Terug
Gepubliceerd op 15/05/2023

2023_CBS_03115 - Omgevingsvergunning - OMV_2023015158. Louisalei 18. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/05/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03115 - Omgevingsvergunning - OMV_2023015158. Louisalei 18. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_03115 - Omgevingsvergunning - OMV_2023015158. Louisalei 18. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023015158

Gegevens van de aanvrager:

de heer Alexander Horst met als adres Louisalei 18 te 2660 Hoboken (Antwerpen) en mevrouw Ine Decuyper met als adres Louisalei 18 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Louisalei 18 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nr. 65X2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

realiseren van een autostaanplaats in de voortuin

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24/09/2021: vergunning (20212978) voor het verbouwen van een eengezinswoning.

 

Vergunde toestand  

-          inrichting:

  • betonnen stapstenen aan de linkerkant van de voortuin.

 

Bestaande toestand

-          bestaande toestand gelijk aan de vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          inrichting:

  • betongrasdalen voor de realisatie van een autostalplaats aan de linkerkant van de voortuin.

Inhoud van de aanvraag 

-          realiseren van een autostalplaats in de voortuin van een eengezinswoning.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

24 maart 2023

31 maart 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 12 Levendige plint: het stallen van de wagen voor het raam van het gelijkvloers verhindert het contact tussen de bewoners en de straat.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd

Het project is niet gelegen in een signaalgebied. 

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.


-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het verharden van de voortuinstrook in functie van een private parkeerplaats.

 

-          Autobergplaatsen zijn slechts toegelaten als de gevel een minimale breedte heeft van 8 meter. Het voorzien van parkeerplaatsen bij smallere percelen heeft als gevolg dat er een parkeerplek op openbaar domein gesupprimeerd wordt. Hierdoor kan de parkeerdruk in de omgeving nog toenemen. Wat hier het geval zou zijn.

-          Parkeerplaatsen in de voortuin verminderen de levendigheid aan de straatzijde. Het is belangrijk dat de gebouwen in de straat een levendige plint hebben. Door het plaatsen van een auto voor een raamvlak, wordt het contact met het openbaar domein verminderd.

-          De tuinzone dient zoveel mogelijk onverhard ingericht en met natuurlijk groen in onverharde grond aangeplant te worden. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,…  Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.

De straat dankt ook haar uitgesproken groen karakter, voor een stedelijke omgeving, aan de groene voortuinen die dat deel ervan kenmerken. Al dan niet vergunde opritten komen slechts sporadisch voor en zijn meestal gekoppeld aan een garage, wat niet het geval is voor deze aanvraag. Het is niet wenselijk om aan het groene karakter te raken omwille van een parkeerplaats in een voortuin en daarbij dan ook nog eens een parkeerplaats op openbaar domein te hypothekeren.

Gelet op bovenstaande argumentatie wordt aan het college voorgesteld de aanvraag te weigeren.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werd tijdens de procedure advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen. Deze dienst stelt dat de aanleg enkel zou kunnen indien er geen conflict is met de huidige en toekomstige bomen. De bestaande boom in de voortuin en de toekomstige straatboom moeten maximaal beschermd worden. En er mag geen werfzone ingericht worden onder de kruinzone (geen stockage, etc.). Ten slotte stelt de groendienst ook geen voorstander te zijn voor het verharden van voortuinen wanneer er geen garage aanwezig is en aldus groene ruimte te verliezen. Dit standpunt wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften.


Standpunt college

Het college sluit zich niet aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De omgevingsambtenaar wijst er op dat voorliggende aanvraag strijdig is met artikel 12 van de Antwerpse Bouwcode. Het stallen van de wagen voor de ramen van het gelijkvloers zou het contact tussen de bewoners en de straat verhinderen en voorts ook het groene karakter van de voortuinzone aantasten. De omgevingsambtenaar adviseert daarom om de vergunning te weigeren. Het college sluit zich niet aan bij deze voorwaarde omwille van volgende argumentatie.

Het totale perceel heeft een breedte van 8,2 meter. De stalplaats van de auto wordt voorzien op 60cm van de linkerperceelsgrens, waardoor deze zich maximaal aan de linkerzijde van het perceel bevindt, en aldus niet voor de ramen gelegen is. De totale breedte van de stalplaats in combinatie met het toegangspad naar de voordeur bedraagt 1,90 meter. Het contact met het openbaar domein blijft derhalve voldoende gewaarborgd.

Daarnaast wordt het toegangspad naar de voordeur gecombineerd met de stalplaats, waardoor de verharding tot een minimum wordt beperkt en versnippering van de groene ruimte wordt vermeden. De rest van de voortuin wordt volledig onthard en voorzien van groene beplanting. Gelet op de totale grootte van het perceel en de vaststelling dat de overige tuinzone voor méér dan twee derde onverhard blijft, is het aandeel verharding verder in verhouding tot het aandeel onverharde tuinzone op het perceel.

Wat de inname van het openbaar domein betreft, acht het college dit aanvaardbaar. De omliggende bebouwing is overwegend halfopen of open, waarbij er stalplaatsen in voor- en/of zijtuinen zijn voorzien. Bovendien is er een parkeerstrook aanwezig, waardoor aangenomen kan worden dat de woningen in de naaste omgeving over voldoende parkeermogelijkheden beschikken.

Het college is bijgevolg van mening dat de aanvraag vergund kan worden, mits inachtneming van de opgelegde bijkomende voorwaarden.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 februari 2023

Volledig en ontvankelijk

24 maart 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 augustus 2023

Verslag GOA

2 mei 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:


Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De voortuin als volgt in te richten:

  • Het toegangspad naar de voordeur in combinatie met de autostalplaats aan te leggen in grasdoorgroeibaar en waterdoorlatend materiaal of als karrenspoor. De breedte van deze combinatie mag niet meer dan 1,90 meter bedragen;
  • De overige delen van de voortuin aan te leggen als onverharde ruimte en deze groen aan te planten.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.