrager:

NV AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM met als contactadres Bourgetlaan 44 te 1130 Brussel

Gegevens van de exploitant:

NV AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM met als contactadres Bourgetlaan 44 te 1130 Brussel

Ligging van het project:

Nieuwe Westweg 14 te 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie B nrs. 60B en 61H

waarvan:

 

-          20220912-0086

afdeling 18 sectie B nrs. 60B en 61H (Air Liquide Industries Belgium-Antwerp CO2 Hub)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouw en exploitatie van liqueficatie- en exportterminal voor CO2

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • Op 29 augustus 2022 werd bij de deputatie een omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2021198455) ingediend voor de aanleg en exploitatie van een ondergrondse CO2-leiding. Het college van burgemeester en schepenen heeft hierover op 13 januari 2023 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. 
  • 19/06/2020: vergunning (OMV_2020028518) voor het verlengen van de Nieuwe Westweg;
  • 03/02/2012: vergunning (20115965) voor het slopen van wagonlaadposten, silo’s en kranen; 
  • 30/10/1997: vergunning (19971481) voor het bouwen van een spaarbekken; 
  • 19/09/1991: vergunning (199117671) voor asfaltbevloering, afwatering en transportbanden; 
  • 05/09/1991: vergunning (199117672) voor asfaltbevloering en transportbanden.

Bestaande toestand

Braakliggend terrein ten noorden van het Bevrijdingsdok dat lange tijd gebruikt werd als op- en overslagbedrijf voor steenkolen. 

Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het bouwen van een liquefactie- en exportterminal voor CO2 door middel van: 

  • het slopen van verhardingen, gebouwen en constructies; 
  • het bouwen van technische installaties; 
  • het bouwen van een technische eenheid; 
  • het bouwen van verschillende constructies en gebouwen; 
  • het aanleggen van verhardingen.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een CO2-terminal.

Argumentatie

Adviezen

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

24 januari 2023

17 februari 2023

Geen advies

Fluxys Belgium
24 januari 2023
22 februari 2023
Voorwaardelijk gunstig
Water-Link24 januari 2023
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag


Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie

24 januari 2023

20 februari 2023

Lokale Politie/Verkeerspolitie
24 januari 2023
20 februari 2023


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. 

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

In het noorden van het goed is tevens een overdruk van toepassing met als aanduiding bufferdijk – Stocatradijk. 

Tussen de zeehaven en de aangrenzende zones wordt in een buffer voorzien. De buffer, inclusief de hoogte, moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing.

De buffer wordt aangelegd als een dijk waarin leidingen kunnen worden geïntegreerd.

De dijk wordt ten laatste aangelegd bij de inrichting van het naastgelegen natuurgebied Opstalvalleigebied.

De bufferdijk moet worden afgewerkt met beplanting.

Alleen handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten met inbegrip van de aanleg en het onderhoud van toegangswegen, met inbegrip van de aanleg van brandwegen in waterdoorlatende verharding indien dit om redenen van brandveiligheid wordt opgelegd, met inbegrip van de aanleg van infrastructuur in functie van natuur en met inbegrip van de aanleg van een verbindingsweg voor woon-werkverkeer tussen Berendrecht en Zandvliet en het havengebied.

Bij vergunningsaanvragen voor handelingen voor de aanleg of de wijziging van (een deel van) de bufferdijk wordt een inrichtingsstudie gevoegd.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden grotendeels de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2, het Bevrijdingsdok en het Insteekdok 2 – Gebied voor waterweginfrastructuur. Op 100 meter ten noorden van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Parallel aan de binnenzijde van deze grens loopt een overdruk met als aanduiding bufferdijk-Stocatra. Langs de buitenzijde van de grens is – voor de Opstalvallei – de bestemming Natuurgebied van toepassing met overdruk Grote Eenheid Natuur. Op circa 370 meter ten noorden van de aanvraag is tevens een overdruk van toepassing met als aanduiding Buffer – ten westen van Berendrecht en Zandvliet. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing aangezien het hemelwater  op natuurlijke wijze naast de overdekte constructies of naast of door de verharde oppervlakten op eigen terrein in de bodem kan infiltreren. Tussen de constructies en installaties wordt namelijk een waterdoorlatende steenslag (grind met een open poriegehalte van 30%) aangelegd en alle wegenis en funderingen lopen af naar deze grindzones. De grindzones hebben tevens een dikte van 30 centimeter waardoor deze, bijvoorbeeld bij hevige regenval, dienst kunnen doen als buffer en het hemelwater vertraagd kunnen laten infiltreren. 

Uitzondering hierop is de controlekamer (623 m²) en de vloeistofdichte piste bij de technische installatie 5 (184 m²). Er worden nabij de controlekamer twee hemelwaterputten geplaatst met een totale inhoud 25.000 liter (1x 15.000 liter en 1x 10.000 liter) en dus met een grotere inhoud dan bepaald door de verordening. De aanvrager motiveert het groter nuttig hergebruik van hemelwater daar het opgevangen water kan gebruikt worden voor het spoelen van de toiletten in de controlekamer. Het groter hergebruik dan voorzien door de hemelwaterverordening kan gunstig worden geadviseerd. 

De overloop van de hemelwaterputten zal terecht komen in grindzone 4 dat dienst doet als infiltratie- en bufferzone. Er wordt tegemoet gekomen aan de uitgangsprincipes van de gewestelijk hemelwaterverordening.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.


Sectorale wetgeving 
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
 
De aanvraag heeft betrekking op een project als vermeld in bijlage III van het MER-besluit (2004), namelijk rubriek 6c ‘Chemische industrie (projecten die niet onder bijlage I of II vallen) voor opslagruimten voor aardolie, petrochemische en chemische producten bij inrichtingen behorend tot de chemische industrie’. 

 

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Er worden wel milderende maatregelen opgenomen waaronder bijvoorbeeld: 

  • De aanlegwerken dienen te starten voor het broedseizoen en moeten doorlopen tijdens het broedseizoen. Zo wordt vermeden dat er zich soorten nesten binnen het projectgebied en is de kans op het vernielen van actieve nesten tijdens de werken verwaarloosbaar. Indien dit niet mogelijk is, dienen maatregelen getroffen te worden om nesten ter hoogte van het projectgebied te voorkomen. Specifiek voor mogelijke broedgevallen van de oeverzwaluw is het van belang dat tijdelijke (nieuwe) grondstocks schuin afgegraven worden zodat deze niet interessant zijn voor oeverzwaluwen om in te broeden;
  • Er wordt aanbevolen bijkomende verlichting neerwaarts te richten en af te wenden van het biologisch waardevol gebied in het noorden van het projectgebied.

De milderende maatregelen zoals opgenomen in deze nota dienen wel gevolgd te worden. 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m² (circa 19.249 m²). Het project is gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 27 september 2022 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 23775. Er is een correct verband tussen de aangevraagde ingrepen en deze vermeld in de archeologienota. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt. Er dient geen verplicht vervolgonderzoek te gebeuren. 

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen

Voorliggende aanvraag betreft het oprichten van een nieuwe liquefactie- en exportterminal voor CO(Antwerp CO2-hub) op een braakliggend terrein ten noorden van het Bevrijdingsdok. Op deze terminal zal CO2-gas omgezet worden naar vloeibare CO2 (liquefactieplant) en zal voorzien worden in de opslag van vloeibare CO2. Dit project maakt deel uit van het project Antwerp@C dat als doel heeft om tegen 2030 de helft van de CO2-emissies in de Antwerpse haven af te vangen. De Antwerp CO2-hub als liquefactieplant en -terminal zal de CO2-uitstoters (emittors) in de haven van Antwerpen één enkele infrastructuur aanbieden om het in elke industriële eenheid afgevangen gasvormige CO2 vloeibaar te maken, op te slaan en via CO2-schepen uit te voeren. 

 Voordat de werken voor de nieuwe terminal uitgevoerd kunnen worden, dienen eerst volgende bestaande constructies, gebouwen en verhardingen gesloopt te worden:

  • een vultrechter (52 m²); 
  • containers (7 m², 15 m² en 29 m²); 
  • transportbanden; 
  • een opslagloods (180 m²); 
  • een technisch gebouw (105 m²); 
  • een waterreservoir (2.013 m²);
  • asfaltverharding (88.607 m²). 

 Op de nieuwe terminal worden 5 technische installaties en een technische eenheid gebouwd: 

  • technische installatie 1: bestaat uit een warme skidinstallatie en drie CO2-zuiveringsvaten (D73/74/75). Deze installatie heeft een oppervlakte van circa 193 m² en een maximale hoogte van 15,6 meter. De installatie wordt opgebouwd uit een staalstructuur en de zuiveringsvaten uit grijze metalen tanks. 
  • technische installatie 2: bestaat uit drie CO2-compressoren (C51A/B/C) die ieder in een gebouw worden geplaatst met een oppervlakte van 200 m² en een maximale hoogte van 11 meter. Deze gebouwen worden opgetrokken in een staalstructuur en afgewerkt met grijze metalen sandwichpanelen. 
  • technische installatie 3: bestaat uit een koude module, een skid onzuivere CO2, een CO2-zuiveringskolom en een LP CO2-afscheider. Deze installatie heeft een oppervlakte van 254 m² en een maximale hoogte van 17,9 meter. De installatie wordt voorzien op een stalen draagstructuur.
  • technische installatie 4: bestaat uit vier sferische opslagtanks voor CO2, twee pompen, een meetstation, een laadarmstation en een schoorsteen. Deze installatie heeft een totale oppervlakte van 2.386 m² en een maximale hoogte van 40,2 meter. De sferische tanks bestaan uit polyester weefsel voorzien van een PVC-coating in grijs. De overige constructies worden voorzien in staal. 
  • technische installatie 5: bestaat uit drie koelwatertorens (E81A/B/C) met een totale oppervlakte van 451 m² en een maximale hoogte van 15,2 meter. De wanden van de koelwatertorens worden uitgevoerd met aluminium sandwichpanelen in een witte kleur (RAL9010). 
  • technische eenheid: bestaat uit een dubbelwandige tank voor vloeibare N2, een koelkamer, een warm skid, een compressor, een cryoput en 4 back-up N2-verdampers. Deze eenheid heeft een totale oppervlakte van circa 76 m² en een maximale hoogte van 15 meter. De constructies worden allemaal uitgevoerd in staal in een grijze kleur. 

 Daarnaast worden, verspreid over de site, volgende bijhorende constructies en gebouwen voorzien: 

  • een bluswatertank met een oppervlakte van 113 m² en een inhoud van 460 m³; 
  • twee pompen op een funderingsplaat (2,3 m²); 
  • een gasoliemotor op een funderingsplaat (10,7 m²); 
  • een portiersgebouw ter hoogte van de ingang van de site met een oppervlakte van 18 m² en hoogte 2,8 meter. De wanden van het gebouw worden afgewerkt met witte aluminium-sandwichpanelen (RAL 9010);
  • een watermeetstation met een oppervlakte van 131 m² en een hoogte van 4,4 meter. De wanden van het gebouw worden afgewerkt met witte aluminium-sandwichpanelen (RAL 9010);
  • een magazijn dat dienst doet als werkplaats met een oppervlakte van 657 m² en een maximale hoogte van 8,6 meter. Het magazijn wordt opgetrokken in staal en afgewerkt met witte aluminium-sandwichpanelen (RAL 9010);
  • een MS-onderstation met een oppervlakte van 425 m² en een hoogte van 5,2 meter. Het onderstation wordt op betonnen kolommen geplaatst met een hoogte van 2 meter. Het station wordt opgetrokken in staal en afgewerkt met witte aluminium-sandwichpanelen (RAL 9010);
  • een GIS-overkapping met een oppervlakte van 204 m² en een hoogte van 5,2 meter. De structuur en afwerking van dit gebouw wordt volledig hetzelfde uitgevoerd als het MS-onderstation; 
  • keermuren bij de GIS-overkapping en het MS-onderstation op een betonfundering met een oppervlakte van circa 425 m². Deze keermuren vormen drie zones voor het plaatsen van transformatoren. De keermuren hebben een hoogte van 5,2 meter en worden uitgevoerd in beton; 
  • twee elektriciteitsgebouwen, waarvan één voor proces- en opslagplaats, met respectievelijk een oppervlakte van 63 m² en 137 m² en een hoogte van 5,90 m². Deze gebouwen worden opgetrokken in staal en afgewerkt met witte aluminium-sandwichpanelen (RAL 9010). Nabij het eerste elektriciteitsgebouw worden keermuren voorzien die twee zones afbakenen voor het plaatsen van transformatoren. Nabij het elektriciteitsgebouw voor proces- en opslagplaats worden eveneens keermuren geplaatst die zes zones afbakenen voor het plaatsen van transformatoren. Deze betonnen keermuren hebben een hoogte van 2,7 meter; 
  • een H2SO4-opslagtank met inkuiping en twee containers ter hoogte van de technische installatie 5. De opslagtank wordt op een vloeistofdichte piste geplaatst en heeft een oppervlakte van 7 m². De twee containers hebben beide een oppervlakte van 15 m². 
  • twee gebouwen (modin) met een oppervlakte van 41 m² en een hoogte van 3,4 meter. De wanden van deze gebouwen zijn afgewerkt met grijze metalen sandwichpanelen;
  • een zone voor de thermische naverbrander met een schouw op een betonplaat met een oppervlakte van 72 m². De schouw heeft een hoogte van 40,2 meter;
  • een warmtewisselaar voor de afvoer van vloeibare gassen. Dit betreft dubbelwandige tanks die geplaatst worden op een betonnen fundering (2 m²);
  • een gebouw voor walstroomvoorziening ter hoogte van het laadarmstation van de technische installatie 4. Dit gebouw heeft een oppervlakte van 24 m² en een hoogte van 3,4 meter; 
  • stalen piperacks tussen de verschillende installaties en constructies. 

In het noordwesten op de site wordt tevens een controlekamer gebouwd. Dit gebouw heeft een oppervlakte van 623 m² en een hoogte van 4 meter. Naast een controlekamer worden in dit gebouw eveneens kantoren, een vergaderzaal en sanitair voorzien. De ruimtes hebben een vrije hoogte van circa 3,5 meter. Het gebouw wordt opgetrokken in beton. 

Tevens worden er nieuwe verhardingen aangelegd in functie van de wegenis op de site en tussen de installaties. Voor de nieuwe rijwegen wordt een asfaltverharding aangelegd met een totale oppervlakte van 11.943 m². Er wordt voorzien in 2.986 m² voetpaden in een waterdoorlatende verharding met 657 m² boordstenen. Daarnaast worden er tussen de installaties, constructies en gebouwen en de wegenis grindzones aangelegd met een totale verharde oppervlakte van 54.725 m². 

Tot slot wordt de volledige site voorzien van een omheining met langs de twee toegangswegen een poort. Deze omheining heeft een totale hoogte van 3 meter en wordt uitgevoerd met stalen buizen en draadgaas in een groene kleur en bovenaan drie rijen prikkeldraad.

Alle gebouwen en constructies zullen uitgevoerd worden in dezelfde materialen en kleuren waardoor zij een esthetisch geheel zullen vormen in deze industriële omgeving. Deze materialen en kleuren zijn neutraal en aanvaardbaar binnen het industriegebied.

De aanvraag kadert binnen het groter project Antwerp@C dat inzet op de verdere verduurzaming van de haven en de industriële bedrijvigheid waardoor de werken functioneel inpasbaar zijn. 

 Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
 
De aanvraag kadert in de herontwikkeling van een braakliggend terrein dat voorheen behoorde bij een steenkolenterminal.

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de nabijheid van een pijpleiding werd het advies ingewonnen van de beheerder van deze pijpleiding. Het advies van Fluxys is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden uit dit advies, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht en moeten in geval de werken worden vergund als voorwaarden in de vergunning worden opgenomen.

 Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-Link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

 Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
 
De verkeerspolitie heeft vanuit verkeersveiligheid geen bezwaar tegen de omgevingsvergunningsaanvraag.

 Er worden in totaal 23 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien, namelijk 6 parkeerplaatsen ter hoogte van het magazijn en 17 parkeerplaatsen nabij de controlekamer. Op de site zullen circa 14 personen tewerkgesteld worden. Gezien de ligging in het havengebied en de beperkte voorziening van openbaar vervoer zullen de werknemers vermoedelijk met de wagen naar de site komen. De site is bereikbaar via de Antwerpsebaan en de Nieuwe Westweg. 

Er worden voldoende parkeerplaatsen voorzien op de site.

 In de aanlegfase zullen de werkzaamheden wel bijkomende verkeersbewegingen met zich meebrengen voor de aanvoer van materialen. Deze zullen tijdelijk en lokaal een beperkte toename van zwaar verkeer met zich meebrengen. 

In de exploitatiefase wordt het goederentransport van een naar de site geschat op 3 à 4 vrachtwagens per week en 2 à 3 schepen per week. Bij de op- en overslagactiviteiten is er geen transport over de weg voorzien daar de aanvoer van de gasvormige CO2 gebeurt door een pijpleiding en de afvoer door middel van schepen. 

De werken hebben enkel impact op de mobiliteit tijdens de aanlegfase. De effecten op de mobiliteit zijn beperkt en tijdelijk van aard


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Air Liquide Industries Belgium wenst een terminal op te richten voor het omzetten van CO2-gas tot vloeibare CO2 (= liquefactie plant) en de opslag van vloeibare CO2. Het doel van het overkoepelend project Antwerp@C  is om tegen 2030 de helft van de CO2-emissies in de Antwerpse haven af te vangen. De Antwerp CO2-hub van Air Liquide Industries Belgium als liquefactieplant en -terminal zal de CO2-uitstoters in de haven één enkele infrastructuur aanbieden om het in elke industriële eenheid afgevangen gasvormige CO2 vloeibaar te maken, op te slaan en via CO2-schepen uit te voeren.

 Volgende activiteiten zullen plaatsvinden:

- drogen van het voedingsgas afkomstig van de verschillende CO2-emittors vooraleer het de compressiesectie in gaat; 

- compressie van het voedingsgas door middel van een CO2-cycluscompressor;

- vloeibaar maken, onderkoeling van de CO2-stroom en afscheiding van de lichte componenten in een Cold Box; 

- opslag van vloeibare CO2

- overslag in schepen.

Het voorwerp van deze aanvraag omvat de zogenaamde eerste trein waarbij 3 compressoren (6.100 kW, 6.100 kW en 3.260 kW) worden voorzien met een opslagmogelijkheid van vloeibare CO2 in 4 sferen met elk een inhoud van 7.000 m³. In latere fases worden nog uitbreidingen voorzien tot een maximum van 4 treinen in totaal. In elke fase is het de bedoeling om uiteindelijk 2,5 MTPA (miljoen ton per jaar) CO2 af te voeren, onder vloeibare vorm naar gasvelden in de Noordzee. 

Er wordt een naverbrander op aardgas, met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 11,2 MW geïnstalleerd om de emissiegrenswaarden van alle polluenten te kunnen garanderen. Volgens het aanvraagdossier is NO2 de enige relevante polluent van de naverbrander. Er werd een dispersieberekening uitgevoerd waaruit blijkt dat de bijdrage aan de concentraties in lucht aanvaardbaar zijn en er geen milderende maatregelen nodig zijn. 

Er werd een voortoets uitgevoerd waaruit blijkt dat er geen risico is op een betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied. Volgens het dossier zal er evenmin onvermijdbare en onherstelbare schade optreden ten aanzien van VEN-gebied.

Het zure afvalwater dat ontstaat tijdens het liquefaction proces zal apart gecollecteerd worden en extern behandeld worden. Spui van de koeltorens zal geloosd worden met een maximaal debiet van 27 m³/uur en 236.520 m³/jaar. Er wordt een bijzondere lozingsnorm gevraagd voor de parameters fosfor, cadmium, fluoride, AOX. Uit een bij het dossier gevoegde impactanalyse blijkt dat er geen risico is op een achteruitgang van de waterkwaliteit ten gevolge van de lozing. Specifiek voor benzo(a)pyreen wordt er een achteruitgang van de waterkwaliteit verwacht, maar blijft de te verwachten concentratie in het effluent onder het indelingscriterium.

Het sanitair afvalwater dat geproduceerd zal worden op de site zal in een IBA behandeld worden en het gezuiverde afvalwater zal in het kanaaldok geloosd worden. 

Er zullen verscheidene gevaarlijke producten worden opgeslagen:

- 10.000 liter olie;

- 600 liter ijkgassen;

- 200 liter diesel;

- 28,712 ton bijtende vloeistoffen;

- 21,574 ton schadelijke vloeistoffen;

- 18,350 ton vloeistoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid;

- 2,780 ton vloeistoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu.

In het aanvraagdossier wordt gesteld dat de opslag van de gevaarlijke producten conform de regelgeving zal plaatsvinden.

Verder vraagt men nog enkele ondersteunende inrichting of activiteiten aan, onder meer:

- transformatoren (1 x 65.000 kVA, 2 x 2.500 kVA, 2 x 4.500 kVA, 1 x 1.500 kVA);

- 1 stikstofgenerator van 320 kW;

- 1 warmtepomp (57 kW) en airco’s (5 x 4 kW).

Het aanvraagdossier omvat een verzoek tot bijstelling van enkele voorwaarden. Men vraagt om bij een buitentemperatuur van 25 °C of meer of bij een koelwaterinname met een temperatuur van 20 °C of meer afvalwater te mogen lozen met een temperatuur tot 35 °C in plaats van maximaal 30 °C. Verder vraagt men ook om de activiteiten volcontinu te mogen laten plaatsvinden.

Uit de impactanalyse bijgevoegd bij het aanvraagdossier blijkt dat de thermische impact van het geloosde afvalwater verwaarloosbaar is. Voor de gevraagde volcontinue werking is geen bijstelling noodzakelijk aangezien er geen artikel van toepassing is dat dit zou verbieden.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.


Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De milderende maatregelen uit de project-MER-screeningsnota zijn strikt na te leven.

2. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden. 



Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

20 januari 2023

Start openbaar onderzoek

28 januari 2023

Einde openbaar onderzoek

26 februari 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

11 maart 2023

 


Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.


Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

28 januari 2023

26 februari 2023

0

0

0

0


Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet georganiseerd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden.

1. De milderende maatregelen uit de project-MER-screeningsnota zijn strikt na te leven.

2. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.