Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023012730 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Mohamed Hafa met als adres Doornstraat 317 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Windmolenstraat 160 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 36 sectie B nrs. 215R5 en 215S5 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van aantal woongelegenheden van 1 naar 2 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 12/02/2010: vergunning (3432#3622) voor het verbouwen van twee woningen naar een kangoeroewoning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie is overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van ;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume beide woningen;
- gevelafwerking beide woningen:
- inrichting beide woningen:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 28 maart 2023 | 29 maart 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 maart 2023 | 31 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Verhardingen in de achtertuinzone moeten beperkt blijven tot 1/3 van de tuinopervlakte. Circa 47 % van de tuinoppervlakte werd verhard aangelegd.
DWA en RWA moeten gescheiden zijn en aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. Deze moeten voorzien worden van een toezichtsput overeenkomstig met het type afvalwater. De plannen van de nieuwe toestand verlenen hier onvoldoende informatie over.
De dimensionering van de septische putten ontbreekt.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van volgende bepalingen van de bouwcode:
Open ruimte (art.27):
- In de aanvraag wordt de vergunde toestand van de tuinzone foutief opgetekend. De bijgebouwen en de aangrenzende overdekte terrassen waren niet vergund op 12 februari 2010. Het blijft de verantwoordelijkheid van de aanvrager en diens architect om het aangeleverd planmateriaal correct op te tekenen. De totale tuinzone werd nadien voor circa 47 % verhard aangelegd. Iedere vorm van verharding wordt hieronder gerekend zoals bijgebouwen en terrassen, maar ook iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. In voorwaarde wordt bijgevolg opgenomen dat er slechts 1/3 verharding is toegelaten voor iedere individuele tuinzone. Voor de tuin van de linkerwoning, die 114,6 m² groot is, bedraagt dat dus 38,2 m², voor de tuin van de rechterwoning die 113,9 m² groot is, bedraagt dat 38,0 m².
De aanvraag biedt onvoldoende informatie om te kunnen controleren of de aanvraag voldoet aan artikel 41 en 43 van de bouwcode. Het voldoen aan deze artikels wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Functionele inpasbaarheid
In oorsprong waren dit twee afzonderlijke woonentiteiten. Deze werden in 2010 samengevoegd als kangeroewoning. Deze nieuwe aanvraag voorziet het terug opsplitsen van het pand in de oorspronkelijke twee woonentiteiten. De aanvraag blijft hiermee in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Bij de her-opsplitsing van het pand in 2 woonentiteiten hebben beide woonentiteiten voldoende oppervlakte om het ruimtecomfort van een woning te garanderen. De bouwdichtheid wijzigt verder niet. De voornaamste interne wijzigingen hebben louter betrekking op het dichtmaken van de interne toegangen. Deze wijziging kan gunstig worden geadviseerd.
Visueel-vormelijke elementen
De visuele wijzigingen beperken zich tot het verlagen van de voordeur van de rechterwoning. Deze voorgevelwijziging dateert van voor het afleveren van de voorgaande vergunning. In deze vergunning werd deze gevelwijzing niet opgetekend. Gelet op de opbouw en gebruik van siermetselwerk bestaat er een groot vermoeden dat deze wijzigingen dateren vanaf de realisatie van de woningen. Deze wijzing is ook visueel inpasbaar in de straatwand.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Nr 160 en 162 worden gesplitst in 2 woningen. De werkelijke parkeerbehoefte is 1 x 1 = 1 bijkomende parkeerplaats.”
|
De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor geen parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.
|
Fietsvoorziening:
“De fietsparkeerbehoefte voor woning nr 160 is 1 x (3+1) = 4 fietsparkeerplaatsen. Er wordt een zone voor fietsenberging voorzien. Deze is momenteel enkel bereikbaar via de parkeerplaats en dus niet bruikbaar (wanneer de wagen in de garage staat). Bovendien is de ruimte te klein. In praktijk is dit niet werkbaar.
De fietsparkeerbehoefte voor woning nr 162 is 1 x (4+1) = 5 fietsparkeerplaatsen. Er wordt niets voor voorzien.”
Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorgestelde voorwaarde wordt hierdoor mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De verharding van in de individuele tuinzone van beide eengezinswoningen moet beperkt blijven tot 1/3 van de achtertuinzone, conform artikel 27 van de bouwcode. Ook iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
3. De aansluiting van de leidingen op het openbaar rioolstelsel moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
4. De capaciteit van de septische putten moet voldoen aan artikel 43 van de bouwcode.
5. Er moeten 4 fietsenstalling voorzien worden conform artikel 29 van de bouwcode voor de linkerwoning (Windmolenstraat 160) door de toegang tot de fietsenberging te voorzien via de technical zone onder de trap.
6. Er moeten 5 fietsenstalling voorzien worden conform artikel 29 van de bouwcode voor de rechterwoning (Windmolenstraat 162) door ter hoogte van de trap, tussen de eetkamer en het salon, een fietsenberging te voorzien.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 februari 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 28 maart 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 augustus 2023 |
Verslag GOA | 3 mei 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De verharding van in de individuele tuinzone van beide eengezinswoningen moet beperkt blijven tot 1/3 van de achtertuinzone, conform artikel 27 van de bouwcode. Ook iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
3. De aansluiting van de leidingen op het openbaar rioolstelsel moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
4. De capaciteit van de septische putten moet voldoen aan artikel 43 van de bouwcode.
5. Er moeten 4 fietsenstalling voorzien worden conform artikel 29 van de bouwcode voor de linkerwoning (Windmolenstraat 160) door de toegang tot de fietsenberging te voorzien via de technical zone onder de trap.
6. Er moeten 5 fietsenstalling voorzien worden conform artikel 29 van de bouwcode voor de rechterwoning (Windmolenstraat 162) door ter hoogte van de trap, tussen de eetkamer en het salon, een fietsenberging te voorzien.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.